• No results found

Vraag nr. 205 van 29 januari 1998 van de heer JOACHIM COENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 205 van 29 januari 1998 van de heer JOACHIM COENS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 205 van 29 januari 1998

van de heer JOACHIM COENS Verkeer en geluidshinder – Beleid

In het kader van het toenemende verkeer neemt ook de geluidsoverlast steeds toe, en dit vooral in stedelijke gebieden.

1. Welk beleid voert de minister tegenover deze toenemende geluidsoverlast ?

2. Eén van de elementen in de aanpak van geluid zijn geluidswerende muren. Wat zijn de criteria voor het plaatsen van geluidswerende muren, vanaf het overschrijden van hoeveel dB, geme-ten binnen of buigeme-ten, beslist men tot het plaat-sen van een geluidswerende muur ? Wordt er een onderscheid gemaakt tussen een bestaande bron van lawaai en een nieuwe bron ? Zijn er verschillende dB-criteria naargelang de bron : de industrie, s p o o r v e r k e e r, w e g v e r k e e r, i m p u l s. . . ?

3. Welke investeringen in geluidswerende muren, voor welk bedrag en op welke plaats, vonden er de laatste jaren plaats ?

4. Meer specifiek had ik graag vernomen op welke basis en met welke systematiek geluidsmetingen worden uitgevoerd. Hoe kunnen dergelijke geluidsmetingen geïnitieerd worden ? Is er een prioriteitenlijst voor de knelpunten ?

5. Wat zijn de samenwerkingsmogelijkheden tus-sen de verschillende overheden om tot de plaat-sing van een geluidswerende muur te komen ?

Antwoord

1. De administratie Wegen en Verkeer geeft er de voorkeur aan om de geluidsoverlast veroor-zaakt door het wegverkeer te beperken door het rolgeluid maximaal te reduceren. D a a r o m wordt nu steeds gekozen voor geluidsarme toplagen voor de wegverharding.

In de gevallen waar geluidsarme wegverhardin-gen geen afdoende oplossing bieden, wordt de plaatsing van geluidswerende schermen of gronddammen bestudeerd.

2. De plaatsing van geluidswerende schermen en gronddammen is gekoppeld aan de toepassing

van de bijakte 5 van het Mobiliteitsconvenant. Om in aanmerking te komen voor enige finan-ciële tegemoetkoming moet het maximaal gemeten geluidsniveau (LA e q) minimaal 65 dB

(A) bedragen. Deze waarden hebben betrek-king op de gevelbelasting, zodat de metingen buiten gebeuren.

Het industrielawaai wordt omgeschreven in Vlarem II. Voor het spoor- en wegverkeer zijn er voorlopig nog geen wettelijke richtlijnen. Het is de bedoeling om in Vlarem II wettelijke richt-lijnen op te nemen op het vlak van verkeersla-waai. Hierbij dient onmiddellijk te worden vast-gesteld dat de implementatie van dergelijke richtlijnen in de praktijk onvermijdbaar gekop-peld zal zijn aan de budgettaire middelen die de Vlaamse regering hier tegenover kan stellen. Op dit vlak kan bij wijze van voorbeeld verwe-zen worden naar het bodemsaneringsdecreet en het tijdsbestek dat hier nu reeds nodig is om de meest vervuilde sites te saneren.

Momenteel erkent de Vlaamse regering dat de middelen die in wegen en waterwegen worden geïnvesteerd ontoereikend zijn om nog maar de meest prioritaire projecten te realiseren en dat er dient te worden gezocht naar alternatieve financieringsvormen. Het is dan ook onhaalbaar om vanuit het beperkte budget voor openbare werken maatregelen te financieren die voort-vloeien uit nieuwe Vlarem II-richtlijnen voor verkeerslawaai.

Indien de minister van Leefmilieu de imple-mentatie van dergelijke Vlarem II-richtlijnen wenst in te voeren, meen ik dat alle studies en maatregelen die hieruit voortvloeien, dienen te worden gefinancierd vanuit een daartoe speci-fiek bestemd geluidshinderfonds.

Conform het Europese groenboek "Naar een eerlijke en doelmatige prijsstelling in het ver-voer – Mogelijke beleidskeuzen voor het inter-naliseren van de externe kosten van vervoer in de Europese Unie" dienen externe kosten zoals onder meer verkeerslawaai te worden geïnter-naliseerd (cfr. het principe van de vervuiler b e t a a l t ) . Dit impliceert dat een dergelijk fonds zou dienen te worden gefinancierd vanuit de vervoerssector.

3. De administratie Wegen en Verkeer investeerde de laatste jaren in de volgende geluidswerende muren.

(2)

Provincie Jaar Locatie Bedrag

Antwerpen 1991 A1/E19 Kontich-Pierstraat en Rompelei

in de beide richtingen 37.000.000

1992 A13/E313 Westerlo-Oevel : centrum-richting Antwerpen-Luik

A13/E313 Westerlo : Moleneindestraat en Onze-Lieve-Vrouwstraat – richting

Luik-Antwerpen 85.000.000

A13/E13 Antwerpen-Deurne : 26.422.000

OCMW-Brug. De Boeylaan : richting Antwer-pen-Luik

Vlaams-Brabant 1991 A2 (314) te Wilsele : in de beide richtingen 72.000.000 1994 A3 (E40) te Bertem : in de richting Brussel 6.700.000 A1 (E19) te Peutie-Vilvoorde : richting Brussel 34.400.000 1997 A1 (E19) te Machelen langs lus naar R0

rich-ting Groot-Bijgaarden 26.700.000

Limburg 1991 A2 Genk-Lummen : in de beide rijrichtingen 39.700.000

1995 N717 Beringen-Lummen 4.100.000

Oost-Vlaanderen 1989 E17/A14 viaduct te Gentbrugge : beide

rij-richtingen 80.000.000

E17/A14 Temse-Tielrode : beide rijrichtingen 32.000.000 N16 : Sint-Niklaas : ter hoogte van

Puitvoet-straat 10.000.000

N49 : rijrichting Antwerpen-Zelzate ter

hoog-te van tunnel 45.000.000

1990 E40/A10 Merelbeke : rijrichting Brussel 30.000.000 1991 E17/A14 Zwijnaarde : rijrichting Antwerpen 30.000.000

E40/A10 Sint-Denijs-Westrem : rijrichting

Oos-tende 50.000.000

1995 E17/A14 Sint-Niklaas : rijrichting Kortrijk 28.000.000 1997 E40/A10 Nieuwerkerken : beide rijrichtingen 25.000.000 West-Vlaanderen 1993 E40 Oostkamp ter hoogte van de

Walburg-straat 20.000.000

(3)

De geluidsmetingen worden meestal uitgevoerd als gevolg van klachten van omwonenden. Een vraag van de omwonenden volstaat om een akoestisch onderzoek te starten. Nagenoeg alle woonzones gelegen langs de A- en R-wegen en de grote woonzones langs de N-wegen worden qua geluid geïnventariseerd door de afdeling Wegenbouwkunde van de administratie We g e n en Verkeer.

4. De samenwerkingsmogelijkheden tussen de verschillende overheden om tot de plaatsing van geluidswerende muren te komen, w o r d e n gedetailleerd in de bijakte nr. 5 bij het Mobili-teitsconvenant betreffende geluidswerende maatregelen langs de autosnelwegen en gewest-wegen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als deze initiatieven niet optimaal blijken, k a n worden gedacht aan het vereenvoudigen van de sorteerboodschap (PMD-zak openzetten voor alle verpakkingen die het groene punt

Deze wet heeft geen onmiddellijke gevolgen voor het handhavingsbeleid zoals dit wordt ge- voerd door de afdeling Milieu-inspectie.. De bepaling van de strafrechtelijke

De kosten voor de bodemsaneringsprocedure voor RIB (assemblage en parkings) worden ge- dragen door RIB.. De kosten voor de bodemsa- neringsprocedure voor Cargovil worden gedra- gen

De dioxines geadsorbeerd op stofdeeltjes worden gewoon samen met de stofdeeltjes opgevangen op de mouwen, om ver- volgens te worden afgevoerd.. Door de hoge

Het versnipperend effect van een aantal wegen en waterlopen op de dassen- populatie wordt verminderd en de effectieve be- scherming van het leefgebied van de das wordt ge-

Het plan voorziet in de aanleg van een haven nabij het centrum in de Mariapolder (achter het Wa l- p l e i n ) , het graven van een verbindingskanaal in de oude bedding van Het

Het zwerfvuil langs de Vlaamse wegen kan voor het jaar 1999 als volgt worden geraamd :.. Provincie Geraamde hoeveelheden (ton) Antwerpen 520 Vlaams-Brabant 468 West-Vlaanderen

Voor de stand van zaken van het onderzoek dat momenteel door de Internationale Zwincommissie wordt uitgevoerd over de problematiek van de ver- zanding van het Zwin, en de