• No results found

4. Beroepen middelbaar beroepsonderwijs

4.3 Behandelde beroepen mbo

Totaal aantal beroepen in behandeling: 20

 beroepen resterend uit 2018 4

 dit kalenderjaar ingediend 16

 ingetrokken 8

 aantal uitspraken 8

 behandeling nog niet afgerond op 31.12. 4

14

Beroep ingesteld tegen:

8

8 4

Totaal in behandeling : 20

uitspraken ingetrokken

niet afgerond 31.12

9

2 2

4

2 0

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

berisping overplaatsing

disciplinaire maatregel schorsing

onthouden promotie

15

Uitgebrachte oordelen:

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren:

6 2

gegrond niet-ontvankelijk

Totaal in

behandeling Uitspraken Ingetrokken Niet afgerond op 31.12

16

4.4 Mondelinge behandeling / vereenvoudigde behandeling / voorlopige voorziening/mediation

De Commissie houdt in elk beroep in beginsel een hoorzitting waarin partijen hun standpunten mondeling kunnen toelichten en vragen van de Commissie kunnen beantwoorden.

De Commissie die het geschil mondeling behandelt bestaat uit 3 personen: de voorzitter, een lid dat is benoemd op voordracht van de werkgevers, en een lid dat is benoemd op

voordracht van de werknemers.

In 2019 heeft de Commissie 7 beroepen mondeling behandeld.

Soms houdt de Commissie geen zitting en doet de Voorzitter van de Commissie alleen uitspraak ‘in vereenvoudigde behandeling’. Artikel 3 van het reglementvan de Commissie geeft die mogelijkheid in het geval de voorzitter van oordeel is dat de Commissie kennelijk onbevoegd is, het verzoek ‘kennelijk niet-ontvankelijk’ dan wel ‘kennelijk ongegrond’ is.

In 2019 heeft de voorzitter van de Commissie eenmaal een uitspraak in vereenvoudigde behandeling gedaan.

Er kunnen omstandigheden zijn waardoor het voor een werknemer belangrijk is om snel te weten waar hij/zij aan toe is. De werknemer kan dan op grond van artikel 18 van het reglement van de Commissie aan de voorzitter van de Commissie een voorlopige uitspraak vragen. De werknemer moet in zijn/haar verzoek aangeven waarom hij/zij een spoedeisend belang heeft en niet kan wachten op het definitieve oordeel van de Commissie. Zo’n uitspraak van de voorzitter van de Commissie is een voorlopige voorziening. Een definitieve uitspraak volgt pas als het beroep door de Commissie behandeld is.

Onderwijsgeschillen biedt mediation aan bij alle soorten conflicten in het onderwijs. Bij

Onderwijsgeschillen zijn 3 MfN-geregistreerde mediators werkzaam, die gespecialiseerd zijn in de verschillende conflicten in het onderwijsveld. Ook bij conflicten tussen werkgever en werknemer.

Alle scholen die bij Onderwijsgeschillen zijn aangesloten kunnen gebruik maken van mediation.

Meer informatie over mediation vindt u op de website.

17

5. Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie hbo en mbo

108508 – uitspraak 8 maart 2019

Beroep tegen onthouding promotie gegrond, omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Werknemer dient een verzoek in tot promotie van Docent LB naar Docent LC. Hij doet dit op grond van de geldende promotieregeling. Werknemer voldoet niet aan één van de voorwaarden,

namelijk het hebben van een hbo- of wo-diploma. Maar de werknemer doet beroep op een uitzonderingsregel, namelijk dat voor zijn vakgebied geen hbo- of wo-opleiding bestaat. De werkgever meent dat die uitzonderingsregeling niet van toepassing is en wijst de promotie af vanwege het ontbreken van een hbo- of wo-diploma.

Uitspraak Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

In het promotiebeleid is opgenomen dat als een medewerker docent is in een vakgebied waarvoor geen hbo- of universitaire opleiding bestaat, louter dit feit geen belemmering kan zijn voor

promotie naar LC. De Commissie oordeelt dat dit zo uitgelegd moet worden, dat het vakgebied gekoppeld moet zijn aan de hbo- of wo-opleiding die juist voor dat vakgebied opleidt. De stelling van de werkgever, dat omdat voor een groot deel van de vakken geen soortgelijke hbo-opleiding (meer) voorhanden is, het begrip vakgebied breed uitgelegd moet worden in die zin dat een hbo- of wo-opleiding moet worden gevolgd die gerelateerd is aan het vakgebied, volgt de Commissie niet. Daarmee zou een andere betekenis aan de uitzonderingsbepaling worden gegeven.

Voor het vakgebied waarin de werknemer docent is, bestaat geen hbo- of wo-opleiding. Daarom is de uitzonderingsbepaling op zijn situatie van toepassing en mocht de werkgever de promotie niet afwijzen enkel vanwege het ontbreken van een hbo- of wo-diploma.

108604 – uitspraak 26 april 2019

Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever deelt de werknemer schriftelijk mee dat hij, na een periode van

arbeidsongeschiktheid, niet kan terugkeren in zijn eigen werkzaamheden vanwege een verstoorde arbeidsrelatie tussen hem en het team en de leidinggevende. De werknemer stelt beroep in tegen de brief en voert aan dat sprake is van een disciplinaire overplaatsing.

Volgens de werkgever gaat het om een overplaatsing als ordemaatregel, bedoeld om de rust en orde te herstellen in de werksituatie in het team.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is niet-ontvankelijk.

18 Toelichting

Tegen een overplaatsing als disciplinaire maatregel staat beroep open bij de Commissie;

tegen een overplaatsing als ordemaatregel niet. Voor de beoordeling of de brief een disciplinair karakter heeft, is een aantal factoren van belang, zoals de terminologie in de brief, de constatering dat sprake is van plichtsverzuim, de context en eventuele andere aangekondigde maatregelen.

De brief spreekt niet over plichtsverzuim en onverantwoordelijk gedrag. De werkgever lijkt beoogd te hebben om een ordemaatregel op te leggen om de rust en orde binnen het team te herstellen nadat eerdere pogingen daartoe niet van de grond zijn gekomen. Bij gebreke van een voor beroep vatbare beslissing is het beroep niet-ontvankelijk.

De Commissie merkt daarbij op dat dit onverlet laat dat de werkgever de werknemer een passende werkplek en werkzaamheden moet aanbieden.

108568 –uitspraak 3 mei 2019

Beroep tegen berisping gegrond, omdat grensoverschrijdend gedrag van de werknemer niet vaststaat.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Drie studenten doen bij de vertrouwenspersoon melding van grensoverschrijdend gedrag van de werknemer. Hij zou onder andere seksistische opmerkingen hebben gemaakt. De werkgever kwalificeert het gedrag van de werknemer als ontoelaatbaar en

grensoverschrijdend en legt de werknemer een schriftelijke berisping op wegens plichtsverzuim.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werknemer geeft aan dat hij zijn opmerkingen in een andere context heeft gemaakt. De Commissie acht de verklaringen die de werknemer ten aanzien van de hem verweten gedragingen geeft aannemelijk. Bovendien heeft de werkgever nagelaten verder feitenonderzoek te doen.

Daarom staat niet vast dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag en is er geen sprake van plichtsverzuim.

108617 – uitspraak 8 mei 2019

Beroep tegen berisping gegrond. De opmerkingen van de werknemer leveren plichtsverzuim op, maar een berisping is gezien de omstandigheden geen passende maatregel

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Er doet zich een incident voor in de klas waarbij de werknemer, docent, bepaalde uitlatingen doet. Een van de studenten dient een klacht tegen hem in. De werkgever nodigt de

werknemer uit voor een gesprek, maar de werknemer verlaat dit gesprek voortijdig. Daarna

19 deelt hij de werkgever mee geen behoefte meer te hebben aan een vervolggesprek. De

werkgever merkt het handelen van de werknemer aan als plichtsverzuim en legt hem een berisping op.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Vaststaat dat de werknemer de gewraakte opmerkingen heeft gemaakt en op een vrij directe wijze met de student heeft gecommuniceerd. Dit levert plichtsverzuim op. De

werkgever heeft de maatregel mede opgelegd omdat de werknemer zich in het verleden ook schuldig zou hebben gemaakt aan soortgelijk gedrag. Maar dat is niet gebleken. De

werknemer is naar aanleiding van een eerder incident op school langere tijd

arbeidsongeschikt geweest en heeft zich destijds niet door zijn leidinggevenden gesteund gevoeld. Dat geeft hij nu ook aan. Hij heeft zich voorts ziekgemeld vanwege

spanningsklachten. Niet uit te sluiten is dat de werknemer druk heeft ervaren om het gesprek met de werkgever aan te gaan. De Commissie acht het opleggen van een maatregel gezien de omstandigheden niet gerechtvaardigd.

108701 - uitspraak 14 juni 2019

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond, omdat de verweerprocedure niet gevolgd is. De ontheffing van een deel van de werkzaamheden is een schorsing.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

Het team zegt het vertrouwen in de samenwerking met de werknemer op. Vervolgens mag hij niet meer deelnemen aan teamactiviteiten en moet hij de samenwerking met teamleden en participatie aan HR-projecten stopzetten. De werknemer merkt dit aan als een schorsing.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Schorsing is iedere tijdelijke ontheffing van de gehele of gedeeltelijke uitoefening van de functie van een werknemer.

De Commissie oordeelt dat feitelijk sprake is van een schorsing. De werknemer mag immers een essentieel deel van zijn werkzaamheden niet meer uitoefenen. En terugkeer van de werknemer in het team is volgens de werkgever niet mogelijk.

Omdat de werkgever de verweerprocedure, zoals opgenomen in de cao, niet heeft gevolgd, is het beroep gegrond.

108762 - uitspraak 21 juni 2019

Verzoek om schorsing van overplaatsing is bij wijze van voorlopige voorziening toegewezen: er lijkt sprake te zijn van een disciplinaire overplaatsing waarvoor de verweerprocedure niet is gevolgd.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs

20 Situatie

Na een rapport van de Onderwijsinspectie zet de werkgever een coachingstraject op om de teamcultuur te verbeteren. In dat kader vinden diverse team- en individuele gesprekken plaats. Naar aanleiding van geluiden vanuit het team over een onveilig werkklimaat, plaatst de werkgever drie personen uit het team over. Volgens de werkgever is er sprake van een organisatorische maatregel; maar de werknemer stelt dat het gaat om een disciplinaire maatregel van overplaatsing.

Uitspraak van de Voorzitter

De Voorzitter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe.

Toelichting

De werkgever heeft de werknemer overgeplaatst vanwege haar houding, gedrag en rol in het team, die de werkgever als onwenselijk ziet. Om die reden kan uit het bestreden besluit een disciplinair karakter worden afgeleid. Omdat de werkgever niet de

voornemenprocedure die geldt voor het opleggen van een disciplinaire maatregel heeft gevolgd, ziet de Voorzitter voldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat de Commissie het beroep in de hoofdzaak gegrond zal verklaren.

108476 – uitspraak 10 juli 2019

Beroep tegen schorsing als disciplinaire maatregel gegrond, omdat de werkgever de voornemenprocedure niet heeft gevolgd

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werknemer is werkzaam op het Examenbureau. In een functioneringsgesprek geeft zij aan een opleiding bij de werkgever te willen gaan volgen.

Een aantal maanden later schorst de werkgever de werknemer. De werkgever stelt dat de werknemer geen toestemming had de opleiding te volgen en dat zij haar leidinggevende niet had gemeld dat ze daadwerkelijk met de opleiding was gestart. Ook is het vertrouwen in de werknemer geschonden door de vermenging van de rol van de werknemer als student en medewerker van het Examenbureau.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Uit de inhoud van het besluit blijkt dat sprake is van een schorsing als disciplinaire maatregel en niet van een schorsing als ordemaatregel. De werkgever heeft de voornemenprocedure niet gevolgd. Reeds om die reden is het beroep gegrond.

Ook op inhoudelijke gronden kon de werkgever niet tot schorsing komen. Er is geen sprake van plichtsverzuim en als dat wel het geval zou zijn geweest, was een schorsing als

disciplinaire maatregel een te zware sanctie.

21 108757 - uitspraak 19 juli 2019

Beroep tegen weigering terug te komen op een eerder besluit kennelijk niet-ontvankelijk.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werknemer krijgt een schriftelijke berisping wegens plichtsverzuim. Hij dient intern bezwaar in bij de werkgever. De werkgever deelt mee niet over te gaan tot herziening van zijn besluit. Hiertegen stelt de werknemer beroep in.

Uitspraak van de Voorzitter

Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk Toelichting

De beslissing van de werkgever vermeldt dat de werkgever geen aanleiding ziet een eerder genomen besluit te herzien. Dus betreft het besluit een weigering om terug te komen op een eerder genomen besluit. Een dergelijk besluit is niet voor beroep vatbaar.

108844 – uitspraak 6 november 2019

Beroep tegen waarschuwing is niet-ontvankelijk, omdat de waarschuwing geen disciplinair karakter heeft.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever geeft de werknemer een schriftelijke berisping. De werknemer stelt daartegen beroep in bij de Commissie. Vervolgens gaan partijen een mediationtraject in, maar bereiken geen overeenstemming. De werkgever trekt hierna wel de berisping in en geeft de

werknemer in plaats daarvan een waarschuwing. De werknemer merkt de waarschuwing aan als een disciplinaire maatregel.

Uitspraak Commissie

Het beroep is niet-ontvankelijk.

Toelichting

De brief heeft als onderwerp een waarschuwing. Ook uit de bewoordingen blijkt naar het oordeel van de Commissie dat er sprake is van een waarschuwing. Het doel van de brief is slechts om de werknemer duidelijk te maken dat zijn handelen niet acceptabel is.

Arbeidsrechtelijke maatregelen zullen pas volgen wanneer de werknemer een volgende overtreding begaat. Daarom is er nu geen sprake van een disciplinaire maatregel. Er is dan ook geen voor beroep vatbare beslissing, zodat het beroep niet-ontvankelijk is.

108845 - uitspraak 13 november 2019

Beroep tegen 'waarschuwing' ontvankelijk en gegrond. De waarschuwing is aan te merken als een disciplinaire maatregel en de werkgever heeft de verweerprocedure niet gevolgd.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werkgever legt de werknemer een berisping op vanwege bedreigende en intimiderende uitlatingen naar een student. De werknemer stelt beroep in bij de Commissie. De Commissie verklaart het beroep gegrond: er was weliswaar sprake van plichtsverzuim maar de berisping was niet passend gelet op de omstandigheden van het geval. Vervolgens trekt de werkgever

22 de berisping in en geeft de werknemer een waarschuwing. De werknemer meent dat de

waarschuwing een disciplinair karakter heeft en stelt beroep in.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De bewoordingen in de brief gaan verder dan een waarschuwing, die bedoeld is om kenbaar te maken dat bepaald gedrag van de werknemer ongewenst is. Zo spreekt de werkgever in de 'waarschuwing' van het in gevaar brengen van de veiligheid van de leerlingen door de werknemer en verbindt hij een voorwaarde aan het terugkeren van de werknemer als docent voor de groep (de werknemer is inmiddels arbeidsongeschikt). De waarschuwing wordt daarom aangemerkt als een disciplinaire maatregel waartegen beroep bij de Commissie openstaat.

De in de cao voorgeschreven verweerprocedure is niet gevolgd. Daardoor is de werknemer geschaad in zijn door de cao beschermde belang zich adequaat te kunnen verweren tegen een (voorgenomen) beslissing van de werkgever.

108759 - uitspraak 14 november 2019

Beroep tegen overplaatsing niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.

Sector:middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werkgever zet na een inspectierapport een traject in om de teamcultuur te verbeteren.

Gedurende dit traject ontstaat bij de werkgever het beeld dat sprake is van een onveilig werkklimaat. De werkgever besluit daarop de samenstelling van het team te wijzigen en drie medewerkers over te plaatsen, waaronder deze werknemer. De werknemer merkt de overplaatsing aan als een disciplinaire maatregel en stelt daartegen beroep in bij de Commissie. De werknemer had tevens de Voorzitter van de Commissie verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende schorsing van de overplaatsing. Deze voorziening is toegewezen (108762), waarna de werknemer haar werkzaamheden weer heeft voortgezet.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is niet-ontvankelijk.

Toelichting

Gelet op de signalen dat sprake zou zijn van een onveilig werkklimaat, is het begrijpelijk dat de werkgever zich genoodzaakt zag om in te grijpen. Omdat ook coaching om tot een werkbare situatie te komen, niet tot verbetering leidde, is het niet onredelijk dat de werkgever heeft besloten om meerdere medewerkers over te plaatsen. Van individuele verwijten richting de werknemer is geen sprake. Daarom is dit geen disciplinaire

overplaatsing maar een organisatorische maatregel in het belang van de instelling.

Omdat tegen een overplaatsing als ordemaatregel geen beroep openstaat, is het beroep niet-ontvankelijk.

23 Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

Mr. mr.

g naar één

arbeidsrecht voor de gehele onderwijssector

Gevolgen van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Mr. mr.

Postbus 85191 3508 AD Utrecht

www.onderwijsgeschillen.nl

GERELATEERDE DOCUMENTEN