Vraag nr. 49
van 22 oktober 2004 van de heer JAN PENRIS
Baggerslib Westerschelde – Stortplaats
Federaal minister voor de Noordzee Johan Vande Lanotte maakte zopas bekend dat hij de Trapegeer Stroombank en de Vlakte van de Raan wil erken-nen als marien beschermd gebied.
Ten gevolge daarvan zal het baggerslib uit de Westerschelde niet meer in dat gebied gestort kun-nen worden en wordt er voorgesteld de specie in de Westerschelde zelf te dumpen.
1. In hoeverre is een en ander technisch mogelijk zonder de plannen voor een verdieping van de vaargeul in het gedrang te brengen ?
2. Heeft de federale minister terzake vooraf-gaandelijk overleg gepleegd met de Vlaamse Regering ?
Zo niet, welke stappen onderneemt de Vlaamse Regering dan nog ?
Antwoord
Op de Vlakte van de Raan, op Belgisch grondge-bied, bevinden zich twee baggerstorten, de S3 en de R4 genaamd. Deze storten werden jaren gele-den gebruikt voor het storten van baggerspecie afkomstig van de onderhoudsbaggerwerken in de geulen van de Belgische Noordzee en de toegang tot de haven van Zeebrugge. Sinds 1991 werden deze storten slechts tweemaal gebruikt in 2000 naar aanleiding van de verdiepingsbaggerwerken in de Wielingen, op Nederlands grondgebied, voor het storten van niet-zandachtige specie. Het betrof hier enkel 310.000 TDS (ton droge stof) en 51.000 TDS.
Deze storten vormen ook niet meer het onderwerp van een vergunningsbesluit. Tot 2006 mogen ze nu nog gebruikt worden in geval van uitzonderlijke noodzaak.
1. Voor de uitvoering van een verdieping van de vaargeul wordt geen rekening gehouden met deze oude stortplaatsen. Zij zijn bovendien te ondiep. In elk geval wordt er geen rekening
mee gehouden dat specie afkomstig van ver-diepingsbaggerwerken op Nederlands grondge-bied in België zou gestort worden.
De technische uitvoering van de verdiepings-plannen in de Westerschelde komt dus niet in het gedrang.