• No results found

Me SG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Me SG"

Copied!
123
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelij k aan te vragen.

This film is supplied by the KITL V only on condition that neither it nor part of it is Jurther reproduced without first ohtaining the permission of the KITL V which reserves the right to make a charge jor such reproduction. If the material jilmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also be requiredfor such reproduction.

Application for permission to reproduce should he made in writing, giving details of the proposed reproduction.

SG

Me

ATUU

OVO

SHELF NUMBER MICROFORM:

MMETA 0063

M:

(2)
(3)

1I1I11I 11111I~llt~~/ÏI]~~, rli~~~

00762722 11111111111

(4)

BLI}VENDEN

(5)

BLIJVENDEN

DOOR

B. KROON .. HOOGEWERFF

J.

H. GOTTMER & Co., UITGEVERS HAARLEM.

9J

(6)

Bij de laatste fluit stond Mevrouw Klartens op. ging naar haar dochter. omhelsde haar lang. "Zoo kind. nu alle twee flink zijn; het is al1emaal voor jullie geluk." Ze fluisterde het. liep beheerscht naar Daan . . .Ik zal maar niet vragen. of je goed voor mijn kind wilt zijn. hè? Dat klinkt zoo typisch schoonmoederachtig". Hij glimlachte.

zoende haar lief gezicht. "Mama. ik bewonder u voor de zooveelste maal! Uweenige dochter naar Indië en niet eens in tranen. maar ik beloof u tóch ... Ze keerd zj' h om. wilde niet toonen hoe zwaar het haar viel. ging opzij voor anderen. die Daan goede reis wenschten. En liep.

zonder nogeens om te zien. vlug het rooksalon uit.

Even later stond ze met haar man op de kade. tusschen familieleden en vrienden. die zich verbaasden over haar opgeheven lachend gezicht. haar knikken en wuiven naar het jonge paar bij de reeling. Ze wisten niet dat ze hen niet zag. niet kón kijken naar Hetty's snikkend figuurtje.

strak tuurde naar een groepje kinderen en probeerde te luisteren naar de gesprekken om haar heen. die alle gingen over het gevaar van een reis naar Indië in oorlogs- tijd . .. De boot gaat eerst naar Londen. inplaats van naar Southampton en ik zal blij zijn. als het eerste bericht uit Batavia er is." hoorde ze zeggen. En vlak daarop de stem van haar man: .. Kom. laten we in de loodsdeur gaan

(7)

staan; hier tocht het zoo geweldig." Hij nam haar arm, werd afgeleid door een jong meisje, dat snikkend de loopplank af wilde hollen, maar door een dekofficier tegen werd gehouden. "Moeder, moeder, ik kán niet weg~

gaan, ik kán het niet!" Aller aandacht was voor het meisje én voor een dame onder het publiek, die zich bleek en ontdaan naar voren drong. "Conny, Conny." Ze gilde het uit, liep naar de trap, die juist ingehaald werd. Zielig stond ze alleen, vóór op de kade, sloeg de handen voor haar ooren, toen het Wilhelmus klonk en doodstil was het onder de wegbrengers, die opeens eigen leed - om dit afscheid voor járen - dieper voelden; beklemd dach~

ten aan den ellendigen oorlogstoestand, die alles nog zooveel verergerde.

Snel ging Mevrouw Klartens naar de eenzame wan~

hopige vrouw, trok haar mee in de loods, tusschen veel anderen ... Toe, een afscheid is tóch al zoo vreeselijk:

laten we thuis maar huilen en probeer uw dochter wat te helpen; ze is nog zoo erg jong." De andere keek opzij, naar het goede vriendelijke gezicht, bedwong zich dade~

lijk. Ze slikte een paar maal. keek toen Zielig-glimlachend naar boven, riep hard: .,Dag Conny, goede reis. Dag!"

Haar stem trilde, maar ze bleef dapper staan wuiven tot de boot uit zicht was, al dien vreeselijken tijd, knikte zwijgend toen mevrouw Klartens wees: "Kijk, mijn doch- ter en schoonzoon hebben haar al ontdekt; ze staan daar met z'n drietjes te praten."

Haastig keek mevrouw Klartens weer naar die kinde- ren bij de reeling, zwaaide werktuigelijk een groote zak~

doek, dacht aldoor: "Nu gaat Hetty voor zes jaren weg."

Maar toen de boot zóó klein was, dat men de gezichten

der passagiers niet meer onderscheiden kon, snikte de vreemde het uit. En Klartens zag spierwit, liep stil mee naar hun rijtuig, bewonderde z'n vrouw, die schijnbaar kalm kon zeggen: .,Kom, laten we gauw naar huis gaan;

het is zoo naar hier tusschen al die menschen. Wij wonen in Amsterdam, dus gaat u even met ons mee naar huis, mevrouw." Bijna norsch stelde Klartens zichzelf en z'n vrouw voor, deed z'n best belang te stellen in wat mevrouw van Laren in het rammelend rijtuig vertelde:

dat haar man al tien jaar dood was; haar dochter Conny als onderwijzeres naar Indië vertrok en zij in ging wonen bij haar getrouwden zoon, een leeraar in Utrecht.

Ze reden naar de van Mierisstraat, waar Klartens het rijtuig liet wachten, omdat mevrouw van Laren gauw terug wilde. En in de gezellige huiskamer huilde ze lang uit, terwijl mevrouw Klartens thee voor haar zette, praatte en afleidde en haar man de kamer uitging. Hij liep naar boven, naar Hetty's kamer, keek naar de leege plekken, waar haar bureautje, de theetafel. het boekenkast je en de divan hadden gestaan. Dat alles was mee naar Indië, zou een plaats vinden in het huis van haar en Daan Sindersma, ergens in het binnenland van Java, vér weg in elk geval. "Ons eenig kind en juist zij naar Indië,"

dacht hij gepijnigd, door de onttakelde kamer ijsberend.

Tot hij de voordeur hoorde dichtslaan, begreep dat het bezoek weg was, getroost en gesterkt door z'n vrouw.

Kort geleden had hij ergens gelezen: "Stel je een rei- zend man voor, die op zijn weg verschillende vrouwen ontmoet én bezit. Denk je dat - als hij lang daarna terug- reist langs denzelfden weg - z'n vaderhart dan open zou gaan, als hij kinderen van hemzelf ontmoet? Een

(8)

vrouw houdt van het kind al vóór de geboorte!", moest daar opeens aan denken en liep als geschrokken naar beneden. "En hóe houdt Meta van haar kind, van óns.

Wat moet dit voor háár wel beteekenen en hoe sterk probeert ze te zijn."

Hij vond haar in de serre, waar ze als verslagen bij de kleine tafel zat en zóó wanhopig keek ze hem aan, dat de tranen hem in de oogen sprongen. Hij legde z'n hand op haar schouder, zei schor: "Kom, kom ... " Toen pas snikte ze het uit, in radeloos verdriet; klemde zich aan hem vast, terwijl hij trachtte te troosten ... Wij gingen toch vroeger óók van onze ouders weg en dat is toch goed en natuurlijk. En het is immers een zegen, dat Daan een toekomst als houtvester heeft, want nu de oorlog aan- houdt, weet je niet wat het in Europa moet worden."

Ze antwoordde niet, maar droogde haar oogen en glimlachte toen hij de juiste woorden vond: "Voor die mevrouw van Laren is het nog veel erger; wij hebben elkaar tenminste nog."

"Ja, ik ben een ondankbaar wezen en jij een goed diplomaat."

Ze stond op, zei schor: .. Maar Hetty stond daar zoo zielig te h uilen, dat kán ik niet vergeten. Ze bedankte me nog voor de heerlijke jeugd, die we haar gegeven hebben."

Hij hoorde haar stem beven, voorkwam haastig: "Ja, mij ook en ze vroeg of we niet eens gingen sparen voor een reisje naar Indië. Als onze papieren niet nóg meer dalen, moeten we dat ook maar doen; dan hebben we iets om naar uit te zien."

Ze straalde bijna: "Als dát eens kon! Je moet weten,

dat ik juist mevrouw van Laren vroeg, waarom ze niet met haar dochter mee was gegaan. Maar er is daar in Utrecht een kleinzoon van drie maanden, dus je begrijpt hoe dat trekt en ik vermoed ook financiee!e bezwaren voor de reis. Maar als dát eens waar werd, dat wij samen naar Indië gingen! Al moeten we minstens anderhalf of twee jaar wachten, want eerst moeten ze een heelen tijd met z'n tweeën zijn, zonder ons. Ik ga vanavond nog naar Genua schrijven; ook over die Conny van Laren. Stel je voor dat onze Hetty zoo alleen had moeten reizen.

Maar ons kind is in goede handen, daar moeten we aldoor maar aan denken, Ralph!" Hij liep naar de telefoon, die hard belde, nam den heorn: .. Met Klartens. Oh, me- vrouw Sindersma! Ja, we zijn alweer thuis; er waren een massa vrienden en familieleden en u moet natuurlijk veel groeten hebben van Daan en Hetty. Wacht, ik zal m'n vrouw even roepen ... Hij wenkte haar, ging voor de serredeuren staan, keek uit in den herfsttuin; realiseerend dat hij met Daan's moeder, die nooit eens gewoon kon doen en zoo hinderlijk-geaffecteerd sprak, niet kón pra- ten over dat afschuwelijke gerekte afscheid in het rook- salon en hun staan in de lood , - kijkend naar het schip, dat langzaam loskwam en wegvoer, térgend langzaam.

Werktuigelijk luisterde hij naar z'n vrouw, die vertelde over de bloemen en attenties; ook over mevrouw van Laren. En hij dacht hoe ze toch altijd wist te troosten en te helpen. Hoe Hetty dat nét zoo had en hoe goed en noodig dit zou blijken voor Daan, den pessimist.

Bijna heftig draaide hij zich om, toen het gesprek af.

geloopen was, zei fel: .. Als Daan nu maar goed voor Hetty is en niet altijd zoo somber en zwaar op de hand."

(9)

Meta Klartens lachte: "Maar man, de kinderen moeten het nu voortaan heelemaal samen uitzoeken en Hetty is zoo gelukkig met haar Daantje!! Het zijn twee con- trasten, maar dat is juist goed en ik ben blij dat ze niet in Amsterdam wonen, want Herta Sindersma zou zich met alles bemoeien en die arme Hetteke had geen leven.

Ze gaf mij zelfs haast een standje zooeven, omdat we die mevrouw van Laren mee naar huis hadden genomen:

ze zei dat je nooit kunt weten wat voor iemand het is!"

"Nét iets voor dat mensch! Die krijgt nog eens een beroerte van verwaandheid, dat ellendige koele trotsche wijf," wond hij zich op.

"Maar lieve man, erger je niet over een Herta Sin- dersma: hoe arm en klein is zoo iemand en hoeveel harde klappen moet ze nog van het leven hebben, voor ze er iéts van begrijpt. In elk geval verzocht ze heel beminlijk haar respect aan je!" Ze keek naar hem op, was blij toen ook hij glimlachte en stelde een wandeling voor, omdat het haar in huis ineens te benauwd werd. Door het Vondelpark liepen ze, dronken thee in het Paviljoen en terwijl ze opgewekt praatte, vast een plan maakte om de Kerstweek naar Brussel te gaan, dacht hij hoe ze altijd weer slag had, hem te bemoedigen ~n te steunen.

Maar hij wist ni~, hoe ze dien avond wel een half uur in gedachten voor haar kaptafel zat, met nietsziende oogen en in elkaar geknepen handen. Om niet in snikken uit te barsten, om dit afscheid vuor zóó lang, van haar eenig kind. Als een pijn voelde ze haar leed en liep in haar kimono naar Hetty's meisjeskamer, stond als verwezen in de deur.

Het beeld van Daan en Hetty op de boot, die langzaam

wegvoer, achtervolgde haar en het lieve jonge gezicht zag ze overal. "Kind, kind," fluisterde ze smartelijk.

Doch ze hoorde haar man naar boven komen, vermande zich met alle kracht, wachtte hem op. "Wat een verschil, hè? Toen Hetty hier was, vonden we de kamer zoo ge- zellig en nu is het, of we aan het verhuizen zijn. Al haar meubeltjes en aardige dingen mee; maar wáár ze ook komt te wonen, ze zal er veel plezier van hebben en haar kamer er echt heerlijk mee maken. Weet je nog, hoe verrukt wij waren van ons eerste home? Wat een prachtige tijd gaan de kinderen tegemoet en hoe goed eigenlijk, om zooveel van de groote wereld te gaan zien." Haar stem was opgewekt en hartelijk nam ze z'n arm. "Kom, nu denken we niet aldoor aan dat nare afscheid, maar aan al het geluk dat die twee wacht. En als de oorlog voorbij is en onze papieren zijn nog iets waard, dan gaan we hen eens verrassen."

Hij zuchtte. "Ja, áls ... Als het zoo doorgaat. houden we zelfs geen geld over voor een retourtje Zandvoort."

Ze lachte. "Oh, wat een ouwe pessimist ben je toch en dat zegt iets van Dáán' s somberheid! Misschien wordt je juist schatrijk door de oorlog, al wilde ik mét jou dat er gauw een einde aan die barbaarschheid kwam. De kinderen konden niet eens meer over land reizen en als het langer duurt, kon de mail weleens vertraging krijgen, dát is erg voor ons."

Gearmd liepen ze de gang over, maar bij de trap stond ze stil. "Maar in elk geval maakt onze dochter met den man van haar keuze een prachtige huwelijksreis en op dat feit gaan wij samen een glas wijn drinken, goed?"

(10)

Even later, in de kleine kamer, waar ze sinds Hetty's vertrek uit huis, samen aten, stootte hij z'n glas tegen het hare. "Op het geluk van de kinderen en het weerzien,"

zei hij schor. "Op alle liefde die we van haar gehad heb- ben en nog zullen krijgen, al is het voorloopig per brief."

toastte ze nadrukkelijk. "Wat heerlijk dat we haar zoo'n onbezorgde jeugd konden geven; dat is een steun voor haar leven. Zijn we eigenlijk niet hevig bevoorr~cht?"

Vast zag hij haar aan. "Ja, dat zijn we en ik zal m'r. best doen voor jou ook een steun te zijn; ik begrijp best dat het voor jou het ergste is. We missen wel héél veel op- eens. "

"We praten nu niet over het gemis, maar over de winst: het geluk van Hetteke en nog een lieve zoon erbij."

Ze dronk haar glas leeg, lachte om zijn grimmig: "Ik drink op Douarière Sindersma en hoop dat ze gauw hertrouwt;

misschien wordt ze dan genietbaarder. Zei je niet, dat daar kans op is?" "Ja, dat zou inderdaad de eenige manier zijn wellicht. om haar wat milder en liever te maken en ik geloof dat ze ernstige plannen heeft. Maar laten we het rustig afwachten en vandaag maar echt blij zijn! Ik weet nog goed, hoe heerlijk en gewichtig wij het vonden, toen we ons eigen huis in konden richten. We hadden óók best samen de wijde wereld in willen gaan destijds!"

Een wolk trok over z'n gezicht. "Alleen jammer, dat hun huis zóó ver weg zal zijn en Hetty zal het best nog- eens moeilijk hebben; ze houdt zooveel van ons en Daan ook, van jou vooral." Ze keek hem niet aan, tuurde strak naar de bruidsfoto, besloot: "Ach, als je jong en gelukkig bent, zie en voel je die dingen tóch anders. Hetteke volgt den man van haar keuze en al is het vér weg, we houden

haar liefde en zij de onze; is dat niet álles waard? Hoe rijk zijn we daarmee; rijker dan mevrouw Sindersma met al haar geld en deftigheid. Dat gezin is zoo anders dan dat van ons drietjes." Vast sloot zijn hand om de hare en ernstig hief hij z'n glas: "Op onzen rijkdom dan en op jouw gouden hart en je zonnigheid". Ze merkte z'n ont- roering, lachte die weg: "Nee maar man, wat een poëti- sche woorden op je ouwen dag! Laten we dáár dan ook nog maar eens op drinken èn op ons snoepreisje naar Indië."

En dien nacht, nadat ze eindelijk was ingeslapen, droomde ze van die reis. Van de groote mailboot. die een andere passeerde. En óp die andere, op weg naar Holland,

zag ze haar dochter staan, - bleek en mager, met niets- ziende oogen en ineengeknepen handen. Alléén ... .

"Hetteke, kind ... ," Met een gil werd ze wakker, keek ontdaan naar haar man, die rustig sliep. Rechtop in bed bleef ze zitten en brandende tranen liepen over haar gezicht . .. Hetteke, lief kind ... , ik gûn je dit alles zoo;

maar het is zoo vreeselijk."

"u

komt bij de boschinrichting, dus eerst eenige weken

naar Salatiga en dan het binnenland in; ik denk Midden- Java." Aan die woorden dacht Daan, terwijl hij te paard door het stille bosch reed, warm, moe en hunkerend naar een bad en schoone kleeren ... Midden-Java; - midden- heIl" Hij zei het nijdig, hardop, zoodat de kleine Karto naast hem schoot. "Saja toewan?"

"Tida, niets," snauwde hij nijdig, meteen voelend hoe onredelijk kwaad hij was en dat z'n goede mandoer toch niet kon helpen, dat alles hem zoo ontzaglijk tegenviel:

(11)

de hitte. de stilte. hun houten huisje. al het behelpen ... . Hoe kón Hetty erom lachen: naar huis schrijven over hun honeymoon-verblijf. dat ideaal was: over hun paradijs- tuin. vol kokosnooten. bananen en ananas.

Er wás geen tuin. met gras. grind en bloembedden:

maar een stuk wildernis. waarin den heelen dag Inlanders stonden te gapen. naar die blanke njonjah. hun meubels en al het gekke dat ze vonden aan die blanda·s. Het huis leek meer een houten schuur dan een landhuisje en ner- gens buren of winkels. nergens Europeanen. Alleen dichtbij een kampong. waar het kleinste gehucht in Hol- land een wereldstad bij was. "Maar lieve jongen. in Hólland ... ? Vergelijk toch niet altijd; we zijn nu in Indië en wisten toch. dat alles heel anders zou worden en is het niet interressant en avontuurlijk?"

Oh. die verhalen van kennissen. die óók in Indië waren geweest; maar gewoond hadden in groote steden of behoorlijke binnenplaatsen. waar tenminste een soeie- teitje was. lotgenooten. een paar winkels en een koelie die je krant en post bracht!

Hoeveel uren hadden zij moeten reizen voor ze bij de halte met onuitspreekbaren naam waren gekomen. waar een lorrie wachtte om hen een paar uur ver het bosch in te rijden. Wat had het lang geduurd voor ze hun kof- fers en kisten o.ntvingen en wat een probleem bleek Hetty's piano! Ook hun voeding was dat de eerste dagen geweest. want zelfs een doodgewone bakker. slager.

groenman en melkboer bleek niet te bestaan in hun dessa- plaatsje. Een briefje van een collega-buurman. die een uur te paard van hen af woonde. had alles geregeld: er was nu een postlooper. die 's morgens vroeg vertrok en

. s avonds terugkwam met brieven. kranten, alle levens- middelen en hUishoudelijkheden; dus hoe kon Hetty dit een "zalig avontuur" noemen!

Norsch groette Daan den mandoer, toen ze het huis bereikt hadden, keek op z'n horloge: half zes al, stapte meteen de zitkamer in. Toch trof het hem, hoe gezellig Hetty de kleine kamer met de bamboewanden had weten te maken; hoe alle mooie en practische huwelijkscadeaux te pas kwamen of volkomen detoneerden in deze omge- ving. Maar wrevelig, omdat ze hem niet tegemoet kwam, liep hij door naar de eetkamer, feitelijk een klein open achtergalerijtje, waar hij haar bezig vond de tafel te dekken, voor drie personen - met bloemen en de mooiste glazen. "Onze eerste gast krijgen we in het paleis van- daag; is het niet eenig? Stel je voor, dat je hier in de rimboe tóch bezoek krijgt!" Ze begroette hem uitbundig, liet het briefje van Devers zien, den collega die een uur moest rijden om bij hen te komen eten. "Als het niet te brutaal is en u schikt ... " Ze schonk thee voor Daan in, lachte: "Stel je voor dat het ons niét zou schikken! Hij moest eens weten hoe blij we zijn en dat we geen enkele schouwburg of visite-afspraak hebben! Ik doe straks een leuke jurk aan, maar zal dadelijk nog weer eens moeten baden, want het is weer vreeselijk heet, hè? Ik heb ge- zellig eten bedacht en vind het zalig eindelijk eens gast- vrouw te spelen".

Hij dronk z'n thee, voelde zich moe en afgewonden, had niets geen zin in het bezoek. Doch toen Oevers er tegen zeven uur was, fleurde Daan direct op, liep hem hard tegemoet. "Zoo Daantje, dat is bijna anderhalf jaar geleden dat we mekaar in Wageningen spraken. En jij

(12)

maar ineens getrouwd uitgekomen! Je doet het niet min~

der, amice en ik vond het aardig, gauw met je vrouw kennis te komen maken."

Hetty kwam hun in de zitkamer meteen bier brenflen, schudde vroolijk Devers' hand: "Wat zalig! Een Hol~

landsche buurman en dan nog wel een die Daan kent.

Zoo saai voor hem, geen enkele vriend of kennis, om eens van alles aan te vragen en mee te boomen over al die aardappelstudenten, die nu kwistig over Java en andere eilanden verstrooid zijn." Ze ging er even bij zitten, lachte toen Oevers vroeg: "Hebt u hier dan veel vriendinnen?"

"Oh, maar ik heb geen tijd, hoor! Ik moet wel geen bosch inrichten, maar een huis en de bedienden begrijpen mij niet en ik hen niet; dat maakt het hopeloos ingewik~

keld. Dus ik moet veel zelf doen en koken op houtskool notabene, dat is een studie apart! Ik heb al gereclameerd bij mijn directrice van de Amsterdamsche huishoudschool, dat ze me dat niet heeft geleerd! En nu laat ik jullie een kwartiertje alleen om te praten, goed?"

Toen ze weg was, klapte Oevers zachtjes in z'n han~

den: "Bravo Daan, dat heb je verstandig uitgezocht!

Geen modepop, die zeurt over alles wat ze hier mist, maar een die het interessante ervan ziet, zich onmiddellijk aanpast en Indië zal weten te waardeeren; dat heb je nu eens verstandig geschoten. En dan nog wel een meisje ui teen groote stad!"

Met studie stak Oaan een cigaret op. "Ja, Hetty is net als haar moeder, heeft een benijdenswaardige natuur, die overal de lichtpuntjes opzoekt en om alles kan lachen.

Zelfs hier in dit oord, in dit krot van een huis, in dit

onbewoonde stuk hel is ze tevreden." Driftig viel hij uit:

"Als ik dát geweten had, dat het zóó zou zijn, dat ik hier zóó moest wonen ... "

Opmerk::aam keek Oevers naar het overspannen ge~

zicht, kalmeerde: "Je bedoelt: dat wij hier zoo moeten wonen! Jij met je vrouw, die het van de beste kant op~

neemt. En jij, als mán, jij moppert en kankert! Kom, kerel.

het blijft toch niet zoo! Later woon je immers ergens anders en veel beter en mooier, in bewoonder oorden!

Alle begin is moeilijk en jij boft nog verschrikkelijk, dat je een kameraad hebt. En wát voor een." "Maar Hetty hoeft niet den heelen dag door het bosch te sjouwen, te voet of te paard, met enkel zoo' n stomme mandoer die ik soms heelemaal niet begrijp! Ik word er gék van! Van de hitte, de stilte en alles hier!" Lachend klopte Devers hem op den schouder. "Een mensch wordt zoo gáuw niet gek! En voor je vrouw lijkt het me nu ook niet bepaald een pretje om zelf te koken, op areng nog wel;

dat zal nog veel heeter zijn dan jouw sjouwen door het bosch. Ik zal dadelijk eens met haar praten; er is best een goed stel bedienden uit Semarang of zoo te strikken;

daar zorg ik wel voor en dat maakt alles direct eenvoudi~

ger en makkelijker." Hij keek rond in de kamer, zei: "Wat een mooie dingen hebben jullie; een klein paradijsje is het hier bepaald. Speelt je vrouw piano of jij?" Geschrok~

ken keek hij naar Daan, die hard vloekte, verwoed op z'n sokken sloeg." Die verdomde muggen! Daar word ik stapel van. En dan die eeuwige hitte! Het is om te stikken, te barsten."

Hij liep naar buiten, bleef op het houten voorgalerijtje staan. "Nou is het pikdonker, avond en nóg minstens

(13)

honderd graden! Nooit kom je even bij en ' s nachts, achter zoo'n klamboe, is het om te bekelen gewoon. Hoe heb jij het in Godsnaam anderhalf jaar uitgehouden in dat bord snert!" Gul schoot Devers in een lach: " Bravo, groen en heet; de mop heeft al een baard, hoor! Maar dat je überhaupt een mop tápt, is verstandig. En luister nou eens naar mij, Daan; begin met je niet dik te maken, niet zoo te kankeren en telkens te denken: wat is het hier stil, warm, beroerd en anders dan in Holland! Daarmee verpesten de meeste lui hun leven en karakter. Neem het zooals het valt: wees blij dat je niet in Europ zit, waar het een heksenketel is momenteel en nog wel erger zal worden. Waar ze moorden. branden en plunderen:

waar overal oorlog is. ellende, verdriet. gebrek en zorg!

Je bent jong en gezond. hebt een schat van een vrouw ... "

"Present meneer Oevers, alias Max! Oûs we zijn vrien- den?" Hetty salueerde, stak hem nogeens haar hand to ,

"Zeg dan alsj blieft maar direct Hetty tegen me. want dé1t mag wel in deze stad. waar ze er niet, eens over kletsen kunnen! En help me, om Daan te overtuigen dat we het hier knus, goed en aardig hebben; al is het een beetje warm. En dat alles nog veel beter zou zijn als hij maar niet zoo mopperde. Nu nog een bier of whisky-soda?

Dat hoort nét zoo bij Indië als de hitte, hebben ze ons al verteld, dus we hebben braaf een klein voorraadje ingeslagen. "

"Graag een split je; dat is de Indische benaming voor je whisky~soda. En óók graag vrienden en samen Oaan overtuigen, dat de meeste nieuwelingen last hebben met hitte, vreemdigheid, nieuwe taal en al die steenen des aanstoots! In Groenland of Siberië zou het immers nét

zoo zijn: óók alles vreemd en anders? Mag ik je verder meteen even wijzen, hoe men hier een split je bereidt?

Jouw manier zou iemand aan de drank helpen en erg onvoordeelig voor je adspirantenbeurs zijn!" Hij verbeet een lach. toen Daan mopperde: "Dat spuitwater is al net zoo lauw als zooeven het bier; in Salatiga dronken we alles ijskoud, maar hier is zelfs ijs niet te krijgen."

Hetty proefde van haar. eveneens lauwe, limonade.

nam gretig Oevers' raad: "Ik laat altijd de flesschen aan een touw in de mandiebak hangen, dat helpt heusch wel en in de regentijd wordt alles vanzelf beter." Hartelijk zei hij: "Kom, Oaantje, jullie hebt het ook allerongunstigst getroffen. het is inderdaad om te smoren. Over een paar dagen zullen de regens wel doorbreken en als het dan uren achter mekaar baksteenen heeft gegoten, bezie je de Indische wereld anders. Nu noemen we het kentering en dan is alles op z'n ergst."

"Maar dan zullen de boschpaadjes vrijwel onbegaan- baar zijn; moet ik dan tóch ... " Hardop lachten nu Hetty en Max. "De pessimist! Weet je dat Daan in Wageningen dien bijnaam had? Het schiet me ineens te binnen en mij noemden ze Noordpool. weet je nog? Man, ben je boomendokter of niet en tachtig of drie en twintig?"

Een beetje ge"rqerd stak hij nog een cigaret op. deed of hij niet zag hoe Hetty naar Daan ging. hem iets toefluis- terde. - "Ja. mams noemde hem óók al zoo. maar dat IN'r ik hem wel af. Als hij nu aar eenmaal gewend is. En het blijft vermoeiend. z 0' n heel n dag rij n of tippelen in die hitte; dat ben je in Holland ook niet gewoon, zelfs niet in den winter! En oh ja, weet je soms een middel tegen muggen? Dat is óók een ramp."

(14)

"Muskieten alsjeblieft en kijk eens: als geroépen! Daar is net jullie postlooper, dus geef mij het tokoboekje maar even; dan schrijf ik voor morgen een bestelling op van obat njamoek, dat zijn muskietenkaarsjes. En een groote flesch odol, voor op je kousen, handen en armen; de kaarsjes onder en naast je stoel; helpt alle twee prachtig.

Of je kunt seréholie of kajoepoetih nemen, dat is goed- kooper, - just as you like de odeur van een der drie."

Hij nam het boekje, schreef alles op, onderhandelde meteen met den koelie over het dagelijksch koopen van groenten, vruchten en allerlei meer op den passar in het nabijgelegen plaatsje, opperde toen: "En dan gaan jullie Zondag een met me mee naar Semarang, daar heb ik ken- nissen. Dan zie je weer eens winkels, menschen, huizen en voelt je in een bewoonde wereld."

Zelfs Oaan fleurde ervan op, accepteerde graag en was de rest van den avond vroolijker en gezelliger. Hij schaamde zich wel wat voor Oevers, die stellig medelijden met Hetty zou hebben ...

Hij keek naar haar, vond dat ze er zoo extra mooi en jong uitzag in een lichtblauwe modeljurk, wist hoeveel van die mooie japonnetjes ze met zorg had uitgekozen;

hoeveel aardige hoedjes en schoenen ze had en hoeveel ze zich had voorgesteld van haar witte avondjas en de twee galajurken.

Hoe genoot ze van dit eenvoudig feest: een gast aan haar tafel, voor het éérstl "Hetteke, waar haal je al dat heerlijke eten hier vandaan," bedacht hij opeens, toen ze aan tafel zaten en ook Oevers verrast de keurige schotels bekeek. "Ik ben toch netjes op een Huishoudschool ge- weest en er is hier veel meer te krijgen dan ik eerst dacht.

Er kwam vanochtend een vrouw met kippen en eieren en een man met kleine komkommers, bananen en zelfs een soort spinazie. Mams zou geen eer van haar opvoe- ding hebben, als ik niet eens een behoorlijk feestmaal in elkaar kon draaien. Er was een brief van mams," liet ze erop volgen, "ook een van Ma en Jeanne en een massa kranten en tijdschriften, - als altijd keurig verzorgd door paps."

Max bediende zich nogeens van den kampersteur, woog in stilte: "Mams en Ma; - Hetty en Oaan ... ; de ver- schillen zijn vermoedelijk groot." Toen zei hij hartelijk:

"Maar waarom lees je den brief van mams niet eerst?

Iedereen in Indië hunkert toch naar de mail, dus geneer je niet voor mij; dan kom ik nooit meer terug." Ze stond meteen op, nam den brief van het kastje: "Graag; - mams schrijft altijd zoo gezellig en grappig: ze heeft altijd wel iets beleefd waar we om lachen moeten, hè Oaan?"

Hij beaamde hetgrif, zong den lofvan z'n schoonmoeder-, terwijl Hetty haar brief las. Lachend vouwde ze hem toe, vertelde er iets aardigs uit, stond meteen op om cigaretten en aschbakjes uit de zitkamer te halen. En Oaan zag, hoe haar gezicht zenuwachtig vertrok. "Tóch heeft ze heimwee," wist hij duidelijk, begreep ineens niet hoe hij eIken dag zoo kon zeuren en mopperen, speculee~

rend op haar goed humeur en optimisme. "Voor haar is óók alles vreemd en nieuw," dacht hij gehinderd en stond gedienstig op, om den schotel met koude kip uit de groen- gazen spenkast te halen: bediende haar zorgvuldig van de kommersla en later van het bessensappuddinkje.

Toen Max om elf uur z'n paard losmaakte, bedankte hij tweemaal voor den gezelligen avond, plaagde: "Alleen

(15)

heb ik nog nooit zooveel mooie Hollandsche woorden gehoord den laatsten tijd! Drinken we Zondag in Sema- rang ook spuitwater en limonade en eten we dan spinazie en komkommer. inplaats bajem en ketimoen?" Lachend liepen ze mee tot den weg, . .Ik had je net willen inviteeren voor Kerstmis en Oudejaar en vragen. of er meer los~

loopende collega's ergens in dit bosch schuilen, die óók van de partij wiJlen zijn, Maar ik weet niet wat Hollan- ders in Indië voor namen bedachten voor al die feest- dagen. dus .. ," Hetty maakte een grimas naar Oevers, maar Daan vervolgde: "Nou, dan zal ik maar goedgun~

stig de invitatie afmaken; dus bedenk eens Max, of je meer eenzamen weet; dan maken we er die dagen van wat we kunnen," "Je ziet. wat een heilzame invloed zoo'n keurig dinertje heeft. Hetty, Daan gaat vooruit. heeft het al over to make the best of it!" Max sprong in het zadel. reed achter z'n kebon aan. die het licht droeg. den donkeren boschweg op. "Blijf jij maar het beste van alles maken; ook van je paardrijden, Maximiliaan Noordpool."

Lachend ging Daan gearmd met Hetty naar binnen en dadelijk sloeg ze haar arm om z'n hals, ,,\"Iat was je attent en lief vanavond!" "Ik ontdekte ineens, dat ik op weg ben een egoïst te worden en dat jij toch een beetje heel erg naar mams verlangt." Het laatste fluisterde hij, zag groote tranen in haar oogen, "Kom. het is toch geen schande! Ik ben maar de schoonzoon en zou haar best óók weer eens willen zien, En vnor jou was ze veel liever dan ik ben, is het niet? Ik bén nou eenmaal een ouwe mopperaar." "Dat wist ik helaas en tóch heb ik je ge~

nomen," plaagde ze alweer, "Je stamt niet bepaald uit een vroolijke familie. dat is sneu genoeg voor je! En

daarom moet ik een heeleboel aan je goedmaken. maar je moet maar bedenken dat er overal zooveel moois en goeds is en het leelijke altijd voorbijgaat,"

Nerveus viel hij echter uit: "Het is nogal wat moois en goeds hier! Moet je dat krot zien. waar ik jou moet laten wonen!"

"Met jou immers. jongen en hoe verlangden we in onze verlovingstijd naar een hutje op de hei. Nu hebben we dit; geen mooi maar wel een gróót hutje en omdat we in een heel andere wereld leven en het een beetje warm hebben. ben je er niet eens tevreden mee!" Ze ging hem voor naar de eetkamer. stond even stil bij de tafel. waarop nog de lange ranken vol rose bloempjes lagen. nam er een op, "Kijk. ik dacht dat Indië hét bloemenland was en dit is alles wat ik hier heb kunnen vinden vanmorgen, Max vertelde dat ze bruidstranen heeten en ik ben je bruid wel niet meer, maar zou toch liever lachen dan altijd rose tranen huilen, We zijn hier net de kinderen in het woud en ik weet zeker, dat mams er hartelijk om zou lachen, als ze ons hier zoo zag," "Ik vrees. dat ze het een zeer bedenkelijke grap zou vinden. als ze precies wist hoe eenzaam je hier woont en hoe primitief alles is; met die petroleumlampen die het nog veel heeter maken,"

Hij mepte vinnig een muskiet dood, veegde z'n hals en voorhoofd droog. bedwong met moeite een wrevelig antwoord toen ze zei: "Dan kén je mams nog niet! Ze vindt dat je overál jezelf meeneemt en het er weinig toe doet, waar en hoe je woont, Als je maar gelukkig kunt zijn en de humor van elk geval zien," Hij liep de over~

warme slaapkamer in. voelde z'n stemming zakken.

(16)

vloekte binnensmonds toen hij even later de zoogenaam~

de badkamer gebruikte: een kleine, door bamboewanden afgeschoten ruimte in de bijgebouwen - zonder vloer.

Waar een gemetselde bak met bruinachtig water stond en een emmertje om zich te overgieten. Den heel en dag liep Djojo, de waterdrager, met zijn juk, waaraan twee petroleumblikken. van en naar de kali. om dien bak te vullen en water te halen voor de wasch. het koken en drinken.

Opstandig dacht Daan aan de keurige badkamer in het huis van z'n moeder en aan wat zij wel zou zeggen van dit alles. Hoe ze vol minachting zou kijken naar het aan een spijker opgehangen petroleumlampje, de heele omgeving, het primitieve huis en de onsmakelijke dessa~

vrouw in haar donkerblauwe sarong en baadje, die Hetty wat hielp met de wasch en het huishouden.

Nog warmer door z'n ergernis en het lauwe water, het lastig behelpen in het heete hokje, liep hij terug naar de slaapkamer. "Wat zou Mama wel zeggen, als ze hier eens moest logeeren; in deze hel, die oven! Als ze dat stinkende bad hok eens zag," viel hij uit.

"Ze zou gezellig met je mee mopperen, vent en je beklagen; misschien mee terugnemen naar Amsterdam.

om bij Oom Valk op kantoor te gaan of bij haar aan~

staande geliefde vriend. Ze vindt Indië immers een soort strafkolonie en dit hier ... Jongen, ze overlééfde het niet!"

Hetty gaf hem een waaier en een grooten zakdoek, nat van eau de cologne. "Hier, Lord Wanhoop, verkoel je en denk eens aan Zondag; dan gaan we uit, naar Sema~

rang! Is het niet heerlijk, dat we Max ontdekten en hij direct zooiets aardigs bedacht? En zullen we dan met

\,

Kerstmis en Oudejaar eens toonen, hoe blij we zijn dat we een paar eenzame collega's kunnen laten meegenieten van ons knusse home? Of betreur je het te hard dat jij geen vrijgezel meer bent?" Ze nam z'n hoofd tusschen haar handen, zag hem innig aan: "Zou je er later niet een beetje spijt van hebben, dat je onze eerste maanden in ons eigen home wat hebt vergald door je gemopper?

Het went toch alles wel en als je hier heel alleen woonde, was het immers veel erger? Kijk eens naar Max, die al anderhalf jaar in z'n eentje in het bosch woont en zich best schikt en zoo zijn er zoovéél."

Wrevelig maakte hij zich los, voelde z'n onredelijkheid. toen hij zei:

"Ja, die Max is een ideaal en andere mannen hebben géén last van de hitte, de stilte, de rothuizen, dat smerige badwater en die verdomde muggen. Wat jammer, dat je al met mij getrouwd bent en die Max niet kunt nemen!"

Ze zuchtte hard: "Ja, wat een stropje! Zelfs in dit ver~

laten bosch had ik nog een vroolijke echtgenoot kunnen strikken ... ; als ik niet zooveel hield van mopperaars!"

Ze legde haar hand op z'n schouder, raadde hartelijk:

"Jongetje, het is alleen voor jezèlf zoo jammer, dat je de zonzij nooit ziet; we konden het toch zoo heerlijk hebben!

Je leest altijd dat het in een huwelijk zoo goed is, als je uitersten bent, maar we moeten toch een beetje naar mekaar toegroeien: jij een rose en ik een zwarte bril op~

zetten af en toe."

Ze nam z'n zonnebril van het tafeltje. zette dien op:

"Oh, wat is het hier heet; wat een leger muskieten trekt door deze zaal; wat een stof komt er door dat gevlochten bamboe heen en nu wááit het nog niet eens. En wat

(17)

jammer. dat we nu geen douche hebben en een mooie lichte slaapkamer! Wat een kooi lijkt zoo'n klamboebed en hoe afgrijselijk heet is het hier door die lamp'" Ze legde den bril terug. zei met een grafstem: .. En het ergste is, dat het allemaal wáárheden zijn!"

Hij glimlachte, streek over haar krullen, kroop toen voorzichtig tusschen de klamboe door in bed. "Hetteke, ik wou dat ik een rose bril hád en dat het niet zoo helsch- heet was." Ongeduldig verlegde hij z'n hoofd. trok het rolkussen onder z'n knieën ... Alle poëzie gaat weg bij deze temperatuur en ik stik bovendien aldoor van dorst."

"Ik zal wat spuitwater voor je halen en meteen sluiten, dat heb je vergeten." Ze was de kamer al uit en hij vond geen moed op te staan, voelde zich als lamgeslagen. Maar toen ze terugkwam, sliep hij al; op van den langen dag in de hitte.

Ze keek door de klamboe naar z'n verbeten gezicht, dat zoo sterk aan z'n moeder herinnerde en opstandig balde ze haar kleine hand: .. Je hebt je zoon wél veel moois en moed meegegeven, draak," dacht ze heftig. Toen - als een steun - hoorde ze weer mams' woorden. toen ze kort voor haar huwelijk, had gesproken over Daan's pessimisme en onaangename buien: "Kind, vergeet niet wat voor een thuis hij had! Mevrouw Sindersma denkt.

dat het deftig is, uit de hoogte te doen; vindt vroolijkheid burgerlijk; lachen idem en heeft een geest in haar huis weten te brengen, waarbij wij bevriezen zouden! Daan is heusch niet zoo somber. maar heeft altijd onder druk geleefd. Als je genoeg van hem houdt, verandert hij heusch wel door je liefde; maar als je mocht twijfelen, of bang zijn, dat je geen geduld genoeg hebt, breek dan

nóg! Maar je weet hoe paps mevrouw Sindersma noemt:

Mevrouw de Douarière! Zou Daan bij zóó' n moeder een vroolijke jeugd hebben gehad en optimisme geleerd?"

Dwaas vond Hetty zich opeens naast de klamboekooi staan, met het volle glas, dronk het achter elkaar uit:

"Prosit, mevrouw de Douarière! Ik hoop van je zoon een blijer mensch te maken en dat zàl ik!" Ze bracht het glas weg. voelde dat ze nog niet kon slapen en las in de zitkamer een brief van Conny van Laren over. "Je moe- der heeft de mijne nét zoo lang bewerkt, tot ze een zalig besluit nam: ze komt volgende maand naar Indië, om met mij samen te wonen in een paviljoentje. De laatste dagen zou ze bij je ouders logeeren; wat heerlijk toch, dat je moeder zoo lief is; zelfs voor bijna vreemden," schreef Conny.

Stil keek Hetty voor zich uit; dacht aan Holland. aan thuis. aan mams ... Die haar zoo zou missen. EIken dag en met álles! Maar die opgewekt en gezellig schreef, afleiding zocht, zooveel ze kon.

.. Daan·s moeder eet hier nogal eens, met Jeanne en Marius en komt denkelijk gauw haar aanstaanden man voorstellen ... ! Oom V é:11k heeft hier een week gelo- geerd, want hij is heelemaal in de war door den durend en oorlog ... Paps en ik waren gisteren in Haarlem en de Kerstdagen fuiven we ons op een reisje naar Utrecht, naar de Rensens. nu Brussel van de baan is en Oudejaarsavond heeft tante Grada ons gevraagd ... "

Hoeveel afspraken en plannen! En dat voor mams, die meestal en het lièfste thuis was! Hetty las den mailbrief.

dien avond ontvangen nog eens over, bleef staren op één zin: "Paps en ik zijn nu weer samen. net als in de eerste

(18)

drie jaren van ons huwelijk. En ik weet zeker dat jij.

eIken dag opnieuw. evenals ik zult genieten van de weel- de: een eigen home. met den man van wien je houdt en waar hij zich gelukkig voelt."

Ze drong haar tranen terug, las snel een anderen zin:

.. Zoo heerlijk, je lange brieven, maar naar, die hitte.

Suggereer jezelf maar: Wat een strenge kou hebben we toch! Ik hoop dat er gauw eens een warm zonnetje komt!"

Wat een malle moeder heb je. hè kind?" ... .

Met een glimlach stond Hetty op, ging zacht naar de slaapkamer, kroop voorzichtig in het breede bed. "De strenge kou is ver te zoeken," dacht ze. "Ik wil zijn als mams en ook zoo blijven als het eens minder makkelijk is ... " Met geweld dwong ze zich te denken aan allerlei dwaasheden, met mams samen beleefd. Aan haar hartelijk lachen, haar zonnigheid en gulle goedheid. En door over- vermoeidheid viel Hetty lachend in slaap, ondanks den broeikastemperatuur.

Alleen in de allereerste vroege ochtenduren was het dragelijk, koel zelfs. En toen ze den Zondagochtend daarop samen, alom half zes op de lorrie zaten. die hen naar de tramhalte zou rijden, was zelfs Daan opgewekt, keek waardeerend rond. "Het is tóch wel prachtig, hè, zoo' n Indisch bosch en je voelt je hier opeens klein, in die geweldige natuur en idem stilte." Hetty, in een van haar mooiste zomerjaponnetjes, met een flatteerende groote Amsterdamsche hoed, zag er innig gelukkig uit, drukte even z'n arm: "Wat avontuurlijk toch, dat wij samen hier zoo voortgeduwd worden. Ik heb kassian met de koelies, maar ik wou toch voor een lief ding, cat ze ons zoo eens zagen; een volgende keer moét je me zoo kieken."

Ze lachte om Max Devers, die hen een uur later bij de halte wachtte, riep: "Even opletten, ik kiek jullie,"

sprong daarna van de lorrie. "Je lijkt wel een helder- ziende! Ik had net over kieken gesproken, omdat ze in Holland geen flauw benul van zoo'n vehikel zullen hebben en mams zich tranen zal lachen!" Ze stak haar hand uit, nam z'n compliment over haar japonnetje in ont- vangst en bemerkte later in den trein, dat het algemeen de aandacht trok. De meeste dames reisden in sarong en kabaia, peignoirs of zeer eenvoudige ochtendjurken;

hadden zonderlinge manden en tasschen bij zich, een grooten waaier, enormen zakdoek en een flesch eau de cologne in de hand.

En al heel gauw voelden ze alle drie. dat de tempera- tuur steeg. Hetty vond in stilte dat haar reisgenooten geen ongelijk hadden, het zich zoo makkelijk mogelijk te maken en zich van den Zondag en de plagende mode in Europa niets aan te trekken. Ze hoorde Daan's ge- mopper,was blij toen Max voorstelde: "Laten we in de restauratiewagen gaan zitten; daar hebben ze zalig koppi-ijs en jullie kunt er nog wat nà ontbijten, want je bent ongehoord vroeg op geweest en het duurt nog een heele tijd voor we er zijn en in zoo'n rijdend café is het niet ongezellig."

Hetty verheugde zich op een zalig café-glaCé, was verbaasd dat ze dit hier in zoo'n Indischen trein maar voor het bestellen hadden en heftig teleurge- steld, toen er een groot glas koffie met water voor haar neer werd gezet, waarin veel brokken ijs dreven.

"Dat noem ik boerenbedrog," verontwaardigde ze zich.

haar handen ineenslaand over Max, die een portie nassi- goreng had besteld en in minimum van tijd het diepe bord

(19)

leeg had gegeten, na er eerst twee spiegeleieren doorheen gewerkt te hebben. "Het lijkt wel, of je uitgehongerd bent en heel veel fiducie in je kokkie krijg ik niet," plaag- de ze, terwijl Daan demonstratief het leege bierglas op- hield, met grafstem zei: "En dan op de vroege morgen er al bier bij drinken; hoe komen we vanavond ooit netjes thuis!" Max trok z'n neus op voor de boterhammen met kaas, die z'n vriend besteld had, leeraarde: "In Indië is het een eerste vereischte, dat je je goed voedt en je zoo- veel mogelijk aanpast, ook dáárin! De Inlanders en Indische lieden eten haast altijd rijst en veel verst' ndige Hollanders volgen dat na. Ik had thuis expres niet ont- beten, omdat de nassigoreng hier zeldzaam goed is en bier hoort er nu eenmaal bij; als Daan een jaartje hier is, doet hij graag mee en jij ook. Hetty." Ze trok haar fijne neusje op, zei: "Ik zal met veel mee moeten gaan doen, maar bier ... Om te grillen gewoon, al ziet het er zalig uit."

Ze zuchtte even, veegde met het kleine zakdoekje over haar gezicht en Daan beloofde: "Het eerste wat we in Semarang gaan doen. is voor jou een waaier koopen. " Ze herinnerde hem aan den Zondag, maar Max stelde haar gerust, zei dat ook op Zondag alle Chineesche en Japansche winkels open waren en ze van alles zou kun- nen inslaan. voor haar huishouden tevens. Hetty keek naar het perron van de kleine halte waarbij ze juist stop- ten, lachte: "Ik zie ons vanavond al teruggaan met zoo'n stelletje manden en pakken, als die Indische dame daar bij zich heeft."

Maar toen Max verzekerde, dat ze dat inderdaad ook zou doen en die krandjangs zelfs verbazend practisch waren, verklaarde Daan dat hij daar niet over zou

dènken. "Ik zou in staat zijn, je alleen te laten reizen.

Stel je voor dat wij ... " Max knikte plechtig: "En toch gaan we vanavond met een regiment van die manden en pakken terug, lieve vriend! En tóch koop je binnen afzienbaren tijd allerlei Indische lekkernijen en vruchten aan de halte waar je elke dag voorbijkomt op je paardje."

Een heftig dispuut hadden ze over het voor en tegen van aanpassen en Hetty plaagde Max met z'n incon- sequentie: "Meneer Noordpool heeft laatst beweerd, dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn in Indië, met hygiëne niet kunt spotten en me liters creoline. plus kookvoor- schrift van het water opgedrongen." Triomfantelijk zag ze hem aan en Daan viel bij: "Oh zoo, vader; nu jij weer!

Nog geen kwartier geleden heb je op Hetty's boodschap- penlijst een zestal vliegen kappen geschreven. geleeraard dat vliegen overbrengers zijn van allerlei vreeselijkheden!

En nu zou je ons willen adviseeren van die rommel te koopen." Hij wees naar een koopvrouw, die juist haar blad ophief tot voor hun coupéraam en griezelend vroeg Hetty, wat dat allemaal voor heerlijks was: rose en groene koekjes. gebakjes en een soort oliebollen; terwijl Daan kreunde bij het zien van een zeldzaam vie'5 jongetje, dat met groote glazen paarsachtige limonade ventte. "En geen spoor van vliegenkappen op al die eet- en drink- waren," zuchtte Hetty. beschaamd kijkend t en Max be- strafte: "Toetoep lalar moet je zeggen; leer nu vast zoo- veel mogelijk Maleische woorden, daar heb je alleen maar gemak van in je huishouden. Ik zal mijn vrienden in Semarang direct je bedicndentekort vertellen en maak me sterk, dat je gauw een ge chikt stel krijgt. Ste k je licht maar eens op bij Cl' van Staal. die is in Indië geboren en helpt je graag; zooals trouwens de meeste menschen in

(20)

Indië mekaar helpen."

Daan hield hem z'n koker voor, constateerde: "Maxi- mi liaan heeft nog steeds dezelfde gave om ergens over- heen te praten. Van het netelig onderwerp netjes afge- stapt!" Lachend nam Max een cigaret, bekende: .. Ik over- dreef inderdaad een beetje en bedoel eigenlijk, dat je wel vruchten en zoo kunt koopen. Ikzelf bezondig me wel- eens aan lempèr, dat zijn die verpakte rolletjes rijst. met kip en kruiden erin en het kómt weleens voor, dat ik aan een warong wat rijst klaar laat maken, als ik te ver het bosch in ben om naar huis te gaan. Maar natuurlijk is het verstandig, voorzichtig te zijn met alles. Inlanders zijn ongevoelig voor zulke dingen; die drinken water uit de kali, eten allerlei viezigheid en hebben geen benul van hygiëne; maar dat zal met de jaren óók wel veranderen, zooals alles. In onze hoofdplaats hebben we tegenwoordig zelfs een Chinees, die twee auto's bezit en verhuurt;

vroeger ging alles met karretjes en dan hier met die enorme afstanden."

Hetty zette haar hoed af. wilde niet bekennen hoe warm ze het had, maar toen ze tegen tien uur in Sema- rang waren, veerde ze direct op. De van Staals stonden op het perron, begroetten hen zóó hartelijk, dat het beiden nieuwelingen goed deed en op weg naar hun huis, mak~

kelijk gezeten in de groote auto, was er direct een vlot gesprek.

.. Zeg alsjeblieft Clé," verzocht de gastvrouw, "hier in Indië tutoyeer je mekaar gauw, soms tè gauw, maar jullie zijn vrienden van Max en ik weet zeker, dat we veel aan mekaar zullen hebben. Thuis vindt je m'n twee zoons: Petertje van drie en Maxje van anderhalf

en we wonen zalig in het heuvel terrein: Tjandi heet dat.

Onthoud het maar vast en noteer een massa wenken, die ik van plan ben je te geven, want je voelt je natuurlijk als een kat in een vreemd pakhuis. Indië is een zalig land, maar als je zoo van Amsterdam in het binnenland wordt gestopt, zal je weleens met je handen in je haar zitten."

Daan kuchte bedenkelijk, zei: "Wat u maar een zalig land noemt! Ik vind het er alleen maar heet en ongeloof~

lijk primitief, zooals wij daar wonen; je mist er álles ge~

woon." Clé keek opzij, zuchtte: "Oh, jij hoort tot het gilde mopperaars, dat zie ik direct en je verdient niet, dat je dadelijk getrouwd uit bent gekomen. Je hadt eerst eens in je dooie eentje in zoo'n bosch moeten wonen, zooals de meesten. Schaam je diep en tutoyeer me liever; ik dénk er niet over om meneer Sindersma te zeggen, hoor! Ik ben in Indië geboren en als je ooit kwaad spreekt van m'n land, ontvàng ik je gewoon niet meer."

Maar een kwartier later, toen ze in de groote voor- galerij van het mooie huis zaten, waar een onberispelijke djongos allen bediende, moest Clé toch lachen om Daan en hem gelijk geven, toen hij hoonde: .. Oh, oh, wat een krot van een huisje en hoe vreemd, dat je Indië een zalig land vindt! Je hebt alleen maar electrisch licht en water- leiding èn een auto èn ideaal bedienden èn een prachtig uitzicht èn 's morgens vroeg en 's avonds koelte ... Te beklagen ben je!"

Ze erkende: .. Ja, we wonen hier ideaal en ik mag eigenlijk niet oordeelen, voor ik jullie huis heb gezien.

Ik heb altijd in groote plaatsen gewoond, ook vroeger met m'n ouders."

Piet van Staal. die aldoor met Max had gepraat over

33

(21)

de oorlogsberichten, die dringender en angstiger werden, lachte nu gul: "Is Clé de lof weer aan het zingen van haar geboorteland en heb je haar geïnviteerd, eens in jullie dessa te komen kijken? Dan ben ik direct van de partij, hoor, want het is waar dat wij die altijd in groote plaatsen wonen, daar geen benul van hebben."

Hij lachte nog harder om Hetty, die een vermakelijke beschrijving gaf van hun aankomst bij de aspiranten~

woning; van het gesjouw door het bosch met de piano, meubels en kisten en de moeilijkheden van dien eersten

tijd. Maar Clé keek bedenkelijk en was direct vol hartelijk

meeleven: "Maar lieve menschen, dan moet Soero er direct op uit om een stel bedienden voor jullie op te scharrelen. want die arme Hetty kan toch in zoo'n hitte niet zelf koken en wasschen en kamers doen en zoo! Stel je voor, dat in Indië; dat is crazy gewoon!"

Ze wendde zich tot Max, gaf hem een standje, omdat hij niet dádelijk aan haar had geschreven om raad en hulp, sloeg haar handen in elkaar toen ze hoorde over het huis. de omgeving, den postlooper die eiken dag álles moest halen, uren ver.

"Uit de middeleeuwen gewoon; ik wist niet dat zooi ets in negentien veertien nog bestond." Bijna ver~

schrikt keek ze naar Hetty, die lachte: "Maar Clé.

het is wat behelpen en soms wat stil en vreemd.

maar aan de andere kant is het verschrikkelijk avon~

tuurlijk en eigenlijk bar leuk. Stel je voor, dat alles maar direct gesmeerd ging; ik geloof, da t er op de Buitenbezittingen nog veel èrger plaatsen zijn, hoor! We hebben het heusch nog goed, kunnen ons allerlei permit~

teeren en met onze buren, allemaal gewone dessa~

menschen, raak ik hoe langer hoe meer vertrouwd.

Laatst heb ik een klein jongetje verbonden, die door een hond in z'n teen was gebeten en de volgende dag kwam de moeder al met een tros bananen aanzetten; zoo aardig!

Maar ik denk weleens, als wij eens ziek worden, is het lastig als er geen dokter is."

Clé was al op, liep naar de achtergalerij: "Ik ga eerst even met Soero praten, hoor; jullie moet van- middag een behoorlijk stel bedienden meenemen, ten- minste en ik zal meteen eens kijken, waar de kinderen toch blijven." Ze keerde zich om naar Hetty: "Loop even mee, dan zie je een Indisch huis, m'n keuken en kokkie en dan vertel ik je alle geheimen van een spen- oftewel provisiekast en vele wetenswaardigheden."

Toen ze weg waren, zag van Staal naar Daan's som- ber gezicht, zei hartelijk: "Nou Sindersma, het is de beste manier, dat jullie het zoo opvatten; dan valt alles làter alleen maar mee. Het is inderdaad weleens interessant, om zoo heel alleen in een dessa te wonen en het binnen- landleven mee te maken en je vrouw schijnt er zich best in te schikken. Als je pas getrouwd bent, is een groote plaats als hier dikwijls vervelend; je hebt er direct oude en nieuwe kennissen, buren en familie en bent eigenlijk nooit eens echt samen."

Verachtelijk lachte Daan: "Ja, u hebt makkelijk praten. Laat Max maar eens vertellen, hoe we daar wonen en hij voorspelt, dat binnen een paar dagen de regens doorkomen; dan zal het dak overal lekken en zijn we heelemáál geïsoleerd." Hij zag Max' knipoogje naar van Staal, ergerde zich om diens: "Kom, bedenk liever, dat dan de ergste hitte voorbij is en het

(22)

hier niet geeft. of je sliknat regent; je gooit je pak en alles in de wasch en bekommert je nergens om. En zeg nou geen u en meneer tegen me. dat zijn we hier niet gewend als we van plan zijn vrienden te worden. En die heb je hier noodig, man, bar noodig. Mijn vrouw heeft haar meeste familie hier en in Batavia, maar ik wil het wel be- kennen dat ik me het eerste jaar wat vreemd voelde, toen ik als broekje van twintig naar Indië kwam en er nie- mand kende. Maar ik ben het land gaan waardeeren en heb er veel vriendschap, gulle gastvrijheid en hulp ge- vonden en er veel moois gezien. En jij bent direct ge- trouwd uitgekomen, dat is een groot voordeel."

Daan zag op, wrevelde: "Och, ik vraag mezelf dikwijls af. of het niet een groote stommiteit en onverantwoorde- lijkheid is geweest, om een jong meisje mee hierheen te nemen en zóó weinig van de toestanden af te weten. Hetty is meestal de heele dag in haar eentje, kan met niemand Hollandsch praten, heeft geen enkele afleiding en moet mijn gemopper nog slikken." Nu lachte van Staal dave- rend en Max, met een blik op Daan's nerveus gezicht, hield zich met moeite in, zei bezwerend: "Kom, je vrouw voelt het zelf heelemáál niet zoo; ze is best tevreden met haar houten landhuis, zooals ze altijd schertst en vindt het geweldig gewichtig en interessant."

Doch van Staal kon niet laten te zeggen, dat Daan het toch in eigen hand had, die laatste grief weg te doen vallen; dat het niet noodig was, te mopperen als Hetty tevreden bleek. En wat geërgerd antwoordde hij, toen Daan allerlei vroeg over Indië, over het leven in grooter plaatsen en de mogelijkheden. om zoo goed als het kon, te wennen aan het totaal ander leven. "Je moet in de

eerste plaats plezier in je werk hebben; in je huis, je vrouw en je omgeving zou ik bijna zeggen. als je niet juist zoo genoeglijk had zitten kankeren. Maar één ding sc~ijn je totaal te vergeten: dat je overál gelukkig bent. als Je het met jezelf en je vrouw maar goed kunt inden." .

"Een gemeenplaats." dacht Daan gehinderd. "Hetty 5

moeder heeft zooiets óók al eens beweerd en Hetty zelf idem en alles doet me een beetje opzettelijk aan; maar van zoo'n vent, die hier zit als in het paradijs, kan ik het niet velen."

Hij blééf dit denken, ergerde zich den heelen dag in stilte aan wat hij als overdreven en demonstratief- hartelijk voelde, had moeite om gezellig en vroolijk te schijnen. En telkens trof hem Hetty's vragende blik, haar verwonderd kijken naar z'n strak gezicht. Hij kon ook niet aardig zijn tegen de kinderen. vond hen druk en lastig.

was blij toen de dames beiden meenamen naar de Chineesche kamp, waar ze boodschappen zouden doen, terwijl hij met z'n gastheer en Max rustig thuisbleef. in het koele kantoor. Hij praatte mee over de krantenbe- richten, de consequenties die een durende oorlog mee zou brengen; wel begrijpend hoe van Staal. als zaken- man, er zich veel drukker over maakte dan Max, die het filosofischer beschouwde.

Doch toen tegen één uur de dames terugkwamen, warm en moe van het winkelen en Daan de beruchte manden zag. vol blikken, pakjes en vruchten, groeide z'n ergernis. Met moeite hield hij een ruw woord in. sch~of Petertje opzij, die op z'n knie wilde klimmen. Wat mIn- achtend keek hij naar de baboe. die de kinderen kwam halen om te baden en vooruit te eten, zag naar Piet van

(23)

Staar s roode hoofd. ..Krankzinnig om daar 's morgens vanaf twaalf uur jenever te zitten hijschen," dacht hij .. en die Max doet daaraan mee, durft mij te hoonen als ik ervoor bedank."

Ook tijdens de uitgebreide rijsttafel steeg z'n stem- ming niet, want hij kreeg het hoe langer hoe war- mer, had zich laten overhalen tenminste een glas bier te nemen en voelde zich of hij in brand stond.

Z'n gastvrouw zag, hoe verstolen hij telkens met z'n natten zakdoek over z'n voorhoofd veegde, raadde: "Neem wat stukjes ketimoen, Daan, dat helpt goed als je te heet hebt gegeten en straks hebben we ijs poeter toe, dan knap je vanzelf wel op." Ze hield hem het schaaltje met stuk- ken komkommer voor en opgeschroefd bedankte hij; boos bijna toen het bleek dat ze zich nog moesten haasten, om den trein van drie uur te halen. "Het is de laatste; dan zijn we pas om half zeven zoowat bij onze halte en dan nog een heele tijd door het bosch op de lorrie; Max boft, want zijn bediende komt hem met het paard halen; als wij in onze rijke tijd komen, nemen we óók ieder zoo'n ros. hè vent?" Hetty vroeg het met nadruk, wilde hem in het ge- sprek betrekken, omdat ze wel merkte dat hij niet erg op z'n gemak was.

Zij was juist zoo dankbaar voor den aardigen dag vol afwisseling en Clé's hartelijkheid, haar gulle goedheid. "Ik vind het ellendig, dat ik je nu geen bedien- den mee kan geven, maar Soero weet een uitstekend stel, dat pas de volgende maand kan komen, dus je moet wachten tot half Januari. Beter dan nu onbetrouwbare of slechte mee te nemen in elk gevaL" zei Clé bij het af- scheidnemen op het perron, zich vast verheugend op

Hetty's verrassing als ze 's avonds in hun eenzame kleine huis het mandje vol heerlijkheden tusschen al haar bagage zou vinden. "En je schrijft maar minstens tien keer per dag en vraagt àlles wat je gek of vreemd vindt. hoor,"

drong ze nog. Ze gaf Hetty een zoen, schudde Daan hartelijk de hand: "Komen jullie nu de Kerstdagen bij ons vieren, inplaats van in zoo'n stil bosch en met Oudejaars- avond reken ik in ieder geval op jullie en Max!"

Hij bedankte haar voor de gastvrijheid, zei dat ze de W ageningsche vrienden al uitgenoodigd hadden en Max beaamde het snel, voegde erbij: "We vinden het alle drie juist zoo'n evenement, om ditmaal Kerstmis en Oudjaar in een klein familiekringetje te mogen vieren. Andere jaren deden we het in een soos, of in Soerabaia in een restau- rant en voelden er ons dubbel eenzaam. Nu heeft Hetty ons een huiselijk dinertje aangeboden en een ouwer- wetsche Oudejaarsavond en dat waardeeren we buiten- gewoon, juist omdat we daar allemaal lotgenooten zijn;

dat bindt ontzaglijk en je kunt zooveel voor mekaar beteekenen; het is meestal een band voor je I' ven."

Piet van Staal, wat opgewonden door z'n lange bitteren, de heete rijsttafel en vele biertjes, sloeg Max op z'n schouder: "Jij hadt dominee moeten worden; je praat zooals het bij de Zondag hoort, maar nou moeten jullie instappen en wij gaan naar huis en maffen; beter dan in zoo'n heete trein. Maar tóch komen we jullie eens opzoeken, als de regentijd voorbij is, Hetty."

Ze zei hem, dat hij welkom was en hoopte dat ze eerst Clé nog eens zou mogen bezoeken, stapte toen in de overheete coupé .. ,Natuurlijk rekenen we op jullie en dan moet je eens een weekend komen, dan kunnen we

(24)

naar de soos en dansen; je moet dat allemaal toch eens meemaken." Piet riep het hard, floot een bekende fox- trot, schreeuwde nog: "Dus wij de eerstvolgende keer een stepje of een trot je, Hetty," toen de trein al in beweging was.

Max ordende Hetty's bagage wat; schoof een paar manden onder de banken, terwijl Daan in een hoek ging zitten, te warm en amechtig om zich te ergeren. Hetty telde één teveel, begreep direct dat het een verras ing van Clé moest zijn en raakte niet uitgepraat over den dag en het gastvrije huis. "Dat je weer gewoon een kraan open kunt draaien en water hebt, mooi helder water,"

lachte ze, "ik heb nooit beseft, dat zooi ets nogeens een evenement voor me kon zijn! En wat heerlijk wonen is het daar; wat zal het' s avonds prachtig zijn en hoe keurig zijn die bedienden gedresseerd en gekleed: moet je mijn goeie baboe erbij zien, in haar somber donkerblauw."

Ze vroeg Max bijzonderheden over de ingewikkelde rijsttafel, raadde Daan om wat te gaan slapen, daar hij z'n oogen niet open kon houden en zelf begon ze een poos later ook te knipperen, glimlachte tegen Max: "We zijn ook zoo barbaarsch vroeg op geweest; stel je voor dat je in Holland alom half zes op stap ging! Ik ben dolbe- nieuwd naar de kiekjes, die je vanochtend hebt gemaakt en mams zal er verrukt mee zijn; als nu uitgerekend di' mail maar niet wegraakt."

Hij keek naar Daan, die rustig sliep, zei: "Natuur- lijk komen mijn kieken prachtig aan en het zal heusch niet zoo'n vaart loopen met die mijnen en censor en al de dingen, waar ze nu over gaan filosofeeren:

de oorlog zal gauw genoeg afgeloopen zijn. Jij bent óók

I

doodop door deze wonderlijke dag en heelemaal dat winkelen en reizen niet meer gewend, dus wees een wijs kind en ga óók wat slapen; ik waak over al je barang." Ze probeerde het, maar toen het niet lukte, ging ze tegenover Max zitten: "Ik vind slapen in een trein afschuwelijk, dus laten we liever wat boomen, of laat mij op m'n barang passen; zeg ik het al niet mooi?"

Hij keek naar haar bleek gezichtje, merkte wel hoe warm ze het had, glimlachte: "Schitterend, maar ik heb zoo'n feeling dat je niet veel gevoel voor het schoone Maleisch hebt en het na dertig jaar nóg niet vlot spreekt."

Ze ging verontwaardigd rechtop zitten: "Stel je voor, net of ik een imbeciel ben! Maar het is zoo; het ligt me heele- maaI niet en ik vind alleen het woord djongos en de naam van onze waterdrager Djojo al zoo verschrikkelijk moei- lijk. Maar na dértig jaren ... , dan is Daan al lang ge- pen ionneerd en dan wonen we in Amsterdam of dicht daarbij." Ze slikte, keek strak naar buiten, met ineens een heftig verlangen naar Holland, naar huis.

Max begreep het wel, hielp vlug: "Ja. dertig jaar lijkt onafzienbaar en toch gaan ze natuurlijk lug om; je hoort alleen altijd van iedereen, dat je éérste tijd in Indië het langst en soms wat moeilijk valt: na je eerste verlof gaat het eel beter." Ze speelde met haar ringen en haar mond beefde, toen ze vroeg: "Zou dat werkelijk zoo zijn: zou iedereen in het begin toch wel erg verlangen?"

Hij verzekerde haar dat dit natuurlijk zoo was; heel ge- woon bovendien en dat hij zelf in z' n eer te jaren zelfs erover had gedacht, terug te gaan. "En ik ben nog al een kérel. We voelen dat toch allemaàl even; als je weg- gaat van je land, van je familie. Het verbaast me alleen,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

sterren zag Sybrands zijn oogen koor sig glimmen. Zijn gelaat zag onwezenlijk bleek. Belle was vlak naast hem gekrop n en drukt zijn kop tegen Joost aan. De

penkinderen iederen avond wasschen en aankleeden. Ze moest er gewoon niet aan denken dat een van haar schattekinderen in gevaar zou kunnen zijn. AVONTUUR VAN

bláren, en een helder goudgeel hartje, eu licht- rose, met zacht-donzen blaadjes, die bepareld zijn door den dauw. Hier is een knop, die op het punt staat open te springen 1

Met groote, nietsziende oogen staarde Roeki in het licht. M en toe drukte hij voorzichtig een muskiet dood, die zich op zijn hand of gezicht had neergezet. Hij boerde een paar keer

levenseindezorg.’ Maar hij zegt ook dat een huisarts geen patiënten naar het ziekenhuis kan sturen voor palliatieve sedatie: ‘Dat is iets wat je in een acute stervensfase doet, niet

De dokter zou patiënten een spuit morfine toegebracht hebben die vermengd was met andere stoffen. “Er zijn geen bewijzen dat de dood van de patiënten verband houdt met de

vermeldde dat het probleem voor de uitvoering van de euthanasie erin bestond dat

‘Schadelijke traditionele praktijken’ is een verzamelterm voor vormen van onderdrukking en geweld tegen kinderen (vooral meisjes) en vrouwen die voortkomen uit traditie,