• No results found

Afvalwaterplan Limburgse Peelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Afvalwaterplan Limburgse Peelen"

Copied!
74
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(2)
(3)

Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Samenwerking in de afvalwaterketen

Gemeente Leudal Gemeente Nederweert Gemeente Maasgouw Gemeente Peel en Maas

Waterschap Peel en Maasvallei / Waterschapsbedrijf Limburg Gemeente Weert

Grontmij Nederla De Bilt, 12 maart 2012

Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Samenwerking in de afvalwaterketen

Gemeente Leudal Gemeente Nederweert Gemeente Maasgouw Gemeente Peel en Maas

Waterschap Peel en Maasvallei / Waterschapsbedrijf Limburg Gemeente Weert

Grontmij Nederland B.V.

De Bilt, 12 maart 2012

Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Samenwerking in de afvalwaterketen

Gemeente Nederweert Gemeente Maasgouw Gemeente Peel en Maas

Waterschap Peel en Maasvallei / Waterschapsbedrijf Limburg

nd B.V.

De Bilt, 12 maart 2012

Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Samenwerking in de afvalwaterketen

Waterschap Peel en Maasvallei / Waterschapsbedrijf Limburg

GM-0037103 D1 Afvalwate

Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Waterschap Peel en Maasvallei / Waterschapsbedrijf Limburg

0037103 D1 Afvalwate plan.doc, revisie

Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Waterschap Peel en Maasvallei / Waterschapsbedrijf Limburg

0037103 D1 Afvalwater- revisie d2

(4)

Verantwoording

Titel Subtitel

Projectnummer Referentienummer Revisie

Datum

Auteur(s) E-

Gecontroleerd door Paraaf gecontroleerd Goedgekeurd door Paraaf goe

Contact

Verantwoording

Titel Subtitel

Projectnummer Referentienummer Revisie

Datum

Auteur(s) -mail adres Gecontroleerd door Paraaf gecontroleerd Goedgekeurd door Paraaf goedgekeurd Contact

Verantwoording

Projectnummer Referentienummer

Gecontroleerd door Paraaf gecontroleerd Goedgekeurd door

dgekeurd

Verantwoording

: Afvalwaterplan Limburgse Peelen : Samenwerking in de afvalwaterketen : 307994

: GM- : d2

: 12 maart 2012

: ir. Karst Jan van Esch, dr. ir. Aad J. Oomens : karstjan.vanesch@grontmij.nl

: projectgroep :

: Karst Jan van Esch :

: Grontmij Nederland B.V.

De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94 www.grontmij.nl

Afvalwaterplan Limburgse Peelen Samenwerking in de afvalwaterketen 307994

-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc

12 maart 2012

ir. Karst Jan van Esch, dr. ir. Aad J. Oomens karstjan.vanesch@grontmij.nl

projectgroep

Karst Jan van Esch

Grontmij Nederland B.V.

De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94 www.grontmij.nl

Afvalwaterplan Limburgse Peelen Samenwerking in de afvalwaterketen

0037103 D1 Afvalwaterplan.doc

ir. Karst Jan van Esch, dr. ir. Aad J. Oomens karstjan.vanesch@grontmij.nl

Karst Jan van Esch

Grontmij Nederland B.V.

3732 HM De Bilt 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94

Afvalwaterplan Limburgse Peelen Samenwerking in de afvalwaterketen

0037103 D1 Afvalwaterplan.doc

ir. Karst Jan van Esch, dr. ir. Aad J. Oomens karstjan.vanesch@grontmij.nl

ir. Karst Jan van Esch, dr. ir. Aad J. Oomens

(5)

GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 3 van 53

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 5

1 Inleiding ... 12

1.1 Aanleiding ... 12

1.2 Leeswijzer ... 13

2 Context: de afvalwaterketentaken ... 14

2.1 Primair doel afvalwaterketenzorg en visie ... 14

2.2 De afvalwaterketen ... 15

2.3 Ontwikkelingen ... 16

2.4 De verschillende afvalwaterstromen ... 18

3 Doelstellingen en ambitiebesluiten ... 20

3.1 Algemeen ... 20

3.2 Doelstellingen voor de 4 afvalwaterketentaken ... 20

3.3 Benutten van samenhang door samenwerking ... 21

3.4 Stedelijk afvalwater ... 22

3.5 Zuivering van stedelijk afvalwater ... 23

3.6 Hemelwater ... 23

3.7 Grondwater ... 25

3.8 Financiën: rioolheffing ... 26

3.9 Gevolg beleidskeuzen... 27

4 Samenwerking ... 28

4.1 Algemeen ... 28

4.2 Doel samenwerking ... 28

4.3 Proces ... 29

4.4 Operationele taken ... 30

4.5 Omgaan met vervanging en relining (investeringen) ... 32

4.6 Overige afspraken ... 34

4.7 Besparingen ... 35

5 Maatregelen “van helder naar schoon water” ... 36

5.1 Algemeen ... 36

5.2 Besparingen ... 37

6 Actieprogramma ... 38

6.1 Algemeen ... 38

6.2 Acties ... 38

6.3 Korte karakterisering acties ... 39

6.4 Verdeling externe kosten ... 44

6.5 Tijdsbeslag ... 45

6.6 Besparingen (minder meer) ... 45

7 Consequenties van de besparingen (minder meer) ... 46

7.1 Algemeen ... 46

7.2 Besparing gebiedsbreed van 10%. ... 46

(6)

Inhoudsopgave (vervolg)

7.3 Consequenties voor de prognoses van de rioolheffingen ... 46 7.4 Aandachtspunten ... 47 8 Vervolg: het organiseren van de samenwerking ... 49

Bijlage 1: Afspraken standaardlevensduren, eenheidsprijzen c.a.

Bijlage 2: Actielijst Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen Bijlage 3: Wetsteksten

Bijlage 4: Gevoerde overleggen samenwerkingstraject 2011 Bijlage 5: Maatregelen "Van helder naar schoon water"

(7)

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 5 van 53

Samenvatting

Vertrekpunt

Het gezamenlijk opstellen van beleid en beleidsuitgangspunten voor de afvalwaterke- ten in een afvalwaterplan is een eerste stap op weg naar verdergaande, structurele samenwerking.

De gemeenten

° Leudal (37.000 inwoners)

° Maasgouw (24.000 inwoners)

° Nederweert (17.000 inwoners)

° Peel en Maas (43.000 inwoners)

° Weert (48.000 inwoners) en

° het Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschapsbedrijf Limburg1

hebben het plan opgevat om gezamenlijk en in samenwerking nieuwe plannen op te stellen voor de afvalwaterketen: Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen.

Samenwerken is belangrijk om de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water van 2011 te kunnen bereiken: een aanzienlijke beperking van de stijging van de kosten in 2020.

De Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen heeft drie belangrijke doelstel- lingen:

• 10% kostenbesparing gebiedsbreed ten opzichte van de huidige GRP’n;

• het vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven:

door specialisatie van taken binnen de organisaties kan de kwaliteit van de dienst- verlening aan burgers en bedrijven worden verhoogd

• het verminderen van de personele kwetsbaarheid van de eigen organisatie; over de organisaties heen ontstaat een goed beeld van de afvalwaterketen binnen onze regio en de specifieke lokale aandachtspunten. Dit maakt het mogelijk in voorko- mende gevallen elkaar te ondersteunen of (deels) te vervangen bij planvorming en uitvoering van watertaken.

Vertaald in ambities:

1) Samenhang in de afvalwaterketen is het vertrekpunt voor samenwerking (ge- meenten en waterschap zijn gelijkwaardige partners!). Inbreng van burgers en bedrijven is hierbij van belang, zeker als het gaat om preventie. Waterleiding- maatschappij Limburg (WML) wordt in dit project nog niet direct betrokken, maar neemt wel deel aan het provinciale samenwerkingsverband Waterpanels Limburg.

Bij de invulling van het vastgestelde beleid zal de samenwerking met WML op-

1 Hoewel Maasgouw deels in het gebied van Waterschap Roer en Overmaas ligt, was dit waterschap geen actieve deelnemer in het Afvalwaterplan. Terugkoppeling over het GRP heeft voor zover nodig separaat plaatsgevonden.

(8)

Samenvatting

nieuw aan de orde worden gesteld. Samenwerking heeft kostenbesparing tot doel.

10% gebiedsbreed ten opzichte van de huidige GRP’n is het uitgangspunt.

Visie en ambities

Basis voor het afvalwaterplan is een gedeelde en gezamenlijke visie op de afvalwa- terketen op lange termijn (weergegeven in de kaders). De onderdelen van de visie zijn verwoord in ambities.

Vertaald in ambities:

2) Door betrokken partijen wordt afvalwater, zeker op de lange termijn, beschouwd als een potentiële bron van energie en grondstoffen (beleid wordt hierop afge- stemd). In dit kader is ook het gebruik van doelwater ( water dat wordt gebruikt voor een speciaal doel) relevant

Vertaald in ambities:

3) Betrokken partijen zijn het erover eens dat negatieve effecten van afvalwater (in principe) niet worden afgewenteld.

4) Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de verwerking van hemelwater afkomstig van eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Daarbij geldt eerst overtuigen, daarna pas afdwingen.

Het zodanig duurzaam omgaan met afvalwater dat we verschillende af- valwaterstromen (huishoudelijk, bedrijfsafvalwater, hemelwater en grondwater) scheiden en verontreiniging voorkomen. Alle bruikbare componenten (mineralen, energie, schoon water) in het afvalwater ge- bruiken we. Wat we niet kunnen hergebruiken, brengen we (lokaal) in het milieu terug, na eventueel lokaal behandeld te zijn. Reststromen die dan nog overblijven, behandelen we in de zuiveringsinstallatie waarna ze in het milieu worden gebracht. De zuiveringsinstallatie werkt hierbij volgens de best beschikbare technieken, waarbij zo min mogelijk rest- stoffen overblijven en zo min mogelijk energie wordt gebruikt. Gemeen- te, waterschap en perceeleigenaar hebben in de afvalwaterketen een gedeelde verantwoordelijkheid.

Bij het verwerken van afvloeiend hemelwater spelen het klimaat en de openbare ruimte een belangrijke rol. We vinden het belangrijk dat schoon afvloeiend hemelwater altijd bovengronds wordt aangeboden.

Daardoor raken de ruimtelijke ordening en de hemelwaterzorg steeds meer “verweven”. Door optimaal gebruik te maken van de openbare ruimte zijn we goed toegerust om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.

(9)

Samenvatting

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 7 van 53

Vertaald in ambities:

5) Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg voor grondwater op eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelma- tig is. Onderzoek in dit kader zal samen met het waterschap worden opgezet.

Vertaald in ambities:

6) Uitgaande van de bezuinigingsopdracht van 10% gebiedsbreed (ten opzichte van de voornemens en kosten in de huidige GRP’n) wordt door betrokken partijen be- sloten dat de financiële uitgangspunten van de gemeenten zoveel mogelijk gelijk moeten zijn, wat overigens niet betekent dat elke gemeente ook een gelijke hef- fing krijgt.

Deze ambities zijn medio 2011 door de colleges van B&W van de gemeenten en het DB van het waterschap vastgesteld.

Samenwerking

De afgelopen maanden is gewerkt aan het bouwen aan de samenwerking. Daartoe zijn werkwijzen geanalyseerd en

samen besproken, zijn verschil- len in aanpak zichtbaar gemaakt en zijn ambities, doelen en uit- gangspunten op elkaar afge- stemd. Hierdoor is de basis ge- legd om doelmatigheidswinst te realiseren.

Op de samenwerkingstrap (bron: Leertouwer, Van Dijck en U (2010)) hebben we zo het stadium vertrouwen weten te realiseren met elkaar.

Opbrengsten samenwerking

De samenwerking levert ook de eerste concrete resultaten op.

Voor het operationeel beheer gaat het dan vooral om het hanteren van gezamenlijke uitgangspunten, standaardlevensduren en eenheidsprijzen. Daarmee is de basis ge- legd om meer te gaan uitwisselen en doelmatigheidsverbetering te gaan vastleggen.

Water in de grond is een natuurlijk verschijnsel dat we zoveel mogelijk op een natuurlijke manier willen laten functioneren. Nieuwe hinder wordt voorkomen en op langere termijn is bestaande hinder weggeno- men.

Wij voeren de zorg voor de afvalwaterketen zó uit dat de volksgezond- heid wordt beschermd, een goede leefomgeving wordt bevorderd en schade aan het milieu wordt voorkomen. We houden de kosten hiervoor zo laag mogelijk en werken waar mogelijk en zinvol samen, met elkaar, maar mogelijk ook met andere partijen

(10)

Samenvatting

Voor de investeringen gaat het vooral om de langcyclische processen zoals vervan- ging en renovatie. Gezamenlijke uitgangspunten zijn vastgelegd over:

• een andere manier van plannen van vervanging: van “objectgestuurd” naar wijk- gericht;

• verlenging van de te verwachten levensduur voor de vrijvervalriolen;

• ruimtelijke ontwikkelingen zijn vaak een reden om riolering toch eerder te vervan- gen. Als riolering voortijdig wordt vervangen, gaan we er van uit dat afboekingen worden gedragen door de ruimtelijke ontwikkeling.

• relining als volwaardig alternatief voor vervanging voor een overwogen deel van de riolen;

• de te hanteren eenheidsprijzen voor het ramen van de kosten;

• omdat rioleringswerken in combinatie met werken aan wegen en openbaar groen plaatsvinden, is afgesproken dat 10% van het budget op basis van de Leidraad Rioleringprijzen (zoals dat in de GRP’n is opgenomen) wordt opgebracht vanuit de budgetten voor wegen en openbaar groen2.

Aan het eind van deze samenvatting is een aantal beslispunten hierover weergege- ven. Op grond van de verkregen inzichten en kennis is voor alle gemeenten jaarlijks een lager bedrag voor vervangingskosten geraamd! In totaal bedraagt het voordeel

€ 2,3 miljoen per jaar.

Ook voor de uitvoering van de maatregelen “van helder naar schoon water” kon voor- deel worden verkregen, een besparing van 5%, door inzet van de beschikbare kennis en ervaring. Deze aanpak is al toegepast in Weert en Nederweert, voor de drie overi- ge gemeenten is het voordeel becijferd : Leudal € 298.000, Maasgouw € 316.000 en Peel en Maas € 417.000 (over de periode tot en met 2021).

Actieprogramma

De afspraken over beleidsuitgangspunten en gerealiseerde besparingen zijn slechts de eerste stap. De gezamenlijke analyse heeft een aantal belangrijke samenwer- kingsmogelijkheden zichtbaar gemaakt, waarvoor 33 acties zijn benoemd. Voor een groot deel betreffende acties gezamenlijk onderzoek, waarmee de beste werkwijzen moeten worden bepaald. Daarna kan de daadwerkelijke besparing op operationele taken zijn beslag krijgen.

Het actieprogramma is in de Tabel A weergegeven. Om het geheel in tijd en benodig- de inspanning realiseerbaar te maken, hebben we de acties geprioriteerd.

2 Het kan zijn dat de verdeling bij concrete projecten op basis van besteksramingen anders is. De komende jaren wordt onderzocht hoe in de praktijk wordt overgegaan naar de 90/10 verdeling . Dit geldt bijvoorbeeld voor Maasgouw.

(11)

Tabel A

We stellen voor om

lijkheid krijgt voor de uitvoering van het actie stelling van een programmanager

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ke nis noodzakelijk voor een aantal acties. De acties zijn v

ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen.

en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit ee

al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap

aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten.

jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen van het waterschap worden voorgelegd.

Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemee ten. De kosten zijn in de kostendekkingsbe

A: Gezamenlijk Actieprogramma Limburgse Peelen

We stellen voor om

lijkheid krijgt voor de uitvoering van het actie stelling van een programmanager

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ke nis noodzakelijk voor een aantal acties. De acties zijn v

ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen.

en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit ee

al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap

aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten.

jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen van het waterschap worden voorgelegd.

Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemee ten. De kosten zijn in de kostendekkingsbe

: Gezamenlijk Actieprogramma Limburgse Peelen

We stellen voor om een gezamenlijk afvalwaterteam in te stellen d lijkheid krijgt voor de uitvoering van het actie

stelling van een programmanager

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ke nis noodzakelijk voor een aantal acties. De acties zijn v

ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen.

en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit ee

al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap

aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten.

jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen van het waterschap worden voorgelegd.

Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemee ten. De kosten zijn in de kostendekkingsbe

: Gezamenlijk Actieprogramma Limburgse Peelen

een gezamenlijk afvalwaterteam in te stellen d lijkheid krijgt voor de uitvoering van het actie

stelling van een programmanager die de voortgang en de samenhang moet bewaken.

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ke nis noodzakelijk voor een aantal acties. De acties zijn v

ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen.

en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit ee

al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap

aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten.

jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen van het waterschap worden voorgelegd.

Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemee ten. De kosten zijn in de kostendekkingsberekeningen in de GRP’n opgenomen.

: Gezamenlijk Actieprogramma Limburgse Peelen

een gezamenlijk afvalwaterteam in te stellen d

lijkheid krijgt voor de uitvoering van het actieprogramma in de planperiode en de aa die de voortgang en de samenhang moet bewaken.

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ke nis noodzakelijk voor een aantal acties. De acties zijn voorzien van een (globale) r ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen.

en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit ee

al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap

aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten.

jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemee

rekeningen in de GRP’n opgenomen.

GM-0037103 D1 Afvalwate

: Gezamenlijk Actieprogramma Limburgse Peelen

een gezamenlijk afvalwaterteam in te stellen dat

programma in de planperiode en de aa die de voortgang en de samenhang moet bewaken.

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ke oorzien van een (globale) r ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen. Waterschap Peel en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit een algemeen budget dat al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap (inclusief WBL) aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten. Waar no

jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemee

rekeningen in de GRP’n opgenomen.

Samenvatting

0037103 D1 Afvalwate plan.doc, revisie

Pagina 9

de verantwoord programma in de planperiode en de aa die de voortgang en de samenhang moet bewaken.

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ke oorzien van een (globale) r ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van

Waterschap Peel n algemeen budget dat al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale

(inclusief WBL) een Waar nodig zullen pr jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemee

rekeningen in de GRP’n opgenomen.

Samenvatting

0037103 D1 Afvalwater- revisie d2 9 van 53

de verantwoorde- programma in de planperiode en de aan- die de voortgang en de samenhang moet bewaken.

Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische ken- oorzien van een (globale) ra- ming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van

Waterschap Peel n algemeen budget dat al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale

een dig zullen pro- jecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemeen-

(12)

Samenvatting

Er is berekend wat het de individuele partijen had gekost als het onderzoek dat nu gezamenlijk is afgesproken, individueel had gekost. Het totaal aan externe kosten bij gezamenlijke acties is begroot op € 1,5 miljoen. Als elke partij de acties afzonderlijk zou uitvoeren, zouden de totale kosten circa € 2,2 miljoen bedragen. Het brutovoor- deel van de samenwerking bedraagt dus € 0,7 miljoen euro in de periode 2012-2016.

Voor de uitvoering van de acties is in de jaren 2012-2016 extra inzet van personeel nodig. De kost gaat hier duidelijk voor de baat uit. Gemiddeld is per jaar een extra in- zet nodig van 20 dagen per partij. Deze inzet is cruciaal voor het verder uitbouwen van de samenwerking. Het is van groot belang deze extra inzet bij het management van de verschillende organisaties door bestuurlijke besluitvorming goed te borgen.

Rekening houdend met de extra personele inzet, bedraagt het nettovoordeel € 0,4 miljoen.

Besparing 10% gebiedsbreed

Deze doelstelling van 10% besparing gebiedsbreed ten opzichte van de oude GRP‘n hebben we gehaald. Alleen al door de verandering van vervangingsstrategie is dit be- reikt. Daarbij komende de geraamde besparingen op de maatregelen “van helder naar schoon water” (5% op de investeringen) en de besparingen op de operationele taken die de komende jaren na het uitvoeren van de acties duidelijk zullen worden.

Gevolgen voor de heffing

De raming van de besparingen zijn verwerkt in de gemeentelijke rioleringsplannen en de daarbij behorende rioolheffingsberekeningen.

Voor alle gemeenten komen we nu tot lagere heffingen dan in de oude GRP’n was voorzien. Leudal, Maasgouw en Peel en Maas hoeven (veel) minder te stijgen dan eerst was voorzien, Nederweert en Weert kunnen de rioolheffingen zelfs verlagen.

Vermindering van de personele kwetsbaarheid

Bij de deelnemende gemeenten wordt, op basis van een eerste globale inventarisatie, een capaciteitstekort van 20 – 30 % ervaren. Jaarlijks wordt 25 – 30 miljoen door de vijf samenwerkende gemeenten omgezet in de afvalwaterketen. De ambitie van de samenwerking is om tenminste 10 % kostenreductie te bereiken (2,5 – 3 miljoen per jaar). Deze ambitie kan alleen werkelijkheid worden als de personele kwetsbaarheid wordt opgelost. Er zijn 3 strategieën te onderkennen die hierbij helpen:

 Schaalvergroting en standaardisering. Dit heeft vorm gekregen door als vijf ge- meenten en waterschap/WBL de krachten te bundelen en gezamenlijk en met een goede taakverdeling de noodzakelijke opgaven aan te pakken.

 Optimaliseren van de huidige inzet van mensen en middelen. Dit moet nog plaatsvinden door de huidige werkprocessen door te lichten en te optimaliseren.

 Het organiseren van ontbrekende capaciteit die vereist is voor het tot stand bren- gen van de noodzakelijke resultaten.

Het geprioriteerde project 33 “Vermindering personele kwetsbaarheid van de samen- werking” zal inzicht geven in de vereiste capaciteit en de optimale werkorganisatie.

(13)

Samenvatting

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 11 van 53

Besluit

Gevraagd wordt om dit Afvalwaterplan Limburgse Peelen vast te stellen.

Daarbij hebben we de volgende expliciete beslispunten (in de hoofdtekst in de kantlijn gemarkeerd):

1. Instemming met de Visie Afvalwaterketen lange termijn;

2a. Instemmen met een meer wijkgericht aanpak van de vervanging van riolen;

2b: Instemmen met een bijdrage vanuit de budgetten voor onderhoud groen en wegen van 10% of anders omschreven;

2c: Instemmen met een aanpak waarbij niet alles wordt vervangen, maar ook reli- ning als volwaardig alternatief wordt beschouwd;

3 Instemmen met de toepassing van de “Weerter-methode” voor het bepalen van maatregelen “van helder naar schoon water”;

4. Instemmen met het actieprogramma met 33 acties (a) en de daarbij behoren- de kosten (b) en extra personele inzet van circa 20 dagen per partner per jaar voor 2012-2016 (c);

5. Instemmen met het instellen van een Afvalwaterteam Limburgse Peelen en een programmamanager als voorzitter van het Afvalwaterteam.

(14)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Samenwerking in de afvalwaterketen staat volop in de belangstelling. Op Rijksniveau is aan de hand van het “feitenonderzoek” geconcludeerd dat er doelmatigheidswinst is te behalen door als gemeenten onderling en met het waterschap meer samen te wer- ken. Een eerste stap op weg naar verdergaande, structurele samenwerking is het ge- zamenlijk opstellen van beleid en beleidsuitgangspunten voor de afvalwaterketen.

Vanuit deze stap kunnen de komende jaren operationele voordelen worden behaald en omgezet in lagere maatschappelijke kosten (doelmatigheidswinst).

De gemeenten

- Leudal (37.000 inwoners) - Maasgouw (24.000 inwoners) - Nederweert (17.000 inwoners) - Peel en Maas (43.000 inwoners) - Weert (48.000 inwoners) en

- het Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschapsbedrijf Limburg3

hebben het plan opgevat om gezamenlijk en in samenwerking nieuwe plannen op te stellen voor de afvalwaterketen: Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen.

Samenwerken is belangrijk om de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water van 2011 te kunnen bereiken: een aanzienlijke beperking van de stijging van de kosten in 2020.

De gemeenten hebben op grond van de Wet milieubeheer (10.33a) en de Waterwet (3.5 en 3.6) drie zorgplichten (Zie ook Bijlage 3):

1. zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater;

2. zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwa- ter;

3. zorgplicht voor grondwatermaatregelen (onder voorwaarden).

Het waterschap heeft op grond van de Waterwet (3.4) een

4. zorgplicht voor (transport en) zuivering van stedelijk afvalwater.

De exploitatie van transportsysteem en zuiveringen is door het waterschap Peel en Maasvallei ondergebracht bij het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL).

De gemeentelijke zorgplicht voor stedelijk afvalwater is een resultaatsverplichting waarbij een beperkte keuze mogelijk is. Gemeenten moeten stedelijk afvalwater inza-

3 Hoewel Maasgouw deels in het gebied van Waterschap Roer en Overmaas ligt, was dit waterschap geen actieve deelnemer in het Afvalwaterplan. Terugkoppeling over het GRP heeft voor zover nodig separaat plaatsgevonden.

(15)

Inleiding

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 13 van 53

melen en transporteren naar het overdrachtspunt met het waterschap/WBL. Dat moet met een vuilwaterriool, maar een alternatief is mogelijk mits eenzelfde graad van mili- eubescherming wordt bereikt.

Ook de zuivering van stedelijk afvalwater in de rioolwaterzuiveringsinrichtingen is aan strikte regels gebonden. In de bedrijfsvoering zijn echter wel keuzes mogelijk.

De zorgplichten voor het hemel- en het grondwater hebben het karakter van een in- spanningsverplichting, waarbij de gemeente bij de uitvoering van hun taak de beleids- vrijheid heeft die aanpak te kiezen die zij, gelet op de lokale omstandigheden, doelma- tig vindt. De gemeente is niet gehouden te allen tijde het afvloeiende hemelwater in te zamelen, bijvoorbeeld in het geval van extreme buien. Van de gemeenten wordt ver- wacht dat er keuzes over de zorgplichten worden gemaakt die worden vastgelegd in een GRP, of zoals in deze samenwerking, in dit Afvalwaterplan.

Dit “Afvalwaterplan” gaat over de relatie tussen de riolering en de zuiveringen (Meijel, Panheel, Venlo, Susteren, Roermond en Weert), over gezamenlijke uitgangspunten en over de mogelijkheden en voordelen van verdergaande samenwerking. De regio wil daadwerkelijk een stap zetten op weg naar verdergaande samenwerking met als doel om effectiever en efficiënter de maatschappelijke middelen in te zetten.

1.2 Leeswijzer

In dit Afvalwaterplan gaan we eerst in op de context waarbij we de afvalwatertaken benoemen, ingaan op de relatie van de afvalwaterketen met de “omgeving” en de be- langrijke ontwikkelingen schetsen.

Hoofdstuk 3 gaat in op de doelstellingen van de afvalwaterketen en de beleidskeuzen die daarin mogelijk zijn. De ambitiebesluiten zoals die in juni 2011 door de bestuur- ders zijn vastgesteld, komen hierin terug.

Hoofdstuk 4 geeft het proces weer dat we de afgelopen negen maanden hebben door- lopen, op zoek naar samenwerkingsmogelijkheden. In hoofdstuk 5 komen de maatre- gelen aan bod voor het programma “van helder naar schoon water”. Hoofdstuk 6 gaat in op het actieprogramma met de gezamenlijke acties die de komende planperiode worden uitgevoerd, en die gaan leiden tot verdergaande besparingen. Hoofdstuk 7 tot slot gaat in op de consequenties van de nu al bereikte besparingen ten opzichte van de oude situatie en de gevolgen voor de rioolheffingen van de individuele gemeenten.

Hoofdstuk 8 biedt een vooruitblik op het organiseren van de samenwerking.

De afspraken uit dit Afvalwaterplan zijn verwerkt in de GRP’n voor de gemeenten Peel en Maas en Weert en in de GRP-notities (aanvullingen op de bestaande GRP’n) voor de gemeenten Leudal, Maasgouw en Nederweert.

Voor de gemeente Peel en Maas moet binnen dit GRP de harmonisatieslag worden gemaakt. Op technisch en financieel terrein is dit in het Afvalwaterplan en in het ge- meentelijk rioleringsplan meegenomen.

(16)

2 Context: de afvalwaterketentaken

2.1 Primair doel afvalwaterketenzorg en visie

De primaire doelen van de afvalwaterketenzorg (riolering + zuivering) zijn:

• Het beschermen van de volksgezondheid;

• Het bijdragen aan schoon water (van “helder” naar “schoon” water);

• Het zorgen voor droge voeten;

• Het bijdragen aan een goed en duurzaam leefmilieu.

De kijk op afvalwater is aan het veranderen. Tot voor kort werd al het afvalwater ge- zien als afvalstof die we, met het oog op de volksgezondheid, snel uit onze directe leefomgeving moeten verwijderen. Dit beeld verandert. In afvalwater zitten nuttige grondstoffen en energie die kunnen worden (her)gebruikt.

In woorden omschrijven we de visie op de afvalwaterketen als:

VISIE Afvalwaterketen lange termijn

Het zodanig duurzaam omgaan met afvalwater dat we verschillende afvalwater- stromen (huishoudelijk, bedrijfsafvalwater, hemelwater en grondwater) scheiden en verontreiniging voorkomen. Alle bruikbare componenten (mineralen, energie, schoon water) in het afvalwater gebruiken we. Wat we niet kunnen hergebruiken, brengen we (lokaal) in het milieu terug, na eventueel lokaal behandeld te zijn.

Reststromen die dan nog overblijven, behandelen we in de zuiveringsinstallatie waarna ze in het milieu worden gebracht. De zuiveringsinstallatie werkt hierbij vol- gens de best beschikbare technieken, waarbij zo min mogelijk reststoffen overblij- ven en zo min mogelijk energie wordt gebruikt.

Gemeente, waterschap en perceeleigenaar hebben in de afvalwaterketen een ge- deelde verantwoordelijkheid.

Bij het verwerken van afvloeiend hemelwater spelen het klimaat en de openbare ruimte een belangrijke rol. We vinden het belangrijk dat schoon afvloeiend hemel- water altijd bovengronds wordt aangeboden. Daardoor raken de ruimtelijke orde- ning en de hemelwaterzorg steeds meer “verweven”. Door optimaal gebruik te ma- ken van de openbare ruimte zijn we goed toegerust om de gevolgen van klimaat- verandering op te vangen.

Water in de grond is een natuurlijk verschijnsel dat we zoveel mogelijk op een na- tuurlijke manier willen laten functioneren. Nieuwe hinder wordt voorkomen en op langere termijn is bestaande hinder weggenomen.

Wij voeren de zorg voor de afvalwaterketen zó uit dat de volksgezondheid wordt beschermd, een goede leefomgeving wordt bevorderd en schade aan het milieu wordt voorkomen. We houden de kosten hiervoor zo laag mogelijk en werken waar mogelijk en zinvol samen, met elkaar, maar mogelijk ook met andere partijen.

Beslispunt 1

(17)

Context: de afvalwaterketentaken

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 15 van 53

2.2 De afvalwaterketen

De afvalwaterketen staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van de gehele waterketen (drinkwatervoorziening - riolering - afvalwaterzuivering) en heeft relaties met het watersysteem.

De samenhang tussen de riolering en RWZI (de afvalwaterketen) en het watersys- teem is belangrijk omdat de aanvoer vanuit de riolering ook de werking van de RWZI en daarmee de effluentlozing beïnvloedt. Daarnaast wordt de relatie met de ruimtelijke omgeving steeds belangrijker niet alleen omdat riolering een onlosmakelijk onderdeel vormt van de openbare ruimte maar ook omdat in die openbare ruimte gezocht moet worden naar mogelijkheden om wateroverlast te beperken.

De afvalwaterketen heeft vooral via het hemelwater relaties met het watersysteem:

afvloeiend hemelwater wordt via regenwateruitlaten of via overstorten (veelal de hui- dige situatie, gemengd met huishoudelijk afvalwater) geloosd op oppervlaktewater of bereikt via infiltratie het grondwater. Maar ook het gezuiverde stedelijke afvalwater wordt vanuit de zuiveringen geloosd op oppervlaktewater.

Overtollig grondwater kan via drainage of open water worden ingezameld en afge- voerd.

Voorkeursvolgorde

Figuur 2-2 geeft de voorkeursvolgorde aan voor het omgaan met afvalwater, zoals opgenomen in de Wet milieubeheer (10.29a). In de toekomst zal hieraan kunnen wor- den toegevoegd: “het hergebruiken van nuttige stoffen uit het afvalwater”.

Deze voorkeursvolgorde is overigens geen wettelijke verplichting tot gescheiden riole- ring. Deze afweging wordt op lokaal niveau gemaakt.

Figuur 2-1: relatie (afval)waterketen en watersysteem

(18)

Context: de afvalwaterketentaken

2.3 Ontwikkelingen 2.3.1 Klimaatbestendigheid

Ons klimaat is duidelijk aan het veranderen. Nut en noodzaak om het klimaatvraag- stuk aan te pakken staan politiek eigenlijk niet meer ter discussie.

De gemiddelde temperatuur stijgt en heeft ook duidelijk invloed op de jaarlijkse neer- slag en de neerslag (zie figuren hieronder)

Het KNMI heeft in 2006 een viertal klimaatscenario’s gepresenteerd. In elk van deze scenario’s is een aantal gemeenschappelijke kenmerken te zien:

• de opwarming zet door en zorgt voor zachtere winters en warmere zomers;

• de winters worden gemiddeld natter en ook extreme neerslaghoeveelheden komen vaker voor;

• de hevigheid van buien in de zomer neemt toe, maar het aantal regendagen daalt;

• perioden van langdurige droogten zullen vaker voorkomen.

Figuur 2-2: Voorkeursvolgorde afvalwater

Figuur 2-3: Klimaatontwikkeling

(19)

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang van extreme neerslag vraagt om oplossingen in de

systeem.

Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de g volgen van de klimaatverandering

op te vangen. Dit proces wordt adaptatie aan kl

genoemd.

We moeten onderzoeken hoe gevolgen van

maar ook van langdurige droogtes kunnen worden opgevangen.

2.3.2

De Benchmark Rioleringszorg maakt duidelijk dat de komende jaren een

treedt in de (1 ring.

De opga

reiding en uitvoering zal dit de nodige aandacht vragen.

Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Nede weert heeft een jonger stelsel, vervanging k

orde. Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de pieken zijn afgevlakt.

2.3.3

Afvalwater werd tot enkele jaren terug vooral gezien als afvalstof. Het besef groeit dat af

ger alleen als afvalstof gezien kan en mag worden maar dat het ook als grondstof kan dienen.

Daarbij wordt gekeken naar het terugwinnen van energie uit afvalwater, de energiefabriek, maar ook de mogelijkheden om fosfaten terug te winnen.

ste kan zowel aan de bron, zuivering of slibverwerking.

Figuur 2-5 afvalwater

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang van extreme neerslag vraagt om oplossingen in de

systeem.

Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de g volgen van de klimaatverandering

op te vangen. Dit proces wordt adaptatie aan klimaatverandering genoemd.

We moeten onderzoeken hoe evolgen van extremere neerslag, maar ook van langdurige droogtes kunnen worden opgevangen.

Vervangingsopgave De Benchmark Rioleringszorg maakt duidelijk dat de komende jaren een aanzienlijke

treedt in de (1e) vervanging van riol

De opgave is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorb reiding en uitvoering zal dit de nodige aandacht vragen.

Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Nede weert heeft een jonger stelsel, vervanging k

Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de pieken zijn afgevlakt.

Duurzaamheid

Afvalwater werd tot enkele jaren terug vooral gezien als afvalstof. Het besef groeit dat af

ger alleen als afvalstof gezien kan en mag worden maar dat het ook als grondstof kan dienen.

Daarbij wordt gekeken naar het terugwinnen van energie uit afvalwater, de energiefabriek, maar ook de mogelijkheden om fosfaten terug te winnen.

ste kan zowel aan de bron, zuivering of slibverwerking.

5: verdeling fosfaat over onderdelen afvalwater

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang van extreme neerslag vraagt om oplossingen in de

Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de g volgen van de klimaatverandering

op te vangen. Dit proces wordt maatverandering

We moeten onderzoeken hoe de extremere neerslag, maar ook van langdurige droogtes kunnen worden opgevangen.

Vervangingsopgave De Benchmark Rioleringszorg maakt duidelijk dat de komende

aanzienlijke stijging op- ) vervanging van riol

ve is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorb reiding en uitvoering zal dit de nodige aandacht vragen.

Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Nede weert heeft een jonger stelsel, vervanging k

Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de pieken zijn afgevlakt.

Duurzaamheid

Afvalwater werd tot enkele jaren terug vooral gezien als afvalstof. Het besef groeit dat af

ger alleen als afvalstof gezien kan en mag worden maar dat het ook als grondstof kan dienen.

Daarbij wordt gekeken naar het terugwinnen van energie uit afvalwater, de energiefabriek, maar ook de mogelijkheden om fosfaten terug te winnen.

ste kan zowel aan de bron, door zuivering of slibverwerking.

: verdeling fosfaat over onderdelen

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang van extreme neerslag vraagt om oplossingen in de

Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de g volgen van de klimaatverandering

maatverandering

de extremere neerslag, maar ook van langdurige droogtes

Vervangingsopgave maakt duidelijk dat de komende

p- ) vervanging van riole-

ve is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorb reiding en uitvoering zal dit de nodige aandacht vragen.

Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Nede weert heeft een jonger stelsel, vervanging komt daar pas over tien, twintig jaar aan de

Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de

Afvalwater werd tot enkele jaren terug vooral gezien als afvalstof. Het besef groeit dat afvalwater niet la ger alleen als afvalstof gezien kan en mag worden maar dat het ook als grondstof kan dienen.

Daarbij wordt gekeken naar het terugwinnen van energie uit afvalwater, de energiefabriek, maar ook de mogelijkheden om fosfaten terug te winnen.

door gescheiden urine Figuur

: verdeling fosfaat over onderdelen

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang van extreme neerslag vraagt om oplossingen in de openbare ruimte en in het wate Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de g

ve is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorb reiding en uitvoering zal dit de nodige aandacht vragen.

Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Nede omt daar pas over tien, twintig jaar aan de Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de

Afvalwater werd tot enkele jaren terug vooral gezien valwater niet lan- ger alleen als afvalstof gezien kan en mag worden Daarbij wordt gekeken naar het terugwinnen van energie uit afvalwater, de energiefabriek, maar ook de mogelijkheden om fosfaten terug te winnen. Dat laat-

gescheiden urine-inzameling

Op verschillende plaatsen zijn proefprojecten gest wetgeving wordt hi tig, op inges heer is bijvoo

de voor omgang met men.

Ook krijgt het verwijderen van medicij

Figuur 2-4: Eerste vervangingsgolf riolering Nederland Context: de afvalwaterketentaken

GM-0037103 D1 Afvalwate

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang openbare ruimte en in het wate Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de g

ve is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorb Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Nede

omt daar pas over tien, twintig jaar aan de Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de

inzameling, als op het eind bij de

Op verschillende plaatsen

zijn proefprojecten gestart. Ook in de ving wordt hier al, zij het voorzic tig, op ingespeeld. In de Wet milieub heer is bijvoorbeeld een voorkeursvolgo de voor omgang met afval

Ook krijgt het verwijderen van medicij

: Eerste vervangingsgolf riolering Nederland Context: de afvalwaterketentaken

0037103 D1 Afvalwate plan.doc, revisie

Pagina 17

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang openbare ruimte en in het wate Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de g

ve is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorb Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Neder-

omt daar pas over tien, twintig jaar aan de Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de

als op het eind bij de

Op verschillende plaatsen in Nederland art. Ook in de er al, zij het voorzic peeld. In de Wet milieub

beeld een voorkeursvolgo afvalwater opgen

Ook krijgt het verwijderen van medicij

: Eerste vervangingsgolf riolering Nederland Context: de afvalwaterketentaken

0037103 D1 Afvalwater- revisie d2 17 van 53

De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang openbare ruimte en in het water- Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de ge-

ve is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorbe- r- omt daar pas over tien, twintig jaar aan de Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de

als op het eind bij de

in Nederland art. Ook in de er al, zij het voorzich- peeld. In de Wet milieube-

beeld een voorkeursvolgor- water opgeno-

Ook krijgt het verwijderen van medicijn- : Eerste vervangingsgolf riolering Nederland

(20)

Context: de afvalwaterketentaken

resten en hormoonverstorende stoffen steeds meer aandacht. Kortom, de manier waarop wij met ons afvalwater én met de afvalwaterketen omgaan, wordt steeds be- langrijker. De komende generaties mogen geen “last” krijgen van de keuzes die we nú maken.

2.3.4 Bezuinigingen: minder meer

De economische ontwikkelingen maken dat steeds minder geld beschikbaar is. Poli- tiek is er een sterke aandacht voor lastendruk. Het maakt dat we nog duidelijker en transparanter moeten onderbouwen welke investeringen nodig zijn: Doen we de goe- de dingen en doen we die dingen goed?

Het proces om te komen tot dit Afvalwaterplan was en is er op gericht om antwoord te geven op de vraag: “doen we de goede dingen goed”. Door deze vraag te beantwoor- den zijn best practises opgespoord en doelmatigheidswinsten geboekt.

2.3.5 Samenwerking

In navolging van artikel 3.8 Waterwet en de afspraken in het Bestuursakkoord Water van 2011, is samenwerking in de afvalwaterketen noodzaak om doelmatigheidswinst te behalen.

In het kader van deregulering is de rijksoverheid al enige jaren bezig vergunningen en regels af te schaffen (minder landelijke normen). In plaats daarvan moet meer een lokale invulling plaatsvinden, zodat maatwerk kan worden geleverd. De consequentie is dat steeds meer samenwerking nodig is en onderling afspraken moeten worden gemaakt.

Hierop wordt in de navolgende hoofdstukken uitgebreid ingegaan.

2.4 De verschillende afvalwaterstromen

De zorgplichten voor gemeenten en waterschap hebben betrekking op verschillende afvalwaterstromen. Elke afvalwaterstroom heeft zijn eigen kenmerken en vrijheidsgra- den.

Stedelijk afvalwater

Stedelijk afvalwater is huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfs- afvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. Dit afvalwater moet worden ingezameld, getransporteerd en vervolgens gezuiverd in een RWZI. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor inzamelen en transporteren van afvalwater, door middel van een vuilwater riool of een alternatief met een zelfde graad van milieube- scherming (bijvoorbeeld een IBA). Het waterschap (i.c. het waterschapsbedrijf) is ver- antwoordelijk voor de zuivering van het stedelijke afvalwater; daarbij zijn ze gehouden aan bijvoorbeeld strenge effluenteisen.

De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is dus een resultaatsverplichting met weinig vrijheidsgraden: inzamelen, transporteren en zuiveren is het devies.

Bij de zorg voor stedelijk afvalwater wordt gekeken naar de afvalwaterketen als ge- heel, eventueel over de gemeentegrenzen heen. De aanvoer van stedelijk afvalwater beïnvloedt het zuiveringsproces. Maatregelen kunnen op verschillende plaatsen wor- den genomen: in het stelsel of op de zuivering. In de afgelopen jaren zijn daarvoor optimalisatiestudies (OAS-en) uitgevoerd: hoe en waar kunnen we het beste maatre- gelen treffen om aan de gestelde doelen te voldoen?

(21)

Context: de afvalwaterketentaken

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 19 van 53

Hemelwater

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater.

De hevigere buien die door de klimaatverandering gaan vallen, kunnen niet meer al- leen door het buizenstelsel in de grond – de riolering – worden verwerkt. De ruimte (openbaar en wellicht ook particulier) gaat daarom een steeds belangrijkere rol spelen bij het zoeken naar mogelijkheden om wateroverlast te beperken. De gemeenten stemmen af met het waterschap en zijn aanspreekpunt voor de burger en behandelen hemelwaterklachten.

Grondwater

Grondwater is een natuurlijk verschijnsel dat we zoveel mogelijk op een natuurlijke manier willen laten functioneren. In de gemeenten komen situaties voor waarbij het gewenste gebruik en de aanwezigheid van grondwater elkaar hinderen. Zo kan een te hoog grondwaterpeil leiden tot grondwateroverlast, bijvoorbeeld in de vorm van water in kelders en andere vochtproblemen. Ook kunnen problemen ontstaan als gevolg van te ‘laag’ grondwater: grondwateronderlast. Dit kan leiden tot verrotting van houten funderingen, met het risico op verzakking of instorting van de gebouwen.

Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten om, voor zover doelmatig, maatre- gelen in de openbare ruimte te treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Het waterschap kan door het oppervlaktewaterpeil ook invloed uitoefenen op de grondwaterstand.

De gemeenten zijn het eerste aanspreekpunt voor de burger en behandelen grondwa- terklachten (Waterloket). Gemeenten zijn evenwel niet verantwoordelijk voor het ne- men van bouwkundige maatregelen om het probleem van binnentredend grondwater in kelders e.d. op te heffen.

(22)

3 Doelstellingen en ambitiebesluiten

3.1 Algemeen

In het verleden werd, en ook nu hebben we riolering en rioolwaterzuiveringsinrichtin- gen (RWZI) aangelegd om:

• de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd;

de zuivering ervan zorgt ervoor dat het oppervlaktewater (als bron voor onder an- dere drinkwater) niet onnodig wordt vervuild.

• de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ont- watering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren;

• de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen en de zuivering van afval- water in RWZI’s wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem- of oppervlaktewater voorkomen.

In ambitiebesluiten hebben we vastgelegd hoe we de zorg voor de afvalwaterketen de komende jaren gaan invullen. Deze ambitiebesluiten zijn richtinggevend voor het ac- tieprogramma en de maatregelen en voor de doelstellingen in de GRP’n en GRP- notities. De ambitiebesluiten zijn door alle colleges van de gemeenten en het DB van het waterschap vastgesteld.

3.2 Doelstellingen voor de 4 afvalwaterketentaken

De algemene doelstelling is een goedwerkende robuuste afvalwaterketen die voldoet aan de gestelde uitgangspunten en leidt tot helder én schoon water, droge voeten en een goed en duurzaam leefmilieu. Concreet betekent dit dat:

1. De technische staat van de riolering en zuiveringsinstallaties in orde is:

a. correcte aansluiting van particulieren, bedrijven en overige organisaties;

b. hoge stabiliteit en betrouwbaarheid;

c. goede afstroming.

2. De riolering en de zuivering naar behoren functioneren:

a. het geheel aan voorzieningen heeft voldoende capaciteit voor zowel de af- voer en behandeling van stedelijk afvalwater als de afvoer van hemelwater;

b. de lozingen op het oppervlaktewater zijn beperkt en ‘schoon’;

c. de gemeente treft in openbaar gemeentelijk gebied maatregelen die structu- reel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk voorkomen of beperken.

d. het waterschap treft in het watersysteem maatregelen om het geloosde water goed af te voeren.

(23)

Doelstellingen en ambitiebesluiten

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 21 van 53

Randvoorwaardelijk is dat de afvalwaterketen op effectieve wijze wordt beheerd. De doelstellingen voor effectief beheer zijn:

• klantgerichtheid;

• goed inzicht in toestand en functioneren;

• duurzame bedrijfsvoering;

• goede samenwerking met aanpalende (gemeentelijke) diensten en andere organi- saties;

• inzicht in kosten, op korte en lange(re) termijn.

In de GRP’n zijn de hoofddoelen vertaald naar doelen voor de rioleringszorg en voor- zien van functionele eisen, maatstaven en meetmethoden.

Juni 2011 is een aantal beleidskeuzen aan de bestuurders voorgelegd, die daarbij ambitiebesluiten hebben vastgesteld. Deze beleidskeuzen en ambitiebesluiten zijn hieronder weergegeven.

3.3 Benutten van samenhang door samenwerking

Samenwerking in de afvalwaterketen biedt de mogelijkheid de samenhang in de af- valwaterketen te benutten en in te zetten:

• preventie, zorgen dat bepaalde stoffen niet in de watercyclus terecht komen;

• scheiden, (afval)waterstromen scheiden om (her) te gebruiken en verontreinigde stromen te kunnen behandelen;

• capaciteit van systemen op elkaar af te stemmen (riolering, zuivering en oppervlak- tewater);

• opvang van hemelwater in de openbare ruimte te realiseren;

• (gerichte) behandeling van verontreinigde (deel) stromen.

Figuur 3-1: Samenhang (afval)waterketen

(24)

Doelstellingen en ambitiebesluiten

In de traditionele manier van werken, waarin riolering, zuivering en waterbeheer ge- scheiden taakvelden zijn, zijn de onderdelen en de daaraan gekoppelde geldstromen maatgevend voor keuzes en type maatregelen. Per definitie wordt daarbij een oplos- sing gekozen die niet per se voor de hele afvalwaterketen optimaal hoeft te zijn in termen van duurzaamheid, veiligheid en dienstverlening.

Gebruik maken van deze unieke mogelijkheden vraagt wel om het ontwikkelen van een duidelijke visie en strategie en om kennis over de afvalwaterketen als geheel en over de raakvlakken van de onderdelen in het bijzonder.

De burgers en bedrijven zullen overigens bij de uitvoering van bepaalde maatregelen moeten worden betrokken, bijvoorbeeld bij het onderdeel “preventie” (zodat bepaalde stoffen niet in de watercyclus terecht komen).

Ambitiebesluit 17 juni 2011: Samenhang in de afvalwaterketen is het vertrekpunt voor samenwerking (gemeenten en waterschap zijn gelijkwaardige partners!).

Inbreng van burgers en bedrijven is hierbij van belang, zeker als het gaat om preventie. Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) wordt in dit project nog niet direct betrokken, maar neemt wel deel aan het provinciale samenwerkings- verband Waterpanels Limburg. Bij de invulling van het vastgestelde beleid zal de samenwerking met WML opnieuw aan de orde worden gesteld. Samenwer- king heeft kostenbesparing tot doel. 10% gebiedsbreed ten opzichte van de hui- dige GRP’n is het uitgangspunt.

3.4 Stedelijk afvalwater

Het stedelijk afvalwater wordt door middel van vrijvervalriolering in de bebouwde kom en drukriolering in het buitengebied ingezameld en getransporteerd naar het overna- mepunt van het Waterschap/WBL. Het Waterschap/WBL transporteert het afvalwater naar de RWZI waar het behandeld wordt voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd. In incidentele gevallen in het buitengebied wordt huishoudelijk afvalwater behandeld in Individuele Behandelingsinstallaties Afvalwater (IBA’s).

Voor stedelijk afvalwater wordt voorgesteld afvalwater niet langer te beschouwen als afvalstof die we, met het oog op de volksgezondheid, snel uit onze directe leefomge- ving moeten verwijderen. Afvalwater wordt gezien als potentiële bron van nuttige grondstoffen, energie en water, die kunnen worden gebruikt.

Voor de langere termijn betekent dit de volgende uitgangspunten:

• zoveel mogelijk scheiding aan de bron van de componenten van stedelijk afvalwa- ter;

• waar mogelijk wordt decentrale zuivering overwogen in plaats van de huidige cen- trale, als dit duidelijk aanwijsbare voordelen biedt:

− voor nieuwbouwsituaties zal dit worden onderzocht als volwaardig alternatief;

− in bestaand gebied wordt deze verschuiving op korte tot middellange termijn niet voorzien, omdat de voordelen niet opwegen tegen de mogelijke nadelen en hogere kosten (ombouw van stelsels, verandering van stromingsrichting, ingrepen in de openbare ruimte).

Ambitiebesluit 17 juni 2011: Door betrokken partijen wordt afvalwater, zeker op de lange termijn, beschouwd een potentiële bron van energie en grondstoffen

(25)

Doelstellingen en ambitiebesluiten

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 23 van 53

(beleid wordt hierop afgestemd). In dit kader is tevens het gebruik van doelwater (water dat wordt gebruikt voor een speciaal doel) relevant.

3.5 Zuivering van stedelijk afvalwater

In de Waterwet, artikel 3.4 is de zuivering van afvalwater ondergebracht bij het water- schap. Het waterschap kan de exploitatie van een zuiveringsinrichting onderbrengen bij een andere partij. In Limburg is dit Waterschapsbedrijf Limburg.

Voor de samenwerkende gemeenten zijn de zuiveringsinrichtingen waarnaar wordt afgevoerd Meijel, Panheel, Roermond, Venlo, Susteren en Weert.

De afgelopen jaren zijn Optimalisatiestudies uitgevoerd waarmee het functioneren van de riolering en de zuiveringsinrichting op elkaar zijn afgestemd. Maatregelen moeten deels nog worden uitgevoerd.

De afvalwaterketen en in het bijzonder de zuivering hebben van oudsher het primaire doel de volkgezondheid te beschermen via een veilige afvoer en verwerking van af- valwater. Daarnaast is het doel de oppervlaktewaterkwaliteit en het milieu te be- schermen door het voorkomen van lozing van zuurstofbindende stoffen en nutriënten.

Ook in de toekomst zal de afvalwaterketen deze primaire doelen behouden. In de ko- mende decennia zullen echter het anticiperen op klimaatverandering en het vergroten van duurzaamheid leidend zijn bij de verdere ontwikkeling van de (afval)waterketen.

Voor de langere termijn betekent dit de volgende uitgangspunten:

• bewerkstelligen dat de afvalwaterketen geen negatieve effecten meer heeft op het watersysteem

° bij het afwegen van aanvullende maatregelen in het kader van de KRW wordt ook duidelijk naar andere verontreinigingsbronnen gekeken (landbouw, indus- trie)

• voor de zuiveringsinrichtingen wordt bij nieuwbouw of grootschalige renovatie af- gewogen welke stappen realiseerbaar zijn in termen van terugwinning van grond- stoffen en energie uit het afvalwater

Ambitiebesluit 17 juni 2011: Betrokken partijen zijn het erover eens dat negatie- ve effecten van afvalwater (in principe) niet worden afgewenteld.

3.6 Hemelwater

De hemelwaterzorgplicht omvat het door de gemeente aanbieden van een voorziening waarin het hemelwater4 geloosd kan worden, als de particulier daar niet redelijkerwijs zelf voor kan zorgen. Welke voorziening dit is, maakt voor de zorgplicht niet uit, hoe- wel er beleidsmatig een voorkeur bestaat voor gescheiden rioleren.

Die voorkeur is ook in de wet vastgelegd in de vorm van een voorkeursvolgorde (zie vorige hoofdstuk). Het is overigens geen (wettelijke) verplichting om afvalwaterstro- men te scheiden.

4In de wet wordt de term hemelwater gebruikt omdat daarmee alle neerslag: regen, sneeuw, hagel, etc.

wordt omvat.

(26)

Doelstellingen en ambitiebesluiten

Het is wenselijk het hemel- en grondwater zo weinig mogelijk te vermengen met huis- houdelijk afvalwater. In de wet wordt dit aangeduid met de term ontvlechting.

Volgens de memorie van toelichting bij de nieuwe wetgeving is de perceeleigenaar primair verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op het eigen terrein. Al- leen als de eigenaar zich niet anders kan ontdoen van hemelwater dan via het afvoe- ren ervan, dient de gemeente hiervoor een voorziening aan te bieden. Welke maatre- gelen in redelijkheid van de perceeleigenaar mogen worden verwacht kan van plaats tot plaats verschillen. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de bodemgesteldheid, de grondwaterstand en de nabijheid van oppervlaktewater. Ook maakt het verschil of er sprake is van nieuwbouw of van bestaande bebouwing. Door middel van een verorde- ning kunnen regels gesteld worden aan de lozing van hemel en grondwater.

In het verleden zijn er in de gemeenten al verschillende keuzes gemaakt met betrek- king tot de hemelwaterzorgplicht. Deze keuzes zijn vastgelegd in de gemeentelijke rioleringsplannen. Deze keuzes kunnen te maken hebben met een streven om daar waar mogelijk afvoerend verhard oppervlak af te koppelen en het water te gebruiken als aanvulling voor het grondwater of voor de droogvallende watergangen, dus eerst vasthouden en dan afvoeren.

Ook met betrekking tot het hydraulisch functioneren van het rioolstelsel (water-op- straat) kan het afkoppelen van verhard oppervlak een oplossing bieden.

Als er richting oppervlaktewater wordt afgekoppeld is het belangrijk dat het watersys- teem hierop is berekend en dat het water goed kan worden afgevoerd. Hier ligt een belangrijke rol voor het waterschap.

Voor de langere termijn betekent dit voor onze regio Limburgse Peelen de volgende uitgangspunten:

• (her)gebruik van hemelwater heeft de voorkeur boven direct lozen;

• met het ondergrondse leidingnetwerk alleen kunnen de gevolgen van klimaatver- andering (hevige neerslag in kortere perioden) niet worden opgevangen en is het nodig naast de openbare ruimte ook de particuliere ruimte te gebruiken voor de verwerking van hemelwater. Hierbij gebruiken we de volgende aanpak (groeimo- del):

° eerst stimuleren van afkoppelen en verwerken hemelwater op eigen terrein (nu)

° verplichten van afkoppelen van de voorkant van particulier verhard oppervlak (na ca 5 jaar);

° verplichten afkoppelen van de achterkant van particulier verhard oppervlak en verwerken op eigen terrein (na ca 20 jaar);

Partijen kunnen dit groeimodel ook sneller doorlopen.

• de perceeleigenaar is in principe zelf verantwoordelijk dat hemelwater op zijn eigen terrein niet tot overlast en vervuiling leidt (bij hemzelf of in zijn omgeving). De ge- meente zorgt dat hij vervolgens overtollig hemelwater kwijt kan;

• de verwerking van hemelwater is een inspannings- en geen resultaatverplichting voor de gemeente (zie ook paragraaf 1.1). Een doelmatigheidafweging is nodig mede gezien de lange termijnontwikkeling. Inzet is een robuuste en flexibele inrich- ting van het openbare hemelwaterstelsel, zodat bijsturing ook later nog mogelijk blijft;

(27)

Doelstellingen en ambitiebesluiten

GM-0037103 D1 Afvalwater- plan.doc, revisie d2 Pagina 25 van 53

• aandachtspunten bij afkoppelen van het regenwater zijn de hoofdinfrastructuur, bedrijventerreinen, evenemententerreinen, marktplaatsen en gebieden met een centrumstedelijk gebruik. Indien dit water een probleem vormt voor de waterkwali- teit, dan heeft het de voorkeur om vervuild hemelwater lokaal te behandelen of af te voeren via een verbeterd gescheiden systeem. Indien dat niet mogelijk is, dient dit vuile hemelwater te worden aangesloten op het bestaande gemengde rioolstel- sel. Deze afweging wordt per gebied gemaakt.

• we accepteren hinder door water op straat. Dit betreft hemelwater dat niet snel genoeg de riolering in kan stromen. Huishoudelijk afvalwater op straat wordt voor- komen, net als schade door afvloeiend hemelwater.

Het streven is om de afvoer van hemelwater te vertragen. Infiltratie naar de bodem heeft hierbij de voorkeur boven afvoer naar oppervlaktewater, maar in bestaande ste- delijk gebied is dit niet altijd te realiseren.

Ambitiebesluit 17 juni 2011: Betrokken partijen stemmen ermee in dat de bur- gers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de verwerking van hemelwater afkomstig van eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Daarbij geldt eerst overtuigen, daarna pas afdwingen.

3.7 Grondwater

De zorgplicht grondwater is in de wet als volgt geformuleerd: “het in het openbaar ge- meentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voor- komen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort”.

De zorgplicht heeft duidelijk het karakter van een inspanningsverplichting, waarbij de gemeente bij de uitvoering van haar taak de beleidsvrijheid heeft die aanpak te kiezen die, gelet op de lokale omstandigheden, doelmatig is. Zij overlegd hierbij met water- schap en/of provincie.

Om afwegingen rond het grondwater te kunnen maken moet een beeld bestaan over eventuele grondwaterproblemen binnen de gemeente en meer specifiek binnen de bebouwde kom.

De grondwaterzorgplicht richt zich op het voorkomen en/of oplossen van structurele grondwateroverlast. De invulling van de zorgplicht bestaat uit het volgende onderwer- pen:

• Het bepalen wat er onder structurele grondwateroverlast wordt verstaan;

• Bepalen of en wanneer sprake is van grondwateroverlast (grondwatermeetnet);

• Keuze aanpak bestrijden grondwateroverlast;

• Inrichten van een (grond)waterloket.

Voor de langere termijn betekent dit de volgende uitgangspunten:

• Het beleid is erop gericht om met een duurzaam functionerend grondwatersys- teem:

° bestaande hinder weg te nemen:

(28)

Doelstellingen en ambitiebesluiten

− aanpak van grondwateroverlast;

− aanpak van grondwateronderlast (ook verdroging);

• nieuwe hinder te voorkomen.

Bij de (her)inrichting van het gebied en het (opnieuw) bouwrijp maken moet de na- tuurlijke afwatering via de bodem en het oppervlaktewater zodanig zijn dat geen aanvullende voorzieningen voor grondwater nodig zijn en zodanig dat er geen pro- blemen gaan ontstaan.

Dit kan worden gerealiseerd door:

• aanleg van voldoende oppervlaktewater;

• aanpassen peil (vaak niet mogelijk in bestaand watersysteem);

• ophogen van het maaiveld

• grondverbetering

• bouwkundige aanpassingen (hoogteligging begane grond, kruipruimtes, etc.);

• aanpassen van de functie van bebouwing aan de omgeving.

Ambitiebesluit 17 juni 2011: Betrokken partijen stemmen ermee in dat de bur- gers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg voor grondwater op eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Onderzoek in dit kader zal samen met het waterschap worden opgezet.

3.8 Financiën: rioolheffing

De kosten van de zuivering worden bekostigd uit de zuiveringsheffing op grond van de Waterschapswet artikel 122d. De heffingsmaatstaf is de vervuilingswaarde van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd.

Voor de bekostiging van de drie geformuleerde gemeentelijke watertaken is de hef- fingsbevoegdheid opgenomen in de Gemeentewet artikel 228a. De rioolheffing is een belasting met het karakter van een bestemmingsheffing. De enige wettelijke begren- zing is dat het gaat om het verhalen van kosten specifiek voor de drie genoemde wa- tertaken, met een maximum van 100%.

De rioolheffing wordt geregeld in de rioolheffingsverordening. Naast de keuze voor de heffingsgrondslag moet in de rioolheffingsverordening ook worden vastgesteld wie als belastingplichtige wordt aangewezen: de eigenaar, de gebruiker of beiden.

Als de voorkeur uitgaat naar een heffingsmaatstaf die afhankelijk is van het feitelijk gebruik of verbruik (waterverbruik, geloosd afvalwater, omvang huishoudens), ligt het voor de hand voor een gebruikersheffing te kiezen. In die situatie kan voor objecten waar verhoudingsgewijs veel water worden verbruikt en geloosd, een hogere aanslag worden opgelegd dan voor objecten waar dit niet het geval is. Een nadeel van deze gebruikersheffing is dat deze arbeidsintensief kan zijn, juist omdat de aanslag geba- seerd is op een variabele heffingsgrondslag. Zowel bij het opleggen van de aanslag, als achteraf (bij ingediende bezwaarschriften) moet de juistheid van deze variabele factor (waterverbruik, huishoudengrootte) worden onderzocht.

De keuze voor een eigenarenheffing wordt meestal verklaard uit het feit dat de eige- naar van een perceel het grootste financiële belang bij de aanwezigheid van een ri- oolaansluiting. Zowel bij eigen gebruik als bij verhuur, ondervindt de eigenaar het pro-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de ontwikkeling binnen de normen van de Wgv past, maar toch tot gevolg heeft dat de geurbelasting op de kern Egchel ten opzichte van 2008 toeneemt, mag de vergunning

De aanvraag, voor zover gericht op deze activiteit, en de verklaring van geen bedenkingen maken deel uit van

Deze bepaling legt vast dat wij moeten beoordelen of een MER nodig is als op grond van de criteria uit bijlage III van de Europese MER-richtlijn niet kan worden uitgesloten dat

Als op grond van objectieve gegevens niet kan worden uitgesloten dat het voornemen afzonderlijk dan wel in combinatie met andere plannen of projecten, significante gevolgen kan

Beperken maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten Prikkelwerking inkomensdeel WWB / aanscherpen alimentatie. Gevolgen algemene uitkering: + € 100 miljoen

Ontwerp “bestemmingsplanwijziging” Jacobusstraat 42 Egchel, uitbreiding bouwvlak bij een intensieve veehouderij voor verplaatsing bedrijfswoning, oprichting loods met

Het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas maakt ingevolge het Activiteitenbesluit milieubeheer en afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht bekend, dat vanaf 28

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas maakt bekend dat zij in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende