• No results found

Jaarverslag van de Commissie van beroep hbo en mbo 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jaarverslag van de Commissie van beroep hbo en mbo 2019"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Jaarverslag van de Commissie van beroep hbo en mbo

2019

(2)

2

Inhoudsopgave

Woord vooraf ... 3

1. Samenstelling van de Commissie van beroep mbo en hbo ... 4

2. Stichting Onderwijsgeschillen ... 6

2.1 Het secretariaat ... 6

2.2 Het Expertisecentrum ... 6

2.3 Website en Social media ... 6

3. Beroepen hoger onderwijs ... 8

3.1 Aangesloten scholen ... 8

3.2 Onderwerpen van beroepen ... 8

3.3 Behandelde beroepen ... 9

3.4 Mondelinge behandeling / vereenvoudigde behandeling / voorlopige voorziening / mediation ... 11

4. Beroepen middelbaar beroepsonderwijs ... 13

4.1 Aangesloten scholen ... 13

4.2 Onderwerpen van beroepen ... 13

4.3 Behandelde beroepen mbo ... 13

4.4 Mondelinge behandeling / vereenvoudigde behandeling / voorlopige voorziening / mediation ... 16

5. De samenvattingen van de uitspraken van de Commissie hbo en mbo ... 17

(3)

3 Voor u ligt het jaarverslag 2019 van de Commissie van beroep hbo en

mbo.

De trend dat het aantal aanhangig gemaakte beroepen afneemt heeft zich in 2019 doorgezet. In tegenstelling tot bij het funderend onderwijs

is geen toename van het aantal beroepen te verwachten door de invoering per 1 januari 2020 van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Met de invoering van deze Wet wijzigt de eenzijdige aanstelling van het personeel in het openbaar onderwijs in een arbeidsovereenkomst, waardoor voor het personeel in het funderend onderwijs de rechtsgang naar de Commissie van beroep funderend onderwijs openstaat.

In het hbo en mbo zijn immers geen openbare instellingen en stond voor alle werknemers deze rechtsgang naar de Commissie van beroep hbo en mbo reeds open.

Het afgelopen jaar heeft de Commissie in totaal 32 zaken in behandeling gehad, waarvan 12 afkomstig uit het hbo en 20 uit het mbo. Dit heeft geleid tot in totaal 11 uitspraken.

Een groot deel van de beroepen wordt ingetrokken, vaak kort voor de zitting. Aannemelijk is dat een deel van de geschillen onder de druk van de aanstaande zitting alsnog in der minne wordt geregeld. Soms is de arbeidsovereenkomst tussen partijen inmiddels beëindigd en is er geen belang meer voor de werknemer bij een verdere behandeling van zijn of haar beroep.

Soms zijn partijen met elkaar in mediation geweest, hetgeen uitkomst kan bieden, zeker als partijen nog met elkaar verder willen. Onderwijsgeschillen heeft 3 MfN-gecertificeerde mediators in dienst, die u graag verder informeren over de mogelijkheid van mediation.

Voor welke wijze van geschilbeslechting ook wordt gekozen, belangrijk is dat er voortvarend wordt gehandeld. Als zaken te lang op zijn beloop worden gelaten, escaleert het conflict vaak alleen maar meer. Dat is een van de redenen waarom voorzien is in de mogelijkheid om ook een voorlopige voorziening te vragen bij de voorzitter van de Commissie. Indien er een spoedeisend belang is, wordt dit verzoek op korte termijn behandeld. Voor de Commissie blijven de doorstroomtermijnen van de beroepen dan ook een belangrijk aandachtspunt.

Loe Sprengers Voorzitter

Woord vooraf

(4)

4

1. Samenstelling van de Commissie van beroep hbo en mbo

De leden van de Commissie van beroep hbo vormen een personele unie met de leden van de Commissie van beroep mbo. De leden van de Commissie van beroep hbo vormen tevens een personele unie met de sectorale ontslagcommissie hbo.

Tijdens het verslagjaar was de samenstelling van de Commissie als volgt:

mr. L.C.J. Sprengers mr. C.H. Kemp – Randewijk

voorzitter vicevoorzitter

dr. E. Berendsen MHR mr. drs. G.W. van der Brugge drs. F.W.C. Coppelmans

lid werkgevers lid werkgevers lid werknemers

drs. H. Donkervoort C.J. Duinmaijer mr. B. Euser

lid werkgevers lid werknemers lid werkgevers

mr. drs. F. Veenstra F. van der Vlugt

lid werknemers lid werknemers

(5)

5 De leden van de Commissie van beroep hbo zijn benoemd door de werkgevers- en

werknemersorganisaties betrokken bij de cao hbo.

De leden voor de Commissie van beroep mbo zijn benoemd door de werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken bij de cao mbo.

(6)

6

2. Stichting Onderwijsgeschillen

2.1 Het secretariaat

De Commissie van beroep hbo-mbo is door de cao-partijen ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen te Utrecht.

Onderwijsgeschillen heeft een professioneel bureau met een team van deskundige medewerkers, waaronder ervaren onderwijsjuristen, een professioneel secretariaat en kennismedewerkers. Onderwijsgeschillen zorgt voor de facilitaire, administratieve en juridische ondersteuning van onder meer de Commissie van beroep hbo en mbo.

Daarnaast biedt Onderwijsgeschillen mediation aan als oplossing van geschillen. Daarvoor heeft de organisatie een aantal MfN- gecertificeerde mediators in dienst.

De coördinerend secretaris van de Commissie van beroep hbo en mbo is mr. Roswitha de Bekker.

Stichting Onderwijsgeschillen is ingericht volgens het governance model, waarin bestuur en toezicht van de organisatie gescheiden zijn in twee statutaire organen.

De Raad van Toezicht is als volgt samengesteld:

 de heer mr. H.T. van der Meer, voorzitter, president Gerechtshof Amsterdam

 mevrouw mr. drs. C.W.M. Dullaert, lid, directeur Le Tableau B.V.

 de heer drs. B.J.F. Fransen MSc, lid, interimbestuurder/ toezichthouder / bestuursadviseur

In het verslagjaar was mr. H.E. (Hilde) Mertens directeur/bestuurder bij Onderwijsgeschillen Per 1 februari 2020 is zij opgevolgd door mr. C. (Cécile) de Vos.

2.2 Het Expertisecentrum

Kwaliteit vereist voortdurende aandacht. Daarom heeft Onderwijsgeschillen een

Expertisecentrum, samengesteld uit onafhankelijke externe deskundigen, dat gericht is op de verbetering van de kwaliteit van de geschilbeslechting in het onderwijs. De

werkzaamheden van het Expertisecentrum hebben effect op de inhoud en organisatie van geschilbeslechting en de werkwijze van de commissies.

2.3 Website en Social media

Website Onderwijsgeschillen

Onderwijsgeschillen heeft een website www.onderwijsgeschillen.nl

Op deze website vindt u informatie over de verschillende commissies die zijn

ondergebracht bij Onderwijsgeschillen, waaronder de Commissie van beroep hbo en de

(7)

7 Commissie van beroep mbo. Per Commissie is er een korte uitleg gegeven en onder

verschillende tabbladen vindt u onder meer het reglement, de relevante wet en regelgeving en de uitspraken/adviezen van de betreffende Commissie.

Verder bevat de website actualiteiten, activiteiten en publicaties op gebied van beroeps onderwijs.

Nieuwsbrief

Onderwijsgeschillen geeft maandelijks een nieuwsbrief uit die een overzicht bevat van de uitspraken en adviezen die door Onderwijsgeschillen zijn gepubliceerd in de voorgaande maand, waaronder de uitspraken van de Commissie van beroep hbo en de uitspraken van de commissie van beroep mbo.

Aanmelding voor deze nieuwsbrief kan via de website.

Alle actualiteiten op de websites worden ook gedeeld via Twitter en LinkedIn.

(8)

8

3. Beroepen hoger onderwijs 3.1 Aangesloten scholen

Alle hbo-instellingen zijn, op grond van de cao hbo hoofdstuk S, artikel S-2, automatisch aangesloten bij deze landelijke Commissie.

3.2 Onderwerpen van beroepen

Iedere werknemer in het hoger beroepsonderwijs (hbo),die het niet eens is met bepaalde besluiten van zijn werkgever, kan daartegen in beroep gaan bij de Commissie van beroep hbo. De Commissie is bevoegd om te oordelen over besluiten die in de cao hbo zijn genoemd als besluiten waartegen de werknemer bij de Commissie beroep kan instellen.

 schorsing als ordemaatregel (artikel P-1 cao hbo);

 disciplinaire maatregel, bestaande uit:

schriftelijke berisping (artikel P-3 lid 2 onder a cao hbo)

overplaatsing (artikel P-3 lid 2 onder b cao hbo)

schorsing (artikel P-3 lid 2 onder c cao hbo)

De uitspraken van de Commissie zijn bindend (artikel S-2 lid 5 cao hbo).

(9)

9

3.3 Behandelde beroepen

Totaal aantal beroepen in behandeling: 12

 beroepen resterend uit 2018 2

 in 2019 aanhangig gemaakt 10

 ingetrokken 5

 aantal uitspraken 3

 behandeling nog niet afgerond op 31.12.19 4

3

5 4

Totaal in behandeling : 12

uitspraken ingetrokken

nog niet afgerond 31.12

(10)

10

Beroepen ingesteld tegen:

Uitgebrachte oordelen: 3

1

8

3 0

1 2 3 4 5 6 7 8 9

overplaatsing schorsing als ordemaatregel schriftelijke

waarschuwing/berisping

1 2

gegrond niet-ontvankelijk

(11)

11

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren :

3.4 Mondelinge behandeling / vereenvoudigde behandeling / voorlopige voorziening/mediation

De Commissie houdt in elk beroep in beginsel een hoorzitting waarin partijen hun standpunten mondeling kunnen toelichten en vragen van de Commissie kunnen beantwoorden.

De Commissie die het geschil mondeling behandelt bestaat uit 3 personen: de voorzitter, een lid dat is benoemd op voordracht van de werkgevers, en een lid dat is benoemd op

voordracht van de werknemers.

In 2019 heeft de Commissie 5 beroepen mondeling behandeld. Hiervan zijn er 2 gevoegd behandeld en nog niet afgerond op 31 december 2019.

Soms houdt de Commissie geen zitting en doet de Voorzitter van de Commissie alleen uitspraak ‘in vereenvoudigde behandeling’. Artikel 3 van het reglement van de Commissie geeft die mogelijkheid in het geval de voorzitter van oordeel is dat de Commissie kennelijk onbevoegd is, het verzoek ‘kennelijk niet-ontvankelijk’ dan wel ‘kennelijk ongegrond’ is.

Er kunnen omstandigheden zijn waardoor het voor een werknemer belangrijk is om snel te weten waar hij/zij aan toe is. De werknemer kan dan op grond van artikel 18 van het reglement van de Commissie aan de voorzitter van de Commissie een voorlopige uitspraak vragen. De werknemer moet in zijn/haar verzoek aangeven waarom hij/zij een spoedeisend belang heeft en niet kan wachten op het definitieve oordeel van de Commissie. Zo’n uitspraak

totaal in

behandeling ingetrokken uitspraken niet afgerond 31.12

2019 12 5 3 4

2018 11 3 6 2

2017 16 7 7 2

2016 17 8 5 4

2015 40 19 13 8

12

5 3 4

11

3 6

2 16

7 7

2 17

8 5 4

40

19

13

8

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45

(12)

12 van de voorzitter van de Commissie is een voorlopige voorziening. Een definitieve uitspraak

volgt pas als het beroep door de Commissie behandeld is.

Onderwijsgeschillen biedt mediation aan bij alle soorten conflicten in het onderwijs. Bij

Onderwijsgeschillen zijn 3 MfN-geregistreerde mediators werkzaam, die gespecialiseerd zijn in de verschillende conflicten in het onderwijsveld. Ook bij conflicten tussen werkgever en werknemer.

Alle scholen die bij Onderwijsgeschillen zijn aangesloten kunnen gebruik maken van mediation.

Meer informatie over mediation vindt u op de website.

(13)

13

4. Beroepen middelbaar beroepsonderwijs 4.1. Aangesloten scholen

In het verslagjaar zijn 48 mbo instellingen aangesloten bij de Commissie.

4.2 Onderwerpen van beroepen

De Commissie van beroep mbo is bevoegd te oordelen over een door de werkgever genomen besluit over (artikel 12.2 lid 2 cao mbo):

 een disciplinaire maatregel, met uitzondering van ontslag;

 schorsing als ordemaatregel;

 het direct of indirect onthouden van bevordering;

 het niet toekennen van het verzoek van de werknemer tot vermindering van de omvang van de betrekking op grond van de Wet flexibel werken.

4.3 behandelde beroepen mbo

Totaal aantal beroepen in behandeling: 20

 beroepen resterend uit 2018 4

 dit kalenderjaar ingediend 16

 ingetrokken 8

 aantal uitspraken 8

 behandeling nog niet afgerond op 31.12. 4

(14)

14

Beroep ingesteld tegen:

8

8 4

Totaal in behandeling : 20

uitspraken ingetrokken

niet afgerond 31.12

9

2 2

4

2 0

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

berisping overplaatsing

disciplinaire maatregel schorsing

onthouden promotie

(15)

15

Uitgebrachte oordelen:

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren:

6 2

gegrond niet-ontvankelijk

Totaal in

behandeling Uitspraken Ingetrokken Niet afgerond op 31.12

2019 20 8 8 4

2018 18 4 10 4

2017 16 7 7 2

2016 17 4 11 2

2015 48 23 25 0

20

8 8

4 18

4 10

4 16

7 7

2 17

4

11

2 48

23 25

0 0

10 20 30 40 50 60

(16)

16

4.4 Mondelinge behandeling / vereenvoudigde behandeling / voorlopige voorziening/mediation

De Commissie houdt in elk beroep in beginsel een hoorzitting waarin partijen hun standpunten mondeling kunnen toelichten en vragen van de Commissie kunnen beantwoorden.

De Commissie die het geschil mondeling behandelt bestaat uit 3 personen: de voorzitter, een lid dat is benoemd op voordracht van de werkgevers, en een lid dat is benoemd op

voordracht van de werknemers.

In 2019 heeft de Commissie 7 beroepen mondeling behandeld.

Soms houdt de Commissie geen zitting en doet de Voorzitter van de Commissie alleen uitspraak ‘in vereenvoudigde behandeling’. Artikel 3 van het reglementvan de Commissie geeft die mogelijkheid in het geval de voorzitter van oordeel is dat de Commissie kennelijk onbevoegd is, het verzoek ‘kennelijk niet-ontvankelijk’ dan wel ‘kennelijk ongegrond’ is.

In 2019 heeft de voorzitter van de Commissie eenmaal een uitspraak in vereenvoudigde behandeling gedaan.

Er kunnen omstandigheden zijn waardoor het voor een werknemer belangrijk is om snel te weten waar hij/zij aan toe is. De werknemer kan dan op grond van artikel 18 van het reglement van de Commissie aan de voorzitter van de Commissie een voorlopige uitspraak vragen. De werknemer moet in zijn/haar verzoek aangeven waarom hij/zij een spoedeisend belang heeft en niet kan wachten op het definitieve oordeel van de Commissie. Zo’n uitspraak van de voorzitter van de Commissie is een voorlopige voorziening. Een definitieve uitspraak volgt pas als het beroep door de Commissie behandeld is.

Onderwijsgeschillen biedt mediation aan bij alle soorten conflicten in het onderwijs. Bij

Onderwijsgeschillen zijn 3 MfN-geregistreerde mediators werkzaam, die gespecialiseerd zijn in de verschillende conflicten in het onderwijsveld. Ook bij conflicten tussen werkgever en werknemer.

Alle scholen die bij Onderwijsgeschillen zijn aangesloten kunnen gebruik maken van mediation.

Meer informatie over mediation vindt u op de website.

(17)

17

5. Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie hbo en mbo

108508 – uitspraak 8 maart 2019

Beroep tegen onthouding promotie gegrond, omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Werknemer dient een verzoek in tot promotie van Docent LB naar Docent LC. Hij doet dit op grond van de geldende promotieregeling. Werknemer voldoet niet aan één van de voorwaarden,

namelijk het hebben van een hbo- of wo-diploma. Maar de werknemer doet beroep op een uitzonderingsregel, namelijk dat voor zijn vakgebied geen hbo- of wo-opleiding bestaat. De werkgever meent dat die uitzonderingsregeling niet van toepassing is en wijst de promotie af vanwege het ontbreken van een hbo- of wo-diploma.

Uitspraak Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

In het promotiebeleid is opgenomen dat als een medewerker docent is in een vakgebied waarvoor geen hbo- of universitaire opleiding bestaat, louter dit feit geen belemmering kan zijn voor

promotie naar LC. De Commissie oordeelt dat dit zo uitgelegd moet worden, dat het vakgebied gekoppeld moet zijn aan de hbo- of wo-opleiding die juist voor dat vakgebied opleidt. De stelling van de werkgever, dat omdat voor een groot deel van de vakken geen soortgelijke hbo-opleiding (meer) voorhanden is, het begrip vakgebied breed uitgelegd moet worden in die zin dat een hbo- of wo-opleiding moet worden gevolgd die gerelateerd is aan het vakgebied, volgt de Commissie niet. Daarmee zou een andere betekenis aan de uitzonderingsbepaling worden gegeven.

Voor het vakgebied waarin de werknemer docent is, bestaat geen hbo- of wo-opleiding. Daarom is de uitzonderingsbepaling op zijn situatie van toepassing en mocht de werkgever de promotie niet afwijzen enkel vanwege het ontbreken van een hbo- of wo-diploma.

108604 – uitspraak 26 april 2019

Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever deelt de werknemer schriftelijk mee dat hij, na een periode van

arbeidsongeschiktheid, niet kan terugkeren in zijn eigen werkzaamheden vanwege een verstoorde arbeidsrelatie tussen hem en het team en de leidinggevende. De werknemer stelt beroep in tegen de brief en voert aan dat sprake is van een disciplinaire overplaatsing.

Volgens de werkgever gaat het om een overplaatsing als ordemaatregel, bedoeld om de rust en orde te herstellen in de werksituatie in het team.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is niet-ontvankelijk.

(18)

18 Toelichting

Tegen een overplaatsing als disciplinaire maatregel staat beroep open bij de Commissie;

tegen een overplaatsing als ordemaatregel niet. Voor de beoordeling of de brief een disciplinair karakter heeft, is een aantal factoren van belang, zoals de terminologie in de brief, de constatering dat sprake is van plichtsverzuim, de context en eventuele andere aangekondigde maatregelen.

De brief spreekt niet over plichtsverzuim en onverantwoordelijk gedrag. De werkgever lijkt beoogd te hebben om een ordemaatregel op te leggen om de rust en orde binnen het team te herstellen nadat eerdere pogingen daartoe niet van de grond zijn gekomen. Bij gebreke van een voor beroep vatbare beslissing is het beroep niet-ontvankelijk.

De Commissie merkt daarbij op dat dit onverlet laat dat de werkgever de werknemer een passende werkplek en werkzaamheden moet aanbieden.

108568 –uitspraak 3 mei 2019

Beroep tegen berisping gegrond, omdat grensoverschrijdend gedrag van de werknemer niet vaststaat.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Drie studenten doen bij de vertrouwenspersoon melding van grensoverschrijdend gedrag van de werknemer. Hij zou onder andere seksistische opmerkingen hebben gemaakt. De werkgever kwalificeert het gedrag van de werknemer als ontoelaatbaar en

grensoverschrijdend en legt de werknemer een schriftelijke berisping op wegens plichtsverzuim.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werknemer geeft aan dat hij zijn opmerkingen in een andere context heeft gemaakt. De Commissie acht de verklaringen die de werknemer ten aanzien van de hem verweten gedragingen geeft aannemelijk. Bovendien heeft de werkgever nagelaten verder feitenonderzoek te doen.

Daarom staat niet vast dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag en is er geen sprake van plichtsverzuim.

108617 – uitspraak 8 mei 2019

Beroep tegen berisping gegrond. De opmerkingen van de werknemer leveren plichtsverzuim op, maar een berisping is gezien de omstandigheden geen passende maatregel

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Er doet zich een incident voor in de klas waarbij de werknemer, docent, bepaalde uitlatingen doet. Een van de studenten dient een klacht tegen hem in. De werkgever nodigt de

werknemer uit voor een gesprek, maar de werknemer verlaat dit gesprek voortijdig. Daarna

(19)

19 deelt hij de werkgever mee geen behoefte meer te hebben aan een vervolggesprek. De

werkgever merkt het handelen van de werknemer aan als plichtsverzuim en legt hem een berisping op.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Vaststaat dat de werknemer de gewraakte opmerkingen heeft gemaakt en op een vrij directe wijze met de student heeft gecommuniceerd. Dit levert plichtsverzuim op. De

werkgever heeft de maatregel mede opgelegd omdat de werknemer zich in het verleden ook schuldig zou hebben gemaakt aan soortgelijk gedrag. Maar dat is niet gebleken. De

werknemer is naar aanleiding van een eerder incident op school langere tijd

arbeidsongeschikt geweest en heeft zich destijds niet door zijn leidinggevenden gesteund gevoeld. Dat geeft hij nu ook aan. Hij heeft zich voorts ziekgemeld vanwege

spanningsklachten. Niet uit te sluiten is dat de werknemer druk heeft ervaren om het gesprek met de werkgever aan te gaan. De Commissie acht het opleggen van een maatregel gezien de omstandigheden niet gerechtvaardigd.

108701 - uitspraak 14 juni 2019

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond, omdat de verweerprocedure niet gevolgd is. De ontheffing van een deel van de werkzaamheden is een schorsing.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

Het team zegt het vertrouwen in de samenwerking met de werknemer op. Vervolgens mag hij niet meer deelnemen aan teamactiviteiten en moet hij de samenwerking met teamleden en participatie aan HR-projecten stopzetten. De werknemer merkt dit aan als een schorsing.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Schorsing is iedere tijdelijke ontheffing van de gehele of gedeeltelijke uitoefening van de functie van een werknemer.

De Commissie oordeelt dat feitelijk sprake is van een schorsing. De werknemer mag immers een essentieel deel van zijn werkzaamheden niet meer uitoefenen. En terugkeer van de werknemer in het team is volgens de werkgever niet mogelijk.

Omdat de werkgever de verweerprocedure, zoals opgenomen in de cao, niet heeft gevolgd, is het beroep gegrond.

108762 - uitspraak 21 juni 2019

Verzoek om schorsing van overplaatsing is bij wijze van voorlopige voorziening toegewezen: er lijkt sprake te zijn van een disciplinaire overplaatsing waarvoor de verweerprocedure niet is gevolgd.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs

(20)

20 Situatie

Na een rapport van de Onderwijsinspectie zet de werkgever een coachingstraject op om de teamcultuur te verbeteren. In dat kader vinden diverse team- en individuele gesprekken plaats. Naar aanleiding van geluiden vanuit het team over een onveilig werkklimaat, plaatst de werkgever drie personen uit het team over. Volgens de werkgever is er sprake van een organisatorische maatregel; maar de werknemer stelt dat het gaat om een disciplinaire maatregel van overplaatsing.

Uitspraak van de Voorzitter

De Voorzitter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe.

Toelichting

De werkgever heeft de werknemer overgeplaatst vanwege haar houding, gedrag en rol in het team, die de werkgever als onwenselijk ziet. Om die reden kan uit het bestreden besluit een disciplinair karakter worden afgeleid. Omdat de werkgever niet de

voornemenprocedure die geldt voor het opleggen van een disciplinaire maatregel heeft gevolgd, ziet de Voorzitter voldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat de Commissie het beroep in de hoofdzaak gegrond zal verklaren.

108476 – uitspraak 10 juli 2019

Beroep tegen schorsing als disciplinaire maatregel gegrond, omdat de werkgever de voornemenprocedure niet heeft gevolgd

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werknemer is werkzaam op het Examenbureau. In een functioneringsgesprek geeft zij aan een opleiding bij de werkgever te willen gaan volgen.

Een aantal maanden later schorst de werkgever de werknemer. De werkgever stelt dat de werknemer geen toestemming had de opleiding te volgen en dat zij haar leidinggevende niet had gemeld dat ze daadwerkelijk met de opleiding was gestart. Ook is het vertrouwen in de werknemer geschonden door de vermenging van de rol van de werknemer als student en medewerker van het Examenbureau.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Uit de inhoud van het besluit blijkt dat sprake is van een schorsing als disciplinaire maatregel en niet van een schorsing als ordemaatregel. De werkgever heeft de voornemenprocedure niet gevolgd. Reeds om die reden is het beroep gegrond.

Ook op inhoudelijke gronden kon de werkgever niet tot schorsing komen. Er is geen sprake van plichtsverzuim en als dat wel het geval zou zijn geweest, was een schorsing als

disciplinaire maatregel een te zware sanctie.

(21)

21 108757 - uitspraak 19 juli 2019

Beroep tegen weigering terug te komen op een eerder besluit kennelijk niet-ontvankelijk.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werknemer krijgt een schriftelijke berisping wegens plichtsverzuim. Hij dient intern bezwaar in bij de werkgever. De werkgever deelt mee niet over te gaan tot herziening van zijn besluit. Hiertegen stelt de werknemer beroep in.

Uitspraak van de Voorzitter

Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk Toelichting

De beslissing van de werkgever vermeldt dat de werkgever geen aanleiding ziet een eerder genomen besluit te herzien. Dus betreft het besluit een weigering om terug te komen op een eerder genomen besluit. Een dergelijk besluit is niet voor beroep vatbaar.

108844 – uitspraak 6 november 2019

Beroep tegen waarschuwing is niet-ontvankelijk, omdat de waarschuwing geen disciplinair karakter heeft.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever geeft de werknemer een schriftelijke berisping. De werknemer stelt daartegen beroep in bij de Commissie. Vervolgens gaan partijen een mediationtraject in, maar bereiken geen overeenstemming. De werkgever trekt hierna wel de berisping in en geeft de

werknemer in plaats daarvan een waarschuwing. De werknemer merkt de waarschuwing aan als een disciplinaire maatregel.

Uitspraak Commissie

Het beroep is niet-ontvankelijk.

Toelichting

De brief heeft als onderwerp een waarschuwing. Ook uit de bewoordingen blijkt naar het oordeel van de Commissie dat er sprake is van een waarschuwing. Het doel van de brief is slechts om de werknemer duidelijk te maken dat zijn handelen niet acceptabel is.

Arbeidsrechtelijke maatregelen zullen pas volgen wanneer de werknemer een volgende overtreding begaat. Daarom is er nu geen sprake van een disciplinaire maatregel. Er is dan ook geen voor beroep vatbare beslissing, zodat het beroep niet-ontvankelijk is.

108845 - uitspraak 13 november 2019

Beroep tegen 'waarschuwing' ontvankelijk en gegrond. De waarschuwing is aan te merken als een disciplinaire maatregel en de werkgever heeft de verweerprocedure niet gevolgd.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werkgever legt de werknemer een berisping op vanwege bedreigende en intimiderende uitlatingen naar een student. De werknemer stelt beroep in bij de Commissie. De Commissie verklaart het beroep gegrond: er was weliswaar sprake van plichtsverzuim maar de berisping was niet passend gelet op de omstandigheden van het geval. Vervolgens trekt de werkgever

(22)

22 de berisping in en geeft de werknemer een waarschuwing. De werknemer meent dat de

waarschuwing een disciplinair karakter heeft en stelt beroep in.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De bewoordingen in de brief gaan verder dan een waarschuwing, die bedoeld is om kenbaar te maken dat bepaald gedrag van de werknemer ongewenst is. Zo spreekt de werkgever in de 'waarschuwing' van het in gevaar brengen van de veiligheid van de leerlingen door de werknemer en verbindt hij een voorwaarde aan het terugkeren van de werknemer als docent voor de groep (de werknemer is inmiddels arbeidsongeschikt). De waarschuwing wordt daarom aangemerkt als een disciplinaire maatregel waartegen beroep bij de Commissie openstaat.

De in de cao voorgeschreven verweerprocedure is niet gevolgd. Daardoor is de werknemer geschaad in zijn door de cao beschermde belang zich adequaat te kunnen verweren tegen een (voorgenomen) beslissing van de werkgever.

108759 - uitspraak 14 november 2019

Beroep tegen overplaatsing niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.

Sector:middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werkgever zet na een inspectierapport een traject in om de teamcultuur te verbeteren.

Gedurende dit traject ontstaat bij de werkgever het beeld dat sprake is van een onveilig werkklimaat. De werkgever besluit daarop de samenstelling van het team te wijzigen en drie medewerkers over te plaatsen, waaronder deze werknemer. De werknemer merkt de overplaatsing aan als een disciplinaire maatregel en stelt daartegen beroep in bij de Commissie. De werknemer had tevens de Voorzitter van de Commissie verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende schorsing van de overplaatsing. Deze voorziening is toegewezen (108762), waarna de werknemer haar werkzaamheden weer heeft voortgezet.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is niet-ontvankelijk.

Toelichting

Gelet op de signalen dat sprake zou zijn van een onveilig werkklimaat, is het begrijpelijk dat de werkgever zich genoodzaakt zag om in te grijpen. Omdat ook coaching om tot een werkbare situatie te komen, niet tot verbetering leidde, is het niet onredelijk dat de werkgever heeft besloten om meerdere medewerkers over te plaatsen. Van individuele verwijten richting de werknemer is geen sprake. Daarom is dit geen disciplinaire

overplaatsing maar een organisatorische maatregel in het belang van de instelling.

Omdat tegen een overplaatsing als ordemaatregel geen beroep openstaat, is het beroep niet-ontvankelijk.

(23)

23 Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

g naar één

arbeidsrecht voor de gehele onderwijssector

Gevolgen van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Mr. mr.

Postbus 85191 3508 AD Utrecht

www.onderwijsgeschillen.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

B EZWARENCOMMISSIE : Medewerkers van Stichting Raad van Eerste Hulp Diploma onder leiding van een onafhankelijke voorzitter, die door het bestuur zijn benoemd om advies te geven

De werknemer moet in zijn verzoek aangeven waarom hij/zij een spoedeisend belang heeft en niet kan wachten op het definitieve oordeel van de Commissie. Ook

De werknemer moet in zijn verzoek aangeven waarom hij/zij een spoedeisend belang heeft en niet kan wachten op het definitieve oordeel van de Commissie. Ook dient de werknemer aan

Werknemers in het funderend onderwijs (primair, voortgezet en (voortgezet) speciaal onderwijs), die het niet eens zijn met bepaalde besluiten van hun werkgever, kunnen daartegen

 de voorzitter en diens plaatsvervanger worden benoemd door de Stichting op bindende voordracht van de leden van de Commissie.. Gedurende het verslagjaar was de Commissie als

Werknemers in het hoger beroepsonderwijs, die het niet eens zijn met bepaalde besluiten van hun werkgever, kunnen daartegen in beroep gaan bij de Commissie van beroep hbo..

Naar het oordeel van de Commissie heeft de werkgever in redelijkheid tot de conclusie kunnen komen dat de werknemer anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid niet geschikt

In een geval waarin een docent grensoverschrijdend gedrag jegens leer- lingen werd verweten, achtte de Commissie wel plichtsverzuim aanwezig, maar omdat de werkgever reeds