Inlichtingen bij dhr. A. Sikking, telefoonnummer 06-23261483 e-mailadres: post@gelderland.nl
Antwoord op Statenvragen PS2017-46 Arnhem, 7 maart 2017 zaaknr. 2017-001495
De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid Anna-Lena Hedin-Penninx ( PvdA ) over Stand van zaken Woonagenda’s
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het Statenlid Anna-Lena Hedin-Penninx toekomen.
Inleiding van de vragensteller:
De PvdA Gelderland maakt zich grote zorgen over het aantal beschikbare toegankelijke en betaalbare huurwoningen in Gelderland.
Eind maart 2016 heeft de PvdA vragen gesteld over het aantal betaalbare en toegankelijke woningen voor kwetsbare doelgroepen in Gelderland. Toen werd door GS aangegeven
dat de monitor Wonen en Zorg in oktober 2016 beschikbaar zou zijn en dat men daarna met de regio’s in overleg zou gaan. Het wordt de hoogste tijd dat we woningen in Gelderland ook gaan verduurzamen op het gebied van toegankelijkheid. In Gelderland moet het goed wonen zijn voor iedereen en zeker de kwetsbare groepen moeten hierbij extra aandacht krijgen.
Initiatieven die sociale huurwoningen willen gaan bouwen die ook geschikt zijn voor kwetsbare groepen moeten snel gerealiseerd kunnen worden. Daarom heeft de PvdA de volgende vragen:
Vraag 1 :
Deelt GS de zorgen van de PvdA Gelderland betreffende het tekort aan betaalbare en toegankelijke sociale huurwoningen?
Antwoord:
Uit gesprekken die in het kader van de woonagenda met gemeenten en corporaties gevoerd worden, bereiken ons ook signalen dat op korte termijn een tekort is aan dit type woningen. Het streven naar een woningmarkt die zowel op kwantitatief als op kwalitatief vlak op korte en lange termijn aansluit op de vraagontwikkeling is de belangrijkste doelstelling van het Gelderse woonbeleid. Er is op een beleid ingezet dat zich meer richt op het ontwikkelen van kwaliteit en flexibiliteit in plaats van het zomaar toevoegen van woningen. Juist deze focus op kwaliteit en flexibiliteit moet ervoor zorgen dat de mismatch op de woningbouwmarkt verkleind wordt.
Vraag 2 :
Is GS naar aanleiding van de uitkomsten van de Monitor Wonen & Zorg 2016 in gesprek gegaan met de regio’s? Welke concrete acties zijn hieruit naar voren gekomen in de verschillende regio’s?
Antwoord:
GS hebben de informatie uit de monitor aan de regio’s aangeboden. Eind 2016 is gestart met het presenteren van de resultaten in de regio’s. Op regionaal niveau zijn daar nog geen concrete acties uit voortgekomen, maar enkele gemeenten zijn op individuele basis reeds met de informatie aan het werk gegaan. In de regio Achterhoek is een eerste aanzet gemaakt voor een regionale aanpak. Het
gesprek met regio’s over wonen en zorg is niet alleen beperkt tot de uitkomsten van de
woningmarktmonitor. In de regionale woonagenda’s is wonen en zorg altijd, maar wel voor elke regio verschillend, opgenomen als aandachtsveld. In dat kader voeren wij ook over wonen en zorg
gesprekken in de regio’s. De uitkomst van de monitor helpt bij de bewustwording en urgentiegevoel bij gemeenten en andere partijen.
2 Vraag 3 :
Hoeveel sociale huurwoningen gaan er dit jaar gebouwd worden in de verschillende regio’s? Wordt hierbij rekening gehouden met toegankelijkheid voor kwetsbare groepen? Welke instrumenten heeft GS om het aantal te bouwen betaalbare en toegankelijke woningen te verhogen?
Antwoord:
De provincie houdt gegevens bij over de gemeentelijke woningbouwplanning. Gemeenten hebben circa 14.000 sociale huurwoningen in de planning staan, waarvan bijna 8.000 in harde plancapaciteit.
Hoeveel woningen hiervan concreet dit jaar gebouwd worden is niet bekend. In de bijgehouden informatie zijn ook geen gegevens opgenomen over de toegankelijkheid van deze woningen voor kwetsbare doelgroepen.
GS hebben geen instrumentarium om het aantal te bouwen betaalbare en toegankelijke woningen te verhogen als dat noodzakelijk zou zijn. Gemeenten, corporaties en zorgaanbieders moeten
gezamenlijk zorgdragen voor voldoende aanbod voor kwetsbare groepen.
Omdat de provincie vanuit haar rol bij de woningbouwprogrammering geen belemmeringen wil opleggen hebben GS gemeenten de ruimte geboden om op korte termijn, mits onderbouwd en afgestemd met corporatie en regiogemeenten, extra sociale huurwoningen te kunnen toevoegen als gevolg van de extra druk door statushouders. Deze extra ruimte kunnen gemeenten gebruiken om snel sociale huurwoningen toe te voegen aan hun bestaande woningvoorraad en daarmee ruimte te creëren voor kwetsbare groepen.
Of er daadwerkelijk een tekort aan woningen is, of dat het (ook) gaat om het tijdig beschikbaar krijgen en kunnen toewijzen van deze woningen is een vraag die corporaties en gemeenten in de regio samen moeten beantwoorden. Ons streven is de partijen bewust te maken van de noodzaak van kwalitatief en flexibel programmeren, waarbij de focus verschuift van het bouwen voor de huidige vraag, naar het toekomstgericht bouwen. Met kwalitatief en flexibel programmeren op basis van prognoses van de huishoudensontwikkeling kunnen de regio’s de woningmarkt nu al
toekomstgerichter inrichten.
Vraag 4 :
Hoe verlopen de gesprekken met woningcorporaties, zorginstellingen en gemeenten? Wordt in deze overleggen ook besproken wat er nodig is om op korte termijn het aantal woningen voor kwetsbare doelgroepen toe te laten nemen en bestaande woningen aan te passen? Zijn er initiatieven die niet van de grond komen en wat is daar de reden van?
Antwoord:
Op lokaal niveau vinden in de meeste gemeenten gesprekken tussen de stakeholders plaats. Op een aantal plekken zoals de gemeente Heumen, Wijchen en Lochem is dat ook succesvol. Winst is te behalen door gesprekken met stakeholders ook bovenlokaal te voeren, waardoor meer kansen in samenwerking kunnen worden benut. De schaal van de gesprekken kan verschillen al naar gelang de opgave. Desgewenst kan de provincie hierin faciliteren.
De Monitor wonen en zorg biedt aanknopingspunten om ook in andere gebieden de samenwerking tussen partijen te bevorderen. Goede samenwerking is zowel voor de korte als lange termijn een belangrijke voorwaarde voor voldoende en passende woningen voor kwetsbare groepen. Waar nodig en gewenst ondersteunen GS dit met expertise of procesondersteuning.
Groot knelpunt bij het creëren van oplossingen vormen de ontwikkelingen in landelijke wet- en regelgeving. De scheiding van de financieringsvormen voor “wonen en zorg” en “passend toewijzen”
zijn daar twee duidelijke voorbeelden van. Door het scheiden van de financieringsstromen is het lastiger om in geval van nieuw- of verbouw tot een sluitende businesscase te komen.
3
Passend toewijzen maakt het bijna onmogelijk voor corporaties om aangepaste sociale huurwoningen met een huurprijs boven de tweede aftoppingsgrens (618 euro) aan de laagste inkomensgroepen toe te wijzen. Een oplossing hiervoor is dat corporaties voor deze woningen de huur verlagen, maar dat kan alleen als de draagkracht van de betreffende corporaties daarvoor voldoende is. Dit knelpunt is al onderwerp van gesprek tussen corporaties en de minister.
In de regio’s met een lage groeiverwachting en weinig druk op de sociale huurmarkt zijn corporaties terecht zeer voorzichtig met het toevoegen van nieuwe woningen. Het instrument van nieuwbouw is dan dus niet inzetbaar, tenzij daar sloop tegenover staat.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris
