Piet's avonturen
Kriwub
bron
Kriwub, Piet's avonturen. G.B. van Goor Zonen, Gouda 1923
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kriw001piet01_01/colofon.php
© 2010 dbnl
Piet's avonturen
Piet was een wilde jongen. Hij verzon altijd dwaze streken. Het was zijn liefste wensch de wijde wereld te zien, maar hoe zou hij dat aanleggen? Geld had hij niet en zijn ouders zouden het ook niet goed vinden, dat hij op reis ging. Op een morgen zag hij aan den kant van den weg een man met luchtballons zitten, die kalm zijn pijpje rookte. De ballons had de man aan een boompje vastgebonden. Och, wat lokten die mooie kleurige ballons onzen Piet aan. Stilletjes sloop hij naderbij om de ballons los te maken. Maar wat gebeurde. Pas had hij de ballons van den boom losgemaakt of daar zweefde Piet al in de lucht. De koopman bemerkte het met schrik en hij holde Piet nog na, maar tevergeefs. Piet steeg al hooger en hooger en eindelijk kon de koopman hem in het geheel niet meer zien.
Kriwub, Piet's avonturen
3
Kriwub, Piet's avonturen
De luchtreis ging altijd maar hooger en toen Piet van zijn eersten schrik bekomen was dacht hij er aan, dat hij altijd zoo graag de wijde wereld had willen zien. Maar nu had hij daar heelemaal geen lust meer in.
O hoe graag zou hij nu weer thuis zijn geweest. Dat was echter niet meer mogelijk en hij moest zich in zijn lot schikken.
Nu zweefde hij al boven het stadje, waar hij woonde en toen hij over den kerktoren vloog, vergat de weerhaan van schrik om zich met zijn kop naar den wind te keeren, zooals toch zijn plicht was.
Al maar verder ging de reis over rotsen en over de wijde, wijde zee. Alleen een paar meeuwen hielden hem daar gezelschap.
Kriwub, Piet's avonturen
5
Kriwub, Piet's avonturen
Piet vloog over bergen en dalen, en eindelijk kwam hij boven een groote woestijn, waar hij niets zag dan zand. Hier begon hij al wat te zakken, zoodat hij dacht, dat hij wel spoedig zou landen. Daar kwam opeens een groote leeuw op hem aanspringen en hij rilde van angst. Gelukkig kon hij zijn beenen nog optrekken, waardoor hij juist aan het gevaar ontsnapte om door den muil van den leeuw gegrepen te worden. Nu gingen de ballons ook weer de hoogte in. Piet steeg tot boven de wolken. Terwijl hij daar zoo langs de wolken zweefde, voelde hij, dat deze nog zachter waren dan zijn bedje thuis, en hij begon er erg naar te verlangen, zich neer te kunnen leggen. Maar dat ging niet, want hij durfde de ballons niet los te laten, omdat hij dan door de wolken heen op den grond zou vallen en dan misschien wel dood zou zijn.
Kriwub, Piet's avonturen
7
Kriwub, Piet's avonturen
Na een langen en vermoeienden tocht kwam Piet weer dichter bij den grond en onder zich zag hij prachtige palmbosschen.
Drie wilden hadden den veelkleurigen vlieger al lang gezien en dachten dat hij een groot wonder was, omdat zij nog nooit zooiets gezien hadden.
Piet was intusschen neergedaald en had de ballons weg laten vliegen. Doodmoe ging hij op een groot blad zitten.
Tot zijn verbazing kwamen daar drie wilden naar hem toe en knielden voor hem neer. Zij spraken een taal waarvan hij niets begreep.
Kriwub, Piet's avonturen
9
Kriwub, Piet's avonturen
Eerst begonnen zij om hem heen te dansen en daarna droegen zij hem al zingende en springende naar hun dorp. Daar aangekomen werd hij door alle bewoners omringd en met verbazig bekeken. Omdat zij hem voor een wonder aanzagen kozen zij hem tot hun opperhoofd.
Zij plaatsten hem boven op een troon en gaven hem een prachtige muts van roode veeren, die hij als teeken van zijn waardigheid op zette.
Piet vond dit vreemde leventje heel aardig, alleen had hij wel gewenscht, dat er een paar van zijn vriendjes waren overgekomen om hem te bewonderen als opperhoofd.
Jammer genoeg was dit niet mogelijk, omdat zijn vanderland te ver weg was. Wat zouden Vader en Moeder wel zeggen, als zij hun Piet hier eens hadden kunnen zien.
Kriwub, Piet's avonturen
11
Kriwub, Piet's avonturen
's Avonds als hij alleen in zijn hut lag, dacht Piet aan zijn ouders thuis. Wat zouden die een verdriet hebben en hoe zouden zij naar hem verlangen. Piet kreeg dan een diep bevrouw over zijn ondeugende streek en weende lang en bitter over het leed, dat hij zijn Vader en Moeder had aangedaan. Langzamerhand kreeg hij het heimwee en hij maakte een plan op om te ontvluchten en weer naar zijn vaderland terug te keeren. Op een nacht, toen iedereen in het dorp sliep, kroop hij uit zijn hut, sprong op een struisvogel en reed zoo hard als hij kon weg.
Een wachter had Piets vlucht ontdekt en was hem nog nageloopen. Gelukkig liep de struisvogel zoo snel als de wind en had Piet geleerd er goed op te blijven zitten, zoodat de wachter hem niet kon inhalen.
Kriwub, Piet's avonturen
13
Kriwub, Piet's avonturen
Na een langen rit door den woestijn kwam Piet eindelijk aan de zee en daar zag hij tot zijn groote vreugde een zeilschip voor anker liggen. Hij wuifde en riep net zoo lang tot de zeelieden hem zagen. Ze zonden dadelijk een roeibootje naar het strand om hem af te halen en aan boord van het schip te brengen. De kapitein van het schip was een goede man. Piet moest hem alles vertellen wat hij beleefd had en toen moest hij beloven nooit meer zulke streken uit te halen en zijn ouders nooit meer zulk een verdriet aan te doen. Dit beloofde Piet dan ook en nu ging 't vroolijk en wel over de wijde zee, naar huis.
Toen Piet weer thuis kwam werd hij met groote vreugde ontvangen en aan zijn vriendjes moest hij telkens en telkens weer vertellen van zijn ondervinding bij de wilden.
Kriwub, Piet's avonturen
15
Kriwub, Piet's avonturen