Vraag nr. 58
van 10 december 1999
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Wateroverlast Sluizen – Maatregelen
Sinds de heraanleg van de gewestweg To n g e r e n-Visé zijn er problemen van wateroverlast voor de bewoners van de Viséweg in Sluizen. De combina-tie van de nieuw aangelegde weg met minder wa-t e r r o o s wa-t e r s, de ruilverkavelingswegen richwa-ting Slui-z e n-Millen en de evoluties in de landbouw waar-door de bestemming van sommige landbouwgron-den werd gewijzigd, is hiervan de oorzaak.
Alhoewel de bewoners van de Viséweg reeds vóór de heraanleg van de gewestweg To n g e r e n-Visé op de informatievergadering wezen op de mogelijke wateroverlast door te weinig roosters voor wateraf-v o e r, werd aan de oorspronkelijke plannen niets g e w i j z i g d . De roosters op de Viséweg kunnen in-derdaad het water niet slikken dat van de Miller-baan komt. Zelfs bij een langdurige gewone regen-bui is er wateroverlast. Niet alleen de brandweer van Tongeren moet geregeld worden ingeschakeld bij hevige of langdurige regen, maar ook alle om-wonenden deden aanpassingen aan hun eigendom en sleuren met zandzakjes als het langdurig regent. 1. Is de minister op de hoogte van deze
proble-men ?
2. Werden door het ruilverkavelingscomité reeds stappen ondernomen om de problemen aan te pakken ter hoogte van het kruispunt Millerweg-Viséweg in Tongeren ? Welke ? 3. Zijn er nog andere stappen gepland ?
N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie.
Antwoord
1. De ruilverkavelingen Mal en Millen werden beëindigd op respectievelijk 30 augustus 1983 en 7 maart 1978. De problemen van waterover-last voor de bewoners van de gewestweg N618 To n g e r e n-Visé zijn pas ontstaan sinds de recen-te heraanleg van de gewestweg.
De N618 To n g e r e n-Visé valt onder de bevoegd-heid van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie. Bij de recente
heraanleg van deze gewestweg werd mogelijk in te weinig wateropvangmogelijkheden voorzien. Dit kan de aanleiding geweest zijn voor de zware problemen van wateroverlast ter hoogte van het kruispunt van de gewestweg To n g e r e n-Visé met de Millerweg na de over-vloedige regenval op 5 juli 1999.
Op basis van een verslag van een vergadering van 17 september 1999 in Riemst naar aanlei-ding van de wateroverlast van 5 juli 1999, ben ik op de hoogte van deze problematiek.
De problematiek van erosie en versnelde afvoer is overigens alom aanwezig in de hellende ge-bieden in het zuidelijk gedeelte van V l a a n d e r e n . Ook de autonome wijzigingen in het agrarisch l a n d g e b r u i k , zoals het verdwijnen van hoog-stamboomgaarden met weiland en de overscha-keling naar teelten met een lagere bodembe-dekkingsgraad in het voorjaar, hebben bijgedra-gen tot een snellere waterafvoer.
2. Er zijn momenteel door het lokale ruilverkave-lingscomité geen grootschalige ingrepen ge-pland om de problemen ter hoogte van het kruispunt Millerweg-Viséweg in Tongeren op te l o s s e n . Afhankelijk van de maatregelen aan de gewestweg To n g e r e n-Vi s é , zal worden nagegaan welke maatregelen eventueel nog nodig zouden zijn.
Ik pleit hoe dan ook voor open afwateringssys-temen langs wegen in de plaats van ingebuisde g r a c h t e n . Open grachten kunnen regenwater veel beter bufferen en verwerken en laten infil-tratie naar het grondwater toe.
Wel werkt het ruilverkavelingscomité aan klein-schalige ingrepen hogerop in het stroomgebied, teneinde de waterafvoer af te remmen. B o v e n-dien heeft het ruilverkavelingscomité de betrok-ken gemeenten op hun verantwoordelijkheid g e w e z e n , omdat zij toelaten dat de landbouwers de openbare domeinen langs de ruilverkave-lingswegen omploegen zodat er geen grazige bufferstroken meer bestaan die erosie en ver-snelde waterafvoer kunnen afremmen.
via onder meer structurele maatregelen op landschapsniveau in samenwerking met het ruil-verkavelingscomité Mal.
In afwachting hiervan zullen door het ruilverka-velingscomité Mal geen stappen worden onder-nomen.
Ik meen dat het wenselijk is dat een studie wordt opgemaakt waarin de verschillende maat-regelen ter beperking van de afvoer van het lan-delijk gebied worden uitgewerkt. Analoog met andere gebieden en gezien de gedeelde verant-woordelijkheden en belangen van de gemeen-t e n , is hegemeen-t aan de gemeengemeen-ten om daargemeen-toe hegemeen-t eerste initiatief te nemen. De administratie Mi-l i e u - , N a t u u r- , L a n d- en Waterbeheer (AminaMi-l) kan daarbij adviserend optreden.