• No results found

Vraag nr. 72 van 7 maart 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 72 van 7 maart 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 72 van 7 maart 2002

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Vlaamse openbare instellingen – Stresspreventiebe-leid

De domeinen waarover het Comité voor Preventie en Bescherming (CPB) zijn advies moet geven, z i j n sinds 1996 gevoelig uitgebreid. Eén domein behan-delt de psychosociale belasting – stress – veroor-zaakt door het werk. CAO nr. 72 betreffende het beleid ter voorkoming van stress op het werk, w e r d algemeen bindend verklaard voor alle werknemers in de privé-sector.

Bestaat er voor de werknemers van de V l a a m s e openbare instellingen die onder de bevoegdheid van de minister ressorteren, een soortgelijke af-spraak om de stress veroorzaakt door het werk, collectief te voorkomen of te verhelpen ?

Wat zijn de grote lijnen ? Zo neen, waarom niet ?

Graag antwoord voor alle Vlaamse openbare in-stellingen afzonderlijk.

N.B. Deze vraag werd gesteld aan alle ministers (vraagnummers : Dewael nr. 2 4 , Stevaert nr. 2 2 4 , Vogels nr. 1 1 5 , Anciaux nr. 5 8 , Va n d e r-poorten nr. 7 6 , Landuyt nr. 5 2 , Dua nr. 1 5 1 , Van Mechelen nr. 8 9 , Van Grembergen nr. 7 2 , Gabriels nr. 69).

Gecoördineerd antwoord

Voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare instellingen bestaat geen gelijkaardige, a l g e m e e n geldende afspraak om stress veroorzaakt door het werk te voorkomen of te verhelpen, zoals dat in de private sector het geval is. De CAO nr. 72 be-treffende het beleid ter voorkoming van stress op het werk, waarnaar de parlementaire vraag ver-wijst, is niet van toepassing op overheidsdiensten. Niettemin is iedere werkgever verplicht om sinds de invoering van de wet van 4 augustus 1996 be-treffende het welzijn op het werk, een beleid terza-ke uit te stippelen. Dit gebeurt in principe op basis van een zogenaamd risicobeheersingssysteem. H e t systeem veronderstelt de opmaak van een globaal preventieplan voor de duur van vijf jaar, w a a r a a n uitvoering wordt gegeven via jaarlijkse

actieplan-n e actieplan-n . Teveactieplan-ns wordeactieplan-n hierbij middeleactieplan-n eactieplan-n veraactieplan-nt- verant-woordelijkheden vastgelegd.

De Vlaamse openbare instellingen zijn verplicht om in het kader van deze wet een welzijnsbeleid uit te werken waarin onder meer aandacht wordt besteed aan stresspreventie.

Er zijn evenwel geen Vlaamse openbare instellin-gen die onder mijn bevoegdheden ressorteren. Wat de Vlaamse openbare instellingen betreft die onder de bevoegdheid ressorteren van de andere Vlaamse ministers, kan ik de Vlaamse volksverte-genwoordiger het volgende meedelen.

V DAB (Vlaamse Dienst voor A r b e i d s b e m i d d e l i n g en Beroepsopleiding)

Na de publicatie van de uitvoeringsbesluiten (KB's van 27 maart 1998) op de wet "welzijn" van 4 au-gustus 1996, werd door de interne preventiedienst contact opgenomen met de externe preventiedienst waarbij de V DAB aangesloten is. Tevens werden een bijkomend aantal externe specialisten geraad-pleegd.

Einde 1999 gaf de directie de opdracht een proef-project op te starten in de regionale V DA B - d i e n-sten van Gent. Dit project zou worden onder-steund door het NOVA , Nationaal Onderzoeksin-stituut voor A r b e i d s o m s t a n d i g h e d e n , zodat de we-tenschappelijke basis zou worden gegarandeerd. Dit gebeurde begin 2000 binnen de V DAB Gent. Na de rapportering aan het Basisoverlegcomité (BOC) en de bespreking in verschillende overleg-o r g a n e n , werd in juni 2001 beslist overleg-om de resultaten van het onderzoek naar de werkbeleving binnen de V DAB Gent toe te lichten aan het personeel, e n dit aan de hand van informatiesessies. Tijdens deze informatiesessies zou tevens tijd uitgetrokken wor-den om prioriteiten vast te stellen en verbetervoor-stellen te formuleren.

(2)

In de rapportering over de resultaten van deze in-formatiesessies werden de resultaten uit de externe vergelijking meegegeven, aangevuld met een ver-slaggeving van de bespreking van deze resultaten in de verschillende informatiesessies. Ve r v o l g e n s kwamen per afdeling/functie de resultaten aan bod, komende zowel uit het statistisch rapport als uit de i n f o r m a t i e s e s s i e s. In een laatste hoofdstuk kwamen de meest voorkomende prioriteiten en suggesties aan bod. De resultaten waren slechts mogelijk door actieve medewerking van de personeelsleden die deelnamen aan deze sessies.

Dit rapport werd verder gebruikt als leidraad voor de verdere besprekingen binnen de V DA B G e n t . Dit rapport werd tevens geagendeerd op het Tu s-senoverlegcomité (TOC) van 19 januari 2002. He t rapport werd bezorgd aan het team dat de reorga-nisatie van de V DA B b e g e l e i d t . De dienst Commu-nicatie onderzoekt het rapport en vergelijkt de re-sultaten met de rere-sultaten van het eigen onderzoek en met de eigen geplande acties.

Na analyse en bespreking van de algemene resulta-ten van het rapport werd door het management-team van LKC Gent een concreet actieplan opge-s t e l d , met een lijopge-st van prioritaire aanpakpunten alopge-s eindresultaat (LKC : lokaal klantencentrum – r e d . ). Hierbij werd het principe van het tweespo-renbeleid gevolgd : welke acties/aanbevelingen die-nen te worden bezorgd aan de centrale diensten en welke acties dienen te worden opgenomen op lo-kaal niveau.

Het rapport en het voorstel tot actieplan van het managementteam van LKC Gent werden op 15 maart op de directeursvergadering samen met de centrale directie besproken. De directie zal de voorstellen van het LKC Gent verder onderzoeken en een eigen voorstel voorleggen aan het TOC. Toerisme Vlaanderen

Onder impuls van de preventieverantwoordelijke en gevolg gevende aan een voorstel van het Basis-o v e r l e g c Basis-o m i t é , werd Basis-op 18 februari 2002 dBasis-oBasis-or de arbeidsgeneesheer aan een werkgroep van het BOC uitgebreide informatie verschaft over stress en stresspreventie op het werk. De arbeidsgenees-heer situeerde het wettelijk kader, definieerde een aantal begrippen (zoals stress, d e p r e s s i e, b u r n - o u t , ...) en gaf een aantal tips en suggesties ter voorko-ming en genezing van stress (op individueel niveau, groepsniveau, organisatorisch niveau).

Naar aanleiding van voormelde informatieve ver-gadering werd door het BOC beslist om een

ge-zondheidsonderzoek te starten bij de instelling en inventarisatie te doen van stressoren bij To e r i s m e V l a a n d e r e n . Het onderzoek wordt gevoerd door een onafhankelijk bureau. Het wordt uitgevoerd door een arbeidspsycholoog en wordt begeleid door de arbeidsgeneesheer. Daartoe werd even-eens in de schoot van het BOC een werkgroep "stresspreventie" opgericht. Deze werkgroep is be-last met de voorbereiding en begeleiding van het o n d e r z o e k . De werkgroep staat onder leiding van de arbeidspsycholoog, die het onderzoek uitvoert. De werkgroep zal, nadat de resultaten van het on-derzoek bekend zijn, voorstellen en maatregelen formuleren ter voorkoming van stress.

Het gezondheidsonderzoek zal starten in de maand oktober 2002. De eerste globale resultaten van het onderzoek worden aan de werkgroep voorgesteld eind november 2002. In januari-februari 2003 zal een totaalbeeld van de bevraging worden opgele-verd.

VRT (Vlaamse Radio en Televisieomroep)

Sedert juni 2000 voert de V RT een actief stressbe-leid als uitloper van een in 1998 georganiseerde stress-enquête bij het personeel.

Medewerkers met klachten inzake stress kunnen terecht bij het hoofd Sociale Dienstverlening en de HR-verantwoordelijken van radio en televisie, evenals bij de sociale en medische dienst (HR : human resources – red.). Zij onderzoeken de klachten en zoeken naar een oplossing.

Daarnaast biedt de V RT al zijn personeelsleden de mogelijkheid om een cursus "omgaan met stress" te volgen. In het opleidingstraject voor het ma-nagement wordt aandacht besteed aan de manier van omgaan met verschillende typologieën van persoonlijkheden (hoe communiceren, hoe motive-ren, wat met stress, ...).

Verder worden de personeelsleden via interne communicatiekanalen (intranet, de personeels-nieuwsbrief "Open Kaart", het personeelsblad " Joost") op de hoogte gehouden van belangrijke o n t w i k k e l i n g e n , evoluties en veranderingen binnen de instelling. Slechte of onvolledige communicatie hierover blijkt immers vaak een bron van stress te zijn.

Bloso

(3)

(IDPB) en heeft een overeenkomst afgesloten met een externe dienst voor preventie en bescherming (EDPB – arbeidsgeneeskundige dienst).

Artikel 4 van het KB van 27 maart 1998 betreffen-de het beleid inzake het welzijn van betreffen-de werkne-mers bij de uitvoering van hun werk bepaalt dat de psychosociale belasting van de werknemers één van de opdrachten is van de IDPB, in samenwer-king met de EDPB. Het genoemde KB kan, b i j g e-v o l g, beschouwd worden als een collectief initiatief ten aanzien van de werknemers van alle V l a a m s e openbare instellingen.

Het Bloso gaat inzake de psychosociale belasting van zijn werknemers als volgt te werk : e v e n t u e l e klachten inzake stress worden door de Bloso-IDPB besproken met de arbeidsgeneesheer en, v o o r z o v e r gegrond en zinvol, stelt de EDPB een voorstel van onderzoek en/of remediëring voor. Tot op heden werd slechts één klacht genoteerd, waarvoor mo-menteel een onderzoek lopende is.

V I TO (Vlaamse Instelling voor Te ch n o l o g i s ch On -derzoek)

Wat het V I TO betreft, werd reeds begin 1997 de noodzaak aangevoeld om aandacht te besteden aan collectieve en individuele stresstoestanden op het werk.

In samenwerking tussen de personeelsdienst en het Comité PB (preventie en bescherming) werd een externe dienst aangezocht om de V I TO hierin te b e g e l e i d e n , met als voornaamste doel ontdekken of V I TO-personeelsleden aan overmatige stress-toestanden zouden worden blootgesteld. Z o d o e n d e werd aan de hand van internationaal gehanteerde vragenlijsten aan elk personeelslid een "stressin-ventaris" bezorgd – hierop werd door 78 %van de medewerkers geantwoord.

De conclusies uit dit onderzoek waren in grote lij-nen :

– de collectieve stressbeleving is niet verontrus-tend en is vergelijkbaar met andere bedrijven uit de referentiegroep (dienstensector) ;

– bij een beperkt aantal individuen blijkt een reëel stresssyndroom aanwezig te zijn ;

– bij een belangrijk aantal (tot 1/3de van de ant-woorden) wordt een verminderde betrokken-heid/motivatie vastgesteld (= "burn-out"), v o o r-al naar aanleiding van een verminderde luister-bereidheid van de hiërarchie.

Naar aanleiding van deze conclusies werden de volgende acties uitgevoerd :

– een gemakkelijke mogelijkheid tot professione-le begeprofessione-leiding van individueprofessione-le gevalprofessione-len via de medische dienst, en in alle discretie. H i e r v a n hebben een vijftal personen gebruikgemaakt ; – opleidingssessies voor de hiërarchie in verband

met "leidinggeven". Deze vraag heeft, na de re-organisatie van de V I TO in 1999/2000 met een aparte afdeling P&O (Personeel en Organisa-tie) op directieniveau en een cultuur- / w a a r d e n-o n d e r z n-o e k , begin 2000 geleid tn-ot een zeer inten-sieve begeleiding van alle leidinggevenden. Deze begeleiding is nog steeds gaande, m a a r zou in de loop van de maanden mei en juni 2002 voorlopig worden afgerond ;

– de veiligheidsverantwoordelijke blijft op de h o o g t e, middels cursussen, van recente kennis en ontwikkelingen op het domein van stresspre-ventie en -remediëring. Zo heeft hij eind 2001 nog een cursus terzake gevolgd, waarbij trou-wens alle leden van het Comité PB waren uitge-nodigd.

I W TVlaanderen (Vlaams Instituut voor de Bevor dering van het We t e n s chappelijk Te ch n o l o g i s ch On -derzoek in de Industrie)

Bij het IWT-Vlaanderen bestaat er nog geen alge-meen en gesystematiseerd voorkomingsbeleid. E r bestaan wel een aantal preventieve maatregelen om tegemoet te komen aan mogelijke stresssitu-aties :

– een verzekeringspolis die in geval van ziekte van een kind gratis een professionele opvang aan huis verzekert ;

– de invoering van een glijdende uurregeling sinds 5 februari 2001 ;

– de uitbreiding van het personeelsbestand ; – de omzetting van contractuele tijdelijke

tewerk-stelling in statutaire vaste betrekkingen ;

– de registratie en opvolging van de individuele werkbelasting ;

– de mogelijkheid om zonder veel formaliteiten spoedverlof te verkrijgen ;

(4)

Een algemeen voorkomingsbeleid zal worden op-gebouwd met behulp van externe expertise.

Vlaamse Opera

Sinds begin 2000 bestaat er een Comité Pe s t e r i j e n en Stress binnen de instelling. Dit comité is een subcomité van het Basisoverlegcomité van deze VOI, en is paritair samengesteld.

In januari 2000 werd onder het vast personeel een rondvraag georganiseerd met als doel de proble-men van de werknemers met betrekking tot hun werk en werkomstandigheden te identificeren. D i t werd gedaan aan de hand van een vragenlijst die werd opgesteld in samenwerking met de Ko n i n k l i j-ke Muntschouwburg en het Nationaal Onderzoeks-instituut voor Arbeidsomstandigheden.

De resultaten van deze rondvraag werden deels door NOVA en deels in eigen beheer verwerkt. Het onderzoeksverslag werd op de vergadering van het Basisoverlegcomité van 20 februari laatst-leden voorgesteld. De resultaten werden gedeelte-lijk verwerkt in het ontwerp van sectoraal akkoord dat voor het ogenblik ter goedkeuring wordt voor-gelegd aan de Vlaamse regering, en zij zullen een aandachtspunt zijn in het beleidsplan rond HR-ma-nagement dat nu wordt uitgewerkt.

Afspraken voor stressbestrijding zullen worden op-genomen in het nieuwe beleidsplan.

KANTL (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde)

Binnen de KANTL zijn er twee soorten personeel : – de eigen medewerkers van de KANTL. H i e r-voor bestaat geen afspraak inzake collectieve s t r e s s b e s t r i j d i n g, aangezien contractueel be-paald is dat zij volledig meegaan met wat geldt voor contractuele Vlaamse ambtenaren (er is namelijk een convenant met de personeels-dienst van We l z i j n , Volksgezondheid en Cultuur (WVC) op basis waarvan de salarisadministratie door hen gebeurt) ;

– de door het Ministerie van de Vlaamse Ge-meenschap (MVG) uitgeleende medewerkers ter ondersteuning van de KANTL. Deze heb-ben qua arbeidsovereenkomst niets met de KANTL te maken. Zij zijn ambtenaren zoals op het hoofdbestuur, en er staat niets over hun spe-cifieke situatie op papier, zodat niets erop wijst dat er voor hen een andere

arbeidsovereen-komst zou gelden dan voor de andere V l a a m s e ambtenaren.

De KANTL zelf heeft dus geen afspraken inzake collectieve stressbestrijding.

Vlaams Fonds voor de Letteren

Binnen deze instelling bestaan er geen afspraken betreffende het voorkomen van stress op het werk. De organisatie bestaat slechts uit vijf personen. VHM (Vlaamse Huisvestingsmaatschappij)

De basis om een degelijk stressbeleid te kunnen v o e r e n , is een algemene analyse van de werksitu-a t i e, een evwerksitu-aluwerksitu-atie vwerksitu-an deze werksitu-anwerksitu-alyse en het nemen van de passende maatregelen.

De werkgever moet verder voorlichting verstrek-ken aan de werknemers betreffende :

– de aard van de werkzaamheden ; – de daaraan verbonden risico's ;

– de maatregelen die erop gericht zijn risico's te voorkomen of te beperken.

Van de werknemers kan worden verwacht dat zij naar best vermogen meewerken aan een stress-voorkomingsbeleid.

Het BOC van de Vlaamse Huisvestingsmaatschap-pij adviseerde op 14 december 2000 een onderzoek te doen om na te gaan in welke mate het V H M -personeel stressgevoelig is.

(5)

Eerste resultaten van aanpak verwacht de V H M rond juni 2002.

Bij de Vlaamse openbare instellingen die ressorte-ren onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister van We l z i j n , Gezondheid en Gelijke kansen wordt de nodige aandacht besteed aan stress op het werk. Er worden verschillende initiatieven, zowel van collectieve als van individuele aard, genomen met betrekking tot het voorkomen van stress op het w e r k . Bovendien hebben de meeste VOI's een on-derzoek uitgevoerd rond stress. Dit leidde vaak tot het formuleren van acties in een actieplan.

Voor het Fonds voor Bijzondere Jeugdbijstand en het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsge-bonden Aangelegenheden (VIPA) gelden de maat-regelen van het Ministerie van de Vlaamse Ge-m e e n s c h a p. Dit personeel wordt iGe-mGe-mers via deta-chering ter beschikking gesteld van deze V l a a m s e openbare instellingen, aangezien zij geen eigen personeel hebben.

O P Z Geel (Openbaar Psych i a t r i s ch Ziekenhuis Geel)

Binnen het OPZ Geel bestaat geen plan voor col-lectieve aanpak van stress. Wel worden waar nodig op individuele basis maatregelen genomen (bv. v e r-andering van dienst, aanpassing takenpakket). OPZ Rekem

Bij het OPZ Rekem volgt de opdrachthouder Ve i-ligheid de domeinen waarover het Comité ter Pr e-ventie en Bescherming op het Werk (CPBW) advi-s e e r t . Op zijn aangeven werd voor de implementa-tie van de "wet welzijn" een stuurgroep opgericht. Er werd een voorbereidende risicoanalyse opge-steld op basis van checklists met 218 vragen. De re-sultaten werden voorgesteld in september 2000 en gepast in het jaaractieplan, waarna beslist werd om een project "stressonderzoek – burn-out" op te starten.

De externe arbeidsgeneeskundige dienst werd aan-gezocht om een stappenplan op te stellen. G e d i l o stelde een gedetailleerde vragenlijst op en er werd een informatiecampagne voor het personeel opge-z e t , gevolgd door de verspreiding van de enquête met 242 vragen.

Er werd een respons van 61,68 % gehaald. O P Z -Rekem wijkt op zes van de 27 gemeten domeinen negatief af ten opzichte van de referentiegroep ( NAC E -B E L85 : gezondheidssector en dienstverlening) en positief op vijf andere ( NAC E B E L : B e l g i s che versie van de Nomenclature Générale des A c

tivités Economiques dans les Communautés Eu ropéennes – Statistische Nomenclatuur van de Eco n o m i s che Activiteiten in de Europese Gemeen -s chappen – red.). De re-sultaten van het onderzoek werden in het CPBW besproken. Het is de bedoe-ling om de belangrijkste knelpunten aan te pakken, voorzover mogelijk. Hiermee zal worden gestart in het jaaractieplan 2002.

Kind en Gezin

Bij Kind en Gezin is in 1997 een uitgebreide bevra-ging bij alle personeelsleden gedaan naar stress. Het onderzoek resulteerde in een rapport op basis waarvan eind 1998 een actieplan werd opgemaakt. Dit onderzoek en actieplan werden overlegd in het Tussenoverlegcomité.

In dit actieplan werd zowel ingewerkt op de stres-soren in de subjectieve werkomgeving (vooral op de stressoren overbelasting, v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d , beslissingsmogelijkheden over het werk), als op de sociale ondersteuning (chef en collega's als bron van sociale steun) en de modererende factoren (vooral vrije tijd).

In het onderzoek "Participatieve risicoanalyse" dat in 2001 door de dienst voor preventie en bescher-ming op het werk werd uitgevoerd, werd geen rechtstreekse stressbevraging opgenomen, maar de vragen en antwoorden over arbeidsinhoud, a r-b e i d s o m s t a n d i g h e d e n , arr-beidsvoorwaarden en ar-beidsverhoudingen waren indicatief voor de stress-beleving en -perceptie.

Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Pe r s o n e n met een Handicap

(6)

Vanaf december 1999 worden de nodige oogtesten in het kader van het beeldschermwerk vergezeld van een vragenlijst waarin eveneens gepolst wordt naar eventuele werkstress. Ook hieruit blijkt geen latente stress aanwezig te zijn binnen het V l a a m s Fonds.

Op 9 oktober 2001 werd binnen het BOC V l a a m s -Brabant ( B a s i s overlegcomité – red.) op verzoek van de leden een voordracht omtrent "stress op het werk" gehouden door de arbeidsgeneesheer. Uit de voorafgaande acties blijkt dat stress binnen het Vlaams Fonds niet prioritair dient te worden b e h a n d e l d . Wel werd de personeelsleden aangera-den zich met hun eventuele problemen onmiddel-lijk te melden bij de externe arbeidsgeneesheer. Deze laatste zal dan de individuele gevallen door-verwijzen voor gespecialiseerde psychologische be-geleiding.

De leiding van het Vlaams Fonds heeft zich voor-genomen blijvend aandacht te besteden aan deze p r o b l e m a t i e k . Daarom werd in het jaaractieplan 2002 omtrent preventie en welzijn op het werk een actiepunt omtrent stress opgenomen. Tijdens de maanden maart en april wordt daarom aan het in-dividu speciale aandacht gevraagd bij de organisa-tie van zijn werk. Ook hebben de opdrachthouder HRM en de preventieadviseur zich de laatste jaren geregeld bijgeschoold in deze materie.

OVAM (Openbare A f v a l s t o f f e n m a a t s chappij voor het Vlaams Gewest)

Om de werkomstandigheden en de kwaliteit van de arbeid te verbeteren, diende de OVAM ingevol-ge de nieuwe wetingevol-geving terzake (KB van 21.06.1999) een beter zicht te krijgen op de stress-problematiek binnen het bedrijf en de moeilijkhe-den of problemen die zich daarbij voordoen. Gelet op het voorgaande heeft de directie van de OVAM in samenwerking met de preventieadviseur en de personeelsdienst ervoor gekozen om alle personeelsleden de kans te geven zich hierover uit te spreken door middel van een schriftelijke en-quête.

Om de nodige garanties te bieden in verband met de vertrouwelijke behandeling van de informatie, werd beslist om de bevraging en de verwerking van de gegevens uit te besteden aan Idewe (interbe-drijfsgeneeskundige dienst, externe dienst) onder leiding van de arbeidsgeneesheer van de OVA M . De vragenlijst diende met andere woorden terug-gestuurd te worden naar de arbeidsgeneesheer, e n dus niet naar de OVAM.

Op 4 september 2001 ontvingen alle personeelsle-den bij hen thuis voormelde vragenlijst. D e e l n a m e aan deze bevraging was vrijwillig. Hoe groter de deelname was, des te betrouwbaarder echter de be-sluiten die eruit getrokken kunnen worden. M e d e op basis van de antwoorden op deze bevraging zou dan een actieplan tot risicobeheersing uitgewerkt w o r d e n . Deze antwoorden zullen een basis zijn voor of een aanvulling van verdere analyse en een aanzet tot directe acties naargelang het probleem. De hele studie werd en wordt nog steeds begeleid door een ad hoc werkgroep waarin de directie, d e p r e v e n t i e a d v i s e u r, de personeelsdienst, leden van de respectieve vakbonden binnen de OVAM en de onderzoekers van Idewe zijn vertegenwoordigd. Het protocol van onderzoek was bij deze laatsten ter inzage.

In maart 2002 wordt de laatste hand gelegd aan het finaal rapport "Arbeidsomstandigheden, w e r k-stress en ziekteverzuim" bij de OVAM.

Voormelde bevraging was voor de OVAM geen vrijblijvende bevraging, maar een belangrijke eer-ste stap in het uitbouwen van het preventiebeleid zoals de OVAM het in de toekomst ziet.

Aan het personeel werd de boodschap meegege-ven dat niet alle klachten zullen worden opgelost. Wel werd beloofd dat op deze manier een inzicht zal worden verkregen in de aard en de omvang van p r o b l e m e n , om op die manier prioriteiten te stellen voor verdere acties. Deze concrete acties zullen ge-definieerd worden in samenspraak met de In t e r n e Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) en zullen steeds opgenomen wor-den in het jaaractieplan passend in een ruimer lan-getermijnpreventiebeleid.

VLM (Vlaamse Landmaatschappij)

De Vlaamse Landmaatschappij ontving geen richt-lijnen om stress veroorzaakt door het werk te voor-komen of te verhelpen.

Anderzijds is de "wet op het welzijn", die een aan-tal verplichtingen oplegt aan alle werkgevers, o o k op de VLM van toepassing en heeft de VLM het in het kader van een HRM-beleid nuttig geacht om zelf initiatieven op dat vlak te nemen.

(7)

Op basis van die resultaten werd een actieplan op-g e s t e l d , waarvan intussen de meeste actiepunten werden uitgevoerd.

Psychosociale belasting vormt binnen de VLM een permanent aandachtspunt, waarvoor op verschil-lende vlakken maatregelen genomen werden en worden.

In het Tu s s e n o v e r l e g c o m i t é , dat de bevoegdheden van het Comité voor Preventie en Be s c h e r m i n g u i t o e f e n t , wordt over deze onderzoeken, het actie-plan en de uitvoering ervan verslag uitgebracht en overleg gepleegd met de vakorganisaties.

VMM (Vlaamse Milieumaatschappij)

Bij de Vlaamse Milieumaatschappij werden en worden initiatieven en acties ondernomen die onder de noemer vallen van de principes ter pre-ventie en verhelping van stress opgenomen in CAO nr. 72.

Deze initiatieven en acties zijn terug te vinden in het preventiebeleid van de IDPBW en het HRM-beleid.

In het globaal preventieplan (2002-2006) en jaar-lijkse actieplan (2002) van de IDPBW zijn volgen-de initiatieven opgenomen :

– er werden vorig jaar risicoanalyses uitgevoerd per type functie. Bij die risicoanalyses ging ook aandacht naar psychosociale lasten zoals stress, omgang met interne en externe klanten, en zo m e e r. Deze risicoanalyses zullen permanent worden aangepast naargelang de wijzigende omstandigheden ;

– op basis van deze risicoanalyses zullen in 2002 richtlijnen opgesteld worden met betrekking tot "welzijn op het werk" ;

– De IDPBW zorgt voor de verspreiding van (maandelijkse) tips met betrekking tot onder meer ontspanning en sport, g e z o n d h e i d ,e r g o n o-mie en dergelijke meer ;

– de V Z W Limits werd aangewezen als extern vertrouwenspersoon inzake ongewenst gedrag op het werk, waaronder ook pesten. C o n c r e t e procedures inzake pesten worden uitgewerkt nadat de nieuwe wet inzake pesten, geweld en ander ongewenst gedrag op het werk werd goedgekeurd.

In het HRM-beleid wordt eveneens aandacht be-steed aan de factor stress :

– eerst en vooral wordt bij de selectietesten en het selectie-interview aandacht besteed aan de stressbestendigheid van de kandidaten wanneer dit vereist is voor de uitoefening van de job. D i t om te voorkomen dat stressgevoelige personen in stressgevoelige jobs terechtkomen ;

– bij de opleiding van de evaluatoren wordt na-druk gelegd op het belang van Smartgedefinieerde persoonlijke doelstellingen (Smart : s p e - cifiek-meetbaar-aanvaard-realistisch-tijdsbepa-ling – red.). De doelstelcifiek-meetbaar-aanvaard-realistisch-tijdsbepa-lingen moeten realis-tisch en haalbaar zijn binnen het vooropgestel-de tijdsperspectief.

Verder wordt bij de Vlaamse Milieumaatschappij vooral ook op individueel niveau aandacht besteed aan signalen die een uiting kunnen zijn van over-matige blootstelling aan stress. Deze signalen komen toe hetzij bij de IDPBW, hetzij bij de dienst voor HRM, die dan een gepaste oplossing zoekt, bijvoorbeeld aanpassing van de taakinhoud, w e r k-tijdregeling, uitrusting, enzovoort.

VMW (Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r v o o r z i e -ning)

Bij de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r v o o r z i e-ning neemt het Tussenoverlegcomité de taken waar die in de private sector wettelijk zijn toegewezen aan het comité voor preventie en bescherming. Hoewel de CAO nr. 72 niet van toepassing is op de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r v o o r z i e n i n g, b e-steedt de Maatschappij heel wat aandacht aan de voorkoming van stress op het werk.

In overleg met de representatieve vakorganisaties is in het Tussenoverlegcomité een beleid terzake u i t g e w e r k t , waarvan de eerste fase bestaat uit een enquête bij het personeel. Deze enquête is uitge-werkt in samenwerking met de gespecialiseerde diensten van Idewe (in samenwerking met A r i s t a ) , een externe dienst voor preventie en welzijn. D e z e enquête is thans in uitvoering.

Ik wil ten slotte afronden met een algemene bdenking over de aanpak van stress bij het Mi n i s t e-rie.

(8)

personeelstevre-denheid (het zogenaamde PRO of personeelsresul-t a personeelsresul-t e n o n d e r z o e k ) , waarin spersoneelsresul-tressgerelapersoneelsresul-teerde ele-menten aan bod komen, de mogelijkheid om lokale problematieken (zoals die bv. blijken uit risicoana-lyses) met vraaggestuurde ondersteuning (meestal externe consultants) aan te pakken, s t r e s s - e n q u ê-t e s, klachê-tenbehandelingssysê-temen voor Ploeg-klachten (gerelateerd aan vooral de evaluatie), OSGW (ongewenst sexueel gedrag op het werk), pesten op het werk, . . . (Ploeg : p l a n n e n , l e i d i n g geven en leiding krijgen, opvolgen en ondersteunen, evaluatie, gewaardeerd worden – red.).

De toenemende samenwerking tussen HRM-acto-ren van de VOI's en van het MVG kan er wellicht toe leiden dat een aantal initiatieven vanuit het mi-nisterie hun weg vinden naar de Vlaamse openbare i n s t e l l i n g e n . Zo zal aan de VOI's binnenkort de ge-legenheid worden gegeven aan te sluiten op het ex-terne meldpunt voor klachten inzake pesten op het w e r k . Ook wordt vooropgesteld dat de PRO - b e-vraging reeds in 2003 zou plaatsvinden in de VOI's.

Aanvullend gecoördineerd antwoord

ARGO (Autonome Raad voor het Gemeensch a p s -onderwijs)

De vroegere dienst VG V heeft een globaal preven-tieplan 1999-2003 opgemaakt voor de administra-tieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs ( VGV : Ve i l i g h e i d , G e zondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen – red.).

Het risico met betrekking tot de psychosociale be-lasting (onderzoek naar werkdruk en relaties) staat vermeld als actiepunt voor het jaar 2002. Gelet op de graduele operationalisering van de nieuwe pre-ventiestructuur (de Gemeenschappelijke Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk van het Gemeenschapsonderwijs) zal de uit-werking van het actiepunt psychosociale belasting worden aangevat in samenwerking met de externe arbeidsgeneeskundige dienst. Deze dienst zal een gericht onderzoek uitvoeren in samenwerking met de preventieadviseur bij de administratieve dien-sten van het gemeenschapsonderwijs.

VLOR (Vlaamse Onderwijsraad)

Er bestaat voor de werknemers van de V l a a m s e Onderwijsraad geen afspraak om de stress veroor-zaakt door het werk collectief te voorkomen of te verhelpen.

Vlaamse Openbare Instelling Universitair Zieken -huis Gent (UZ Gent)

Bij de Vlaamse Openbare Instelling Universitair Ziekenhuis Gent is sinds mei 2001 een psycholoog aangeworven met als taak onder andere het opstel-len van een stresspreventiebeleid voor het perso-neel van het UZ in het kader van de welzijnswet van augustus 1996 en in nauwe samenwerking met de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Hierbij werd een voorstel uitgewerkt volgens de methode vooropgesteld in het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (luik psychosociale belasting veroorzaakt door het werk) : uitvoeren van een risicoanalyse, o p s t e l l e n van preventiemaatregelen, opstellen van een vijfja-rig globaal preventieplan en een jaarlijks actieplan. Door zwangerschaps- en ouderschapsverlof van voornoemde psycholoog is de verdere uitwerking echter met een aantal maanden uitgesteld.

DIGO (Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs)

Vorig jaar werd bij de DIGO het tevredenheidspeil via een enquête onderzocht. Er heeft reeds een te-rugkoppeling plaatsgehad naar het personeel. Te-vens is er duidelijk een engagement van het ma-nagement.

De DIGO beschikt over een globaal preventieplan. In dit plan is de psychosociale belasting een van de zeven wettelijke domeinen waarvoor de risico's dienen te worden beoordeeld. Zo nodig dienen maatregelen genomen te worden. De leidinggeven-den kunnen voor de risicobeoordelingen een be-roep doen op de preventieadviseur van de In t e r n e Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk.

De Lijn

In het kader van de wetgeving op de bescherming van de werknemer en het welzijn op het werk is De Lijn er zich van bewust dat de aandacht onvermin-derd moet worden gericht op de stressbestrijding, in het belang van de chauffeur en van de klanten en met het oog op een kwaliteitsvol openbaar ver-voer.

(9)

de invloed van de werkomstandigheden op het welzijn na.

Het is duidelijk dat voor de chauffeurs de ver-keersdrukte de belangrijkste oorzaak van stress is. Hiervoor zijn evenwel geen pasklare oplossingen v o o r h a n d e n . De verkeersdrukte is een heel varia-bel gegeven, zowel in tijd als in ruimte. Het aanpas-sen van de rituren biedt dikwijls geen oplossing, gelet op de wisselvalligheid van verkeersstromen en -problemen. De beste manier om de stress bij de chauffeurs te bestrijden, is met aanwending van alle mogelijke middelen trachten de verkeersdoor-stroming van het openbaar vervoer te verbeteren. Ondertussen concentreert De Lijn zich op de pro-blematiek rond de beheersing van stress. De reeds ondernomen acties hebben substantieel een posi-tieve bijdrage geleverd. Concrete acties passen in een vijfjarenplan en in verschillende jaaractieplan-nen.

1. Vijfjarenplan

Het vijfjarenplan 1999-2003 voor integrale vei-ligheidszorg (opgesteld in het kader van de wet van 4.8.1996) voorziet in het waarborgen van veiligheid voor klanten en personeel als essen-tieel onderdeel van het kwaliteitsstreven van De Lijn.

Ten aanzien van de vermindering van gevaren en risico's werd rekening gehouden met de pro-blemen rond agressie en stress.

2. Jaaractieplannen

– Opleiding klantenzorg (1997) : b e h a n d e l i n g van courante situaties die zich op een voer-tuig kunnen voordoen tussen de chauffeur en de reizigers (met inbegrip van "lastige" reizigers en stresserende situaties).

– Opleiding anticiperend rijden (1998-1999) met bespreking van risicofactoren, w a a r o n-der stress.

– Opleiding posttraumatische stress (1999) voor controleurs en maatschappelijk assis-tenten.

– Opleiding slachtofferopvang (sinds 1999) voor maatschappelijk assistenten, s t e l p l a a t s-oversten en controleurs.

– Opleiding conflict- en stressbeheersing (2000-2001) voor controleurs en chauffeurs. – Opleiding coaching chauffeurs (2002) voor

controleurs.

– Opleiding rijvaardigheid en klantenzorg (2002-2004).

– Voor de weddetrekkende personeelsleden bestaat de mogelijkheid op vrijwillige basis deel te nemen aan een opleiding individueel stressmanagement.

(10)

gespe-cialiseerde opvang biedt in crisis- en posttrau-matische stresssituaties, met een netwerk van therapeuten die dag en nacht beschikbaar zijn. N V Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen

Voor de NV Zeekanaal en Watergebonden Grond-beheer Vlaanderen kan worden gemeld dat met betrekking tot de stress veroorzaakt door het werk momenteel stressklachten steeds individueel kun-nen worden besproken met de arbeidsgeneesheer. De preventieadviseur en het CPBW hebben vorig jaar de krijtlijnen van een stressbeleid uitgetekend. In eerste instantie werd beslist een stressonderzoek te laten plaatsvinden dat kan worden gehanteerd als 0-meting. Op basis van deze resultaten zal het C P B W, in overleg met de directie en de arbeidsge-n e e s h e e r, passearbeidsge-nde acties oarbeidsge-nderarbeidsge-nemearbeidsge-n arbeidsge-naar zowel functiegroepen als individuele personeelsleden. Op geregelde tijdstippen zullen er nieuwe metin-gen plaatsvinden en zullen er bijsturinmetin-gen gebeu-ren.

Dienst voor de Scheepvaart

Bij de Dienst voor de Scheepvaart wordt een zeer actief preventiebeleid gevoerd. In het kader van dit preventiebeleid werd een diepgravende risicoana-lyse opgezet.

Het preventiebeleid zal zich in de nabije toekomst vooral richten op de resultaten van deze risicoana-lyse.

Indien uit de risicoanalyse blijkt dat op bepaalde werkposten of voor bepaalde functies de kans op stress te groot is, zal de Dienst de nodige maatrege-len nemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bestaat er voor de werknemers van de V l a a m s e openbare instellingen die onder de bevoegdheid van de minister ressorteren een soortgelijke af- spraak om de

van mevrouw Riet Van

De Vlaamse volksvertegenwoordiger wenst van mij te vernemen waarom ik mij bij het aanwijzen van de vertegenwoordigers niet heb gehouden aan het decreet dat stelt dat bij elke

Uit informatie mondeling meegedeeld door de administratie bevoegd voor het afvalstoffende- creet (Office Wallon des Déchets) kan worden opgemaakt dat voor hen de transporten

Aan de Universiteit Antwerpen (UA) zijn er nu 22 geneesheren-specialisten in opleiding in de kinder- en jeugdpsychiatrie en aan de Ka- tholieke Universiteit Leuven (KU Leuven) 29. Er

Voor het grootstedelijk beleid in Vlaanderen is de minister verantwoordelijk. Vele goedbedoelde, maar zo verschillende initiatieven van de federale overheid doorkruisen het

Naarmate het openbaar vervoer echter meer toegankelijk en bereikbaar wordt, zal deze doelgroep zich verengen tot personen met een ern- stige handicap.. Er werden twee

Op het vak Opglabbeek tot de grens van Meeu- wen-Gruitrode wordt eerst de verbinding gepland tussen de Speeltuinstraat in Opglabbeek en de Campstraat in Meeuwen-Gruitrode, waar