• No results found

Vraag nr. 111 van 25 februari 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 111 van 25 februari 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 111 van 25 februari 2000

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Revalidatiecentra – Onderhoudstoelage

Het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Per-sonen met een Handicap (VFSIPH) verleent aan de revalidatiecentra onder andere een onder-h o u d s t o e l a g e. Deze onderonder-houdstoelage moet door deze centra – die ook Riziv-t e g e m o e t k o m i n g e n krijgen – hiervan worden afgetrokken (Riziv : Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzeke-r i n g ) . In feite kInvaliditeitsverzeke-rijgen ze dus niets. Wel moeten de revalidatiecentra elke drie maanden een dossier met alle werkingsgegevens indienen bij het V l a a m s Fo n d s. Het is immers het Vlaams Fonds dat de er-kenningen verleent.

In het kader van de vereenvoudiging van de admi-nistratieve verplichtingen – doelstelling van zowel de Vlaamse als de federale regering – is deze werkwijze totaal ondoelmatig. Zowel in de revali-datiecentra als bij het Vlaams Fonds worden dos-siers gemaakt, eventueel gecontroleerd, v e r r e k e-ningen gedaan, . . . zonder dat dit een duidelijke meerwaarde heeft. Bovendien betaalt V l a a n d e r e n een deel van de middelen die het federale Riziv ook zou betalen.

1. Hoeveel revalidatiecentra (kinderen-v o l w a s s e-nen) zijn er in elke Vlaamse provincie erkend ? 2. Welk bedrag geeft het Vlaams Fonds elk jaar als

onderhoudstoelage aan de revalidatiecentra ? 3. Wat is de kostprijs van de administratieve

ver-werking van de uitbetaling ?

Wordt dit bedrag in al deze voorzieningen afge-houden van de Riziv-tegemoetkoming ?

4. Worden de dossiers van de revalidatiecentra ef-fectief gecontroleerd door het Vlaams Fonds ? Hoeveel uren per regio en mankracht worden hieraan besteed ? Wat is hiervan de kostprijs ? 5. Heeft de minister deze problematiek reeds op

het interministerieel overleg besproken ? Zijn hiervoor concrete richtlijnen afgesproken ?

Antwoord

Voor een goed inzicht in de kwestie van de onder-houdstoelagen voor revalidatiecentra zijn een aan-tal voorafgaandelijke preciseringen onontbeerlijk. Het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Per-sonen met een Handicap (verder : Vlaams Fo n d s ) erkent momenteel 139 revalidatiecentra en -dien-s t e n . 98 van deze centra hebben met het Riziv een revalidatieovereenkomst gesloten ; voor de andere erkende centra gelden andere regelingen als lig-dagprijs en nomenclatuur.

79 van de 139 erkende centra zijn zogenaamde "in-tramurale" centra, dit wil zeggen centra geïnte-g r e e r d , zowel naar infrastructuur als naar werkingeïnte-g, in een ziekenhuis. De overige 60 centra zijn "extra-muraal" (ook "autonoom" genoemd), zij zijn niet gebonden aan ziekenhuizen. Enkel aan deze 60 ex-tramurale centra betaalt het Vlaams Fonds de zo-genaamde "onderhoudstoelagen" uit. De intramur-ale centra genieten enkel een "naakte" erkenning, dit wil zeggen : deze erkenning houdt geen subsidie vanwege het Vlaams Fonds in. Beide categorieën van centra kunnen aanspraak maken op investe-ringssubsidies van de V I PA - r e g l e m e n t e r i n g (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebon-den A a n g e l e g e n h e d e n ) : de extramurale centra via het Vlaams Fo n d s, de intramurale enkel zeer on-r e c h t s t on-r e e k s, als deel van de globale subsidie aan ziekenhuizen.

Het feit dat zowel het Riziv als het Vlaams Fo n d s voor de financiering van de revalidatiecentra in-staan, heeft een historische grond.

(2)

Bij de afschaffing van het Rijksfonds werden de bevoegdheden inzake revalidatiecentra aldus ver-d e e l ver-d : e r k e n n i n g, investeringssubsiver-dies en trime-striële onderhoudstoelagen naar de gemeenschap-p e n , revalidatiegemeenschap-prestaties (die intussen volledig via forfaitaire overeenkomsten werden uitbetaald) naar het Riziv. Dit laatste deel bleef dus federaal. Sedertdien hebben de verschillende instanties elk binnen hun bevoegdheden een eigen beleid ge-v o e r d , dat aan de Vlaamse kant (ge-voor de rege-valida- revalida-t i e c e n revalida-t r a : herevalida-t Vlaams Fonds) onder meer resul-teerde in een nieuw erkenningsbesluit voor revali-datiecentra en toepassing van de V I PA - r e g l e m e n-tering van invesn-teringssubsidies. Het Riziv van zijn kant verving geleidelijk de ex-Rijksfondsovereen-komsten door nieuwe overeenex-Rijksfondsovereen-komsten, die meer in de lijn liggen van de andere, reeds langer bestaan-de revalidatieovereenkomsten met centra en zie-kenhuisdiensten.

Wat onderhoudstoelagen betreft, was het aanvan-kelijk de bedoeling deze af te schaffen en om te zetten in investeringssubsidies, zodat een duidelijke situatie zou ontstaan : investeringssubsidies voor rekening van de (Vlaamse) Gemeenschap, w e r-kingskosten voor het Riziv.

Voor de intramurale centra werd deze toestand ge-deeltelijk bereikt. Omdat de extramurale centra

echter aldus in financiële problemen dreigden te g e r a k e n , werd het stelsel van de onderhoudstoela-gen voor deze centra behouden. Deze toestand is tot nu toe onveranderd gebleven : bij de bereke-ning van het "forfait" (= dagrevalidatieprijs) trekt het Riziv eerst het bedrag van de onderhoudstoela-gen af. Dit geldt niet voor enkele nieuwe centra, die niet door het Vlaams Fonds worden erkend wegen een moratorium op nieuwe erkenningen, maar wel met het Riziv tot een overeenkomst kwa-m e n . Daar betaalt het Riziv de werkingskosten vol-ledig terug. Hoewel de situatie in zijn geheel niet echt coherent kan worden genoemd, wordt ze wel begrijpelijker als ze in een historisch perspectief wordt geplaatst.

Trimestriële onderhoudstoelagen worden berekend op basis van een puntensysteem, waarbij rekening wordt gehouden met infrastructuur en uitrusting, allerlei activiteiten en personeel. Het systeem is nu wel aan actualisering en vereenvoudiging toe ; e e n voorstel hiertoe werd binnen de diensten van het Vlaams Fonds uitgewerkt.

Hierna volgen de antwoorden op de concrete vra-gen.

1. Door het Vlaams Fonds erkende revalidatiecen-t r a , uirevalidatiecen-tgesplirevalidatiecen-tsrevalidatiecen-t naar provincie en naar leefrevalidatiecen-tijds- leeftijds-groep :

Provincie Intramurale centra (79) Extramurale centra (60)

Algemeen Specifiek Alleen Sensorieel + Alleen

kinderen kinderen ontwikkelings- volwassenen (ontwikkelings- problemen

(psycho-problemen) vooral sociaal)

kinderen Antwerpen 15 1 3 2 0 Vl. Brabant + Brussel 18 2 4 4 0 Limburg 6 0 0 3 6 Oost-Vlaanderen 20 0 14 11 0 West-Vlaanderen 17 0 3 9 1 Totaal 76 3 24 29 7

2. In 1999 werd door het Vlaams Fonds 65.514.643 frank aan onderhoudstoelagen uitgegeven. H e t totaalbedrag vertoont de laatste jaren weinig schommelingen.

(3)

anciënniteit vertegenwoordigt dit een uitgave aan wedden van 442.252 frank.

Afhouding van dit bedrag : het Vlaams Fo n d s betaalt onderhoudstoelagen aan al de erkende extramurale centra, en bij al deze voorzieningen wordt dit bedrag door het Riziv afgetrokken bij de berekening van het "forfait" (= dagrevalida-tieprijs, met jaarlijks maximum).

4. Effectieve controle door het Vlaams Fo n d s : v a n al de erkende revalidatiecentra houdt het Vlaams Fonds centraal een erkenningsdossier, een dossier "onderhoudstoelagen" en eventueel een investeringsdossier bij. Voor de intramurale centra gaat het meestal om min of meer passie-ve dossiers ; de dossiers van de extramurale cen-tra worden echter voortdurend up-to-date ge-h o u d e n . Het bedrag aan onderge-houdstoelagen wordt elk trimester berekend op basis van tri-mestriële verklaringen van de revalidatiecentra. De procedure van berekening en uitbetaling is nu grotendeels geïnformatiseerd. Een specifieke controle m.b. t . onderhoudstoelagen ter plaatse gebeurt niet meer systematisch, enkel bij be-langrijke wijzigingen of onverklaarde anoma-l i e ë n . In 1999 was er geen enkeanoma-le specifieke in-spectie m.b. t . o n d e r h o u d s t o e l a g e n . Er gebeurt wel systematisch een meer inhoudelijke contro-le m.b. t . erkenning door artsen deeltijds verbon-den aan het Vlaams Fonds.

Kostprijs : zie vraag 3.

5. Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger m e r k t , is de problematiek omtrent de revalida-tiesector niet eenvoudig en gaat het om meer dan onderhoudstoelagen. De tweedeling inzake bevoegdheid tussen Riziv en het regionale ge-handicaptenbeleid gebeurde volgens de institu-tionele logica, en het nieuw erkenningsbesluit, de herinvoering van investeringssubsidies (die ten tijde van het Rijksfonds afgeschaft waren) en het behoud van de onderhoudstoelagen tonen aan dat men aan Vlaamse kant deze sec-tor bij wijze van spreken niet wenst "los te laten".

Ik moet echter vaststellen dat de huidige be-voegdheidsverdeling veel onduidelijkheid en versnippering inhoudt en dat een coherent reva-l i d a t i e b e reva-l e i d , dat vanuit een wereva-lbepaareva-lde visie vertrekt, zo goed als onmogelijk is.

In deze visie moet zeker plaats zijn voor de zo-genaamde intramurale revalidatie, die expliciet kan worden gekoppeld aan de sector van de

ge-z o n d h e i d s ge-z o r g. De extramurale of autonome re-validatiecentra hebben echter een heel eigen karakter en zij bevinden zich als het ware op een kruispunt van verschillende types hulpver-l e n i n g : g e z o n d h e i d s z o r g, g e h a n d i c a p t e n z o r g met functionele banden met algemeen welzijns-werk met de sterk regulerende en prestatiege-richte aanpak vanuit het Riziv.

Vooraleer deze problematiek op de agenda van het interministerieel overleg te plaatsen, l i j k t het aangewezen de kwestie op het niveau van de Vlaamse administratie (meer bepaald : g e-handicaptenbeleid en gezondheidsbeleid) gron-dig te bespreken, zodat we weten wat precies de knelpunten zijn, en of er binnen dit kader geen oplossingen kunnen worden gevonden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het opleggen van de regels van een boekhoudstel- sel aan de gemeenten en OCMW's heeft geen zin, omdat deze lokale of ondergeschikte besturen reeds een eigen

Naast dit basisaanbod van preventieve zorg zijn er binnen Kind en Gezin een aantal initiatieven die in een bijkomende ondersteuning voorzien voor de kansarme doelgroep, waaronder

Deze meldingsplicht beoogt de gebruiker en zijn mantelzorger te beschermen tegen een georgani- seerd zorgaanbod dat wordt aangeboden zonder dat men zicht of greep heeft op de

De gemeenten, als belangrijkste schakel tussen het Vlaams Gewest en de omwonenden, w o r d e n bij elke aanneming van werken op gewestwegen met impact op de mobiliteit – al of

In de gevallen waar de criteria voor VOP's niet gehaald worden, kan de PCV maatregelen voor- stellen ter beveiliging van het oversteken van v o e t g a n g e r s, zoals bijvoorbeeld

Bij de effectieve uitwerking van verbeterings- voorstellen wordt uiteraard een beroep gedaan op de kennis van andere actoren, zoals de ge- m e e n t e, p o l i t i e, rijkswacht

Op de begroting van het Vlaams Infrastructuur- fonds (VIF) voor het jaar 2000 is 160 miljoen frank uitgetrokken voor studies en onteigenin- gen die passen in de verwezenlijking

Ook bij Kind en Gezin en in de centra voor leerlingenbegeleiding worden de prioriteiten voor deze gezinnen en vrouwen extra