• No results found

Vraag nr. 114 van 7 maart 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 114 van 7 maart 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 114 van 7 maart 2002

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Actieplan Armoedebestrijding – Stand van zaken In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag over kansarme gezinnen (vraag nr. 99 van 9 februari 2001) antwoordde de minister dat zij in het kader van het Vlaams Actieplan A r m o e d e b e s t r i j d i n g vooral maatregelen op het terrein van de welzijns-v o o r z i e n i n g e n , de jeugdhulpwelzijns-verlening en de kin-deropvang wou uitvoeren. Zij beklemtoonde even-eens dat stimulering van de inzet van ervaringsdes-kundigen en de uitbouw van opvoedings- en ge-zinsondersteuning aan kansarme gezinnen de kwa-liteit van de dienstverlening moet verbeteren (Bul-letin van Vragen en Antwoorden nr. 12 van 11 mei 2001, blz. 1674).

1. Welke concrete maatregelen heeft de minister sinds 23 februari 2001 – datum van het goed-keuren van het Vlaams Actieplan A r m o e d e b e-strijding – extra genomen op het terrein van de w e l z i j n s v o o r z i e n i n g e n , de jeugdhulpverlening en de kinderopvang ?

2. Wat deed de minister extra na 23 februari 2001 om de inzet van ervaringsdeskundigen en de uitbouw van de opvoedings- en gezinsonder-steuning te stimuleren ?

3. Welk bedrag van de begroting waarvoor de mi-nister bevoegd is, wordt zodoende gebruikt voor het armoedebeleid ?

Antwoord

1. Op het terrein van de w e l z i j n s v o o r z i e n i n g e n werden de volgende concrete maatregelen ge-nomen.

Maatregelen met betrekking tot zorgwonen en beschut wonen

– Extra middelen voor zorgwonen voor oude-re en/of zorgbehoevende thuislozen (9 vol-tijdse equivalenten – 72 opvangplaatsen). – Verdere uitbouw zorgwonen.

– Behoeftepeiling door Steunpunt A l g e m e e n Welzijnswerk : enerzijds in kaart brengen van het bestaande aanbod inzake begeleid wonen en de instroombehoefte vanuit de op-vangcentra naar begeleid wonen, a n d e r z i j d s

kwalitatieve peiling naar hulpvragers van de cliënten zelf.

Maatregelen met betrekking tot kwaliteitsbe-leid in de welzijnsvoorzieningen

– Integratie van de minimale kwaliteitscriteria in de sectorale regelgevingen van de wel-zijnssectoren.

Maatregelen met betrekking tot de eerstelijns-hulpverlening

– Er werd een onderzoek uitgevoerd door het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) met de bedoeling de toegankelijkheid van wel-zijnsvoorzieningen vanuit cliëntperspectief te verbeteren door een grotere afstemming en samenwerking van de actoren op het ter-rein.

– Er werd een onderzoek uitgevoerd door het Centrum voor Interculturele Communicatie en Interactie (CICI, Universiteit Gent) rond mogelijke modellen van samenwerkingsvor-men tussen integratiecentra en opbouwwerk. – Het Hoger Instituut voor de Arbeid voerde een onderzoek uit om inzicht te verwerven in het profiel van mensen met schulden en in de manier waarop de schuldbemiddeling ge-b e u r t . De aange-bevelingen van de studie voor een meer klantgerichte en meer op bemidde-ling in plaats van op beheer gerichte schuld-b e m i d d e l i n g, worden meegenomen in de op-leiding van schuldbemiddelaars en in de wer-king van erkende schuldbemiddelingscentra. – Omzendbrief waarin de meerjarenplanning

voor het maatschappelijk opbouwwerk, d e integratiecentra en het autonoom algemeen welzijnswerk op elkaar worden afgestemd. – Ondersteuning voor de tewerkstelling van

opgeleide ervaringsdeskundigen in de drie grootstedelijke instituten voor samenlevings-opbouw.

– Uitwerken van een duidelijke profilering voor het autonoom algemeen welzijnswerk. – Het opstellen van een actieplan en decreet

lokaal sociaal beleid.

(2)

geno-m e n . De ogeno-mzendbrief van 20 novegeno-mber 2001 garandeerde het recht op minimumlevering van elektriciteit en stroomlijnde de rol van de lokale a d v i e s c o m m i s s i e s. Het ontwerp van uitvoerings-besluit m.b. t . het elektriciteitsdecreet van 14 de-cember 2001 stelt onder meer de verplichting voorop voor de stroomleverancier om een bud-getmeter te installeren bij gezinnen met bet-a l i n g s m o e i l i j k h e d e n . Inzbet-ake mobiliteit wordt verwezen naar het decreet rond basismobiliteit van 21 augustus 2001.

Op het terrein van de j e u g d h u l p v e r l e n i n g w e r-den de volgende concrete maatregelen geno-men.

Maatregelen met betrekking tot de integrale jeugdhulpverlening

– Participatie van armen aan het beleidsont-wikkelingsproces rond integrale jeugdhulp ( o. a . via nota van vereniging waar armen het woord nemen, vertegenwoordiging van armen in werkgroep "positie en participatie van de cliënt").

Maatregelen met betrekking tot bijzondere jeugdbijstand

– Inventaris van uitsluitingsmechanismen bij maatschappelijk kwetsbaren via belevings-onderzoek bij maatschappelijk kwetsbare ge-zinnen en ontmoetingen met kansarmenor-ganisaties (CBJ Gent in samenwerking met universiteit Gent en vrouwenwerking 't Ogenblik).

– Integratieproject kinderen en jongeren uit kansarme gezinnen : onderzoeksproject om uitsluitingsmechanismen op stedelijk niveau te analyseren (CBJ Oostende in samenwer-king met stad Oostende).

– Project "uit-zicht/in-zicht" rond problemati-sche afwezigheden in het basisonderwijs (CBJ Dendermonde in samenwerking met CLB's en scholen).

– Project jeugdbescherming en zinvolle vrije-tijdsbesteding in kansarme wijken (CBJ Ieper en Veurne in samenwerking met A r k-tos).

– Ondersteunen van leerkrachten in het her-kennen van signalen van kinderen met moei-lijkheden via enkele publicaties, zoals "pro-bleemgedrag op school" voor het secundair

onderwijs (samenwerkingsverband We s t -Vlaamse CBJ's en Onderwijs).

– Versterking van de gezinsgerichte werking van de bijzondere jeugdbijstand door stijging van de (semi)-ambulante capaciteit met 246 plaatsen.

– Subsidies voor projecten die in trajectbege-leiding voorzien voor de moeilijkste jonge-ren.

– Oprichting van de ondersteuningsstructuur bijzondere jeugdbijstand als experiment ter ondersteuning van de herstelgerichte afhan-deling en kinderrechten.

(CBJ : comité voor bijzondere jeugdzorg ; CLB : centrum voor leerlingenbegeleiding – red.) Op het terrein van de k i n d e r o p v a n g werden de volgende concrete maatregelen genomen. – Uitbreiding van het opvangaanbod door

goedkeuring van een besluit van de V l a a m s e regering dat financiële ondersteuning vast-legt voor kleinschalige particuliere opvangin-stellingen (de zgn. m i n i - c r è c h e s ) , door reali-satie van 2.465 bijkomende opvangplaatsen voor niet-schoolgaande kinderen en door uitbreiding van het lokaal overleg buiten-schoolse opvang naar een lokaal overleg kin-deropvang.

– Het wegwerken van drempels in het regulie-re circuit door een nieuw systeem van ouder-b i j d r a g e r e g e l i n g, door het activeren van een vernieuwde website rond kinderopvang en door uitwerking en goedkeuring van een nieuwe regelgeving aangaande de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte.

– Het verbeteren van de begeleiding van kin-deren in armoede door de verdere onder-steuning van projecten die zich toespitsen op verenigingen van kansarmen en migranten in hun weg naar een reguliere erkenning en s u b s i d i ë r i n g, door het opstarten van een werkgroep die een profiel moet uitwerken voor personen tewerkgesteld in de kinderop-vang en door het in kaart brengen van be-staande kindbelevingsonderzoeken.

(3)

goed-gekeurd door de Vlaamse regering op 29 maart 2002.

2. Op 19 oktober 2001 keurde de Vlaamse rege-ring het ontwerpdecreet betreffende de armoe-debestrijding goed. Het ontwerpdecreet ver-woordt de principes die de krachtlijnen van het armoedebeleid zullen vormen. In het ontwerp-decreet krijgen een aantal initiatieven rond ar-m o e d e b e s t r i j d i n g, waaronder de opleiding tot ervaringsdeskundige, een decretale verankering. De opleiding tot ervaringsdeskundige stelt armen in staat om de nodige inzichten, h o u d i n-gen en vaardigheden te verwerven om tewerk-gesteld te worden in een job die een brugfunctie vervult tussen het beleid en de armen zelf. D e z e decretale verankering biedt een structurele basis voor de opleiding en de tewerkstelling van ervaringsdeskundigen in de bestrijding van ar-m o e d e. De eerste lichting ervaringsdeskundigen in de armoede studeert af in de loop van 2002. Inzake de uitbouw van de opvoedings en ge -z i n s o n d e r s t e u n i n g w e r d e n , naast de onder 1 aangehaalde maatregelen, de volgende concrete maatregelen genomen met betrekking tot de dienstverlening van Kind en Gezin en haar part-ners :

– oriëntering van de preventieve zorgcentra op nieuw inhoudelijk profiel ;

– beslissing en voorbereidende werkzaamhe-den rond twee nieuwe locaties voor een INLOOP-team ;

– verhoging van de capaciteit van de CKG's (centra voor kinderzorg en gezinsondersteu-ning) met 200 plaatsen.

Deze maatregelen staan vermeld in het V l a a m s Actieplan Armoedebestrijding 2002 zoals goed-gekeurd door de Vlaamse regering op 29 maart 2002.

3. Op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het jaar 2002, d i e bij decreet van 21 december 2001 werd goedge-k e u r d , staan op het programma 41.8 de volgen-de midvolgen-delen ingeschreven.

– Op de basisallocatie 12.01 : 206.000 euro, b e-stemd voor de financiering van het weten-schappelijk onderzoek in het kader van ar-m o e d e b e s t r i j d i n g, voor de organisatie van het vooruitgangscongres van 27 mei 2002 en

voor de organisatie van het toekomstverken-nend congres van 17 oktober 2002.

– Op de basisallocatie 33.10 : 893.000 euro, b e-stemd voor subsidies aan de armenverenigin-gen.

– Op de basisallocatie 33.11 : 340.000 euro be-stemd voor vorming en opleiding, b i j v o o r-beeld voor de opleiding van ervaringsdes-kundigen in de armoede of voor opleidingen tot schuldbemiddelaar.

– Op de basisallocatie 45.01 : 69.000 euro, t e gebruiken om het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten (Steunpunt ter Be s t r i j d i n g van de A r m o e d e, Bestaansonzekerheid en Sociale Uitsluiting) uit te voeren.

Dit totaalbedrag van anderhalf miljoen euro is maar een klein gedeelte van wat de Vlaamse regering in totaal aan armoedebe-strijding besteedt. Naast dit begrotingspro-gramma worden nog andere initiatieven ge-n o m e ge-n . Zo kage-n het programma 41.6 "Maat-schappelijk opbouwwerk" vermeld worden, vermits het hier gaat om een meer structu-reel gerichte aanpak van kansarmoedebe-strijding en participatiebevordering. Dit pro-gramma is begroot op 6.291.000 euro. M a a r ook in andere programma's, behorende tot de bevoegdheid van de respectieve ministers, worden aanzienlijke middelen ter beschik-king gesteld die rechtstreeks of onrecht-streeks de bestrijding van armoede ten goede komen. Daarnaast plukken armen ook de vruchten van maatregelen die gericht zijn op het bevorderen van het algemeen welzijn, bijvoorbeeld de uitbreiding van het vaccina-tieprogramma in verband met meningokok-kensepsis en hersenvliesontsteking.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van mevrouw Riet Van

De Vlaamse volksvertegenwoordiger wenst van mij te vernemen waarom ik mij bij het aanwijzen van de vertegenwoordigers niet heb gehouden aan het decreet dat stelt dat bij elke

Uit informatie mondeling meegedeeld door de administratie bevoegd voor het afvalstoffende- creet (Office Wallon des Déchets) kan worden opgemaakt dat voor hen de transporten

Voor het grootstedelijk beleid in Vlaanderen is de minister verantwoordelijk. Vele goedbedoelde, maar zo verschillende initiatieven van de federale overheid doorkruisen het

Hierbij werd een voorstel uitgewerkt volgens de methode vooropgesteld in het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op

Naarmate het openbaar vervoer echter meer toegankelijk en bereikbaar wordt, zal deze doelgroep zich verengen tot personen met een ern- stige handicap.. Er werden twee

In de gesloten instelling De Zande in Beernem werd de buffercapaciteit geregeld aangespro- k e n , maar deze kwam meestal na enkele dagen opnieuw beschikbaar door de doorstroming

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Strategisch plan gedetineerden – Proefregio's Tijdens de begrotingsbesprekingen stelde de minis- ter dat er, in het kader van het Vlaams