• No results found

Gewichtsconsulent. Coachen voor gezond gewicht Proefles

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gewichtsconsulent. Coachen voor gezond gewicht Proefles"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Coachen voor gezond gewicht

Proefles

Gewichtsconsulent

(2)

Hoofdstukken lesmap

Om je kennis te laten maken met de opleiding, lees je in deze proefles delen van verschillende hoofdstukken uit de lesmap.

De lesmap van de opleiding Gewichtsconsulent behandelt de volgende onderwerpen:

1 Gezonde voeding 1

2 Wat heeft het lichaam nodig? Macronutriënten 3 Wat heeft het lichaam nodig? Micronutriënten 4 Meten is weten

5 Gezonde voeding 2

6 Bewegen voor optimale verbranding 7 De spijsvertering en stofwisseling 8 De invloed van de psyche 1

9 De invloed van de psyche 2

10 Zin en onzin van diëten

11 Coaching voor succes 1

12 Coaching voor succes 2

13 Praktijkvoering

(3)

2

Wat heeft het lichaam nodig?

Macronutriënten

1.2 Inleiding

Geen onderwerp is zo besproken als voeding in relatie tot onze gezondheid. Naast gezondheidsaspecten heeft voeding ook culturele en maatschappelijke waarden.

De gezondheidsbevorderende waarde wordt wel als de meest belangrijke gezien. Zelfs op het niveau van onze regering houdt men zich bezig met Richtlijnen voor Goede Voeding.

Het lijkt alsof iedereen wel iets over voeding te zeggen heeft. Ook jij hebt in je leven iets ervaren waarbij voeding een rol speelt. Zo zal je geen spruitjes eten, omdat je moeder dat wellicht ook niet lekker vond, eet je geen aardbeien meer omdat je er uitslag van kreeg of eet je geen vlees meer van de BBQ, omdat het mogelijk risico op kanker geeft.

Voeding wordt geassocieerd met een lang en gezond leven. Vitaal blijven. Logisch dat we dat graag willen. Maar hoe doen we dat dan? Wat is gezonde voeding en hoe wordt dat bepaald? Je weet misschien dat voeding een complex geheel is. Er worden heel veel onderzoeken gedaan, die soms de bewijzen menen te leveren, terwijl andere onderzoeken het tegendeel bewijzen. Het is maar net vanuit welke filosofie of overtuiging het

onderzoek wordt gedaan.

Als consument krijg je dagelijks langs vele wegen allerlei informatie over voeding. Deze informatie komt van verschillende bronnen en de betrouwbaarheid kan erg uiteenlopen.

Dan speelt ook nog mee door welk filter je de informatie binnen laat komen.

In Nederland houden zeer veel instanties zich bezig met het verstrekken van informatie over voeding. De belangrijkste instantie die voorlichting geeft, is het Voedingscentrum.

Maar ook basisgezondheidsdiensten en thuiszorginstellingen geven informatie over voeding, net als de Nederlandse Hartstichting. Verder zijn er instanties als

Consumentenbond, Goed Waar en Co, productschappen en de Beroepsgroep Voeding van de Gezondheidsraad die zich met voorlichting over voeding bezighouden.

Voedingswetenschap is sterk in ontwikkeling waardoor het kan zijn dat vroegere uitspraken soms worden herroepen of genuanceerd. Er bestaan ook allerlei fabels over voeding. Het uitgangspunt van de informatie kan variëren van het voorkómen van

welvaartsziekten tot het bevorderen van de verkoop van een bepaald product. Dit bepaalt de kaders van het onderzoek en mogelijk ook de uitkomst ervan.

(4)

In deze lesmap zullen we ons laten leiden door de Richtlijnen voor Goede Voeding van de Gezondheidsraad. Het Voedingscentrum heeft de richtlijnen vertaald naar de Schijf van Vijf. Naast de Schijf van Vijf zullen we ook andere voorlichtingsmodellen en overwegingen bespreken in hoofdstuk 5. En wat voor jou waar is, bepaal je uiteindelijk zelf.

Richtlijnen goede voeding 20151, 2

De Gezondheidsraad - het adviesorgaan in Nederland op het gebied van volksgezondheid - brengt richtlijnen over goede voeding uit. In de meest recente richtlijnen, de

Richtlijnen goede voeding 2015 (RGV 2015), wordt advies verstrekt over de effecten van voedingspatronen, voedingsmiddelen en voedingsstoffen op de gezondheid. In 2015 zijn de Richtlijnen goede voeding uit 2006 herzien.

Deze RGV 2015 vormen de wetenschappelijke basis voor een gezond voedingsadvies en zijn door het Voedingscentrum vertaald naar een voedingsvoorlichtingsmodel: de Schijf van Vijf. Deze is in maart 2016 opnieuw gelanceerd.

Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden (ADH)

Voor de groepen voedingsmiddelen uit de Schijf van Vijf zijn aanbevolen hoeveelheden opgesteld per leeftijdsgroep en per geslacht. Ofwel: wat heb je ongeveer nodig op een dag?

De aanbevolen hoeveelheden geven aan hoeveel iemand gemiddeld per dag nodig heeft om voldoende koolhydraten, vetten, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen binnen te krijgen. Per leeftijdsgroep gelden de kleinste hoeveelheden voor de vrouwen en de grootste voor de mannen. Bij alle genoemde hoeveelheden gaat het om het gewicht van producten zoals ze worden gegeten.

1.3 Schijf van vijf

De in maart 2016 opnieuw gelanceerde Schijf van Vijf is hèt voorlichtingsmodel dat door de gewichtsconsulent wordt gebruikt. De Schijf is een door het Voedingscentrum samengesteld wetenschappelijk onderbouwd voorlichtingsmodel. De basis van de Schijf van Vijf zijn de adviezen van de Gezondheidsraad, berekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en een raad van diverse experts. 3

Je eet gezond volgens de Schijf van Vijf als je elke dag uit elk vak de juiste hoeveelheden eet, varieert en je keuzes buiten de Schijf van Vijf beperkt. Je eet gezond omdat de producten die in de Schijf van Vijf staan goed zijn voor je gezondheid en omdat je voldoende energie, macro- en micronutriënten en vezels binnenkrijgt.

Er wordt de vuistregel gehanteerd om dagelijks niet meer dan 3 tot 5 keer ‘iets kleins’

buiten de Schijf van Vijf te kiezen. Daarnaast beperk je jezelf tot maximaal 3 keer per

1 Gezondheidsraad. (z.j.). Gezonde voeding. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van https://www.gezondheidsraad.nl/nl/

taak-werkwijze/werkterrein/gezonde-voeding

2 Gezondheidsraad. (z.j.). Wettelijke taak. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van https://www.gezondheidsraad.nl/nl/taak- werkwijze/wettelijke-taak

3 Het Voedingscentrum. (z.j.). Achtergronden Schijf van Vijf. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van http://www.voedings- centrum.nl/encyclopedie/achtergronden-schijf-van-vijf.aspx

(5)

week ‘iets groots’ buiten de Schijf van Vijf. Met ‘iets kleins’ worden kleine koekjes, een waterijsje, een stukje chocolade, honing in de thee of een eetlepel tomatenketchup bedoeld. Onder ‘iets groots’ vallen bijvoorbeeld producten als een pizza, een glas frisdrank of een portie cruesli voor het ontbijt.

(6)

Open dag

Je bent van harte welkom om ons te bezoeken op de open dag. Laat je inspireren en maak kennis met de opleiding Gewichtsconsulent.

Daarnaast kun je tijdens deze dag presentaties van andere

opleidingen bijwonen en gedurende de hele dag kennismaken met medewerkers en docenten van Sonnevelt, lesmateriaal inkijken en je laten adviseren door onze studieadviseur.

Kijk hier voor actuele data van de open dagen en meld je aan!

(7)

Gezondheidswinst per vak bekeken4

Vak Groente

Groente en fruit Verlagen met name het risico op hart- en vaatziekten, darm- en longkanker en diabetes type 2. Ze bevatten veel goede voedingsstoffen, zoals vitamines, mineralen en vezels.

Smeer-en bereidingsvetten

Als je producten met veel verzadigd vet vervangt door producten met veel onverzadigd vet wordt de kans kleiner op hart- en vaatziekten. Deze producten leveren vitamines A, D en E.

Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel

Vis verlaagt het risico op hart- en vaatziekten.

Peulvruchten en noten verlagen je LDL-cholesterol, wat helpt om je bloedvaten gezond te houden. In vlees en ei zitten veel goede voedingsstoffen, zoals ijzer en vitamine B12. Zuivel verkleint het risico op darmkanker en levert onder andere calcium en vitamine B12.

Brood, graan- producten en aardappelen

Volkorenbrood en andere volkorengraanproducten verlagen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker. Graanproducten leveren energie en onder andere vezel, eiwit, B-vitamines en ijzer. Aardappel is geen graanproduct, maar wel een bron van nuttige voedingsstoffen.

Dranken Vochtverlies compenseer je door voldoende en

regelmatig te drinken. Zwarte en groene thee verlagen de bloeddruk en verkleinen het risico op een beroerte.

1.3.1 Hoeveel mag ik per dag eten?

Wat heb je nodig, hoeveel en welke keuzes kun je dan het beste maken? Niet- basisvoedingsmiddelen wordt later besproken.

Groente en fruit5

Groente: Door te variëren met groente krijg je verschillende voedingsstoffen binnen die je nodig hebt. Bovendien voorkomt variatie verveling.

ADH: Volwassenen krijgen het advies om minimaal 250 gram groente per dag te eten.

Hieronder vind je enkele tips voor je groente consumptie:

4 Het Voedingscentrum. (z.j.). Achtergronden Schijf van Vijf. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van http://www.voedings- centrum.nl/encyclopedie/achtergronden-schijf-van-vijf.aspx

5 Het Voedingscentrum. (z.j.). Groente en fruit. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van http://www.voedingscentrum.nl/

nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf/hoeveel-en-wat-kan-ik-per-dag-eten-/groente-en-fruit.aspx

(8)

• Kies voor verse groente, voorgesneden groente, diepvriesgroente zonder

toevoegingen, groente uit blik of glas zonder toevoegingen en gepureerde groente zonder toevoegingen.

• Verdeel je dagelijkse portie groente over de dag. Denk aan rauwkost en snackgroente voor onderweg, een salade bij de lunch, een boerenomelet en groente bij het

avondeten.

• Wissel af met de bereidingswijze. Eet groente rauw, gekookt, gestoomd, gebakken, gewokt, gegrild of gepureerd.

• Wil je kiezen voor milieuvriendelijke groente? Groente waarbij rekening is gehouden met het seizoen en de herkomst? Kijk dan op de website van Milieu Centraal voor een groente- en fruitkalender.6

Fruit: Kies ook bij fruit steeds voor andere soorten zodat je alle voedingsstoffen uit fruit binnenkrijgt die je nodig hebt.

ADH: Volwassen krijgen het advies om 200 gram fruit per dag te eten (2 porties).

Enkele tips voor je fruit consumptie:

• Kies voor vers fruit, voorgesneden fruit, diepvriesfruit en fruit in blik op sap zonder toegevoegd suiker.

• Ook gedroogd fruit zonder toegevoegd suiker is toegestaan, mits je er maximaal een handje per dag van neemt. Gedroogd fruit bevat namelijk meer suiker en geen vitamine C.

• Denk aan plakjes appel of banaan op brood, fruit door de yoghurt, als tussendoortje, een fruitsalade bij de lunch of fruit door het avondeten.

• Gedroogd fruit als snack of bijvoorbeeld toegevoegd aan muesli.

• Wil je kiezen voor milieuvriendelijk fruit? Fruit waarbij rekening is gehouden met het seizoen en de herkomst? Kijk dan op de website van Milieu Centraal voor een groente- en fruitkalender.

Smeer- en bereidingsvetten7

Vet is een bouwstof, brandstof en leverancier van de vet oplosbare vitamines A, D en E.

Vervang producten met veel verzadigd vet door producten met veel onverzadigd vet. Dit komt de gezondheid van jouw hart- en bloedvaten tegemoet.

ADH: 40-65 gram voor volwassen vrouwen/mannen tot 50 jaar.

Tips voor vetten en oliën:

• Kies zachte margarine of halvarine, vloeibare margarine en vloeibare bak- en braadvetten en plantaardige oliën, zoals olijfolie en zonnebloemolie.

• Voor vitamine A, D en E besmeer je brood met zachte margarine of halvarine.

• Varieer bij het bereiding van de warme maaltijd tussen olie, vloeibare margarine of vloeibaar bak- en braadvet. Alleen de laatste twee bevatten namelijk vitamine A en D.

6 Milieu Centraal. (z.j.). Groente- en Fruitkalender. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van https://groentefruit.milieucen- traal.nl/

7 Het Voedingscentrum. (z.j.). Smeer- en bereidingsvetten. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van http://www.voedings- centrum.nl/nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf/hoeveel-en-wat-kan-ik-per-dag-eten-/smeer-en-bereidingsvetten.aspx

(9)

“Zeer inspirerend is altijd weer te ervaren hoe creatief

groepen kunnen zijn. Het mét en ván elkaar leren vind ik

zeer boeiend.”

Jennifer de Jonge

Docent Gewichtsconsulent

(10)

Vis, peulvruchten, vlees, ei noten en zuivel8

Dit vak bestaat uit eiwitrijke producten. Ze dragen allemaal op hun eigen manier bij aan jouw gezondheid. Hoe precies, dat lees je hieronder. Vlees en ei zijn een leverancier van voedingsstoffen zoals ijzer en vitamine B12.

Vis, peulvruchten, vlees en ei: Door het eten van (vette) vis wordt de kans op hart- en vaatziekten verlaagd. Ook peulvruchten helpen je om je bloedvaten gezond te houden door het LDL-cholesterolgehalte te verlagen.

ADH: per week 100 gram vis, 2-3 opscheplepels peulvruchten, 2-3 eieren, maximaal 500 gram vlees voor volwassen vrouwen/mannen.

Tips voor vis, peulvruchten, vlees en ei:

• Kies voor vette vis, schaal- en schelpdieren, peulvruchten en onbewerkt vlees. Ook eieren, tofu en tempé en kant en klare vleesvervangers met niet te veel zout zijn een prima keuze.

• Wissel af tussen de dierlijke en plantaardige producten. Een dagje zonder vlees is gezond en wekelijks peulvruchten zoals kikkererwten, linzen en bruine bonen, is goed voor het milieu.

• Een voorbeeld voor een weekindeling is: 1 dag vis, 1 dag peulvruchten, 1 dag noten, 1 dag tempé, 1 dag rund- of varkensvlees en 2 dagen kip of ander gevogelte.

• In een gezonde voeding kun je 2-3 maal per week ei eten.

(...)

Brood, graanproducten en aardappelen9

Graanproducten leveren energie, eiwit, B-vitamines, ijzer en vezels. Bovendien verkleint de consumptie van voldoende volkoren graanproducten je kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker.

ADH: 6-8 sneetjes voor mannen, 4-5 sneetjes voor vrouwen tot 50 jaar; 4-5 opscheplepels volkorengraanproducten of kleine aardappelen voor vrouwen/mannen tot 50 jaar.

Tips voor je consumptie van brood, graanproducten en aardappelen:

• Kies bij voorkeur voor volkorengraanproducten, bruinbrood, roggebrood,

havermout en muesli met minder suiker en zonder toegevoegd zout, volkorenpasta, zilvervliesrijst, volkoren bulgur, quinoa en aardappelen.

• Vervang de witte graanproducten door de volkoren varianten. Doordat aan

bakkerszout jodium toegevoegd wordt, is brood de belangrijkste bron van jodium in Nederland. Biologisch brood bevat niet altijd gejodeerd zout. Gebruik bij zelfgebakken brood gejodeerd zout

• Vervang brood ook eens door havermout of muesli.

• Kook aardappelen, pureer ze of bak ze in vloeibaar vet.

• Varieer met aardappel, volkorenpasta, zilvervliesrijst en andere

volkorengraanproducten zodat je optimaal kunt profiteren van de daarin aanwezige voedingsstoffen

8 Het Voedingscentrum. (z.j.). Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van http://

www.voedingscentrum.nl/nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf/hoeveel-en-wat-kan-ik-per-dag-eten-/vis-peulvruchten- vlees-ei-noten-en-zuivel.aspx

9 Het Voedingscentrum. (z.j.). Brood, graanproducten en aardappelen. Geraadpleegd op 05 april, 2016, van http://www.

voedingscentrum.nl/nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf/hoeveel-en-wat-kan-ik-per-dag-eten-/brood-graanproducten- en-aardappelen.aspx

(11)

1.4 Producten die niet in de Schijf van Vijf thuishoren

Producten die niet in de Schijf van Vijf staan, bevatten teveel zout, suiker of verzadigd vet, of leveren weinig vezels. In onderstaande tabel kun je bekijken welke producten niet in de Schijf van Vijf staan en welke gezondere keuzes je kunt maken.10

Groente

Niet in de Schijf van Vijf Waarom niet? Gezondere keuze uit de Schijf van Vijf

Groente uit blik of pot met toegevoegd suiker en/of zout

Aan groenten in blik en pot wordt vaak zout en soms ook suiker toegevoegd. Het eten van minder zout verlaagt de bloeddruk

Verse groente en

diepvriesgroenten. Potten of blikken waar geen zout of suiker aan is toegevoegd zijn een goed alternatief.

Groentesap, tomatensap Groentesappen bevatten suiker. Het drinken van suikerhoudende dranken is gelinkt aan overgewicht en diabetes type 2. Aan groentesappen die je in de winkel koopt is bovendien vaak zout toegevoegd.

Kraanwater, thee en koffie zonder suiker. Groente je beter eten dan drinken.

Groente à la crème Aan groente à la crème is room en zout toegevoegd.

Hierdoor is dit een minder gezonde keuze.

Verse groenten en diepvriesgroenten.

Tabel: Groenten - Niet in de Schijf

(...)

10 Het Voedingscentrum. (z.j.). Wat staat niet in de Schijf van Vijf? Geraadpleegd op 05 april, 2016, van http://www.voe- dingscentrum.nl/nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf/hoeveel-en-wat-kan-ik-per-dag-eten-/wat-staat-niet-in-de-schijf- van-vijf-.aspx

(12)

Smeer en bereidingsvetten

Niet in de Schijf van Vijf Waarom niet? Gezondere keuze uit de Schijf van Vijf

Harde margarine in een pakje

In harde vetten zitten in verhouding veel verzadigde vetten.

Zachte margarine of halvarine voor brood uit een kuipje.

Hard bak- en braadvet in een pakje

In harde vetten zitten in verhouding veel verzadigde vetten.

Vloeibare margarine, vloeibaar bak- en braadvet, of bijvoorbeeld olijfolie.

Hard frituurvet In harde vetten zitten in verhouding veel verzadigde vetten.

Olie, zoals zonnebloemolie.

Of een bereidingswijze waarbij geen frituurvet nodig is, zoals stomen, wokken of bakken.

Roomboter In roomboter zitten

in verhouding veel verzadigde vetten.

Zachte margarine of halvarine voor brood, of vloeibare margarine of vloeibaar bak- en braadvet om in te bakken.

Kokosvet (kokosolie) Dit is een plantaardig vet waar in verhouding erg veel verzadigde vetten zit.

Andere plantaardige oliën zoals zonnebloemolie of olijfolie.

Tabel: Smeer- en bereidingsvetten - Niet in de Schijf (...)

“ Er ging een wereld voor mij open. Heel erg interessant”

Desiree Winter

Oud student Gewichtsconsulent

(13)

1.5 Vocht

Er zijn verschillende soorten vocht: denk aan water, frisdrank, vruchtensap of alcohol.

Niet alles is even gezond of voegt ook daadwerkelijk vocht toe aan het lichaam. Hieronder zullen wij dieper ingaan op water, het vochtadvies en alcohol.11, 12

1.5.1 Water

Water voorziet ons lichaam van vocht. Voedingsstoffen lossen op in vocht. Hierdoor kunnen ze worden opgenomen in je darmen. Vocht is een belangrijk transportmiddel van voedings- en afvalstoffen. Bovendien reguleert vocht de temperatuur van het lichaam.

Vochtbalans

Het lichaam bestaat gemiddeld voor 60% uit vocht. Ongeveer 65% hiervan zit in

lichaamscellen en weefsels, het overige vocht bevindt zich in de ruimtes tussen de cellen en in het bloed. Het lichaam verliest vocht via de urine (ongeveer 1,4 liter), ontlasting (ongeveer 0,1 liter), via uitademing (ongeveer 0,5 liter) en via zweet (ongeveer 0,5 liter).

Deze vochtverliezen dienen aangevuld te worden. Vocht zit in eten (ongeveer 0,9 liter) en drinken (bij voorkeur 1,5 tot 2 liter). Hoeveel vocht iemand precies nodig heeft, hangt af van gewicht, leeftijd, inspanning, eetpatroon, temperatuur en gezondheidstoestand.

Het lichaam herstelt de vochtbalans automatisch. Bij een te geringen vochtopname wordt er minder urine geproduceerd en ontstaat een dorstgevoel. Drinkt iemand langdurig te weinig dan raakt deze uitgedroogd. Hij zweet en plast dan minder, voelt zich versuft en kan zelfs flauwvallen als gevolg van een te lage bloeddruk (hypotensie). Verwarring is een signaal van ernstige uitdroging. Uiteindelijk kan een mens zonder vocht maar een paar dagen overleven.

Een teveel aan vocht komt bijna niet voor. Als iemand echter extreem veel drinkt, dan kan er een vochtophoping in de hersenen ontstaan. De nieren kunnen niet meer dan 0,7 tot 1 liter water per uur verwerken.

Advies

Je hebt 1,5 tot 2 liter vocht per dag nodig. Kies voor water, zwarte en groene thee. 3 kopjes zwarte en groene thee per dag verlagen de bloeddruk en het risico op een beroerte. Omdat in kruidenthee plantengifstoffen kunnen zitten, is het belangrijk om deze af te wisselen met andere dranken. Deze plantengifstoffen kunnen door vervuiling tijdens het oogsten in kleine hoeveelheden voorkomen.

Neem niet meer dan 4 kopjes filterkoffie per dag. Van koffie van cups en espresso kun je het beste maximaal 2-3 kopjes per dag nemen. Een teveel van de daarin aanwezige stof cafestol werkt namelijk cholesterol verhogend, wat niet goed is voor hart en bloedvaten.

11 Het Voedingscentrum. (z.j.). Vocht en drinken. Geraadpleegd op 12 april, 2016, van http://www.voedings- centrum.nl/encyclopedie/trefwoord/vocht.aspx

12 Het Voedingscentrum. (z.j.). Water. Geraadpleegd op 12 april, 2016, van http://www.voedingscentrum.nl/

encyclopedie/water.aspx

(14)

Dranken die beter vermeden kunnen worden zijn frisdrank, vruchtensap, dik sap, gezoete zuiveldrank, light-frisdrank, alcoholische dranken en niet-filterkoffie.13

1.5.2 Alcohol

In 200614 heeft de Richtlijnen goede voeding het volgende advies m.b.t. alcohol- consumptie uitgebracht:

‘Beperk de inname van alcoholische dranken tot een glas voor vrouwen en 2 glazen voor mannen.’

Met de nieuwe wetenschappelijke inzichten is het advies in 201515 naar beneden bijgesteld. Het advies luidt nu: ‘Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag.’

Meer drinken leidt namelijk niet tot meer gezondheidswinst. Het tegendeel is het geval (zie tabel ‘Gunstige en ongunstige verbanden tussen matige alcoholconsumptie en risico’s op chronische ziekten’). Voor vrouwen met een zwangerschapswens, zwangeren of vrouwen die borstvoeding geven, is het advies om helemaal geen alcohol te gebruiken.

Een standaardglas alcoholhoudende drank bevat circa 10 gram alcohol. Die hoeveelheid alcohol zit in 250 milliliter bier (5% alcohol), 100 milliliter wijn (12% alcohol) en 35 milliliter sterke drank (35% alcohol).

Een matige alcoholconsumptie heeft zowel gunstige als ongunstige effecten op de gezondheid. De mogelijke voordelen van alcohol wegen echter niet op tegen de nadelen voor de gezondheid.

Tabel: ‘Gunstige en ongunstige verbanden tussen matige alcoholconsumptie en risico’s op chronische ziekten’

Een hoge alcoholconsumptie (meer dan 15 gram per dag) verhoogt het risico op een beroerte, borst-, darm- en longkanker. “Binge drinking” (60 gram of meer per keer) verhoogt het risico op coronaire hartziekten. Een hoge inname van bier en sterke drank wordt met een verhoogd risico op borstkanker en darmkanker geassocieerd.

Naast de chronische ziektes vergroot alcoholgebruik het risico op ongelukken, verslaving, psychosociale problematiek, levercirrose en hoofd- en hals tumoren.

(...)

13 Het Voedingscentrum. (z.j.). Dranken. Geraadpleegd op 12 april, 2016, van http://www.voedingscentrum.

nl/nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf/hoeveel-en-wat-kan-ik-per-dag-eten-/dranken.aspx 14 Richtlijnen goede voeding 2006

15 Richtlijnen goede voeding 2015

Hoger risico op... Lager risico op...

Matige consumptie tot 15 gram/ dag

Borstkanker DM (bier bij mannen) DM (sterke drank bij vrouwen)

HVZ (alcohol) DM (alcohol) Dementie (alcohol) Longkanker (bier en wijn)

(15)

Onze leermethode

50% 30% 20%

Leren door te ervaren Leren van elkaar Theorie

Onze persoonlijke aanpak met

klassikaal onderwijs zorgt voor een opleiding die wat extra’s geeft:

je krijgt wat je verwacht, maar er

komt altijd iets bij.

(16)

1.5.6 Energiebronnen

De energie uit onze voeding is afkomstig van het zonlicht. Groene planten zijn in staat water uit de bodem en koolstofdioxide (CO2) uit de lucht onder invloed van zonlicht en met behulp van chlorofyl (in de bladgroenkorrels) om te zetten in enkelvoudige koolhydraten. Hierbij komt zuurstof vrij. Planten zijn in staat uit de gevormde koolhydraten, eiwitten, vetten en meervoudige koolhydraten op te bouwen.16 Door planten te eten, kunnen mensen en dieren uit deze eiwitten, vetten en koolhydraten hun eigen koolhydraten, vetten en lichaamseiwitten maken en

kunnen daaruit tevens energie halen.

De energetische waarde van voedingsstoffen wordt uitgedrukt in kilocalorie (kcal) of kilojoules (kJ). (Een kilocalorie is een hoeveelheid energie die nodig is om 1 liter water 1 graden Celsius te verwarmen.)

Omrekening KJ / kcal

1 kJ = 1000 J = 0,2390 kcal 1 MJ = 1000 kJ = 239 kcal 1 kcal = 4,184 kJ = 4,2 kJ

Bij volledige verbranding in de cellen van het lichaam levert17:

1 g vet 9 kcal 37 kJ

1 g verteerbare koolhydraten 4 kcal 17 kJ

1 g eiwit 4 kcal 17 kJ

1 g alcohol 7 kcal 29 kJ

Koolhydraten en vetten zijn de belangrijkste energiebronnen. Eiwitten zijn in eerste instantie nodig om lichaamseiwit op te bouwen. Alleen een overmaat aan eiwit wordt gebruikt als energiebron. Theoretisch kunnen eiwitten, vetten en koolhydraten elkaar vervangen. Dit zou tot een hele eenzijdige voeding leiden. Ook alcohol levert bij verbranding energie aan het lichaam. Het wordt echter niet als energiebron gezien en is niet noodzakelijk in een evenwichtig samengestelde voeding. In hoofdstuk 2 gaan we verder in op wat eiwitten, koolhydraten en vetten zijn.

1.5.7 Ratio

De totale hoeveelheid energie die men nodig heeft is individueel verschillend. Dit is afhankelijk van vele factoren en wordt in hoofdstuk 4 toegelicht. De verhouding blijft echter wel gelijk.

Met ratio wordt bedoeld het energiepercentage (en%) dat wordt geleverd per energiebron (eiwit, vet of koolhydraat). De Commissie Voedingsnormen van de Gezondheidsraad stelt de aanbevolen hoeveelheden van de voedingsstoffen op. Voor de energieleverende voedingsstoffen wordt gekeken hoeveel procent van de totale energiebehoefte door deze stof geleverd zou moeten worden.

16 Fotosynthese. (2013, 1 oktober). Geraadpleegd van http://www.vcbio.science.ru.nl/virtuallessons/leaf/

photosynthesis/

17 Energie (calorieën). (z.j.). Geraadpleegd van http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/energie.aspx

(17)

8

De invloed van de psyche 1

8.2 Inleiding

Lichaam en psyche horen bij elkaar. Dat onze psyche ons gedrag beïnvloedt vinden we niet altijd even leuk en grappend wordt dan ook vaak gezegd ‘het zit tussen je oren’, alsof je er niets aan zou kunnen veranderen. Dat is niet zo. Je kunt zeker inzicht verkrijgen in hoe de psyche werkt en van daaruit is het mogelijk andere keuzes te maken.

Er zijn meerdere factoren die invloed hebben op ons eetgedrag. Onze omgeving is er één van. Ook een psychische aansturing beïnvloedt ons eetgedrag. Denk even aan dat examen dat je moet doen en je kunt geen hap meer door je keel krijgen.

In dit hoofdstuk gaan we onderzoeken op welke manier de psyche een rol speelt bij eetgewoonten. Daarnaast leer je methodieken om in je praktijk als gewichtsconsulent mensen te kunnen begeleiden in hun eetgedrag.

Wat wij belangrijk vinden, is dat je goed de grens leert kennen tussen welke cliënten jij wel en niet kunt begeleiden. Soms is inzicht in een gedragspatroon voldoende om gedrag te kunnen veranderen. Soms liggen veel diepere oorzaken ten grondslag aan het eetgedrag en zul je moeten doorverwijzen naar een diëtist, psycholoog of therapeut.

8.3 Eetgedrag

Steeds meer mensen hebben overgewicht. Het groeiende arsenaal aan afslankmethodes en -middelen lijkt daar weinig verandering in te kunnen brengen. Ook

voorlichtingscampagnes over gezonde voeding en overgewicht lijken tot zover weinig zoden aan de dijk te zetten. Huisartsen, diëtisten en andere professionals kunnen maar een heel klein percentage van hun cliënten bewegen tot gezondere gewoonten. Hoe komt dit?

In dit hoofdstuk wordt het proces van eten kiezen, verzadigd raken en stoppen of doorgaan met eten besproken. Daarna wordt ingegaan op de dieetgerichte aanpak, hoe dit proces werkt en het effect ervan. Ook wordt geleerd hoe je als gewichtsconsulent je cliënt kunt coachen naar bewustzijn. Want bewustzijn is de eerste stap naar verandering.

Inzicht in gedrag maakt het voor mensen mogelijk om hun gedrag te gaan veranderen. Er zijn verschillende modellen die gebruikt worden om het proces van gedragsverandering te beschrijven. Hieronder volgen er 2.

(18)

Gedragsverandering vindt plaats in 4 stappen:

1. Onbewust - Onbekwaam 2. Bewust - Onbekwaam 3. Bewust - Bekwaam 4. Onbewust - Bekwaam

Een ander veelgebruikt model is “ the stages of Change” van Prochaska en DiClemente18. Prochaska en Clemente onderscheiden vijf stadia van verandering:

1. Voorstadium: je weet eigenlijk nog niet dat je een probleem hebt.

2. Overweging: je begint over je probleem na te denken, en of een gedragsverandering jou gaat helpen.

3. Beslissing: je besluit dat je wilt veranderen en je maakt plannen hoe je dat gaat doen.

4. Actie: je bent aan het werk met jouw verandering.

5. Volhouden: je houdt je verandering vol. Als je dit goed vast kunt houden is je doel bereikt!

6. Terugval: je kunt ook terugvallen in je oude gewoonte. Dan begint de cirkel vaak weer bij stadium 2: de overweging.

Model “Stages of Change” van Prochaska en DiClemente

18 https://mijndoelenstellen.nl/oplossingen/cirkelfasen-van-gedragsverandering/

“ Je leert zoveel meer dan via een schriftelijke opleiding. Je

begeleidt al tijdens deze opleiding personen onder toezicht. Kortom een superleuke opleiding waar ik al jaren naar zocht!”

Linda Runderkamp

Oud student Gewichtsconsulent

(19)

Waarom is gedragsverandering zo moeilijk?

Psychologen zeggen dat op de leeftijd van 35 jaar ongeveer 95% van ons gedrag vastligt.19 Gedachten en gevoelens bepalen ons gedrag. In onze hersenen gaan er vier keer meer verbindingen van het limbische systeem (waar onze emoties onstaan) naar de neocortex (waar ons rationele denken plaatsvindt) dan andersom. Het effect van gevoelens op gedachten is daardoor groter dan het effect van gedachten op gevoelens.

In beide situaties werken neurotransmitters als boodschappers. In onze hersenen hebben we meer dan 50 verschillende neurotransmitters. (voorbeelden hiervan zijn:

acetylcholine, dopamine, noradrenaline en serotonine.) De hersenen staan voortdurend in contact met het lichaam. Zodra de hersenen waarnemen dat we ons op een bepaalde manier voelen, gaan we er bijpassende gedachten bij creëren. Daardoor komen er neurotransmitters vrij die dat gevoel versterken. Het is als het ware een vicieuze cirkel.

“Als onze gedachten onze gevoelens niet overstijgen, veranderen we nooit!”

(bron: Albert Sonnevelt)

Een van de oudste delen van onze hersenen is het limbische systeem. Dit zorgt voor onze primaire reacties. Onderdeel van dit limbische systeem is de amygdala.20

De amygdala fungeert als een soort waakhond. Ook wordt het wel het primitieve brein genoemd. Hier worden gevoelens van angst en agressie geproduceerd en opgeslagen.

Hierdoor kunnen we adequaat op gevaar reageren door middel van vechten, vluchten of bevriezen. Door dit systeem kunnen we tijdens een gevaarlijke verkeerssituatie goed reageren en veilig blijven. Zodra je (gezondheids)gedrag in één keer totaal verandert zal de amygdala dit tevens als gevaar zien. De amygdala is er namelijk op gericht om alles te houden zoals het is. Dit zorgt voor balans en veiligheid. Stel dat iemand al jaren niet sport en elke avond chips en frisdrank neemt. Hoe realistisch is het om alles in één te veranderen. (Bijvoorbeeld vijf keer per week intensieve sport en ’s avonds groene thee en rauwkost.) De amygdala ziet dit als gevaar en zal er alles aan doen om het oude vertrouwde gedrag terug te krijgen.

Door gedrag in kleine stappen te veranderen, blijft de amygdala (de waakhond) als het ware slapen. De kans op blijvende gedragsverandering is op deze manier veel groter en dus aan te raden!

8.3.1 Eten is kiezen vanuit primaire gevoelens

Onbewust of bewust laat je jouw keuzes afhangen van de meest basale gevoelens die je als mens hebt, namelijk: ‘het verkrijgen van rust en het vermijden van onrust’.

Daar ben je de hele dag mee bezig. Met ‘rust verkrijgen’ wordt bedoeld het hele brede terrein van prettig voelen, genieten, geluk ervaren, blij zijn, vitaal voelen etc. Je zou ook kunnen zeggen: alles waar je energie van krijgt.

Onrust vermijden is niet alleen fysieke onrust, maar ook emotionele druk zoals angst, verdriet, boosheid, irritatie etc, kortom: alles wat je energie kost. Of je nu ‘s morgens langer in je bed blijft liggen, extra boter op je brood doet, wacht met het maken van een afspraak, je nieuwe schoenen aandoet: je doet het allemaal om rust te verkrijgen en/

19 Prof. John Bargh, Yale University. Prof. Roy Baumeister, Florida State University 20 Houdenhove, B. van. (2005). In wankel evenwicht (7e ed.). Tielt, België: Lannoo.

(20)

of onrust te vermijden. Je hele systeem is erop gericht om in evenwicht te blijven met deze primaire gevoelens. Je hebt miljoenen sensoren in je lichaam die alle zintuiglijke indrukken registeren, zoals licht, temperatuur, geluid, druk, smaak en geur. Zij geven je voortdurend informatie en je hersenen trekken naar aanleiding daarvan de conclusie

‘voelt dit goed of niet?’

Het is daarom van groot belang dat je bij het maken van een keuze begrijpt hoe dit proces werkt. Je maakt voortdurend keuzes op het snijvlak van het wegblijven uit de onrust en aan de andere kant de pogingen om rust te verkrijgen.

8.3.2 Korte rust, lange onrust of korte onrust, lange rust?

Bij het kiezen moet je twee mogelijkheden tegen elkaar afwegen:

Korte rust, lange onrust Of

Korte onrust, lange rust

Waar ben jij gevoeliger voor? Kom je pas in beweging als de onrust groot genoeg is of zie je het belang en het voordeel in van eerder een keuze maken? De mens laat zich veelal beïnvloeden door onrust. De negatieve gevoelens overheersen dan boven de mogelijkheden om rust te verkrijgen.

Albert Sonnevelt spreekt van “kort geluk - lange pijn of korte pijn - lang geluk”21

Een voorbeeld: Wanneer stop je met snoepen? De ‘onrust reden’ is dat je er zo ontzettend van baalt, je bang wordt voor de gevolgen voor je gezondheid of dat het te veel geld gaat kosten. De ‘rust reden’ kan zijn dat je een beter conditie krijgt met een slanker lichaam en een hogere levensverwachting in het verschiet ligt. Iedereen die regelmatig op dieet gaat, kent de positieve kanten van het stoppen, maar de negatieve gevolgen van het steeds weer gaan snoepen zijn nog onvoldoende voelbaar.

Onrust vermijden komt voort vanuit een afwachtende houding. Je kunt je gewone (veilige) gang gaan en je komt pas in actie als het probleem zich in alle heftigheid aandient. Rust verkrijgen vraagt meer eigen initiatief. Je moet NU iets doen om daar op de langere termijn de vruchten van te plukken. Hiervoor moet je preventief al in beweging komen en dat is voor veel mensen net een stap te ver.

8.3.3 Kiezen vanuit de wet van oorzaak en gevolg

Je leven op deze aarde is gebonden aan een aantal wetmatigheden: er is geen licht zonder donker. Geen warm zonder koud. Geen boven zonder beneden. In deze wereld van polariteiten ben je ook gebonden als je een keuze wilt maken. Als je kiest voor korte rust, dan zit je automatisch vast aan een langere onrust. Andersom is natuurlijk ook het geval: kies je ervoor om nu door de zure appel heen te bijten, dan heb je daar op de lange termijn veel meer plezier van. Als je dit besef tot je door laat dringen, dan kun je wellicht ook accepteren dat het proces van kiezen soms leuker is dan de uiteindelijke beslissing zelf. In de hele weg van wikken en wegen leer je steeds meer van jezelf kennen. Je wordt je bewuster van je sterke en zwakke

21 Sonnevelt, A. (2012). De levenscode. Zaltbommel: Educure BV.

(21)

kanten. Je ontwikkelt je juist door af en toe flink op je neus te vallen. Het is

onvermijdelijk zonder die tegenslagen te groeien. Uiteindelijk zal het je alleen maar een groter gevoel van rust en dankbaarheid opleveren. Je zal op het eind van je leven misschien meer groeven in je gezicht hebben, maar je ogen zullen sterker stralen.

8.3.4 Van tobsport naar topsport

Om het keuzeprincipe van korte rust/lange onrust en korte onrust/lange rust nog wat duidelijker te maken, nemen we als voorbeeld het beginnen met sporten. Je hebt wellicht besloten dat je iets meer aan je gezondheid wilt gaan doen. Je weet dat bewegen een prima manier is om je vitaliteit te stimuleren. Zeker als je weet dat

meteen na matig intensieve lichaamsbeweging zoals bijvoorbeeld wandelen, de witte bloedlichaampjes in het bloed met 150 tot 300% toenemen.

Stel nu dat je besluit om vanaf morgen iets te gaan doen aan lichaamsbeweging. Je hebt geen tijd om dat op een ander tijdstip van de dag te doen dan in de vroege ochtend. Dus je neemt de voorafgaande avond het besluit om een halfuur eerder

op te staan. Wie zou dat nou niet willen? Je zet de wekker een halfuur eerder.

De volgende ochtend is het zover: je wekker gaat een halfuur eerder af dan je gewend bent. Wat is dan je keuze? Meestal is het korte rust, lange onrust. Je blijft liggen, omdat je altijd wel een reden kunt bedenken waarom je in bed kunt blijven liggen: ”Heb je al naar buiten gekeken? Met dit weer is het niet gezond om te gaan sporten. Ik heb mijn slaap nodig. Volgens mij is het morgen een betere dag.” Je voelt je de rest van de dag wel een slapjanus, omdat je niet eens in staat bent om een half-

uur eerder uit je bed te komen: korte rust/lange onrust.

De andere kant ken je ook. Je komt moe thuis van je werk en je vrienden bellen je op.

“Kom, we gaan dansen” en je gaat met ze mee. Je werkt jezelf volledig in het zweet en als je dan ‘s avonds onder de douche staat, voel je de tinteling van energie door je lichaam stromen. Daar kun je dan nog dagen plezier van hebben. Dit is een mooi voorbeeld van korte onrust, maar lange rust.

Sonnevelt wil bijdragen aan kwalitatief goed

leven voor iedereen. Dit vraagt om een hoog

kwaliteitsniveau. Lees hier meer over onze

kwaliteit.

(22)

8.3.5 Iedere verslaving geeft korte rust, maar lange onrust

Welke vorm van verslaving je ook kiest: eten, gokken, drinken, werken, tv-kijken, seks of drugsverslaving, ze geven allemaal een tijdelijke vervulling met een goed gevoel, maar vrij snel daarna heb je al een lange onrust; in welke vorm dan ook. Deze kortetermijnbevrediging duurt steeds korter en alle bij- en nawerkingen duren steeds langer.

Als je bijvoorbeeld van je eetverslaving wilt afkomen, plak dan op de koelkast en op de koekjestrommel een grote sticker met daarop de woorden: ‘korte rust, lange onrust’. Dit zal je op zijn minst achter je oren doen krabben, met het besef dat je nu zelf een bewuste keuze hebt om al of niet ‘toe te happen’.

8.3.6 Een mens leeft als een ezel

Een ezel staat bekend als een koppig dier dat moeilijk vooruit te krijgen is wanneer hij dat niet wil. Er zijn eigenlijk maar twee manieren om hem in beweging te krijgen:

De stok: Door met een stok op zijn achterste te slaan, wordt de onrust groot genoeg om te gaan lopen.

De wortel: Door hem een wortel voor zijn neus te houden, is het

belang om in beweging te komen groot genoeg. Voor de ezel is de wortel aantrekkelijk genoeg, ook al kan hij hem niet direct opeten. Als je dus niet tot kiezen komt, is de reden nu duidelijk: de stok is nog niet onrustig genoeg of de wortel is nog niet aantrekkelijk genoeg. De wortel en de stok zijn afhankelijk van je persoonlijke waarden. De zwaarte van de wortel en de stok zijn afhankelijk van de invloed die de keuze heeft op je leven. In hoeverre geeft het resultaat van je keuze een bevrediging van je dieperliggende waarden?

8.3.7 De betekenis van eten

De mens heeft zes basiswaarden22 die hij steeds weer vervuld wil zien. Eten speelt een rol in het vervullen van deze basiswaarden. Op het moment dat je weet welke betekenis eten heeft, dan kun je de achterliggende waarde onderzoeken. Zeker als eten een probleem geeft, zou het iets kunnen vertellen over de mate van invulling van deze waarde in het leven. Eten is dan een surrogaat geworden. De zes basiswaarden zijn zekerheid, uitdaging, verbinding, uniek zijn, leren en bijdrage leveren.

1. Zekerheid

− Steun

− Houvast

− Evenwicht

− Vertrouwen

− Troost

− Veiligheid 2. Uitdaging

− Prikkel

− Doorbreken van sleur

− Spanning

− Opwinding

22 Sonnevelt, A. (2012). De levenscode. Zaltbommel: Educure BV.

(23)

3. Verbinding

− Samen zijn

− Sociaal contact

− Erbij horen

− Geaccepteerd zijn 4. Uniek zijn

− Waardering

− Zelfvertrouwen

− Anders zijn dan de rest

− Gevoel van eigenwaarde 5. Leren

− Groeien

− Contact met de wereld hebben 6. Bijdragen

− Bijdrage leveren aan de wereld

− Persoonlijk stempel zetten

− Zin en betekenis geven

8.3.8 Oefening: je eigen waarden bepalen

Om te ontdekken welke waarden voor jou in het leven belangrijk zijn, kun je nagaan bij jezelf wat je belangrijk vindt dat anderen van je denken, vinden of zeggen. Een voorbeeld: je wilt graag dat je vader over je zegt dat je zelfstandig beslissingen neemt.

Een waarde die je hieruit afleidt, is ‘zelfstandigheid’ of ‘onafhankelijkheid’. Nog een paar hulpmiddeltjes:

- Het lijkt misschien nog ver weg, maar het kan helpen om te bedenken wat je wilt dat mensen over je zeggen op je 75e verjaardag.

- Kijk goed naar mensen die je waardeert of bewondert. Welke eigenschappen en karaktertrekken bewonder je het meest in deze personen?

Je kunt zelf natuurlijk nog andere waarden bedenken.

Bepaal de vijf waarden die voor jou het belangrijkst zijn.

(24)

8.4 Eten kiezen, verzadigd raken en stoppen of doorgaan

8.4.1 Hongersoorten

Zodra iemand een impuls heeft om te gaan eten, zijn er drie mogelijkheden23: 1. zijn lichaam vraagt om voedingsstoffen: buikhonger,

2. zijn geest vraagt om een bepaalde smaak in de mond: smaakhonger of 3. er is sprake van een of andere vorm van onrust, die gedempt moet worden:

onrusthonger.

Buikhonger en smaakbehoefte zijn impulsen die bijdragen aan een gezond en prettig leven. Buikhonger zorgt dat je voedingsstoffen binnenkrijgt die je nodig hebt,

smaakbehoefte zorgt voor plezier. Het probleem is echter dat mensen vaak de impuls niet goed herkennen. Vaak denken mensen dat ze buikhonger hebben, terwijl er sprake is van onrust, of nog vaker: ze denken dat ze smaakbehoefte hebben, terwijl er sprake is van onrust. Onrust kan veel vormen aannemen en mensen zijn zich lang niet altijd bewust van wat er gebeurt als ze de neiging krijgen om te gaan eten.

8.4.2 Eten kiezen

Als iemand buikhonger heeft, doet hij er goed aan om iets voedzaams te eten. Het is dus belangrijk dat hij genoeg inzicht heeft om voedzaam eten te herkennen en op waarde weet te schatten. Vervolgens wordt belangrijk of hij voedzaam eten tot zijn beschikking heeft en of hij binnen zijn sociale omgeving in staat is die keuze te maken en (indien nodig) te verdedigen. Heeft iemand smaakbehoefte, dan heeft hij behoefte aan een heel specifieke smaak. In pure chocolade met hazelnoten, groene asperges, paprikachips ...

het kan feitelijk van alles zijn, maar het gaat altijd om een bepaalde smaak en andere dingen zijn niet goed genoeg. Wie een gevoel van onrust heeft en dat wil dempen met eten, neemt wat er beschikbaar is en wat op dat moment lekker lijkt. Hij is veel minder kieskeurig dan bij buikhonger of smaak-behoefte. Mensen eten dan van alles door elkaar.

23 Herwijnen, M. van. (2009). Weg met de weegschaal (3e ed.). Houten, Nederland: Spectrum.

impulsief eten

buikhonger

onrusthonger

smaakhonger

impulsief eten

buikhonger

onrusthonger

smaakhonger

voedzaam eten precies de

juiste smaak

(25)

8.5 De eetgrafiek

De eetgrafiek is een hulpmiddel om mensen inzicht te geven in hoeveel honger ze hebben door de dag heen en wanneer ze eten. Sommige mensen eten als ze buikhonger hebben, maar er zijn er ook die niet (direct) eten als ze honger hebben, waardoor ze het risico lopen later meer te eten dan nodig is. Ook zijn er mensen die eten voordat ze honger krijgen, omdat hun schema nu eenmaal zo is of omdat ze met anderen mee-eten. Dat zijn belangrijke dingen om op te merken. Als het kan en als de cliënt het wil, kan hij/zij vervolgens gaan experimenteren om de maaltijden beter af te stemmen op de buikhonger door de dag heen.

Voorbeelden van aandachtspunten bij de nabespreking:

Eerst een check: is wat je ziet ook wat de cliënt bedoelt? Voorbeeld: soms heeft iemand bij de honger-lijn na de maaltijden de honger niet tot 0 laten dalen, maar alleen een klein dipje gegeven. Meestal wordt dan toch bedoeld dat de honger tot 0 daalt. Of iemand heeft de stippen van de maaltijden allemaal op één hoogte gezet, terwijl ze wel een verschillende grootte hebben.

Vragen die je kunt stellen aan je cliënt:

- Wat valt je op aan je eigen grafiek?

- Eet je altijd als je buikhonger hebt of zijn er momenten dat dit niet zo is?

- Zijn er momenten dat je al een uur of langer buikhonger hebt, maar jezelf nog niets te eten geeft?

- Wat is het effect daarvan?

- Zijn er momenten dat je eet terwijl je (nog) geen buikhonger hebt? Wat is het effect ervan? Er zitten vrijwel altijd mensen bij die in de loop van de ochtend en in de loop van de middag buikhonger hebben, maar dan niets eten. Het is goed te vragen wat de reden daarvoor is, dan kun je daarop ingaan.

- Zijn er dingen die je bij wijze van experiment wel eens anders wilt gaan doen?

Zo ja, schrijf dan op wat je wilt gaan doen.

(26)

Studieadviseur

Tot zover de proefles van de opleiding Gewichtsconsulent.

Voor vragen over de opleiding kun je altijd contact opnemen met onze studieadviseur Jolien Mahler

0418 51 57 82 of stel je vraag direct aan de docenten tijdens een van onze open dagen.

www.sonneveltopleidingen.nl

Gewichtsconsulent

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een beloning voor een leeg bord of een straf voor onaangeroerde groenten maakt van eten een strijd die je niet kan

Meedelen dat je allergisch bent voor bepaalde ingrediënten Ik heb suikerziekte.. Bevat dit

Door deze dieetrichtlijnen te volgen zullen de andere aspecten van uw voedingsprogramma veel doeltreffender zijn Misschien kan u dit plan niet meteen perfect uitvoeren, maar

In deze producten zit vaak toegevoegd zout en bereidingsvetten die niet in de Schijf van Vijf staan.. Zelfgemaakte aardappelpuree van gekookte aardappelen en een beetje magere

Gezonde voeding zorgt voor: Een sterk immuunsysteem Meer energie Een goede mentale gezondheid Een betere omgang met klachten afkomstig van chronische problemen Sterkere botten

' Zoete' groenten als pompoen, rode biet, wortel, pastinaak lenen zich heel goed voor een toetje of gebak. Denk bijvoorbeeld ook aan vulling in cake, muffins

Deventer moest gewoon rustig aan geregeld trainen heel stuk aangenamer zullen deze methode, en eten en meer gezonder leven wanneer je voor zijn manier te gebruiken meer ideeën over

Vermijd fruitsappen, frisdranken en energiedranken� Die bevatten meestal veel suikers en weinig tot geen essentiële voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen�.. Geen tijd om