• No results found

Me SG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Me SG"

Copied!
96
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

M:

A UU

OVO

MMETA 0767 SHELF NUMBER MICROFORM:

SG

Me

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelij k aan te vragen.

This film is supplied by the KITLV only on condition that neither it nor part of it is further reproduced without first ohtaining the permission of the KITL V which reserves the right to make a charge for such reproduction. IJ the material filmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also he requiredfor such reproduction.

Application for permission to reproduce should be

made in writing, giving details of the proposed

reproduction.

(2)
(3)

I

BIBLIOTHEEK KITLV

I I1 I 11111111111

00544898

(4)

.'1' 1 T-\1 1.1

Er h 5:1.1 en ('hor)'l \\oord \all -11. m 11 lI' huilt: rh!'rt~l~

O\'Lr d n <llJi\l ,

'ilrnl \\ 7\ 11. rl"l Ilooil hr'1\ I(Ig(b.1\1 '

EfV\fV\ V.

~(~~~~

~ .-d'~~~

(5)

/'1' mIj, 1'11 mrt;: h, IC'h d,r " ,lr \ rnll" ')lh .:1)11.? Hfl n'cht I 111111111'1'. I" hnp 11 11 I "nI. n

"t

nn. 1(!t- h.ut 11 r! or h.l.lrtI ..,n'l lid \ \ . ld 1 ' "'1 ,ken.

J11 m'l 11 I 1\"'11 lalh e '11I1ell r<i ..d'l' Illjn.

(6)

1.

fte

schemerina brak aan. De korte 111-

"dische chernerin". ergezeld do r het en tonig O"esjirp van de kr kels.

De bergtoppen die noo" Zl kalt geleden

Jl)et een aloeiend rood o\'er goten waren sta- ken reeds als donkere 'ichaduwen af tegen deu nog lichtenden hemel. Een kalme, vr - dige stilte was overal, en werd door niets an- ders verbroken dan door het krekelaesjirp en het zacht-ruischend a ondlied van den wind;

een tilte, die TU. tig stemt en ieder tot kalmte uwillgt.

Heel 111 de verte 1<1 nk het droefgeestig

(7)

3

die zoo standvastig bleven. trots regen en stormen en tijd.

Ze dacht aan de eenzame heuvels en de woest klat rende bergbeek.

De beek, met haar koel, doorzichtig water, had ze lief, en hoewel een onverstaanbare was ze toch een deelnemende vriendin voor haar.

Toen ze nog heel kleill wa , had ze reeds aan hare oevers gespeeld. takjes en blaadjes geworpen iu het bruisende nat en cye chaterd om de kluchticye sprongen van de takjes in het woelige water. Dikwijls ook zat ze aan len rand peen gr0 ten steen en plaste met de kleine, warm geloopell, bloote voetjes in het koele vocht. dat opspatte, tot het weer in een alinster nden reITen van kristalheldere droppels neerviel, die opnieuw met hun kame- raden VOOItstu wdeu langs mossige, rotsachtige steenen, naar beneden, naar het onbekende land.

EM\Tr.

~eklil1gel van een ancykloeng uit het reed. 111 luisternis cyehulde dal.

p een rotsblok, met de armen om de knieën eslagen, zat een meisje, het hoofd cyew nt!

naar het We ten, \ aar ze den laatsten groet van de dag\ orsti n had opgevangen.

Het gezichtje \\ as mal en een paar cyroote, lroomerige oogen taarden voor zich uit.

nbewecyelijk, bleef de gedaante zitten' lecht nu en dan werd do r het koel tje de brcede kanteu . trook -all haar mou opoe- licht, waardoor de fijne. blanke p lsen zicht- baar werden.

De gouden lichtstreep in het eten ver- Lh een en een ochtiae nevel luier omhuld reeds het land 'chap' maar nog altijd zat ze daar als in droom erz Ilken.

Ze dacht aan haar eenzaam, <tfgez nderd 1even <laar boven op de eenzame k ffleon- cl rneming in de bercyen haar blauwe, fluweeli- e beraen. die z fier hUil spits verhi ven n

(8)

EM~IY.

En later. toen ze ouder wa" werd haar nieuwsgierigheid crrooter n werd haar vra- gen drin?, nder; maar hoe 7. 0 k lui 'tel'de.

h ze zich ook inspande om de murmelende st m van het water te verstaan, het \'ertelde haar niets anders dan V:1n O'"roote verwach.

tinaen,

Zij wisten het Im mer s o k n iet die kl l1Ie, dartele dr ppel .

Maar zij gingen ten minste het leven t g _

/ll et in dolle, woeste aart, en zij zat daar n volg Ie dr melld haar riendin in har 11

\'cnleren I p tot daar, \\ aar ze zich stortt . In d gr ote blauwe Zèe. waar ze weg choCJ!

In dc lllachliO'"e armen n weg molt in al;-, . heele overga e.

Dan breidde ze hare armen uit met een zucht an verlall en. maar ga uw sloot ze de g-r te oogen om Jen lu:t te w rstaall zich iJl het koele bruisende nat te. torten en mee te gaall mee naar beneden iJl het dal waar

f

,. -,.,

En eIken daO'" zag Je zon haar aan de be k o)taan het kleine mei je met cle bloote vo tje . De beek was haar vertrouwd, wie 1. all.s v rt Jde n wie ze ullizcnden \'rag n deed 0\' r het \ oortspn cl ude I v n. daar beneden in het 7.0nnige Jal: maa r dezc \'ertelde haar steed,'

\'an alles wat ze al wist: dat dc zon de bergen veer had wakker gel'ust· dat d bloemen O'"e u rde n, de \'oge Is z nO'"cn en a I om strijd en dag loofclen; dat d vlinders in dartelen overmoed zich zetten op trill ude gra 'h::tImen die zich ver 0 er het water heenb gen en dat de libellen met haar schitter nde gazcn leugels vluchtig O\'cr hct water hadde:l gehupt.

Maar dat wi t ze al. Dat had ze al gezien, toen ze nov nauwelijks stamelen kon en aan udjes hand langs de bCI crbeek dartelde. Dat wist ze al, maar telkens. telkens \\ eer \'ro 0'"

;0,

z de bergbeek nartr dàt. wat ze ni t \Vi, t;

llaar dàt wat er gebeurde in het 7. llllJO'"e ual iu de groot, wijde wereld.

(9)

Je. Het is iets al. de a vond \Vi nd, die je zacht langs de wangen strij kt en we r \'erdwij ut.

Tracht het nooit te 'rijp 11, dan z.al het Ie en je geen kwaad doen."

~ 11 zij had het donkere kopje ongeloovig O'eschud. Zij \Vi, t wel anders. en kleine Emtny had h ar armen g slaO" n om den hals "an hare oude leermeè, tere , 0 ze ha 1 weliswa ar ook niet altijd prozen m <Y n gaan, en ook zij had een 1 Illis te dra:.-- en gekr (Ten, maar het rdl iet dat de eene ha i " rbitterd. had de andere te reden dl)en zij n met het kalme leven, dat ze I idde, ongestoord ol1O'ehinder i, en 7-

had tr ts alles niet "erg ten, dat ze toch 0 k geluk gekenu had.

Dit wist Em111) ,

Ze voelde het het k n niet é\ll<.ler .

~r m e. t iets 1 estaan. dat je over alles h en hiel. ' iets. iat lleindiO' nnchtig was.

\\ aar fl1 was dan de wereld z 0 lllO i, als

-

I

E nIV,

zoon elukkill:> en I cht \ a ; all

E tMY,

menschen waren en het leven geleefd werd' mee te gaan met haar, die al haar geheimen kende, en d ie haar wel brell<Yen zou naar de groote wijde wereld waarvan ze nog zoo weinig wist, doch waar ze reeds zo "eel val1 <Yedroomd had.

Ze dacht aan de rustige uren. doorgebracht bij haar oude, men chenhatende grootmoeder, die altijd vertelde, an het \ reede leven en het noodlot dat niemand met rut liet, "Ó'r al zijn idealen \ aren vertlieti<Yd en elk 'pranl<je geloof aan oeluk was uitgeblu 'cht.

Toen had ze een schuchter ;:,evraagd:

, Maar <Yrootm eder, het is toch niet altijd.

altijd 7.oor Er gebeurt toch ook w leens iets O'oeds in de wcreld, want gel ukkige menschen zijn er toch I! Er zijn toch 0 k stervelingen die oor't 'eluk geboren zijn?'

,.Geluk,!ie e kind ", had ;:,rootmocder O'ean t- woord, terwij I er een bittere trek om haar mond kwam. "Geluk, lie e kind, is een sp rook·

(10)

E t~n. 9

ontvanO'en z u worden cl r het .idealen ver- nietigende" Ie en!

Haar r tmoeder had de oooen v or altijd ge loten, en ze ru tte nu daar onder den grooten Maréchal- iel-struik op dèll eenza·

m n heuvel \ a11 waar men naar het dal kon zien; het lichte. vfoolijke dal met zijn groene sa\\ah \ elden. zij n sta tiae k la pperb omen en droomerig wuiven e bamb e truikeil.

\' aarom ze \'erlall<Y e daar te rusten, op de eenige plek, wa I'je een glimpje van de mo te .,slechte' werel i kon zien.

Ze begreep het niet.

Emmy's lichtO'ele trooho d, die met bloe- men gevuld aan een struik hillO', wieO'dde zacht- kens heen en weer en deed een regen van fijne 'ozenbladercn neerdalen op haar donkere 10k1 en cn op het kale rot blok,

De kouue avond wi nu z llg zij n plechtige hymne, de sombere nacht deed plechtig, zwij- gend zijn intocht.

1<:.

r r "

aarom wierp de zon eiken ochtend zonder é'u dag te verzuimen, haar aouden licht over de slechte wereld;

aarom waren de bloemen Z 0 prachtig, en geurden ze zoo verrukklijk' en waarom fladder.

den dan de vlinders altij :l als in eeuwÎO'duren- den vreuO'dedan over de met da uw beparelde, fluweelige velden; \Vaarom? áarom dat alles, als het leven niet aa dCtn teleu rstel.

ling en erdriet?

Ja,

wel k\ am er uu en dan een Jillder in een spiuneweb terecht. en beO'on er een ciaO'

::-.

met tri sli~ell regen en mi. t man!' toch Zél men telkens eer JevellslustiO'e kapellen, en scheen de z n na d bui met ui 11\ é kracht en warmtel

Ze wist het, ze voéldc, dat het anders was dan wat grootm eder vel telde.

En nu zat ze hier op dit heerlijke, k lme plekje, en z zou nu eens zelf haar neu je in de

"slechte' \\ ereld st ken, om te zien hoe ze

(11)

11

EMMY.

Verrast bleef Emmy een oogenblik staan en streelde even de teedere door chij nellde kelken.

Toen trad ze binnen in het gr ote vertrek, waar de weinige gasten reeds vereenigd waren in het gezellige, heldere licht en nu voelde ze, dat het koud was geweest daar buiten koud en guur, en dat haar kleedje vochtig wa ,an den avonddauw.

Voor den haard, in een gemakkelijken vouw- stoel, lag een heer, met in elka I' ge lagen in- ac::rs, die in het haardvuur keek' vlak v or hem lag een hond een mooie Ten:-,erees met den kop tusschen de pooten, luisterende naar het suizen van den avondwind langs de \' nsters.

Zijn meester zag er lijdend uit. Donkere lok- ken deden het aelaat nog bleeker schijnen dan het werkelijk was, en onoph udelijk tUllrd~llde wijdgeopellde oogen in het flikkerende vuur.

In een hoek van het vertrek, aan een tafel tje waarop een staande lamp brandde zat een an- E 1:\1 .

10

"Arme grootmoeder ... , :\ii schien hcbb 11 de men chen haar veel leed edaan, méér mi:.

schien, dan ze had kUllnen dragen, en mi . chien h:erde ze het verdriet kennen óór 't O'eluk haar had gevonden .• rme grootmoeder, I en een paar warme tranen kwamen in de crrootc, bruine Goaen.

Ze stond op, hin haar troohocd aan den arm en wandelde langzaam naar het reeds ver- lIchte h' tel.

Het la daar als de reuzellkop an een 0

\: ereldlijk dier. teaen de berO'hellin Y, terwijl de verlichte ramen al crioeiende 0 gen de een- zame wandelaarster tegenblonken.

De lanke, tengere crestalte zweefde luchtig o er het rotsachtige bergpad, door den geuri.

hen, bloeienden tuin, tot ze in het licht kwam, dat door de open deur naar iJui ten scheen.

Het roode schij llsel viel op een bloeienuc azaleastruik, en de witte, zijdeachtige bI em n leken van goud.

(12)

Zooals ze daar stond, met den hoed met rozen aan eu arm met de eene hand haar rok een \Velnl~ ph udend teek nde z zich als een zuiv r wit-marmeren beel af t geil ti 11

d nieel n c h terb r nd t rwijI het Iichteil r s·

igen gloed \Vi rp op het fijne fi~l1l\rtj .

e bruine 0 ::. nlachten op het zien van het rho fdfr ns 11van juffrouw Bremers, cu met en \'Iu~cye armbe\ e iUl:>. ot ze den b h el n blo men oor raad in den schoot an het oudJ

,:Y1aar mm, i d t laat thui k 111 11? Het is al g heel don k r."

De stem klonk ko< rri?" ma r dc ooaen ver·

welk roden haar lie\'ding met e n warmen gloed.

t i eh, li v , beste Oudjc, dacht je, d 1ik ti or den ber ace. t was opgeslokt?', en e n helder hoog lachje klonk door het vertrek, dat e Ll verwonderde uitdrukking bracht op het

elaat an dcn eenzame aan den haard.

Zijn slanke ingcrs gleden liefkoozend over E lMY.

12

dere ~ast te schrij\ en. Het licht viel peen gebruind gelaat met ti nkeren. v \len knevel,

t rwijl de flinke, kracht; e mannenhand de pen bestuurde, die krassend 0 er het papier vloo .

,,\ at hij toch met zo'n haast aan het chrij.

\en is? dacht juffrouw Bremer t rwijl ze be- zIg ,\-as een eeuwia kantje te baken voor haar Emm). Heul' haar was reed grij'i, en er lag een tevreden. kalme uitdrukking ver het met rimpel d rpi egde gelaat.

Er k\\ arn een blijde glan in haar blik, 1 en het jonge meisje binnentrad, ma r gauw loeg ze de ongen weer op het haakwerk, terwijl ze de wenkbrauwen fronste.

Dag, lieve Oudje! Hier ben ik weer. t

Ze bleef een ooaenblik op den drempel slaan en beantwoordde met eell hoofdknikje den roet va n den chrij ver, die zij n pen necrlecyde en vol bewondering keek naar het slanke figuurtje iu het fij ne batisten kleed.

(13)

15

EM IV.

al héél vreemd zijn. Ik zal het maar eens pro- beeren. Als de bloemen mOlgenochtend weg zijn, z I il het niet Ol el doen, hood"

En ze verdeelde h ar bloemensch:at in vaasjes en waterglazen. en plaatste ze hier en daar in het vertrek; op de piano, op de vensterbank, op de middentafel eu op een boekellrak.

Pr~st keek na::\r het fiouurtje. dat nu hier, dan daar bezig was met de bloemen, en dacht er het zijne van.

Hij legde zijn kop tUCisch n de pooten, en kwispelde n u en dan met zij n moaien plui m- staart, al:; de trip .)elellde vetjes in zijl nabij- heid kw I n. Opeens 7, 0 Emmy de il een ged, ken gestalte v n den ellzame voor het haardvuur.

et iel h, ar op, da hij er z 0 b trokken uitza o en Z 0 h el bleek. Hij had de oogen gesl ten en scheen inoe luilll rd.

Z cht na erd~ Emmy het knaapje, dat In EMMY.

14

<ien Tuigen kop van den hond, die kwispelde op het hooren van het vroolijl e geluid.

Zijn m ester hield hem zacht aan zijn oor vast en fluisterde:

"Wie is dat, jongen? \Vaar komt dat htlder~

geluid vandaan? Zeg, Presto, wie is dat?"

Maar he:t dier keek met zijn mooie trouwe oogell zijn meester aan en likte hem de hand, zacht wuivend met zijn dikken luimstaart.

"Oudje, vindt je dit nu g en schat? Ruik n ze niet heerlijk?" klonk de heldere stem weer, en vroulijk plagend hield ze de oude dame een takje heliotr op vlak voor den neus.

"Ze zijn net al bij on., hé? Zal ik ze hier in de kamer in vaélsjes doen? He ziet er hier niets bergachti uit, zo z nder groen en bloe- men. Zal ik maar?"

.,Ik weet niet, of de andere gasten bloemen- geur aangenaam zullen vinden."

"Kom' ,fluisterde mmy, "zou iemand zoo- iets niet heer lijk inden. Oudje, dat zou toch

(14)

d re n cl blo m n tI hieI' -: N t1 t eh? I at kan nOl elijk. ZOlt ik haast I IJken; Ol ar toch, 111isschien i, de g lil' te terle en, . , .;'

"l.

e n n, t1! Ik vind ze \' ITukkelijk. Il- dank j • dat j . dacht hel t WIJl den blinde l1l

zijn eenz ~m h kj, 11 bI men en vdellcJ - lijkheid zon dig he ft om \' ren oog 11-

blik ZIJIl I d te \'ero-eten,"

,, eh. . ik dach t, dat \l alleeIJ m' ftr zie k as maal dit! Ik z'l altijd zUI~ell, dat II de mo is te en aelllil;> te bloemen krijl') , hnor!

\ at een pI cht val! eell hon I h dt lI, en hij he ft zulke ma ie, \V lliae 11 I II n Iie\ e,

tI' t~\ e 000- n, II e he t hij~'

"Presto. IIlj is all iers niet vri ndelijk v 11

. aId, maar hij. chijnt voor jou een uitz 11 Je- Jing te maken, Het is een bI' \'e h nd, Hij IS

mijn eenige VI iend", eil1di~dehij !'n. tig.

Emmy bukte zj h, en terwijl de 'klein handjes Pre t ':; dIkken kop asthi ld n en ze hem di p in tie aouelt keek. zei ze zacht:

EMl\1\ •

16

zijne nabijheid stond en llaat te er een vaasje met bloemen op.

De heer Vall J. Iden echter sliep niet·

hij luisterde scherp toe, en hoorde het Z' cht

I UI chen van e -11 kleed 11 het trippelen Vdn oetj s n enige 0 gen blIkken later bereikte hem de CT lil' van heli tro p en re e la.

Hij voelde, d' t Ple to opst nd en hoor Ie e\ en daarna op echte kinderm nier fluisteren:

, ag, He ,beste, dik} e h nd! Hoe ;s 't er mee? at ben je prachtia! Is dat de baa . I hij era ziek zeg?"

"Blind'l, hoorde Z 01 een op somberen lo n als in wanh p,

Ze keek op, n zaa itl een paar groote, leven- looze oo"en.

"BlindI" Haar stem trilde van ontzetti ng.

TlI' '" 1 . k

., n tlHl, eewartg wam ze naderbij.

,Ja,

blind sinds tien jaar", klonk het bitter .,on enee Iijk blilld.

,,0, mijnheer, kau ik iets voor U àoen. Hill-

(15)

E iM .

1

Een oogenblik d arnrt, tenvijl mmy bezir->

wa' haar goed te ontpakken, trad juffrouw Bremer bij haar bi nnen en begon op on tevre- den toon:

"Emmy, hoe kon je nu een gesprek met dien vreemdelincr aanknoopen, je kent hem immers niet? Hij heeft zich niet eens aan je

\ oorgesteld I Bedenk toch, meisje, dat zooiets niet past dat je z 0 iets niet doen mag. '

"St, t,

0

lidje, niet mopperen op klei ne Emmy. Ze heeft haar les goed geleerd, maar . . . hoe ZOl! je het vinden", el duik lachend bedekte ze met haar k ele handjes juffrouw Bremer. oeren. "H e zou J'e het vinden zeeT, b ' als je nooit, nooit meer je kleine Emmy zien kon? De zon niet en de bloemell?", en opeen' heel ern tig wordend, sloeg ze hare armen om d n h Is van het menschje.

"Hij i blind, Grootje, hij is blind. AI tien lange jaren mist hij dat, wat ik het kostbaarste bezit \'ind. B n je uu nog boo., zeg. )f . •

?

EM iY.

1

, Wil je ook mijn vriend ZIJIl, Pres? 1ag het, denk je?"

,Emmy waar blijf je?"

"Ja, Oudje, ik kom dadelijk I Ik moet gaan, mijnheer, mijn oud besje kan geen uur buiten mij."

"Dag, 1leine meid', n all r orden hield haar zijn hand voor, doch ten ijl hij ee 1 zacht klein handje in de zijne 0 Ide, kl uk we r het heldere lachje door 't vertrek.

,.Kleine meid: Ik ben al een jonge (hun , hoor1 Zelfs niet eens zoo heel j01lO'" III er!

Twintig jaarl Vlndt u dat niet ai een Ie p cta- bele I~eftijd? Ja, Oudje, ik kom zóóI "Tu moet ik heusch O'aalll Tot 111 rgen, mijnhe ril en hij hoorde de tri ppelende voetstappen w g- sterven. Doch op zijn blee1', droefgeestit f ge- laat bleef de gelukkige glimlach, en hij voelde nog Emmy's warmen, va ten handdruk en in zijn erbeelding zag hij een lachend, gee tig killdeJg zichtje, met goal, bruine oogen.

(16)

1

MM '.

In h t maanlicht.

at was all s prachtig! Dat wa nu die

" lechte" wereld!

Twe glinster nd ten 11 flikkerden en f nkclden sterk r dan all andere. En ze dacht opeens aan een paar 0 uk r oogen, die haar gevolg I h dd 11 in al har b \ gingen; had het cr vo ld, en ze had z zien lachen, toen ze Pr t naar lol h t elokte. Die donkere o gen, Ie net Z 0 glin_ ter n als die ster- r t'es daar.

\Vrlt had hij een knap gezicht, met dien cl nker u knevel: zou'n mOe i gezicht had ze nog 11 it rrezien. Zóo m i had ze zich z If' in 113ar ver ee1din den plin. nÎe voorg st Id uit f)l' tuin 11(/Jt Iud paradijs (f [)t' k/t'iltt'

::; l'm ,'rlltw.

En als ertoe gedw ng n had ze elk 11 ke r naar hem moet n kijken 11 dan zag z d o gen met een ei~enaaldige uitdrukking op zich gevestigd.

M 1 '.

or 11iets erb. ok n, dan I I klapp rblàrell, die, bewog 11, glinsterden 2

Ik do het Ol rg 11 e f, udj, en . . . en jij ook I n lIU ga J ok gauw aan h tuit·

pakken, n als \ e traks knus g geten he~ben, g Je g uw na r beo, \ ant die ouwe kil ken mo ten rust h bb n na dien vermoeiendell tocht van vanmidda~."

Z ouwde gemo d lijk het ude men chje naar d a ngrellz nd k mer, gaf haar een flil1ken kus p beide wang n en begaf zich weer naar haar vertr k.

De gr ote klok in de gang loeg tien uur en all s was reeds 111 diep stilf ' g huId.

Juffrouw Hl' m l'S was re d. t r III t g . a 11, maar Emmy stond nOfT v or cl g- lot n glaz n r m n te kijken naar de fonke- lende sterr n daar boven a 11 den cl n k rblau- wen h meI.

De tilte werd d do I' het z cht gerit door het a\'olldkoeltje

(17)

eene verrassi ng, eene heer! ij ke verra si ng-,

\ ant met een glimlach op de lippen viel ze in slaap.

Il.

O

p d II rand van haar bed zat EmI11Y, H t , nster W' s open en ze keek naar buiten naar het heerlijke, zonnIge land chap.

Het lange, zachte haar iel als en mantel om hrtéH heen. en, rie handje op h t achter- hoofd in lkaar gevouwen, rekte ze zich uit, de slan ke lenige estal e achterwaé\l ts geb - gen en de bI ate oet 11 om Ikaar ge. laO'en.

Een drieste zonnestraal k\\alll binn nglu- ren en lief1.wo de het he 1. figullltje met zij n

welda ige warmte.

1 't

, Hè", - ze knipte met t e oogen naar scherre licht en stund op.

E IM .

111 afzondering had eleefd met Grovtmoeder. Het was alles als

22

. an tafel hadden ze kennis met elkaar gemaakt, en zijne hoffelijke manieren hadden haar aangenaam O'etroffen.

Zou hij hier voor zijn gezondheid zijn, of voor plezier? Het was anders niet de tijd, dat de mensc11en de warme steden in de lage streken ont luchten om in de bergen hUil heil t zoeken.

H , e"n flijmend koude luchtstr om wroug zich d r een reet van het raam naar binnen en deed haar TIllen.

Ze legde zich ter ru te, doch lang nO(1 bleef ze wakker lia en om "r den afge- loopen dag na te denken.

Het was alles nO(1 z 0 meu,,: vo r haar die al tij

Oudj en

(18)

25

EMMY.

.Zie. hoe het lieflijke zonlicht Schittert op weid e;;n Ol woud?

Zie hoe zich velden en weiden Baden in stroomen v~n O'oud.

Lieflijke zonn zoo helder zoo rein

Dring in mijn hart met uw heerlijken chijn!

En met een dankbaar gemoe 1 Bren ik ll, zonne. mijn gro t!'

den reeds op zijn vast plaatsje! Presto laO' naast hem, en koesterde zich i11 de wa rme zonne tralen.

Hij tond nu en dan op, 0111 zich p katten- maIJier tegen de beenen \'dll zij n meester aan te wrijven. vleiend meen liefkoozinCJ'.

"Z 0, Presto, \ t i ' er j n geil;' Vvaa rom kwispel je zo vervaarlijk? i het d.it! Zeg-, je 1 at je baas t ch niet in Jen steek h ~"

Huiten In den tuin, niet r van hem af, kl uk een J ncye stem die vroolijk aanhi f:

Jubelend klonk het. De zangere had geen vermoeden, dat ze toehoorders had, en zong

EL1\'.

]uffr uw Bremers, die reeJ. kant en klaar wa , trad bi n nen met een kopje geurige dam- pende k ffie in d hand.

el~ wel ben je al klaar, u :ije?'

. Zeker! Dacht je dan, dat ik als zekere J ng dame e n gat In den dag z u slapen?

llier je kopje kaftie.

.J

e bellt de boven -te beste, h or! ,ik wa' al lang wakk r. maar ik kon nog niet b luit n me te kleeden. De z 11 h en zoo prachtiCY in de kamer en ik v Ide ze zo prettig p mijn bloote voeten! Kom, dan zal ik me waar gauw kleedel1, om e .n lang wa n- delin te doen. Ga je m e, 11 ijd

.,\Vel neen.gajij er maar alle 11 puit, hood"

, .En de booze berageest;"

, Die zal voor mijniet vi ucht n. Maar b gln je nu haa:t, Emmy;"

,Ja, ja, udje ik ben 10 een Wip klaar '.

Huiten was all s reed. Hl beweoing. In de

\'oorgalerij \'an h t hoofdf:,eb u\\' zat all or-

(19)

uit volle borst, zooals en kind zlnaen kan, zonder ZOI voor de toekom. t alleen genie- tend van het heeIlij k henen.

Presto bleef Joorkwispelen, tot zij n mee. ter hem een goed gemeenden klap op zijn dik- ken rug gaf.

"Ga maar, b te j nCJ'en 1Ga maar, en breng haar een oogenblikj e hier!"

Presto lie het zich niet tweemaal zeogen, en was in eenige spr llgen bij Emmy, die haar oOCJ'en~ liet dwalen over het lachende landscha .

HZ 0, dag Pres, dao heste h r.J1 Heb je den baas alleen gelaten? \\7111 en we en eventjes om het h' rcl t loupell >m W' r111 te worden?"

Maar Presto 1 wispelJe 11 schudde zij n rui- gen kop.

"Wil je me ? Kom, laat ns dan den oarts maar eens pzoekell' en den h nd str elende, liep ze naa t hem met Iuchtigen tred, terwijl Pre -to deftig voortstapte.

"Goeden morgen, mijnheerl"

"Goeden morgen, j nge dame l "

Emmy lachte vroolijk.

,J

uge dameI Ik ben

Emmy, hoorI Emmy van Balden. Maar hoe gaat het \l valldaa~? Waarom gaat u nu niet wat buiten zitten in het zonnetje? Pres is een verstandige hond; hij heeft me gehaald om u eens te helpen. Kom nu, d' ar buiten staan een paar gemakkelijke tuinbanken. Het isheer- lijk in den tuin in de w, ltne zon. en het ruikt er zoo verrukkelijk naar heliotr op en reseda I Kom. laat me u helpen."

Van ord n liet zich gemakkelijl door de verr dende t III overhalen. Hij st nd op, rei k·

te Emmy de hand, en deze geleidde hem lanv •

zaam de stoep af, dOOI den tuin, heel voorzich- tig, langs de effene pad 11 tot bij de tui nban k.

11 int u het 11 L1 11iet prachtig hier?"

Hij antw rdde niet en nderdrukte een zucht.

"Ach, mijnheer wat ben ik loch onn den- 27

EMMY.

EM)1Y.

26

(20)

2 E f 1Y.

bláren, en een helder goudgeel hartje, eu licht- rose, met zacht-donzen blaadjes, die bepareld zijn door den dauw. Hier is een knop, die op het punt staat open te springen 1Langzaam wijken de blaadjes van elkaar, nu de zon ze beschijnt. Kunt u het u voorstellen? Heel voor- zichtig é'n voor één en nu .... ruik eens! Ze is open!' Juichend hield het groote kind haar nieuwen vriend de geurige La France voor.

Hij glimlachte, en heel de sombere trek op zijII gelaat was weggevaagd.

"En er is nog meer1 og heel wat méér!

Bloeiende azaleastruiken, rose en witte, met hun satijnachticye bloemkelken, en een heHo- troopstruik met volle, lichtpaarse bloemtros- sen, die zacht door het windje heen en weer wuiven, en die een zoeten geur verspreiden.

Zie u, di t zijn mij n lievelingsbloemell omdat

.

ze zoo Jekker ruiken eu . . . . "

N ? E '" V d

" u n ... r vroeg all or en 1lleuws- gierig.

EM~l .

kend geweest! Het spijt me, dat ik u ik hier gebracht heb nu u toch niets \ an dat alles kuntt zien. :\1aar misschien. , . als u e warme zon velt, en den heerlijken bloemengeur ruikt, dat :lat t ch iets voor 11 is. al is het een heel, héél kleine vergoeding 0 r dat, w t u moet mi sen . . . aar, als het \I t treurig stemt, d n ... ". en hij hoor ie h e opl om nde tranen haar het verder spreken beletten.

een neen het is Cl cd zo maar ik b n een 11dankbare ouwe sukkel, die met zijn o gen ook alle veerkracht erloren 11 eft.

he ft oelij . Het is hier heerlijk' maar vertel 11 me 11 u eens wat er om me heen is, hoe het cr hier uitziet, dan zal ik het altijd weer \'001' Ol

zietI, als ik hier zit. '

"Luister dan. \Ve zitten hier op een plekje, zoo mooi, zó' mooi al ik zelden gezien heb, zelfs daar op mijn hereren niet, waar ik altijd gewoond heb. Overal om ons heen bloeien rozen, groote, donkerroode, met fluweelig

(21)

E flY. 1

zag ltl zijne verbeelding een frisch kinderge- zichtje met blozende wangen voor zich, met groote oogen die heel ernstig keken, 11u ze sprak over dat groote iets, dat alles voor haar zou zIJn.

..

Maar hij, de ervaren man die reeds zoo veel had ondervonden, wist, dat ze teleurgesteld zou worden, omdat er Illaar zoo heel weini·

gen waren, die zoo dachten als zij, het een·

voudige kind, dat liefde het grootste en hei·

ligste vond, dat er was.

Een bittere trek kwam om zijne lippen.

"Maar, wat kijken we nu weer ernstig", klonk het uit Emmys nlond. "Dat s waar ook, ik ben nog lang niet klaar met mijn beschrij- ving. Luister nu verder. aa t dien heliotroop bloeien reseda's en chrysanthen, en \ itte me·

latti's en tuberozen, alles door elkaar, in schil·

derachtige wanorde, en over al die duizenden kleurige bloemen fladderen vlindertjes, licht·

gele, witte, paarse; sommIge met vroolijke, 3 EMM

"Omdat. ..' Ze kleurde tot onder de don- zige krullen op haar voorhoofd. "Weet u, wat ze beteekellen, als men ze iemand geeft?"

vroeg ze geheimzinnig.

,Neen", bekende hij haastig, om toch gauw te weten.

"Je t'aime", klonk het plechtig.

Hartelijk lachte Van orden om de plech·

tige wijze, waarop ze dat "je t'aime" uitsprak.

"Kind, weet jij daar nu ook al van ... van liefhebben en liefde?"

"Neen", bekende ze ernstig",nog niet, maar ik denk, dat het iets héél moois is, iets groots, iets, dat een schat is voor het leven, dat meer is, dan al wat bestaat, iets. dat ik nog nooit gevoeld heb, maar ik hoop, dat ik eens iemand zal liefhebben. Anders zou het zoo leeg bI ij.

ven. Het zou zijn, of ik het leven maar half geleefd had, en ik wil er alles van hebben, begrijpt u?-alles, alle !"

Ze was ernstig ge\ orden, en Van Norden

(22)

Ze wa vergeten, waar ze was, tot ze weer tot de werkelijkheid werd teruggeroepen door Van orden.

N

?

E 1 ~"

., U .. I • • .•

"Ach ja, dat 's waar ook, - waar was ik gebleven?'I

"Ze genieten van het leven, en . . ."

,.En. . . 0 ik wou eigenlijk iets nieuws be- ginnen. Luister", en zich langs het voorhoofd trijkend als om de gedachten aan het vogeltje weg t vaaell, wendde ze het gezichtje naar het landschap vó' r haar.

"Maar het mooiste van alles is, dat wat hier vóór ons ligt, het groote, diepe dal dat nu glinstert in het gouden zonlicht. Het dal, met zijn fJuweelig grastapijt en wuivende pluim.ige bamboestruiken ; heelemaal omringd door hel- derblauwe bergtoppen, die nu met een rossi- gen aloed overgoten zijn. Er is geen wolkje aan den hemel, alles is diepblauw; maar daar, heel, in de verte, nadert een vlucht sneeuw- roode pI kjes op de vleugels, en daar op een

lichtrosse azalea zit een d ftige bruine. Prachtig hij, en zachtje , heel lall~zaam, laat hij de vleugel open en dicht! Ziet u ze? Ziet u ze allemaal? Ze scllltteren in de zon, genieten van het leven en . . . "

Van Norden knikte, lachend om haar gee t- drift.

" u? En . . . . .

Emmy antwoordde niet. aastig trad ze p een rozestruik, toe.

Daar onder, in het aroen gras lag een vogel- tje, dood en koud, met uitgesprdde \ leugelljes.

Het kopje hloedde, en een der ronde oo~jes

was uitgepikt, terwijl de pootjes als. in droe-, via smeken om erbarmen, in elkaar "Yaren geslagen. Emmy nam het vogeltje in de hand, doch legde het weer neer in het koele gras. Ze slaakte een diepen zucht, en bleef in diepe ge- dachten turen naar de donzen veertje, die zacht door den wind werden bewogen.

(23)

30

te ze van den cellen struik naar den anderen, tot ze een schat van bloemen verzameld had.

"Zullen we nu naar binnen gaan? Het zon·

netje begint zoo te steken, en ik wou graag een verre wandeling mak n om den omtrek te leeren kennen. Mag ik u helpen?:,

Van Narden stond op, terwijl Emmy hem de hand gaf om hem door den tuin te leiden.

"Kom, Presto". Emmy schudde den hond wakker, die zoetjesaan inaedut was, en lui volg- de hij zijn meester naar binnen.

Weer volgden een p~ar donkere oogen Em- my in al hare bewegingen, maar ze was zóó in haar taak vet diept om te zorgen, dat haar vri nd niet struikelde over de enkele kiezel- steenen en kleine oneffenheden op het pad, dat ze daar niets van merkte.

"Ziezoo, we zijn er." Ze bracht Van Nar- den naar zijn vouwstoel in de voorgalerij.

"En nu ga ik er op uil! Dag, mijnheer, dag, Pres, tot straks!11 We was ze, om even nog

,

, en.

"Denk daar nu niet aan, maar aeniet van uw \'acanti , Wilt u nu even op mij wachten, ten ijl ik wat bloemen pluk?"

IJ

erig al de honig z ekende kapellen, wip- witte retg r , die glinsteren al zilver. Vindt u het niet prachtig hiel?"

Ze stak zich de La Frallce op de borst.

.,Ja, ik zie dat alle vo r me, en ik merk dat toch nog niet alles verloren is. Wat" is d wereld Ol oiI Ik dank u voor de vriendc:1ijk hulp om mij dat weer in herinnering te bren·

gen. Maar wat moet de arme blinde beginnen, al het vri ndelijke mei je er niet meer is om hem dat alle te laten zien?"

Daar Ol et u vooreerst maar niet aan den·

"

ken. We 'blijven hier no~ een heelen tijd, n dan. . . Blijft u hier altijd wonen? Of is u maar met vacantie '?

"ja ik wo n te Hatavia, in een groot prach.

tig huis, maar ik ben er zoo heel eenzaam

(24)

E I tY

\Vat was het heerlijk daar buiten, met die groote oneindige ruimte voor zich, maar van·

daag was het doel van haar tocht het bosch, dat zich links van haar uitstrekte.

Daar zou het prachtig zijn, en ze verhaastte hare schreden naar den wOlldrand.

Ze beaon langzamer te loopen, toen ze on·

der de oeroude boomen kwam, die zich va t·

"Heere, Heere, trots alle wijze lessen van hare grootmoeder, is ze zoo geworden. Geluk·

ki~g kind!"

En buiten, langs het bergpad, liep Emmy met luchtigen tred. Het heele gezichtje straal·

de van levenslust, en de frissche roode mond was half geopend, alsof ze met volle teugen de m rgen Iucht inademde. Ze voelde zich gelukkig, z" aelukkig als het vogeltje, dat op een dooden boomtak k\ inkeleerde en z ng, of het de sterkte all zijn keeltje wou beproeven.

EM 1

3

de kamer van juffrouw Bremers in te wippen, waar deze bezig was een kist met boeken te ontpakken. Emmy bukte zich en sloeg hare armen om de geboaen gestalte.

"Oudje, ik ga er van door, h' ?'

"Of je het niet doen zou, ais ik het je ver·

bood 1"

"Natuurlijk wel, maar, zie je, ik ga met zoo·

veel meer plezier, als je zeat dat het mag. u?

"Zeker, kind, ga maar, hoor 1Ga gent t en geniet van je leven. Maar, Emmy, denk er aan, waag je niet te ver ~ll haal geen waag·

stukjes uit en . . . "

"Ja, ja, Oudje. Dag dan tot straks, maar. ...

en zal je nu straks, als je klaar bent. .. even een praatje maken met. . . . je weet wel? Je hebt het me beloofd

r"

klonk het vleiend.

"Ik h~b niets beloofd", lachte het oudje,

"maar ik zal het 111et vergeten, hoor 1 Ze voelde opeens twee vochtige lippen op haar wang en Emmy was verdwenen.

(25)

E f 1\ • 3

c'l . mè r cl

voor een laag overhangende slinaerplant, of

\ oorzichtig doornige takken wegduwend, die over het pad gegroeid waren, t t ze op een plek kwam, omringd door reusachtige waringins.

'én, de grootste, scheen een heilige boom te zijIJ, wànt men kon zie n, dat daaraa n ffers waren acbracht. Tegen den dikken stam wag bOl \h ) Cf wreven, en er lagen hier en daar bloemen e tro id, terwijl uit een hopje gloei- ende houtsk Jen een rookzuiltje mhoog steeg, dat een eiaenaardi<Yen geur ver preidde.

Door de dichte schaduw groeide er geen g.a. op den. rond, en hier en daar lagen om de open plek groote bergsteenen, als reuzen- zetels. Ze lagen in een wijden kring, en f ze door het water zoo uitgehold waren, ltan wel menschenhallden ze zoo bewerkt hadden- elke steen boo i een ruime zitplaats aan.

Rtcht van den boom tond te al1ergro tste

11 Emmy, m e van het loopen, zette er zich op.

3

EMM.

klemden aan den rotsachtigeIl bodem. De dikke, zware wortels kropen hier en daar als reusachtige slangen tusschen rotsspleten en over groote grijze bergsteenen, terwijl kadals en boomhagedissen schuilevinkje speelden 111

de daardoor gevormde holen en grotjes.

Hier en daar kwam de zon door het dichte 10 verdak gluren, en bezaaide den grond met duizendenlichtplekjes,die schitterden als e iel- steenen.

Er heerschte een plechtige stilte in dat don- kere, koele woud, en een ooaellblik bleefEm- my bewonderend staan om te luisteren naar het geheimzinnig suizen van den wind in het bladerdak.

Het smalle voetpad, dat Emmy volgde, sloeg linksaf, nu dichter bij den boschrand, waar de zon beter naar binnen kon kijken, en waar meer bloemen bloeiden, dan in de diepe schaduw der boomen.

Ze liep langzaam ver der, nu en dan bukkende

(26)

-+ 1

E nl\'.

. \ enn der Frlihling auf der Berge stcigt n I im olmen trnhl der 'chnce zerfli t:

\\ nn das rste ri.in nm Baull1 ieh zcigt nd Îm ra las r te Bliiml in 'prie l '

en dan jubelen d uit volle borst tcrwijI ze de arm n uitbreidde naar het betaoverende land- schap voor haar:

". hallt van len Höhcn Bi Zllll1 Thalc \ eil.

\\'1 wund r ehön

• \\'1 wun 1 rsch"n 1t die rii hlin crszeit!"

doen, als het m peen hoorde, dacht Emmy.

Zacht be 011 ze te zina 11, het eelle liedje v 1', het andere na, h e lal1Jer hoe luiu 1';

doch aldoor kl nk de heldere toon uit de va- gelkeeltjes er boven uit.

laar opeens was het uit; th ns h rde ze

vleu~elg klepper, even daarna niets m er; 11 U

ze echter eenmaal aan hct zinoen was, wist ze van geen ophouden, en gaf ze zich aan haar gelukki e stemming over. Juichend kl lIk het door het woud:

E t I .

óór haar vertoonde zich, door eene groote opening in de boomengroep, het z nnige 1and- schap in al zijn pracht, Aan den verren ho- rizon teekende zich tegen den helderen hemel een bergtop af, donkerblauw, met hier en daar een oroenachtigen gloed, waar de bosschages als mos tegen de helling opkropen.

" at is het hier prachtig", klonk het, met een zucht van genot.

Droomend volgde ze een bidoe, die hoog in de lucht zweefde, in al zijne bewegingen;

doordrinaend klonk van tijd t t tijd zijn me- lancholiek geschreeuw door de ijle lucht.

Opeens hoorde ze boven haar hoofd een vo- geltje flui ten.

Onophoudelijk werd het beestje door een ander geantwoord, en hoe langer hoe hooger werd de toon, tot hij eilldiade in een zuive- ren triller, héél hoog I

,2'ó ma i kan ik het niet, maar ik zou toch graag eten, wat het \'og 1 npaar zou

(27)

E l I .

Emmy lachte.

.,Ik kan u moeilijk een dubbeltje geven, het eelllge geldstuk dat ik nu bij me heb. Me dun kt, u zou beleedigd zij11, als ik het u aan- bood."

"Zeer zeker zou ik dat, maar u kOI1 me wel de roos geven?"

bij eene vorstin op audientie kwam, boog hij zich heel diep.

"Vergeef me, dat ik u durfstoren, maar.... "

Hij liet den zin onvoltooid. en bood Emmy een L=\ Franee aan.

Zij schrikte, en een rozige gloed verspreid- de zich over het gezichtje tot onder de lokjes op haar voorhoofd.

"Ach, mij n roos I Ze i zeln:r gevallen, ZOll- der dat ik 'r gemerkt heb. Waar heeft u haar gevonden? Ik dan k u wel, mij n heer Van Rrand"

en glimlachend nam ze de bloem aan.

"En welke belooning krijgt nu de eerlijke vinder?"

E 1 Ir

42

Ze was alles om zich heen vergeten. Ze hoor- de zelfs niet, dat er takken kraakten, en ze merkte niets vau de donkere oogen, die haar vol nieuwsgierigheid bespiedden.

Een groote, forseh gebouwde man, die daar reeds een poosje tusschen de:: boomstammen had gestaan, keek met blijkbaar welgevallen naar het slanke figuurtje, dat daar bevall ig troonde op den grooten, groenbemosten steen.

Het itte kie dje golfde om haar heen en liet een paar miniatuur-voetjes zien, die onder het zingen lustig de maat sloegen.

De groote, donkere oogen keken lachend in het licht, en met een aren blaadje wuifde ze zich koelte toe; maar aan het einde van het lied, toen ze in geestdri ft raakte, stond ze op, en haar geheele gestalte werd als met goud overgoten door een nieuwsgierig binnen- dringenden zonnestraal.

De luisteraar wachtte tot het lied uit was en trad toen in de open ruimte; en alsof hij

(28)

E I 1\. 4

"Heelemaal niet bang?" vroeg hij, terwijl

"Wij danken u, vorstinl1el", en met eene diepe buiging zette hij zich op den steen naast den haren.

"Wat gaat dat plechtig.'

Haar helder, hoog lachje klonk door't woud.

"Natull rlijk' als men bij de elfen·koningi n op bezoek komt, moeten alle vormen in acht genomen worden, al was het ook de bergreus

. "

1n eIgen persoon.

,Dat is een goede naam voor u. Wat IS

u groot en krachtig!"

,,Ik denk, dä.t ik wel haa t tweemaal zoo groot ben als de elfen.koningin."

"Maar ze is toch hee1emaal niet bang voor u, heelemaailliet", en schalk lachend zag ze hem i n de donkere oogen, die haar met een eigenaardige uitdrukking aankeken, eeu uit·

drukking die ze niet begreep.

Ze werd opeens ernstig en wendde het hoofd af.

I~;\I IV.

"Dat is leuk, het voorwerp te vragen, dat u aevonden heeft . . . "

"Ik durfde haar z nder uwe toestemmiuO'b niet houden, anders ... "

.,Nu, goed dan, maar belooft u me, haar in het water te zullen zetten als u thuis komt?"

"Ik beloof het", klonk het plechtig.

Dankend nam hij de 1'00 aan en tak haar op zij n borst.

" indt u het hier niet prachtig? Hoe heeft

II me hier kun nen vinden?'

"Een og Jtj e wees me den weg. Ja, het is hier mooi, die groote boomen en het land- schap daar voor ons stemmcn je zoo kalm en vredig."

Hij keek haar aan, Ol ar zij liet haar oogen weer dwalen over het zonll ;ue veld.

"J

a? Voelt u dat ook, al u in het b sch is? laar gaat u toch zitten. Ik zou haa t verge·

tcn u een zitplaats aan te bieden in mijn ont·

vanazaal.

(29)

der na, en u heeft mis chien geen lust tot pra- ten. Ik vind dat hedemaal niets; maar het is hier een 'heerlijk rustig plekje om rens iets heel moOIs t lezen, vindt u niet?"

"Ja. vVat is het al een tijd geleden edert ik het laatste mOO1e boek las.I

47

E:\(i\lY.

"Waarom ?"

,.Omdat ik er geen tijd voor heb.' ,Geen tijd? Heeft u het dan z 'ó dr uk?

"Ja, heel druk, en ik ben er noode toe over- cyegaan om eeu maandje vacant ie te nemen.'

,,0, u i du met vacantie hier. Vindt u dat geen heerlijk <7evoel? Thui , als ik een heel jaar hard creleerd had, was ik wat blij, wan- ne r ik eens vacantie kreeg; en als ik dan een week of twee doen mocht wat ik wou, wan- delen wan neer en hoe lang ik verkoos, en le- zen, tot mijn oogen er pijll an deden, 0, dan kon ik juichen en springen van plezier l'

En ze vertelde hem van het leven op 'haar bergen' van haar spelen en leeren , van haar E 1 lY.

"Ik wou dat ik een mooi boek bij me had", zei Emmy met een lichten zucht.

"Bedoelt u daarmee, dat ik u niet aange·

naam genoeg weet bezig te houden, en dat ik gezellig met II moest kUllnen praten ?"

"Wel neen, zeker niet. Waarom zouden we nu al door moeten praten, omdat we bij elkaar zitten?

U

denkt misschien over het een of all- Wann<71ns.

zIJn witte tanden zichtbaar werden onder den donkeren knevel.

" een, heelemaal niet", zet ze vroolijk,

"want me dunkt zij, die groot zijn en terk, zullen zich niet vergrij pen aan nieticye, brooze schepseltjes, maar zich lechts willen meten met even krachtige nat uren als zijze1 vel"

"Ja, slechts met even krachtige naturen, en cle eIfe n' kon incrin kan CTerut zijtl . "

Een oogenblik was het doodstil, en hoor- den ze alleen het suizen an den wind door de donkergroene, glimmende blaadjes vall de

(30)

E.

M

schen; die het gewaagd h dden hun burcht te bouwen op zljn gebied, op zljne rotsen.

"En nu moeten we naar hui ", eindigde ze,

"want mijn goed Oudje maakt zich natuurlijk weer doodongerust. Gaat u mee of... ?

"Graag, als het mag."

" ~ aarom nietrttIs wel zoo prettig met je beid- Je ' , en vroolijk namen ze den terugtocht aan.

"He", zei ze, aan de tuinpoort gekomen,

"ik kon u haa t niet bijhouden."

,,0, pardon, maar waarom heeft II het niet gezegd?"

"Ik merkte er eiaenlijk niet veel van, ln het vuur van de redeneeril1g. u, goeden dagl Zult u het niet vergeten?"

,,\Vat?"

Ze wees hem op de roos, die half verwelkt in zij11 knoopsgat hing.

" eeu, ik zal het niet vergeten."

Ze knikte nog eens, en trad toen in de bin- nengal er ij.

El\DIY.

48

vriendin, de bruisende berobeek, en van hare bloemen en vlinder.

Ze vertelde met enthousiasme, en een Welr·

me blos kleurde haar wangcn, terwijl hij, de man va n de wereld, betooverd werd door haar heldere, jonge stem en haar vroolijken lach.

.. ieuwsgierig keek hij naar het vriendelijke, van levenslust stralcnde gezichtje, met d roo- de, fijllO'evormde lippen, die al maar voortver·

telden.

"Vat glinsterden die ooaen, als ze verh alde van hare waagstukjes ; hoe ze eens door de bruisende beek had <.Teloopen, en toen haast door het water wa meegesleurd; of hoe ze zich wel eens langs een mallen, glibberigen boomstam over een diep ra vijn had gewaagd.

En geheimzinnig fluisterend, vertelde ze dat ze zoo bang was g weest, vroeoer, als de wind oiereud en razend langs berg en dal joeg, rukkend en trekkend aan het groote, sterke huis als wilde hij zich wreken op de men-

(31)

"Dag Oudje, dag mijnheer! et wat ik dachtl"

Juffrouw Bremers en de heer Van orden zaten gezellig voor het open venster te keu- velen, toen Emmy binnentrad.

"Zoo, jonge dame, hooI en we u nu weer eens? Waar is u geweest?

"ln 't bo ch, in 't prachtige bosch, dat hier veel mooier is dan bij ons, Oudje. Hier taan er veel meer groote boomen, ten minste aan den rand".

"En heeft u den bosch reus n iet ontmoet~"

vroeg an orden schertsend .

.,JaI" klonk het dartel. "En verbeeld-je eens, Oudje, maar schrik niet, hoor. Hij heeft me.... thuisgebracht", eindigde ze geheim- zinnig, terwijl ze zich tot juffrouw Bremers overboog, haar luid in het oor fluisterend, en haar daarna een kus gat

"Emmy, Emmy, wanneer zal je nu toch eens een beetje ernstig worden?'

Drie dagen waren voorbijgegaan; drie heer- lijke, zonnige dagen, en Emmy had zich nog nooit zoo gelukkig gevoeld.

Ze genoot van het heerlijke, jonge leven, en met jubelenden slag klopte haar het bloed in de aderen en polsen.

Lange wandelingen werden ondernomen

" og lang niet", hoopte Van 'Tarden.

" u ga ik nle even opfl isschen brave luid- jes, en kom dan weer terug; ik heb een waren wolvenhonger van het loopen. Tot straksi"

In haar kamer gekomen, werd het varen- blaadje, dat ze al dien tijd in haar hand had gehouden, zorgvuldig in een glas water ge- dan, terwijl ook op tafel in Van Brands kamer de arme La France herle fde in het koele nat.

,Onzin", had hij ezeac.1 "maar zij is een snoe je. Ik den k, dat ik een prettige vacantie zal hebben", en met zorg streek hij zijn kne- vel op, voor hij aan tafel verscheen.

E 1 1\'.

5

(32)
(33)
(34)

5

E:\Dl\'.

,

dat overal kleine watervallen vormt. Het klate- rend aeruisch klinkt dan altijd zoo geheim- ZlllnlC1 smiddags, als het begint te schemeren."

Vol z rcr nam ze den arm van haar vriend i n den haren, en langzaam, stap voor stap,

\: andelde het 1 aar den weg op.

Emmy's mondje stond geen oogenblik stil.

Ze beschreef hem den weg en alles wat ze zag tot ze op een open vlakte In amen be- z aid met kaliesteenen en groote rot blokken.

Ze bracht Van orden naar een van die na- tuurlijke zitplaatsen en deed hem er op neer- zitten.

"Rust u hier nu eerst wat uit, dan gaan we 0 er een kwartiertje terug al de zon hee- Jemaal wea is. u I ze nog te zien, als een vUrige, loeiende bol. De bergtoppen, die daar aan den linkerkant tegen den hemel af teken, ZIJll ovelgoten met een oranje-rozen gloed, en rechts .... 0, dat is prachtia, daar ....

het is, als f het hee1e bosch in lam staat.

EMMV.

5

...

overal, maar ook eelleed, en het noodlut geeft den een veel, en den ander weinig te diagen.

N u is lllij n last zwaarder dan an menig ander, daarom hoop ik maar, dat het leven barmhartig zal zijn, ell me de vracht van de schouders zal nemen. '

" een, neen, niet zoo somber zijn."

Het deed haar verdriet, als haar vriend zich zoo nutteloos voelde en verlan Je naar zijn dood. Het deed haar pijn, en op alle mogelijke manieren trachtte ze hem wat afleiding te bezorgen.

"Toe, zullen we niet een eind den weg op- Joopen? Ik zal u leiden en u weer veilig en wel thuis brengen. Kom, Pres, aa je mee; Luie hond, hij ligt weer te suffen, mijnheer Van Narden. Kom, ouwe, lieve dikkert, doe nu eens je best om vroolijk met ons mee te J opelll Ik zal u op é'n van mijn liefste plekje brengen, van waar ik de z n z 0 prachtig kan zien oudel~aan, en w r eeu beel<je str om t,

(35)
(36)

Ze waren alt ijd heel vereerd als ik bij hen kwam en b den me dan altijd het beste en lekkerste, dat ze hadden. Ik vond dat natuurlijk leuk ,en voelde me haast als hun pri nses. Ik hielp ook wel eens met het binnenhalen van den ketella.oo<Y t, en altijd werd me dan het <Yro t·

ste exemplaar, aangeboden voor mijne hulp.

ooit heb ik er aan geJacht hun gave te weigeren, want ze zouden het als een gro\'e be- leediging opgenomen hebben, Dikwijl ·tond ik ook naar hen te kijken, als ze bezig waren de gebatikte kleedje te \'erven in sogan en indigo, en ze vonden het dan een heele eer, als ze me konden uitlegaen hoe alles gedaan werd. En gul en aoedgeefsch dat ze waren!

Is ik wel eens een mooi kuikentje f schaapje bew nderdc, \i ilden ze dadelijk, dat ik het meenam, eu waren dan hu gst verbaasd, als ik hun ge 'chenk niet aannam uit medelijden met de moeder.

" "Waarom:' I \ 'roegen ze dan, al f da t h uu

EM~1Y. 61

E~l tV.

, Ja, mij nheer, maar als het n iet zoo was, zou het 1 ch te verwonderen zijn, wal.t van jongs af heb ik hen om me heen gehad. Ik weet niet, hoe de Javanen in de steden zijn, maar boven in de bergen zijn ze me heel sympathiek Ze zijn eerlijk als goud, en zoo ga tvrij, da ti k er me wel eens over verwonderd heb. Eens zag ik bij een oude vrouw, die heel alleen in eene klein hui je woonde, en leefde van de gavell van anderen, een nog ouder, geheel verschrompeld menschje.

"Ik vroeg de oude, die me heel g ed kende, wie die andere was, en kreeg toe 1te hooren, dat die str alarm bij haar een onderkomen was ko- men vragen, en dat die nu bij haar zou blijven.

,Op mij n vraag, hoe ze de arme ziel te eten zou geven, daar zij zelve leefde van de goed- heid van anderen, glimlachte ze en zeide, al of het de eenvoudigste zaak van de wereld was:

"Mijn vrienden zullen haar ook wel een hapje rijst geven. " ,

(37)

E~1 IV. 3

hand. Zeg eens, beste jongen, ik vind dien naam heel niet geschikt voor je, hoor; me dunkt, dat Largo veel beter zou zijn. Foei, foei 1" - en terwijl Emmy hem plagend aan zijn pluimstaart bleef vasthouden, wandelden ze verder.

Aan het tuinhek kwam juffrouw Bremers hen langzaam tegemoet.

)tHoe is het, Oudje? Is a1le weer goed?"

"Zeker, Emmy, alles is weer in orde, hoor.

Maar we zullen nu toch naar binnen gaan, vi ndt u niet, mij nheer Van orden? Ik vind, dat het al zoo kil begint te worden.'c

,.Toe, gaat u beiden maar eer t vooruit, dan blijf ik nog een oogenblikje buiten, om de eerste ster te zien opkomen."

"Maar neem Presto dan mee Emmy' zel Van orden.

"Zeker om me te be chermen tegen den bergreus, he Waar Oudje ook zoo ang voor is?' vroeg ze lachend .. , Is hij maar m e wil.

E f:\fY.

6

begrip te b ven gl11O', en als ik het hun uit- legde, en vroeg, hoe lij het zouden vinden, als ik hUil zuigeling een meenam dan lachten ze maar en zeiden: '" ij zijn menschen' , alsof het Jan vanzelf prak, dat dieren geen ge oeI hebben. - Maar we moeten nu naar huis mijnheer want het begint koel te worden en u 1 niet aan het klimaat gewend.

Hij tond op, en langzaam wandelden ze teruO'.

.

\Vel, daar heeft Pre to ons vergeten!"

" ,die lieve hond! Hij weet, dat hij zijn baas veilig aan j< u ka n toevertrouwen, Em- my, en daarom heeft hij al zijII waakzaam- heid laten varen, en is hij zoo vast inge lapen. '

,Presto! Presto!'

Verwonderd hief het dier den kop op, en toen hij zijn meester al zoo'n heel eind ver zag, liep hij in een drafje p hem toe.

,,0 jou luie dikkerd, foei, schaam jij Je niet je plicht zoo te vergeten?:vI ij nheer an orden, hij kijkt heel berouwvol en likt me de

(38)
(39)

Het zacht suizende avondkoeltje gaf haar antwoord.

,,\Vaarom, Pres; I

Ze hie:::ld den grooten, ruigen 1op tusschen haar beide handjes en keek hem in de oogen, die gloen glansden in 't halfduister.

aarom, zeg?" En opeens sloeg ze de armen om zijn hals en drukte met een nik het gezichtje in zijn ruige vacht.

Zachte v etstappell weerklon ken, en overal zoekend liep Van Brand het bergpad op.

,,\ aar zou dat kind nu zijn? ' dacht hij toen hij opeens eene lichte aestalte op een rotsblok zag zitten, die de armen om een donker voor- werp had geslagen.

Presto liet eeu luid gek nor h oren, en ver·

schrikt hief Emmy het kopje op.

lISt .. ,stil, Pres, brave hond. Is 11 het, mijn- heer an Brand;'

"Ik kom u zoeken, u, oude vriendin maakte zich zoo ngeru t mdat het zoo'n koele avond

E. [~f\'.

, en u licht zou kunnen k u\'attell. Ze er·

zocht me u te zoeken en thuis te brengen."

,,'f Is hier heerlijk. vindt 1\ niet? Ik z u hier nog wel , illen blijven, maar udje en mtjn·

heer all Narden natuurlijk \c, maken zich dan ongerust, en ik weet dat ze nu vast beo zig zij n alle lllogelij ke onael ukken te beden- ken, die met m~ z uden kunnen gebeuren."

Ze stond op cn langzaam wandelde ze huis- waarts, Presto tu schen hen iu; en nu en dan voelde Emmy zijn zachte, warme tonl:) tel:)ell haar hand.

peen gleed Emmy uit en viel naa t Pre to p de knieën, terwijl ze zich aan hem va thield.

, Dat gebeurt me niet dikwijl ' , lachte ze.

an Hrand hielp, haar op, en den h nd p zij duwende, trok hij ha' r arm d or den zIJnen.

"'t I, ook z 0 d llker. K ll1 laat me u nu veilig thui bren aen. F ei , wat zij11 die hand·

jes koud."

EMM\'.

6

(40)

"Ja? 't Is zeker, omdat ik zoo'n dunne blouse aanheb. Ik merk er ander niet van, hoor, want In me heb ik zoo'n prettig warm gevoel."

Van Brand keek glimlachend neer p het fij- ne kopje n aast hem. ZOlt ze het zeI f 11 iet b gl ij- pen? H ij had het reeds lanO' gelllel kt, dat haar oogen ééns zoo helJer schitterden, Rls hij kwam, of dat een fijn blo je heel het gezichtje. kleur- de, als hij haar wat dier in de oogen keek.

Ze was n g zoo 'n ki nd, en toch kOIl ze soms zoo wij. lJraten en denken. Z u ze het zelf niet weten, dat ze hem lieflcreeg?

Hij moe. t heenO'aa11, \,' , r ze het wi t, want de verleiding zou hij niet kunnen \ eerstaal1, dat he erIij kej n0'e 1lle n c hen kincl tel eer e11,wat 1ief- hebben is; om àie groote, onschuldige oogen te zien . chitteren van geluk, en die lippen op de zijne te voelen, die mooie, warme lip- pen. En op h t ind zou hij t ch moeten zeO'gcn, dat alle een dro m wa' dat de men chen ui et zoo ZIJI1 als zij ze zich voorstelde in haar

EM~n'.

69

nog onbesmette verbeelding, maar dat ijdel- heid, genotzucht en egoisme vaal het groot- ste deel h llllne daden reO'e len.

Het groote kind, ze bewonderde hem, dat wist hij, en 't had zijn ijdelheid gestreeld, als hij merkte, dat ze meer in hem zag. dan waar was.

Hij ha i 't leuk gevonden theorieëll te verkon- digen waarvan hij wel voelde, dat iie mooi waren, doch die hij volstrekt niet huldigde.

Dan had hij het heel aangenaam gevondcn, al haar groote oogen hem haast liefkoozend a nkeken en ze ellthousia t riep:

"Ik vind het prachtig, dat u altijd zoo goed over de men ch 11 denkt! Dat is moOI, dat is edel van uI"

Bm, hij en edell vVat Z( uden zlJ11e vrien- den wel van hem zeggen, als ze heUl eens zoo hoorden? En Anna?

Ze zouden zeker in nbe<.\aarlijk lachen uitbarsten. En toch· peet het hem, niet zoo te zijn al dit onschuldig kind dacht dat hij E nl\'.

6

(41)

delijk. "Hier ben ik weer, heelhuids."

"Scheelt er iet aan, Emmy ? Je ziet zoo bleek", uitforschend keek de dame haar aan.

"Kom, udje, dat zal verbeelding zijn, of 't komt mis chien, omdat ik zo'o lang in 't donker gezeten heb.

v

at is 't programma

vo r vanavond ;"

E~I tV,

1

Ze zette zich op een laag vouwstoeltje en l)am het bundeltje gedichten van De Ge·

nestet III de hand, waaruit ze den ongen avond had voorgelezen.

"J lIffrollw Bremers vertelde me net, dat je zo graag zingt en piano speelt. Doe het eeus voor on , wil je? vroeg Van Norden.

"Heel graag, maar .... " -ze keek Van Brand aan'- "of de andere gasten het ook goed zullen vi nden? •~iet alle menschen hou- den van muziek, en wat ik kan, is maar zoo heel gewoon.'

"Andere aa ten? Huiten miJ is er gelukkig n g maar één, en ...

E 1 1 "

was. Dan zou hij zich niet zoo onbevredigd voelen.

Maar, wat droomde hij toch! ~i.schien was 't juist geraffineerde coquetterie van dit kind, en wist ze heel O'oed, wat er in de wereld en in het leven te koop was. Ze zou hem wellicht uitlachen, als ze \Vi t, \ at hij dacht, en hem bespotten, omdat hij er met al zijn wereldwijs- heid en menschenkennis toch in eloopen was.

rouwen zijn zoo glad!

Hij lachte nu spottend om ZIJn . enti men- tee1e bui en drukte Emm) I . arm even vast in den zijnen.

.,\ aarom?" erwonderd keek ze hem aan, ,.Ik dacht dat u weer ,truikelde. Ziezoo, hier zijn we er. Wat brandt het licht helder andaae-. Heb ik u niet veiliO' thuisO'ebracht? '.... 0 ö

"Ja, ik dank u.' Even voelde an Brand haar hand op de zijne rusten met zachten druk en toen traden ze binnen.

"Goeden avond, luidjes", kn ikte ze vnen-

(42)

E:\T:\J \'. 7

gers fladderden al vlinders over de toetsen en schenen ze om haa t n iet aan te ra ken.

Ze speelde uit het hoofd, en staarde in gedachten va r zich uit.

Eens slechts keek ze Van Brand even aan.

en zag hij een vochtigen glans in de groote 'oogen, maar toen ze zijn blik ontmoette, sloeg ze haar ooO'en lleer en wierpen de lal1g~

wimpers donkere schaduwen op de wangen, ot het rui chen van de parelende tonen \ eO'·

tierf en men weer het flui teren \'an den a\'ondwind hoorde langs de ven ·ters.

Geen der toeh order klapte in de handen, of sprak een woord van lof maar ze scheen er 0 k niet om te ragen.

Een 0 O'enblik rustten hare handen op de toetsen, en bleefzepel llzend voor zich zien, maar toen, al of ze opeens bedacht, dat ze niet alleen was, begon ze een kinderliedje te zillUen.

Fluisterend verhalend. klonk het al was een kind iet heel geheimzinniO's aan.'t vertellen:

EM. tV.

"Die had het tI reeds lang gevraagd, als hij het gedurfd had", viel an Hrand in.

,,\! aarom? Ik ben altijd blij. al ik iemand genoegen kan doen.'

Emmy zette zich voor de piano, en begon

"Frühling rauschen" van ïnJing te pelen.

Zacht en fluisterend hoorde men het len·

tekoeltje aanruischen, vergezeld d or duizen·

den kapellen en fl dder ende loeOlblaadje, en dat lanO'zamer hand aanzwol tot een mee·

leependen, alle overweldigenden lentestorm.

Daar tll. chendoor weerkIonk [ij n en ief·

Iijk het betooverellde, nlach tige Ien tel ied, dat ieder meesleept en erjoll t, en e ziel doet opspringen en jubelen van geluk.

Van Brand stond bij de pian . en keek naar het fijn besneden, smalle gezichtje met de groote oogen en het rode kinderm ndje.

en verbaa de zich over de er chi llenue uit·

drukkingen. die zich nder het pelen op haar gelaat afspiegelden. De lan ke) blanke vi n·

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de besluitvorming over de Structuurvisie door de gemeenteraad van Den Helder wordt de procedure voor milieueffectrapportage (m.e.r.) doorlopen omdat de visie kaderstellend is

Heeft u na het lezen van de folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie van locatie

Voorbehouden (bijvoorbeeld voor het verkrijgen van financiering, Nationale Hypotheek Garantie e.d.) kunnen alleen worden opgenomen indien deze uitdrukkelijk bij de

Binnen de groep ouderen die niet altijd zorgbehoevend zijn of geen zware zorg nodig hebben, bestaat een vraag naar woonvormen die de lacune opvullen tussen geheel zelfstandig wonen

gekleurd haar corrigeert THE PIGMENTS ongewenste reflexen, verheldert de kleur, hydrateert en helpt zelfs het meest beschadigde. haar te herstructureren, waardoor het haar

De grenswaarde voor de 24-uurgemiddelde concentratie wordt al overschreden bij jaargemiddelde concentraties hoger dan 32,1 µg/m 3 (zonder toepassing van de zeezoutcorrectie)..

Ieder blaadje dat één van die zeventien miljoen stoepschrobbers te pakken heeft gekregen, wordt tijdelijk in zo’n bladkorf opgesloten om centraal te worden gecomposteerd?. Ik

Voor de vaststelling van deze bijdragen geldt het volgende uitgangspunt: de bijdragen van een deelnemer worden bepaald naar rato van de ijkpuntscores die gebruikt worden