Vraag nr. 74
van 8 november 2002
van de heer ELOI GLORIEUX
Mobiliteitsconvenants – Stand van zaken
In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 3 6 3 van 21 augustus jongstleden, deelde de minister v i c e-president mee dat de niet-uitbetaling van de subsidies in het kader van het mobiliteitsconvenant aan de gemeente Asse het gevolg was van het ont-breken van een stuk in het dossier. Dit administra-tief euvel zou evenwel worden rechtgezet en de uitbetaling zou snel volgen (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 3 van 4 november 2002, b l z . 5 3 4 ) . Volgens de gemeenteontvanger werd tot op heden evenwel nog geen storting ontvangen.
Volgens het gemeentepersoneel zou dit probleem evenwel niet beperkt zijn tot de gemeente A s s e, maar zich ook in andere V l a a m s-Brabantse ge-meenten voordoen en zijn oorsprong vinden in een intern conflict tussen de afdeling We g e n V l a a m s-Brabant en de minister. In de provincies Antwerpen en Limburg zou de uitbetaling van de milieuconvenantsubsidies wel vlot verlopen.
Kan de minister vice-president een overzicht g e v e n , per module en per provincie, van de uitge-voerde mobiliteitsconvenants en de uitbetaalde subsidies ?
Antwoord
1. De afdeling Wegen en Verkeer V l a a m s-B r a b a n t van de administratie Wegen en Verkeer meldt dat er inderdaad een vertraging is opgetreden in het verwerken van enkele subsidiedossiers. Tegen eind 2002 zal deze achterstand wegge-werkt zijn.
De administratie stelt echter wel vast dat tal van door de lokale overheid ingediende dossiers on-volledig zijn wat de verwerkingstermijn zeker niet ten goede komt. Van een intern conflict is echter helemaal geen sprake.
2. De specifieke modules waarin sprake is van een volledige of gedeeltelijke subsidie aan de ge-meenten voor de realisatie van mobiliteitsplan-nen of infrastructuurprojecten zijn (behalve de module 1-gemeentelijke mobiliteitsplannen) de modules 10 (herinrichting schoolomgevingen) en 13 (aanleg van fietspaden langs de gewest-wegen).
Wat de modules 1 (vroegere bijakte 1) betreft, dient opgemerkt te worden dat er gewerkt wordt met een "tussenkomst" per dossier van maximaal 166.000 euro (en max. 2/3 van totale kostprijs) en dat de betalingen pas na de con-formverklaring van het mobiliteitsplan in zijn geheel of van de respectieve onderdelen (oriën-t a (oriën-t i e n o (oriën-t a , syn(oriën-theseno(oriën-ta of beleidsplan) gebeu-r e n , zodat een opgave van welke gemeente op welk bedrag recht heeft onmogelijk is. Er wordt immers slechts betaald ná uitvoering van de prestaties.
Globaal kan wel gesteld worden dat er in 2001 voor 32.644.352 BEF uitbetaald is en in 2002 (tot 15 november) reeds 664.282,77 euro geor-donnanceerd is.
3. Ten slotte kan opgemerkt worden dat de Ve r-eniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) de lokale overheden vertegenwoordigt in de Taskforce Mobiliteitsconvenants.