• No results found

Piet Worm, Nanne's reis · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Piet Worm, Nanne's reis · dbnl"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nanne's reis

Piet Worm

bron

Piet Worm, Nanne's reis. A.A.M. Stols, Maastricht 1938

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/worm007nann01_01/colofon.php

© 2010 dbnl / erven Piet Worm

(2)

Piet Worm, Nanne's reis

(3)

3

[Nanne's reis]

Ik ken een lief meisje, dat Nanne heet. Ze heeft een strik in haar krullen en haar jurkje is als een roosje zoo rood.

Op een goede dag schijnt de zon en is het warm in Nanne's tuintje. Dat vinden de poppen ook. Maar de vlindertjes niet, die houden van de warmte.

‘Goede middag, lief meisje.’ hoort Nanne plotseling en wat ziet ze...

Piet Worm, Nanne's reis

(4)

...een groote schildpad. ‘Goede middag, Nanne.’ ‘Goede middag Schildpad, waar gaat U naar toe?’

‘Ik ga naar Luilekkerland.’

‘Luilekkerland?’ vraagt Nanne, ‘daar ben ik nog nooit geweest.’

‘O,’ vertelt de schildpad, ‘in luilekkerland groeien de appels als kinderhoofdjes zoo groot, de pannekoeken vliegen gebakken en wel in je mond ...hé...’ en hij zucht ervan.

Nanne zegt: ‘Wat zou ik daar graag naar toe willen.’

‘Dat is heel eenvoudig,’ antwoordt de schildpad, ‘klim maar op mijn rug. Ik neem je mee.

Maar houd je stevig vast, hoor.’

Piet Worm, Nanne's reis

(5)

5

Piet Worm, Nanne's reis

(6)

...en daar gaan ze het tuinhek door, de straat op, tusschen de fietsen en auto's. Stapje voor stapje gaat de schildpad vooruit. Je weet, schildpadden kunnen niet hard loopen.

Piet Worm, Nanne's reis

(7)

7

Piet Worm, Nanne's reis

(8)

Maar daar komt een groote hond aan. Hij begint hard te lachen. ‘Ha! ha!’ lacht de hond, ‘ha! ha! ha! Wie gaat er nu op de rug van een schildpad zitten, zoo kom je nooit in luilekkerland! Ga maar op mijn rug zitten, dan zul je eens zien hoe gauw je er bent. Ik kan zóó hard loopen!’ Vlug wipt Nanne op de rug van de hond

en...tjoep!...daar gaat-ie... met groote sprongen!

Kijk die arme schildpad eens huilen...hoe kan Nanne hem zoo alleen laten.

Piet Worm, Nanne's reis

(9)

9

Piet Worm, Nanne's reis

(10)

Het duurt niet lang of de hond wordt moe. ‘Nou,’ zegt Nanne boos, ‘jij bent me ook een mooie. Jij loopt nu niet harder dan de schildpad.’

Daar komt een paardje aangestapt. ‘Ha! ha!’ lacht het paard, ‘ha! ha! ha! Wie gaat er nu op de rug van een hond zitten! Zóó kom je nooit in luilekkerland. Klim maar op mijn rug, dan zul je eens zien hoe gauw je er bent.’

Piet Worm, Nanne's reis

(11)

11

Piet Worm, Nanne's reis

(12)

Maar ook het paard wordt moe.

Hij gaat er bij zitten. ‘Nou,’ zegt Nanne boos, ‘jij bent me ook een mooie.’ En terwijl ze dat zegt komt een roode auto naast haar rijden.

‘Toe-toe-toe-t,’ doet de auto. ‘Ha! ha! ha!’ lacht de chauffeur. ‘Wie gaat er nu op een paard naar luilekkerland!

Kom maar in mijn auto, dan ben je er zóó!’ En ‘r-r-r-r-r-r-r-r...t!.’ weg zijn ze.

‘Heerlijk,’ roept Nanne, ‘wat gaat dat hard!’

Piet Worm, Nanne's reis

(13)

12-13

Piet Worm, Nanne's reis

(14)

Maar... ‘stop,’ zegt de auto en hij staat stil. De bezine is op.

‘Nou,’ zegt Nanne tegen de chauffeur, ‘jij bent me ook een mooie! Wie brengt mij nu naar luilekkerland?’

‘Brom-m-m-m,’ daar komt een vliegmachine aangevlogen en daalt vlak bij Nanne neer. ‘Stapt U maar in,’ zegt de piloot tegen Nanne. ‘Brom-m-m-m,’ daar gaan ze de lucht in, steeds hooger en hooger.

Nu zal ik wel gauw in luilekkerland zijn,’ denkt Nanne.

Piet Worm, Nanne's reis

(15)

15

Piet Worm, Nanne's reis

(16)

Arme Nanne... daar komen groote zwarte wolken aan... Het zonnetje gaat weg, het wordt pikdonker. Nu gaat het nog regenen ook... en bliksemen...

en onweeren...

Piet Worm, Nanne's reis

(17)

17

Piet Worm, Nanne's reis

(18)

Het windje komt: hij zal met zijn bolle wangen die zwarte wolken wel

wegblazen... ...hij blaast en blaast zóó hard, dat de vliegmachine een buiteling maakt en Nanne hals over kop naar beneden valt!

‘Mamma!’ roept ze, ‘Mamma!’

Haar rokje is door de wind heel bol gaan staan. Loo daalt Nanne omlaag en...

Piet Worm, Nanne's reis

(19)

19

Piet Worm, Nanne's reis

(20)

Piet Worm, Nanne's reis

(21)

21

komt in een groen weitje terecht. Ze is geschrokken. Ze huilt. De bloemetjes vangen haar traantjes open de vogeltjes zingen een vroolijk deuntje, om alles weer te vergeten.

Als ze opkijkt, ziet ze héél in de verte de roode auto staan en daar zitten de schildpad, de hond, het paard en de chauffeur in. De auto heeft weer benzine en wil juist wegrijden. ‘Kijk!’ roept de schildpad, ‘daar is Nanne!’ Hard loopt Nanne naar de auto toe en zegt: ‘Ik wil naar Mammie!’

‘Stap maar in!’ roepen ze alle vier tegelijk, ‘wij zullen je thuis brengen, hoor!’

Piet Worm, Nanne's reis

(22)

en daar gaan ze... ‘r-r-r-r-r...t!’

Piet Worm, Nanne's reis

(23)

23

Wat waren de poppen blij dat Nanne weer thuis was.

Piet Worm, Nanne's reis

(24)

Piet Worm, Nanne's reis

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Eerst bracht hij Jacob terug naar de hut waar de twee oude mannen niet meer zaten... cob kreeg de opdracht zo gewoon mogelijk te doen en verder maar af

Dat is helemaal niet netjes voor een dame maar Neeltje voelt zich geen dame, ze is een dienstmeid en dat zal ze haar hele leven blijven, tot ze trouwt en dan kan ze als

Ik, Balthazar Gerard, uit Willafans in Bourgondië, laat weten aan allen, dat ik al sedert zes jaar en evenzo sedert de tijd dat de vrede van Gent verbroken en geschonden werd

Toch kon hij niets begrijpelijks terug zeggen, hij had het gevoel dat de woorden ergens in zijn geheugen er wel waren, maar ze kwamen niet te voorschijn.. ‘In de dorpen is het

Het zijn er veel te veel, daar kun je niets tegen beginnen.’ Mopperend gaat moeder met Marieke naar binnen!. De kinderen durven nu weer en gooien met stenen; rinkelend breken

Hij gaat terug naar het huis en ziet daar moeder Agnes en de meisjes.. Ze zitten stil bij de tafel, wat zou

Als hij met gestolen goed thuis kwam zouden zijn vader en moeder daar niet blij mee zijn, dat wist hij heel zeker.. Hij hield de munten die de Zweed hem gaf, en hij had

Thomas is blij dat hij weer naar huis kan, maar hij zal vrouw Wilson missen. ‘We kunnen toch wel alle drie naar ons dorp gaan’,