• No results found

Vraag nr. 361 van 1 juli 1998 van mevrouw VERA DUA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 361 van 1 juli 1998 van mevrouw VERA DUA"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 361 van 1 juli 1998

van mevrouw VERA DUA

Landschapsbescherming – Aanstelling toezicht-houdende ambtenaren

Artikel 19, § 4 van het decreet van 16 april 1996 houdende de bescherming van landschappen (Bel-gisch Staatsblad 21 mei 1996) luidt als volgt : "De Vlaamse regering wijst de gemachtigden aan die voor de toepassing van dit decreet de hoedanigheid agent of officier van gerechtelijke politie hebben als haar beëdigde ambtenaren."

Nu zouden deze ambtenaren nog steeds niet aan-gewezen zijn, terwijl zij juist de inbreuken op het decreet zouden moeten opsporen en vaststellen met een proces-verbaal. Het toezicht op het decreet zou dus nu enkel door de provinciegouver-neur en de burgemeester kunnen worden uitge-voerd (artikel 19, § 3 van het decreet).

Het lijkt me toch essentieel dat de in deze materie gespecialiseerde ambtenaren van het Vlaams Gewest het nodige toezicht kunnen uitoefenen. Welke ambtenaren zijn aangewezen om de inbreu-ken op dit decreet op te sporen en vast te stellen ? Als dit nog niet is gebeurd, kan de minister dan de reden van deze vertraging meedelen ?

Welke beslissingen moeten er nog worden geno-men om dit te regelen ?

Antwoord

Het is ongetwijfeld van belang dat gespecialiseerde ambtenaren van het Vlaams Gewest het nodige toezicht kunnen uitoefenen in deze materie.

Artikel 19, § 4 van het decreet van 16 april 1996 houdende bescherming van landschappen bevat inderdaad de volgende bepaling : "De Vlaamse regering wijst de gemachtigden aan die voor de toepassing van dit decreet de hoedanigheid van agent of officier van gerechtelijke politie hebben als haar beëdigde ambtenaren." Een voorontwerp van besluit van de Vlaamse regering daaromtrent ligt ter studie. Het gaat hier om de – bijkomende – hoedanigheid van agent of officier van gerechte-lijke politie, naast die van ambtenaar.

De bewering dat er ondertussen geen toezicht zou gebeuren door gespecialiseerde ambtenaren van het Vlaams Gewest berust evenwel op een misvat-ting. Een aantal ambtenaren van de rangen A en

B1 zijn immers gedelegeerd om inbreuken vast te stellen en werken stil te leggen overeenkomstig artikel 19, § 3 en § 5 van voormeld decreet.

De bestaande delegatieregeling biedt hiervoor de nodige rechtsgrond, namelijk :

– het ministerieel besluit van 30 april 1997 hou-dende delegatie van sommige bevoegdheden inzake landschappen aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (arti-kel 5, 8°) ;

– het besluit van de leidend ambtenaar van 6 juni 1997 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake landschappen aan het afdelingshoofd van de afdeling Monumenten en Landschappen (artikel 7, 8°) en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vloethemveld Zedelgem – Militair oefenterrein Naar aanleiding van de hervormingsplannen voor het Belgisch leger besloot het betrokken federaal departement het

De meeste klasse II-stortplaatsen wei- geren dit slib, hetzij omdat ze worden beheerd door een intercommunale die enkel materiaal aanvaardt van de aangesloten gemeenten, hetzij

Er werd in de loop van het productiejaar 1995 geen aanvraag tot afname van dierlijk mesto- verschot ingediend, dus werd er geen afzet- heffing geïnd voor

Welk bedrag aan compensaties moet worden uitbetaald aan de producenten waarvan cultuur- gronden gelegen zijn in de beschermde zones zoals bedoeld in artikel 15 § 4.. Hoeveel

In artikel 6 van het mestdecreet is bepaald dat producenten die gebruik maken van laag-fosfor- voeder, mits goedkeuring door de Mestbank en voor de bedrijfssituatie 1996, de in

cent van deze niet-gezinsveeteeltbedrijven kan de bedoelde notificatie niet krijgen wegens de bedrijfsgrootte en hoeveel procent kan deze notificatie niet krijgen omdat

Hoe groot is de totale verbrandingscapaciteit voor huishoudelijk afval van de bestaande ver- brandingsinstallaties in het Vlaams Gewest2. Hoeveel verbrandingsovens (en welke)

Op welk contract heeft deze veroordeling door de Europese Commissie betrekking, wat is de kostprijs van de opdracht en aan welke firma werd de opdracht onderhands