HUISARTENSPRAKTIJK DEN BOMMEL
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING
1.1 Aanleiding 3
1.2 Plangebied 3
1.3 Geldend bestemmingsplan 5
1.4 Doel 5
1.5 Leeswijzer 5
2 HET PROJECT
2.1 Beschrijving project 7
2.2 Inrichting openbare ruimte 9
3 BELEIDSKADERS
3.1 Rijksbeleid 11
3.2 Provinciaal beleid 11
3.3 Gemeentelijk beleid 13
4 KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING
4.1 Inleiding 15
4.2 Archeologie en cultuurhistorie 15
4.3 Bedrijven en milieuzonering 16
4.4 Bodem 16
4.5 Externe veiligheid 17
4.6 Geluid 17
4.7 Kabels en leidingen 18
4.8 Luchtkwaliteit 18
4.9 Natuur 19
4.10 Verkeer en parkeren 20
4.11 Water 21
4.12 Conclusie 21
5 UITVOERBAARHEID
5.1 Financiële uitvoerbaarheid 22
5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 22
1 INLEIDING
1.1 Aanleiding
Aan de Schaapsweg 26 te Den Bommel is sinds 2011 een huisartsenpraktijk van twee huisartsen, Mevrouw van der Gaag en mevrouw Trimp gevestigd. De huisartsenpraktijk is in de loop der jaren zodanig gegroeid dat, in combinatie met een apothekersfunctie, de huidige locatie als te klein wordt ervaren. In overleg met de gemeente is er gezocht naar een geschikte locatie voor een nieuw te bouwen praktijk. Het oog is hierbij gevallen op een stuk grond ten zuiden van verenigingsgebouw ‘Bommelstee’ aan de Mauritshof te Den Bommel.
De geplande huisartsenpraktijk is in strijd met de van toepassing zijnde gebruiks- en bouwregels van het bestemmingsplan ‘Den Bommel Dorp’. In artikel 2.1 eerde lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is de mogelijkheid opgenomen tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. In artikel 2.12, eerste lid , onderdeel a 3° is bepaald dat een dergelijke omgevingsvergunning kan worden verleend, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en vergezeld gaat van een goede ruimtelijke onderbouwing. In een ruimtelijke onderbouwing wordt de ruimtelijke inpassing en het effect op de kwaliteit van de leefomgeving en het milieu beoordeeld.
De gemeente heeft aangegeven dat de beoogde huisartsenpraktijk kan worden gerealiseerd door middel van een dergelijke omgevingsvergunning. Voorliggend document betreft de ruimtelijke onderbouwing.
1.2 Plangebied
De beoogde locatie van de huisartsenpraktijk is gelegen aan de zuidzijde van verenigingsgebouw ‘Bommelstee’, ter hoogte van de kruising Schaapsweg en Mauritshof. Het plangebied ( ter grootte van ongeveer 350m²) maakt nu onderdeel uit van een groenstrook rondom de Bommelstee en is in eigendom van de gemeente.
Nadat de grond bouwrijp is gemaakt zal er een grondoverdracht plaatsvinden, zodat de grond ter hoogte van de praktijk in bezit komt van de initiatiefnemer.
Figuur 1) Uitsnede luchtfoto Den Bommel met indicatie plangebied (Bron: Globespotter)
Figuur 2) Uitsnede vogelvlucht Den Bommel met indicatie plangebied (Bron: Globespotter)
1.3 Geldend bestemmingsplan Vigerend bestemmingsplan
De gewenste locatie van de huisartsenpraktijk heeft deels de bestemming
‘Maatschappelijke doeleinden’. Dit is vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan
‘Den Bommel Dorp’ (2008). Deze gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, waaronder een school, een kerk, en een buurthuis. Een huisartsenpraktijk valt ook onder deze bestemming. De beoogde huisartsenpraktijk betreft een hoofdgebouw welke enkel binnen een bouwvlak gebouwd mak worden.
Ter hoogte van de locatie ligt geen bouwvlak in de maatschappelijke bestemming en is het dus niet mogelijk om daar te bouwen. Binnen de bestemming
‘Verkeersdoeleinden’ is de realisatie van het gebouw tevens niet mogelijk. De gronden zijn enkel bedoeld voor rijwegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, overige verharding, water en groen.
Bestemmingsplanherziening van drie kernen
De gemeente is momenteel bezig met een bestemmingsplanherziening van drie kernen op het eiland ‘Drie kernen, Den Bommel, Herkingen en Stad aan het Haringvliet’. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft in het voorjaar van 2017 ter inzage gelegen. In het voorontwerp is de potentiele ontwikkeling van de huisartsenpraktijk al meegenomen. Het ontwerpbestemmingsplan zal in voorjaar 2018 opnieuw ter inzage worden gelegd. In de herziening zijn een aantal ontwikkelingen opgenomen die vertraging hebben gegeven aan de totaal procedure.
De verwachting is dat de bestemmingsplanherziening op een later moment wordt vastgesteld dan deze uitgebreide omgevingsvergunningsprocedure. Vandaar dat het bestemmingsplan zodanig wordt afgestemd dat de ontwikkeling ook in het uiteindelijk onherroepelijke bestemmingsplan van de drie kernen past.
1.4 Doel
Het doel van deze ruimtelijke onderbouwing is de beoogde verplaatsing en uitbreiding van de huisartsenpraktijk te realiseren. Deze ruimtelijke onderbouwing wordt als bijlage bij de omgevingsvergunning bijgevoegd. Dit document toetst de ontwikkeling aan het geldende beleid en de geldende regelgeving en beschrijft het effect op de kwaliteit van de leefomgeving.
1.5 Leeswijzer
Deze ruimtelijke onderbouwing bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt het initiatief nader toegelicht. Hoofdstuk 3 beschrijft het geldende beleidskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de verschillende milieuaspecten beoordeeld. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Figuur 3) Uitsnede vigerende bestemmingsplan ‘Den Bommel Dorp’ (2008) met gewenste locatie huisartsenpraktijk (Bron: www.goeree-overflakkee.nl)
Figuur 4) Uitsnede voorontwerpbestemmingsplan met gewenste locatie huisartsenpraktijk (Bron:
www.ruimtelijkeplannen.nl)
2 HET PROJECT
2.1 Beschrijving project Locatiekeuze
De huisartsenpraktijk heeft een maatschappelijke en verzorgende functie binnen de dorpskern Den Bommel en zijn landelijke omgeving. Een centrale ligging in het dorp met een goede ontsluiting is dan ook wenselijk. Hierbij moet worden gedacht aan een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer, met de auto/fiets en natuurlijk moet de locatie ook ter voet goed te bereiken zijn. De locatie aan de Schaapsweg/Mauritshof kent al maatschappelijke functies zoals twee basisscholen, een verenigingsgebouw en een kinderopvang. Hierbij ligt de bijpassende infrastructuur. Een huisartsenpraktijk zou een passend onderdeel kunnen zijn van deze locatie en zo gebruik kunnen maken van de bestaande faciliteiten. Gezien de complexiteit met de verschillende stakeholders is gekozen om een apart gebouw te realiseren los van de ‘Bommelstee’. Hierbij wordt tevens voorkomen dat bij eventuele herontwikkeling van de locatie de huisartsenpraktijk niet zelfstandig zou kunnen blijven functioneren. Dit gebouw kan dan ook worden gezien als een zelfstandige functie.
Het gebouw
Vanwege brandveiligheid en praktische overwegingen is gekozen om de huisartsenpraktijk op een meter afstand van de ‘Bommelstee’ te realiseren. De huisartsenpraktijk blijft echter wel een ruimtelijke relatie hebben met het naastgelegen gebouw. Het huidige aanzicht van de zuidelijke achtergevel van de
‘Bommelstee wordt momenteel gecamoufleerd door bosschages, maar heeft een blinde gevel. Door de huisartsenpraktijk hiervoor te plaatsen krijgt het gebouw ook aan deze zijde ‘een gezicht’. De beoogde huisartsenpraktijk heeft een afmeting van 15,3 meter x 20 meter en zal bestaan uit één bouwlaag met een hoogte van 3,5 meter.
De Bommelstee heeft een hoogte van 7,3 meter en 3,9 meter en zal hierdoor nog te zien zijn. Het beoogde gebouw zal met een ingetogen voorgevel, zijgevels en materiaalkeuze aansluiten bij de sfeer van de Bommelstee.
Het gebouw zal ruimte bieden voor de praktijk van twee huisartsen met een aparte apothekersruimte (zie figuur 7).
Figuur 5) Zuidelijke achtergevel verenigingsgebouw ‘Bommelstee’ met indicatie te bouwen huisartsenpraktijk
Figuur 6) Indicatieve aanzichten te realiseren huisartsenpraktijk, de definitieve tekeningen naar aanleiding van overleg met externe partijen wordt apart bijgevoegd.
2.2 Inrichting openbare ruimte
De huisartsenpraktijk zal zo worden gepositioneerd dat er zo min mogelijk aan de openbare ruimte moet worden aangepast. Hierbij is het van belang dat er een voetpad wordt aangelegd vanaf de bestaande route langs de Schaapsweg en dat er ruimte gecreëerd wordt voor een ambulance en invalideparkeerplaats om dichtbij de ingang van de praktijk te kunnen parkeren. Vanuit deze gedachte is er een nieuwe inrichting voor de openbare ruimte gemaakt. Aan de westzijde van de nieuw te bouwen huisartsenpraktijk zal een privé toegang worden gerealiseerd.
Voor een huisartsenpraktijk zijn er in theorie 4 tot 5 beschikbare parkeerplaatsen nodig. Gezien de beschikbare parkeerplaatsen in het openbaar gebied zullen deze niet extra worden aangelegd. De bestaande 17 parkeerplaatsen aan de noordzijde van Mauritshof, welke behoren tot het verenigingsgebouw ‘Bommelstee’ zullen worden gehandhaafd. Op het moment dat de huisartsenpraktijk open is wordt er in principe geen gebruik gemaakt van de parkeerplaatsen van de ‘Bommelstee’, omdat er dan geen activiteiten plaatsvinden. De bezoekers van de huisartsenpraktijk kunnen dan gebruik maken van deze parkeerplaatsen. Doordat beide functies op een ander moment gebruik maken van de openbare ruimte neemt de parkeerdruk niet toe.
Hierdoor blijft er sprake van een positieve parkeerbalans. Door slim ruimte gebruik voorkomen we een extra toename aan verharding in het openbaar gebied.
Figuur 7) Indicatieve indeling te realiseren huisartsenpraktijk, de definitieve tekeningen naar aanleiding van overleg met externe partijen wordt apart bijgevoegd.
Figuur 8) Conceptinrichting positie huisartsenpraktijk en inrichting openbare ruimte huisartsenpraktijk Den Bommel
3 BELEIDSKADER
3.1 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastuur & Ruimte vastgesteld (SVIR). Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Hiernaast wordt gestreefd middels een krachtige aanpak die gaat voor een excellent internationaal vestigingsklimaat, ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruik voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt.
In de SVIR zijn geen regels opgenomen die specifiek op deze situatie van toepassing zijn. Het project is lokaal en kleinschalig. Het rijksbeleid verzet zich niet tegen de ontwikkeling.
3.2 Provinciaal beleid Visie Ruimte en Mobiliteit
In de Visie Ruimte en Mobiliteit beschrijft de provincie Zuid-Holland haar doelstellingen en provinciale belangen. De kern van de Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. De visie kent vier rode draden. Deze rode draden geven richting aan de gewenste ontwikkeling en het handelen van de provincie:
- Beter benutten en opwaarderen van wat er is;
- Vergroten van de agglomeratiekracht;
- Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit;
- Bevorderen van een water- en energie-efficiënte samenleving.
De ontwikkeling ligt binnen bestaand stads- en dorpsgebied (zie figuur 9) en past bij de aard en schaal van het gebied. Er is gezien de omvang van minder dan 500m² dan ook geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling.
Verder voorziet de ontwikkeling in de maatschappelijke behoefte naar sociale voorzieningen. Het draagvlak staat onder druk in de kleine kernen. Vandaar dat het goed is om het bestaande aanbod te faciliteren om de leefbaarheid van Den Bommel in de vorm van sociale voorzieningen te kunnen garanderen. De kleinschalige ontwikkeling past hierbij in het provinciaal beleid.
Figuur 9) Bestaand stads- en dorpsgebied (Bron: ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl/VRM)
3.3 Gemeentelijk beleid Eilandvisie Goeree-Overflakkee
Op 12 februari 2015 heeft de gemeenteraad van Goeree-Overflakkee de toekomstvisie voor de gemeente vastgesteld. Centraal in visie staan behoud en versterking van de leefbaarheid van de identiteit, de eilanditeit. De visie schetst Goeree-Overflakkee als eiland van rust en ruimte waar mensen naar volle tevredenheid wonen, werken en recreëren. Vanuit de visies zijn zes strategische kernthema’s geformuleerd als de leidraad voor de toekomst. Deze thema’s hebben elk een toetsvraag. Deze kernthema’s fungeren als zeef voor alle beleidsplannen, en beleidsvoornemens en initiatieven, zodat toekomstige plannen altijd binnen de Eilandvisie vallen.
1. De eilanditeit, het behoud van de unieke identiteit van het eiland.
Toetsvraag: Past het voorstel of plan bij onze identiteit?
Ja, het plan past bij de identiteit van het eiland. Het is een kleinschalige ontwikkeling
die een bijdrage levert aan de leefbaarheid van de dorpskern.
2. De maatschappelijke balans, de versterking van de sociaaleconomische vitaliteit en het behoud van een voldoende zorg- en voorzieningenniveau.
Toetsvraag: Draagt het voorstel of plan bij aan de sociale structuur op ons eiland?
Ja, de nieuw te bouwen huisartsenpraktijk levert een directe bijdrage aan het behoud van de huidige zorg- en voorzieningenniveau in Den Bommel en zijn omgeving.
3. De kwaliteit, van leven en groei.
Toetsvraag: Heeft het voorstel of plan het hoogst haalbare en betaalbare kwaliteitsniveau?
De beoogde ontwikkeling past in de schaal en maat van de omgeving. Hierdoor wordt het plan in de hoogst haalbare kwaliteitsniveau gerealiseerd.
4. Duurzaamheid. Goeree-Overflakkee kan en wil het meest duurzame eiland worden.
Toetsvraag: is het plan of voorstel duurzaam en levert het daarmee bijdrage aan de ambities van Energy Island?
Het plan zal voldoen aan de huidige normen conform het Bouwbesluit en daarmee voldoen aan de richtlijnen van een duurzaam bouwplan.
5. Innovatie, de vestigingswaarde voor bedrijven en onderwijs en dus als bron voor de werkgelegenheid.
Toetsvraag: Is het plan of voorstel zo innovatief dat we het kunnen uitdragen en het uiteindelijk ook banen oplevert?
Het plan faciliteert een huisartsenpraktijk met apotheekruimte voor twee huisartsen. Hiermee draagt het indirect en direct bij aan de vestigingswaarde van de zorgverlening in het dorp.
6. Verbindingen. De versterking daarvan op het eiland en met de metropolen
Het realiseren van de huisartsenpraktijk is een kleine ontwikkeling die geen afbreuk doet aan de kernthema’s uit de Eilandvisie, maar past in de gedachte van het gemeentelijk beleid.
4 KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING
4.1 Inleiding
Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien deze beleidsvelden dan ook naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Dij de besluitvorming wordt dan ook onderzocht welke milieuaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. Het is van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
4.2 Archeologie en cultuurhistorie
Kader Verdrag van Malta
Erfgoedwet
Kwaliteits-/beoordelings- Voldoen aan het voor de ontwikkeling geldende
criteria archeologiebeleid
Ter plaatste van het plangebied geldt geen archeologische dubbelbestemming.
Verder staat het plangebied niet aangemerkt op de beleidskaart als een waardevol gebied. Verder archeologisch onderzoek is dan ook niet nodig.
4.3 Bedrijven en milieuzonering
Kader Wet Milieubeheer
VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’
Kwaliteits-/beoordelings- Voldoen aan wettelijke milieueisen (onderzoek en
criteria maatregelen) indien er sprake is van milieuhinderlijke en/of milieugevoelige functie. Het in acht nemen van de richtafstanden tussen woningen en bedrijven.
Een goede ruimtelijke ordening voorzit in het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Sommige activiteiten die planologisch mogelijk worden gemaakt veroorzaken milieubelasting voor de omgeving. Andere gevoelige functies moeten juist beschermd worden tegen milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. Het doel van milieuzonering is om te komen tot een optimale kwaliteit van de leefomgeving.
Een huisartsenpraktijk met apothekersfunctie vallen onder milieucategorie 1 vanwege de verkeeraantrekkende werking en zijn mogelijke opslag van goederen. Dit betekent dat we de richtafstanden van de verschillende milieucategorieën moeten aanhouden, conform de richtlijnen van de VNG, om te zorgen dat een goed woon- en leefklimaat voor de omgeving gewaarborgd blijft.
De huisartsenpraktijk heeft een richtafstand van 10 meter voor geluid. Verder kent de apothekersfunctie een richtafstand van 10 meter voor de opslag van mogelijk gevaarlijke goederen. De dichtstbijzijnde woning ( gevoelige functie) ligt op een afstand van 20 meter. Verder zijn de activiteiten van de betreffende functies zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving, dat deze geen verdere invloed hebben.
Met de realisatie van de huisartsenpraktijk worden dus geen nieuwe milieu belastende activiteiten mogelijk gemaakt, die nadelig zijn voor een goed woon- en leefklimaat.
4.4 Bodem
Kader Wet bodembescherming
Besluit bodemkwaliteit
Kwaliteits-/beoordelings- De milieuhygenische bodemkwaliteit moet duurzaam criteria geschikt zijn voor het toekomstige bodemgebruik
(‘functie’) en de bodemkwaliteit mag niet verslechteren als gevolg van de voorgenomen activiteit.
Om het risico uit te sluiten, dat mensen gezondheidsproblemen krijgen als gevolg van een langdurig verblijf op verontreinigende grond, kan de gemeente in het kader van een aanvraag voor een omgevingsvergunning eisen dat er onderzoek wordt uitgevoerd naar de kwaliteit van de bodem.
Er is in het kader van de realisatie van de huisartsenpraktijk een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd in het plangebied. Hieruit is gebleken dat er geen sprake is van verontreiniging in de bodem van het plangebied. Het aspect bodem vormt dan ook geen belemmering voor het voorgenomen plan.
4.5 Externe veiligheid
Kader Besluit externe veiligheid inrichtingen, buisleidingen en transport vervoer gevaarlijke stoffen
Basisnet Weg, Spoor en Water
Kwaliteits-/beoordelings- Waarborgen van de veiligheid van nieuwe (beperkt)
criteria kwetsbare objecten.
Voldoen aan de veiligheidsnormen indien sprake is van risicovolle functies en / of activiteiten
De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico’s van activiteiten met gevaarlijke stoffen (zoals het gebruik, de opslag, de productie als het transport). Het beleid is erop gericht te voorkomen dat er dichtbij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden.
Het plangebied is niet gelegen binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen.
Er is geen route voor gevaarlijke stoffen aangewezen nabij het plangebied. De bestaande nutsvoorzieningen, zoals de gasleiding, zullen worden omgelegd tijdens de uitvoering van het project. In het kader van de apothekersfunctie dienen we wel een richtafstand van 10 meter in acht te nemen. Zoals eerder genoemd staat de eerste gevoelige functie op een afstand van 20 meter. Het aspect externe veiligheid vormt daarom geen belemmering voor de realisatie van de huisartsenpraktijk.
4.6 Geluid
Kader Wet geluidhinder
Kwaliteits-/beoordelings- Voldoen aan wettelijke grenswaarden en het beleid criteria indien sprake is van nieuwe geluid producerende en/of
geluidgevoelige functies.
Geluid kan hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kunnen hoge geluidsniveau het gehoor beschadigen. Maar ook verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidsniveaus zijn en wat niet (de geluidsnormen). De ruimtelijke
Een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd als een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt.
Een huisartsenpraktijk is geen geluidgevoelig object, volgens de definitie van de Wet geluidhinder. Er verblijven namelijk geen mensen op lange termijn. Hierdoor is het uitvoeren van een akoestisch onderzoek niet nodig.
De huisartsenpraktijk heeft een verkeer aantrekkende werking. Daarom dienen we rekening te houden met een richtafstand van 10 meter tot een gevoelig object. Zoals eerder genoemd staat de eerste gevoelige functie op een afstand van 20 meter en wordt deze richtafstand meer dan gehaald. Conform de normen zullen er in de openingstijden van de huisartsenpraktijk (doordeweeks) gemiddeld 5 verkeersbewegingen per uur worden geproduceerd. Hierbij rekening houdend dat de huisartsenpraktijk een lokale verzorgingsfunctie heeft, is de verwachting dat deze verkeersbewegingen met een auto in de praktijk minder zullen zijn.
4.7 Kabels en leidingen
Kader Structuurvisie buisleidingen (Rijksstructuurvisie) Beleidsadvies Ministerie VROM Risico’s bovengrondse hoogspanningsleidingen
Belangen van planologische relevante en niet-relevante kabels en leidingen
Kwaliteits-/beoordelings- Waarborgen van belangen in en/of in de directe
criteria omgeving aanwezige planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen. In verband met de
uitvoerbaarheid is ook de beoordeling van niet planologisch relevante kabels en leidingen gewenst.
In of in nabijheid van het plangebied liggen geen planologisch relevante kabels/ of leidingen.
4.8 Luchtkwaliteit
Kader Wet milieubeheer , hoofdstuk 5, titel 5.2
(luchtkwaliteitseisen) ook bekend als: Wet luchtkwaliteit Amvb en ministeriële regeling ‘Niet in betekende mate’.
In kader van een goede ruimtelijke ordening dient rekening te worden met luchtkwaliteit. Als het een ruimtelijk project of ( te vergunnen) activiteit betreft, waarvan de bijdrage aan luchtverontreiniging klein is, geen toetsing aan de grenswaarden luchtkwaliteit nodig. Beoordeeld moet worden of de ontwikkeling
‘Niet in Betekende Mate’ (NIBM) bijdraagt aan de concentraties van diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO²) en fijn stof (PM₁₀) in de buitenlucht.
Als een project tot een toename voor No² en PM₁₀ leidt die lager is dan de NIBM grens 1.2 ug / m³ hoeft het project niet getoetst te worden aan de grenswaarden.
Vanzelfsprekend moet er wel sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening.
De huisartsenpraktijk heeft een verkeer aantrekkende werking. Vandaar dat er door middel van de NIBM-tool is gekeken of het extra verkeer gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit. Voor de invulling van de tool is er gebruik gemaakt van de CROW- normen. Hierbij is er gekeken naar de verkeersgeneratie van een huisartsenpraktijk met 2 behandelkamers. Uit de tool blijkt dat de toename van het verkeer niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging en ver onder de grenswaarde blijft van 1.2.
Gezien de huisartsenpraktijk geen gevoelige functie is en geen negatieve invloed heeft op de luchtkwaliteit heeft de ontwikkeling geen negatieve gevolgen voor een aanvaardbaar woon-en leefklimaat. Hieruit blijkt dat er dus sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
4.9 Natuur
Kader Wet natuurbescherming
Kwaliteits-/beoordelings- Beoordelen of de ontwikkeling effecten kan hebben op criteria beschermde soorten of gebieden (binnen en buiten het
plangebied). Voorkomen van aantasten, verontrusten en/of verstoren van beschermde dier- en plantsoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen.
De Wet natuurbescherming zorgt voor bescherming van gebieden, diersoorten, plantensoorten en bossen. De beschermde flora en fauna mag niet worden verstoord, verjaagd of worden gedood. Voorafgaand aan een ontwikkeling moet dus vastgesteld worden dat er geen beschermde dier- of plantsoorten in het plangebied leven.
Het plangebied maakt onderdeel uit van de groenstrook rondom de maatschappelijke voorzieningen aan de Schaapsweg/Mauritshof. De vegetatie bestaat dan ook uit onderhoudsvriendelijke bosjes met jonge bomen. Gelet op de vegetatie, het karakter van de groenstrook en de stedelijk omgeving kunnen we aannemen dat er geen beschermde dier- en plantsoorten zich in het plangebied hebben genesteld of vast verblijven. Door de ontwikkeling van de huisartsenpraktijk is er dan ook geen sprake van aantasting of verstoring van beschermde dier- en plantsoorten.
Figuur 11) Zuidelijke achtergevel verenigingsgebouw ‘Bommelstee’ met plangebied ( december 2017)
4.10Verkeer en parkeren
Kader Wegenverkeerswet
CROW
Kwaliteits-/beoordelings- Voldoen aan de parkeernormen. Motiveren criteria verkeersaantrekkende werking.
Voor een goede ruimtelijke ordening is het belangrijk dat bij een nieuw initiatief wordt beoordeeld of op het perceel of in de omgeving kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Ook moet beoordeeld worden of de infrastructuur in de omgeving voldoende capaciteit heeft om de verkeersgeneratie af te wikkelen.
Vaak blijkt dat het niet noodzakelijk is om in een gebied de som van de vraag naar parkeerplaatsen van de afzonderlijke functies aan te leggen. De CROW-normen geven namelijk indicatief de omvang aan van het benodigd aantal parkeerplaatsen.
In de praktijk kunnen functies gecombineerd gebruik maken van de parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Zo zijn er voor de ‘Bommelstee’ en de andere maatschappelijke functies nabij het plangebied, parkeerplaatsen in de openbare ruimte aangelegd. Deze parkeerplaatsen dienen tevens als overloop voor de omliggende woonwijken in de omgeving. Een verenigingsgebouw heeft te maken met piekmomenten, maar wordt vaak overdag niet gebruikt. De 17 parkeerplaatsen die aangrenzend aan het plangebied liggen, worden overdag daarom niet of nauwelijks gebruikt.
Voor een huisartsenpraktijk zijn er in theorie 4 tot 5 beschikbare parkeerplaatsen nodig. Gezien de beschikbare parkeerplaatsen in het openbaar gebied zullen deze niet extra worden aangelegd. De bestaande 17 parkeerplaatsen aan de noordzijde van
Mauritshof, welke behoren tot het verenigingsgebouw ‘Bommelstee’ zullen worden gehandhaafd. Op het moment dat de huisartsenpraktijk open is wordt er in principe geen gebruik gemaakt van de parkeerplaatsen van de ‘Bommelstee’, omdat er dan geen activiteiten plaatsvinden. De bezoekers van de huisartsenpraktijk kunnen dan gebruik maken van deze parkeerplaatsen. Doordat beide functies op een ander moment gebruik maken van de openbare ruimte neemt de parkeerdruk niet toe.
Hierdoor blijft er sprake van een positieve parkeerbalans. Door slim ruimte gebruik voorkomen we een extra toename aan verharding in het openbaar gebied.
Conform de normen zullen er in de openingstijden van de huisartsenpraktijk (doordeweeks) gemiddeld 5 verkeersbewegingen per uur worden geproduceerd.
Hierbij rekening houdend dat de huisartsenpraktijk een lokale verzorgingsfunctie heeft, is de verwachting dat deze verkeersbewegingen met een auto in de praktijk minder zullen zijn. Gezien de naastgelegen ontsluitingsweg van Den Bommel heeft de bestaande infrastructuur voldoende capaciteit om de extra verkeersbewegingen op te vangen.
4.11 Water
Per 1 november 2003 is door een wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) een watertoets in de ruimtelijke plannen verplicht geworden. Beschreven moet worden op welke wijze in het plangebied met water en water gerelateerde aspecten wordt omgegaan. Voorkomen moet worden dat ontwikkelingen in het ruimtegebruik ongewenste effecten hebben op de waterhuishouding. Een goede afstemming tussen beiden is derhalve noodzakelijk om problemen, zoals wateroverlast, slechte waterkwaliteit, verdroging, etc. te voorkomen.
Watercompensatie
In het onderhavige plan wordt een huisartsenpraktijk met openbare ruimte gerealiseerd. Door de bouw van het bouwwerk en het aanleg van de entree van de praktijk is het verhard oppervlak met in totaal 369m². In de voorschriften van het Waterschap Hollandse Delta is een vrijstelling voor compensatieplicht opgenomen. In stedelijk gebied is extra verhard oppervlak met een maximum 500m² vrijgesteld van compensatieplicht. Omdat het extra verhard oppervlak door de bouw van de huisartsenpraktijk met 369m² is toegenomen, ligt dit ver onder de grens van 500m².
Compensatie is niet benodigd.
Afvalwaterketen
De praktijk zal worden aangesloten op het gemeentelijk riool.
4.12 Conclusie
Milieu- en ander sectorale aspecten ten aanzien van de functiewijziging op
5 UITVOERBAARHEID
5.1 Financiële uitvoerbaarheid
Voor bouwplannen zoals die zijn aangewezen in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijk ordening is het uitgangspunt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt. Van de verplichting een exploitatieplan vast te stellen kan onder andere worden afgeweken als het verhaal van de kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst of doordat de verplicht te verhalen kosten zijn gedisconteerd in de grondprijs. Er zal een anterieure overeenkomst worden afgesloten met de initiatiefnemer. Er is geen exploitatieplan benodigd.
De kosten die worden gemaakt om de huisartsenpraktijk te realiseren zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De ontwikkeling heeft voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen.
5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Vooroverleg
Vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is voor dit plan van toepassing. In het kader van dit bestuurlijke vooroverleg is het plan toegezonden aan de provincie, het waterschap en de DCMR.
Ter inzage legging ontwerpbesluit
Het ontwerpbesluit wordt tezamen met de aanvraag en de daarbij behorende stukken, zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kunnen zienswijzen worden ingediend.
