• No results found

LAATSTE WEE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "LAATSTE WEE "

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Zaterdag 24 december 1960- No. 614

Wij wensen al onze lezers een voorspoedig 1961

LAATSTE WEE

over de laatste week des jaars hangt iets . van de sfeer, door Dickens zo meester~

lijk voor ons opgeroepen in de vermaardste zijner kerstvertellingen. Wat er in de eeuw, die ons van de grote Engelse schrijver scheidt veranderd moge zijn, dit ene is ge~

bleven: tegen Kerstmis kom~n wij onder de ban van een, zich over allen uitbreidende stemming van mildheid en barmhartigheid.

Die stemming wordt misschien het best ge~

typeerd met de woorden, welke het gewijde Kerstverhaal de engelen op de lippen legde, toen zij hun blijde boodschap verkondden 'aan "allen die van goeden wille zijn".

* * *

. Méér nog zelfs dan een eeuw geleden

· maakt zich deze stemming in onze westerse wereld - en zelfs ver daarbuiten - merkbaar. Zowel in ons particuliere als in het openbare _leven is de kerstviering veel in ten~

ser geworden, wordt er althans meer aan

"gedaan". De kerstdagen'zijn thans algemeen hoogtijdagen in het gezinsleven, om van de duizenden, die in luxe restaurants hun "kerst~

maal" vieren, maar niet te spreken. Christe~

lijke en niet~christelijke staatshoofden zenden hun .kerstboodschappen uit als evenzovele getuigenissen van hun goede wil. Met dat al blijft de vrede - door Van Eeden eens ge~

noemd: het meest begeerde goed - een wan~

kel bezit. En dat wekt dan weer twijfel. of wij allen tezamen wel zo veel verder gevorderd zijn op de weg des vredes dan Dickens' tijd~

genoten waren, onze intense kerstviering ten spijt!

* * *

o f : is misschien de huidige wijze van kerstfeest vieren veelszins een vlucht uit de werkelijkheid, waarmee de Kerstbood~

schap ons confronteert? Houden wij - mis~

schien uit overwegingen van welvoegelijk~

heid, als bij verzwegen maatschappelijk contract aanvaard - om met Szczesny te spreken - een façade~christendom in stand, dat zich dan op Kerstmis wel spectaculair den volke vertoont, maar met het wezen van het christendom, zijn humaniteit en zijn religieuze bezieling niet meer van doen heeft?

Ernstige vraag voor christenen en niet~

christenen beide. Zeker voor ons als leden

ener partij, die blijkens haar beginselpro~

gramma diep overtuigd is, dat de grondslagen onzer Nederlandse beschaving. wortelen in het christendom, hoe verschillend dit door de onderscheidene groepen des volks moge wor~

den verstaan. Als leden ener partij ook, die zich er daarbij ten volle rekenschap van geeft, dat de zedekundige beginselen van het christendom worden aangehangen door zeer velen, die de christelijke godsdienst niet belij~

den. Wij allen zullen het wel hierover eens zijn, dat met een façade~christendom niemand is gediend en onze samenleving allerminst.

* * *

Is het er - zo zouden wij willen vragen - zo somber mee gesteld als deze Duitse schrijver het ziet? Het valt ons niet moeilijk mèt hem te erkennen,. dat er veel voZe uiterlijkheid is in om:e zich christelijk noemende en zo gemakkelijk als zodanig aan~

vaarde samenleving. Maar er is óók een nieuw zich ernstig bezinnen op de diepste waarden van het christendom gaande, onder christenen van allerlei denominatie, onder protestanten en rooms~katholieken. En buiten hun kringen is er een groeiende erkenning van boven~menselijke normen, waarnaar zich enkeling en samenleving dienen te richten. Is het enkel maar een stoute droom, dat in onze wankele wereldsituatie en bij het telkens weer blijkend onvermogen om tot een harmonische internationale samenleving te komen, van de oude boodschap van Kerstmis nieuwe kracht uitgaat, waar zij spreekt van een uit den hoge opgaand Licht, dat ons zal bestralen, om te schijnen over hen die in duisternis en dood~

schaduw gezeten zijn, en onze voeten te stie~

ren naar de weg des vredes?

* * *

Nog eens. daar is veel voze uiterlijkheid

· in onze "christelijke" samenleving en in onze levenspraktijk Manr dit alles tast de idee van het christendom, zoals deze op kerstfeest vóór ons treedt, niet aan. En in een wereld, waarin miljoenen geketend leven in

In verband met de lwmende feestdagen zal het eerstvolgende nummer van ons weekblad op 7 januari a.s. verschijnen.

de boeien van alle menselijke waarden schen~

dende ideologieën, is er ook op dit kerstfeest alle aanleiding ons te bezinnen op de Idee, belichaamd in de heilige gestalte die uit de Evangelieverhalen voor ons oprijst.

* * *

Iets van de sfeer van het kerstfeest blijft hangen over de dagen daarna. Ook de Oudejaarsavond - hoe uitbundig soms "ge~

vierd" - brengt verstilling. Verstilling, on~

vermij delijk waar. oudjaar ons opnieuw en scherp bewust maakt van het v.ergankelijke dat al het zijnde aankleeft, het vergankelijke dus ook van eigen bestaan en eigen handelen.

Verstilling óók, omdat oudjaar dwingt tot dat "rust een weinig", waartoe we in ons gejaagde leven te zelden komen of dat we schuwen, omdat we naar het dichterwoord

"alle stilte vrezen". Verstilling al verder, om- dat in alle terugblikken zich weemoed mengt.

Verstilling ten slotte omdat we, het betrek- kelijke van onze tijdsindeling beseffende, toch het gevoel hebben een bepaalde periode af te sluiten en een nieuwe te beginnen.

Het oude, menen we, was het ons ver- trouwde, zelfs al konden we ons met veel daarin misschien maar moeilijk verzoenen.

Het nieuwe dat we binnentreden, neemt ons in zich op, terwijl we niet bevroeden kunnen wat het voor ons inhoudt.

* * *

voor ons als leden van de V.V.D. is er alle reden met dankbaarheid terug te zien op wat het nu ten einde spoedende jaar ons bracht: een geconsolideerde politieke po- sitie met gunstige perspectieven. Dit doet ons het nieuwe jaar met vertrouwen tegemoet gaan.

Stil wordt het in ons, wanneer we geden- ken de getrouwen, die ons ontvielen. Zij mede hebben onze partij gebracht tot de plaats die zij thans in ons politieke bestel in- neemt. Zij zijn heengegaan in het weten, dat de beginselen waarvoor zij leefden, werkten en streden, ingang gevonden hebben onder de generaties die op hen volgden.

Dit moge hun tot troost ge·weest zijn, het zij ons, levenden, tot opwekking om eenparig de strijd te blijven voeren voor een zich steeds vernieU\vend Liberalisme! De R

De lezer gelieve er rekening mede te houden, dat op het moment, dat het Kabinet-De 9uay aftrad, dit nummer reeds ter perse was.

. ~

(2)

~' 1UJHEID EN DEMOCRATIE

0 p het voornaamste pun_t van oppo- sitie, de loonpohhek, IS de PvdA vorige week in de Tweede Kamer geïso- leerd komen te staan, afgezien van het gezelschap van twee leden van de PSP.

De socialistische oppositie blijkt geen resultaat te hebben.

De PvdA leed de nederlaag aan het slot van de interpellatie-Suurhoff over het verbod van loonsverhoging in de me- taalindustrie vóór afloop van de collec- tieve arbeidsovereenkomst (te ondervan- gen door winstuitkering). De PvdA dien- de een heel voorzichtige motie in, waar- in werd aangedrongen op hervatting van het overleg om al"nog een oplossing te vinden.

Met die opzeLLC!lJk voorzichtige motie hoopten de socialisten weer de steun te krijgen van de anti-revolutionairen drs Hazenbosch, Van Nierop en Van Eiber-

gen en het chr.-historische Kamerlid Kik- kert \allen bestuursleden van het CNV), die in het begin van oktober hadden gestemd voor de socialistische motie, waarin er op werd aangedrongen het

"openbreken" van collectieve arbeids- overeenkomsten voor een tussentijdse loonsverhoging toe te staan.

Ofschoon zij liever een oplossing had- den gewenst waardoor de metaalarbei- ders een loonsverhoging van 4 pct zou- den hebben gekregen per 1 april a.s., stemden zij toch tegen de socialistische motie, die alleen de steun kreeg van de PvdA en de PSP en aldus met 44 tegen 59 stemmen werd verworpen.

De CNV'ers, die anderhalf jaar lang de indruk hadden gewekt een bedekte oppositie te hebben gevoerd tegen het

Flitsen van het Binnenhof ( 1)

kabinet-De Quay, hebben als Kamerlid tenslotte toch niet de zijde van de PvdA gekozen.

* * *

1 • oor de gesloten meerderheid waar- I J mee de motie-Suurhoff vorige week is verworpen, heeft de binnenlandse po- litiek een vrijer en ontspannen, stabiel karakter gekregen.

Doordat men (in tegenstelling tot vóór de oorlog, toen een luidruchtige oppo- sitie normaal was) sedert de bevrijding gewend was geraakt aan kabinetten op brede basis, sinds augustus 1948 steeds onder leiding van dr Drees, was voor velen een ander soort kabinet moeilijk te verwerken. Men ston.d er onwennig, niet vertrouwd tegenover. Men doorzag nog niet, dat de kabinetten-Drees niet meer pasten in de nieuwe ontwikkeling naar grotere welvaart.

De socialistische oppositie maakte daar- van gebruik door met alle mogelijke middelen te verkondigen, dat in de nieu-

we situatie ons volk zwak werd geregeerd · door zwakke ministers. Dat is natuurlijk klinkklare onzin omdat in de kabinetten- Drees altijd de meeste ministers ook geen socialisten waren.

Maar de onwennigheid ten opzichte van het nieuwe karakter van het kabinet moest er toe leiden, dat kritiek op het regeringsbeleid suggereerde, dat er zo gauw mogelijk weer een kabinet~Drees

moest komen. De voorstanders van de brede basis zagen hierin hun kans, om- dat in de gedachtengang van de niet politiek geschoolde kiezer, ook iedere niet-socialistische kritiek op het kabinet De Quay of een mnister uit dat kabi- net, werd verstaan als een waarschu- wing te breken met het gevaarlijke ex- periment en terug te keren tot de ver- trouwde kabinetten-Drees.

Daardoor leek soms ook de goed be- doelde niet-socialistische kritiek iets krampachtigs te hebben, omdat zij de op- positie in de kaart speelde en er toe meewerkte de positie en het gezag van het kabinet De Quay te ondermijnen.

Nu behoeft de kritiek op een bepaalde minister of bepaalde beleidspunten, niet meer een ondermijning te betèkenen van het kabinet als geheel, van het kabinet- De Quay als zodanig. Deze situatie is ontstaan terwijl (volgens de socialisten) de grote-man-achter-de-schermen van het kabinet, prof. Romme reeds gerui- me tijd van het politieke toneel afwe- zig is. Dat is het beste bewijs, dat het kabinet-De Quay past in de nieuwe tijds-

omstandigheden. ·

De socialisten zullen nu nog harder moeten gaan schreeuwen. Daar zal men tot 1963 steeds meer aan wennen en er

-

Suurhoff

het loonbeleid

STAATSSECRETARIS ROOLVINK . . . pttre theorie .

minder waarde aan hechten als er door constructief overleg tussen een langzamer- hand meer ervaren kabinet en het par- lement, goed wordt geregeerd. Een ka- binet, dat niet onderhevig kan zijn aan kritiek, staat zwak. Een kabinet, dat vrije kritiek kan verdragen, wordt steeds ster- ker.

H et is met de lonen in de metaal- industrie in zeker opzicht een on- bevredigende geschiedenis. Op zichzelf bestaat er tegen loonsverhoging in deze bedrijfstak geen bezwaar en als compen- satie wordt daarom volop gelegenheid ge- boden tot een extra winstuitkering. Maar het kabinet vreest, dat als een tussen- tijdse loonsverhoging in de metaalindus- trie wordt toegestaan, een golf van aan- vragen uit andere bedrijfstakken zal vol- gen. Dan ontstaat een algemene onrust, die nu beperkt is gebleven tot de me- taalindustrie. Dan ontstaat het gevllar, dat de loonsverhoging in de metaalin- dustrie als een magneet werkt en lonen

Deze Burger

en prijzen weer haasje-over gaan spelen.

Men kan natuurlijk redeneren, zoals de heer Suurhoff, dat alleen loonsverhoging mag worden gegeven als de stijging van de produktiviteit het toelaat en dat er dus niets gevaarlijks voor de economie kan gebeuren. Maar dat is pure theorie, zei staatssecretaris Roolvink, die afkom- stig is uit de vakbeweging en uit de praktijk weet, evenals de heer Suurhoff, dat een golf van aanvragen om loons- verhoging niet is tegen te houden.

Hij herinnerde er aan, dat op 21 sep- tember 1955 minister Suurhoff een brief ha'd gestuurd aan het college van rijks- bemiddelaars, waarin stond, dat de se- cundaire arbéidsvoorwaarden mochten worden verbeterd, maar dat voorstellen daartoe alleen konden worden gedaan bij afloop van een collectieve arbeidsover- eenkomst. Ook toen mochten dus collec- tieve arbeidsovereenkomsten niet worden

"opengebroken".

Overigens zei de heer Roolvink. dat het geen punt van discussie is, .dat een CAO bij onderling goedvinden altijd kan wor- den gewijzigd, maar dat nieuwe loon- overeenkomsten pas rechtskracht krijgen na goedkeuring door het college van rijks- bemiddelaars, dat bevoegd is op grond van het algemeen belang goedkeuring te

\veigeren.

( ) ver dat algemeen belang had mi- nister De Pous gezegd, dat er re- den is tot voorzichtigheid met betrek- king tot de ontwikkeling van de beste- dingen, want zÜ nemen sneller toe dan de produktie. Het Centraal Plan Bureau verwacht, dat in 1961 met een toeneming van de consumptie met 4,5% en van de investeringen met 7%, gevoegd bij een vergroting van de export niet eveneens 7%, het stijgingstempo van de totale be- stedingen juist binnen de grens van het toelaatbare ligt. Op grond van zijn per- soonlijke visie is minister De Pous pes- simistischer ten aanzien van het gevaar van overbesteding.

De heer Suurhoff betwijfelde of het

heeft er al wel eens meer over geklaagd, dat zijn liefde voor de politiek door de politiek niet beantwoord wordt. De politiek - en ik bedoel nu onze eigen landelijke - is verzeild gemakt in het slop der gelijkmatigheid. Zij is gehuld in het grauwe opperkleed der opperste saaiheid. Er zit weinig "Schwung" "élan" of "go" meer in. Het gaat allemaal bedaard en kalm. Zelfs de heer Burge1· doet het, als leider van de pa1·lementaire oppositie, op z'n melkboerenhandefluitjes: er gaat (bij wijze van spreken) nooit eens een steen do01· de ruiten, hij barst soms in verontwaardiging uit, maar die ligt er dan altijd wee1· net iets te dik op, om niet aan politiek te doen geloven. Kortom: alle nuttig- heid der parlementaire politiek erkennende, vind ik dat het een ver- velende boel is geworden.

Het is nèt of de zaak ve1·ambtenaarlijkt is geworden. Een vlijtig g1·oepje dames en heren, maar ik kan u al bij voorbaat, als ze hun mond open doen, vertellen wat er uit zal komen. Ik vermoed dat de dames en heren lwn schouders zuLlen ophalen als ik zeg, dat er best wat f1·is bloed in mag komen, opdat er eens een nieuw geluid gehoo1·d we>rde en opdat er eens wat onverwachts zal gebeuren. Niet dat ik zou willen dat er kwajongensstreken en kwaaie meisjesstreken zouden worden uitgehaald, maar wei dat er eens iets echt-menselijks zou gebeuren uit echt-menselijke hartstocht voor de goede zaak.

Ik heb daar eens over nagedacht en ik geloof, dat ik een goed mid- deltje heb gevonden. Dit: da't alle partijen in haar statuten (of hoe dit ook heten moge) de bepaling opnemen, dat een Eerste- of Tweede- Kamerlid ten hoogste acht jaar zitting mag houden. Vier om zich in te werken en vier om land en volk van zijn inzicht en wijsheid te doen profite?·en.

En dan: eruit! en plaats maken voor jongeren. Ik denk dat, op 225 na, alle Nederlanders zulk een bepaling zouden toejuichen.

De ouwe ouwentjes weten dit zo niet en er is niemand die het hun, beleefdheidshalve, ve1·telt, maar achter hun rug zegt het kiezersvolk:

"die zitten al veel te lang op het Binnenhof, die zijn al lang verstard in hun werk, die moesten nu maar eens verdwijnen".

Het is voor die (veel te talrijke) ouweritjes niet prettig om te horen, maar zó is het h e u s .

Ik weet zeker dat geen enkele partij deze, mijn welgemeende, raad zal volgen en dat ik met dit stukje en dit voorstel geen cent zal op- schieten. Even zeker als ik weet, dat het merendeel der kiezers het eens zal zijn met

(A.W.A.) Wij delen deze msle van on.ze geachte collega, zeker in de voorgedragen extreme vonn, beslist niet. In het volgende nummer hopen

wij dit nader toe ie lichten. -

U DECEMBER 1900-PAGINA%

inzali_e

pessimisme van de minister van Econo- mische Zaken gerechtvaardigd was, maar het was minister Van Rooy die de .ver- standige woorden sprak: de mate van

voorzichtigheid, die men in acht wenst te nemen, hangt meestal samen met de mate van verantwoordelijkheid, die men draagt.

Het gaat er om, voegde staatGsecretaris Rooivink aan alles nog eens duidelijk toe, de verworven welvaartsverbetering niet verloren te laten gaan door prijsstij- ging, die het gevolg zou zijn van het open- breken van collectieve arbeidsovel·een- komsten voor tussentijdse loonsverho- ging. Wij moeten een herhaling van de bestedingsbeperking, die juist de sociaal zwaksten heeft getroffen. voorkomen.

\1 an onze fractie zei de heer Corver over het algemeen niet ontevreden te zijn over het nieuwe loonbeleid, omdat zich geen belangrijke prijsstijgingen heb- ben voorgedaan. In een groot aantal ge- vallen konden loonsverhogingen worden

gegeven, die uitgingen boven de verbete- ringen, die konden worden bereikt onder het voorheen gevoerde beleid.

Moet nu telkens wanneer werkgevers én werknemers elkaar vinden over de verdeling van een stukje ruimte, dat na de laatste loonherziening zou zijn ontstaan op ieder willekeurig moment toestemrning worden gegeven die herverdeling direkt te ef.l'ectueren? Met het gevaar, dat alle bedrijfstakken dit systeem zullen trach-

ten te volgen? De looptijden der in vrij- willig overleg overeengekomen collec- tieve arbeidsovereenkomsten dienen juist mede om de arbeidsrust- -gedurende een bepaalde vastgestelde periode te verze- keren. Voorheen, onder de geleide loon- politiek, was er van openbreken van col- lectieve arbeidsovereenkomsten geen sprake. Nu kan het evenmin.

Wij moeten niet een beleid, dat zulke goede resultaten heeft opgeleverd, alleen in gevaar brengen, omdat de socialisten in dit opzicht hun eigen systeem van on- vrijheid niet willen voortzetten.

Drs. Hazenbosch heeft betoogd, dat hij graag zou hebben gezien, dat aan de wensen van de vakraad voor de metaal- industrie zou zijn voldaan. Maar hij zei ook: men kan dat van twee kanten be- zien; men kan ook volgens de opvattin- gen van de regering aan de materiële verlangens van de metaalarbeiders te- gemoetkomen.

Welnu, aldus de heer C01·ver, het gaat toch om de belangen van de betrokke- nen. Ni ;, om een prestige-kwestie. Als de zaken zo liggen en wij door het re- geringsstandpunt te aanvaarden tegelij- kertijd de belangen van de betreffende werknemers veilig stellen, is de keuze niet moeilijk.

De motie-Suurhoff werd ten slotte verworpen, omdat de meerderheid oordeelde, dat' ' -,·nieuwd overleg nieu- we onrust zou scheppen en verwachtin- gen zou wekken, die door de verdeeld- heid in de Stichting van de Arbeid toch niet kunnen worden gerealiseerd.

Teneinde te tonen, dat het kabinet niet star vasthoudt aan het verbod tot open- breken van collectieve arbeidsovereen- komsten, deelde de shatssecretaris mee, dat met ingang van 1 januari a.s. de arbeidsduur met een uur per week mag worden bekort wanneer daaromtrent niets is vermeld in de CAO, indien een bedrijf moeilijkheden ondervindt door het weglopen van arbeiders naar bedrij- ven in de omgeving, die korter wc1·è:en.

Tevens zal aan bedrijfstakken, die nog geen loonsverhoging hebben kunnen_ toe- kennen wegens het ontbreken van stijging van de produktiviteit (de zogenaamde achterblijvers) spoedig worden toegestaan de lonen met maxima~l 4 net. te verhogen.

Welvaartspeil

B 1j de behandeling van de begro- ting van Economische Zaken had de socialist drs. Den Uyl verkondigd, dat d welvaartsantwikkeling . in ons land ten achter is gebleven bij die in de ons omringende landen. De groei van het reële inkomen per hoofd der bevolking is in Nederland lager dan in de landen om ons heen. Hij verdedigde loonsverho- gingen ter bevordering van de economi- sche groei, omdat hogere lonen de be- drijven dwingen tot rationalisatie, ter- wijl de werknemers meer gaan besteden voor de opvoeding en opleiding van hun kinderen.

De oren van onze geestverwant mr.

H. F. van Leeuwen klapperden toen hij drs. Den Uyl hoorde spreken over de achterstand in positie van Nederland en over onvoldoende beloningen, want eni- ge jaren geleden had de heer Van Leeu- wen soortgelijke woorden gesproken.

(Zie vervolg pag. 3)

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

I Bekende persoonlijkheden in de V. V.D. I

Mevrou Mr. J. M. Stoffels-van Haaften

Grote veelzijdigheid en belangstel~

ling voor alle onderdelen van het parlementaire werk vallen iedereen onmiddellijk op, die met deze actieve en levendige vrouw in gesprek komt.

Het is dan ook niet te verwonderen, dat de Tweede Kamer haar ook dit jaar aanwees als eerste vice~voorzit~

ter. Zij is de eerste vrouw in onze parlementaire geschiedenis, die de voorzittershamer in één van de Ka~

mers van onze Staten~Generaal han~

teert.

Mevrouw Stoffels is een Betuwse.

Zij werd in 1917 geboren in Est en Opijnen, Ze bezocht het gymnasium in Tiel en studeerde van 1935 tot 1940 aan de Rijksuniversiteit te Utrecht rechten.

Na het doctoraal~examen werkte zij eerst enige tijd op een advocaten~

kantoor, waar ze - zoals ze het zelf uitdrukt - een ietwat eenzijdige er~

varing- opdeed in de bezettingstijd;

vervolgens zeer kort in de arbeidsbe~

middeling en trad daarna in dienst van een verzekeringsmaatschappij.

"Helaas verloor ik in oktober 194·3 bij mijn huwelijk mijn baan - niet vanwege discriminatie tegenover de gehuwde vrouw, maar door de ver- huizing van Utrecht naar Haarlem", vertelt ze. Men kan enige spijt in haar stem beluisteren.

Actief in de politiek Na de oorlog was het echtpaar Stoffels direct actief in de politiek betrokken. Het richtte mede de afde- · ling Haarlem van de Partij van de Vrijheid op.

Samen hebben zij alle facetten van het partij-leven in de V.V.D. meege- maakt: bestuurslidmaatschappen in de afdeling, staten~ en kamercentra~

le; het lidmaatschap voor de heer Stoffels van ·de Haarlemse gemeen- teraad sedert 1949, terwijl mevrouw Stoffels sinds 1950 deel uitmaakte van de Provinciale Staten van

Noord~ Holland.

Naar het buitenland In 1952 stond mevrouw Stoffels als no. 10 op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer. Zij werd toen net niet gekozen (we kregen 9 zetels), maar deed in december 1955 haar in- trede in 's lands verg aderzaal tenge- volge van het tussentijds bedanken van de heer Ankersmit.

Voorlopig behandelde mevrouw Stoffels Sociale Zaken, maar in 1957 begaf ze zich in het buitenlandse werk en werd o.a. lid van de Raad- gevende Vergadering van de Raad van Europa en de West Europese Unie.

Ook maakte ze in 1957 en 1958 deel uit van de Nederlandse delega-- tie naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

"Hoe vond U het bij de V.N.?"

"Bijzonder boeiend, omdat je daar de politieke blokvorming zo duidelijk in de praktijk meemaakt, vele achter- gronden leert kennen en heel veel contacten krijgt. Helaas wordt je kijk op de wereldpolitiek dan niet opti~

mistischer".

"Een nadeel van deze deelneming vind ik voor een Kamerlid de lange afwezigheid (van september tot Kerstmis), juist in onze begrotings- tijd. Het kan dan ook bepaald geen bezigheid zijn voor ieder jaar".

Mevrouw Stoffels maakte in 1957 de terugreis van New York over de Antillen en Suriname. "Ik ben in ieder van deze Rijksdelen maar één week geweest". zegt ze, .,maar iede-

re dag heeft iedereen zijn best ge- daan mij zo veel mogelijk te laten on- dervinden".

Het Europese werk trekt haar bij- zonder.

In de Raad van Europa zitten 15 landen en hoewel het élan van de be- ginperiode niet meer aanwezig is, is het een nuttig contactorgaan.

De West Europese Unie, waarin de 6 landen van de E.E.G. en het·

Verenigd Koninkrijk vertegenwoor- digd zijn, biedt mogelijkheden van gesprek en laten we hopen, steeds meer toenadering tussen de zes en het V er. Koninkrijk.

De Assemblee van de W.E.U. is het enige orgaan, waarin de Euro- pese parlementsleden kunnen praten

<Venol~ van pa~. 2)

Maar toen kreeg hij van achter de re- geringstafeJ, waar toen de socialisten nog ruimschoots ,.,aren vertegenwoordigd, al- tijd de wind van voren omdat hij de dingen verkeerd zou zien. Het deed hem nu genoegen met drs. Den Uyl tot de conclusie te kunnen komen, dat onder het bewind, dat er in de na-oorlogse jaren is geweest, een zekere achterstand

· van Nederland te constateren is. Dat kan men niet verwijten aan de nieuwe bewindslieden achter de regeringstafel.

Gezien de ontwikkelingen in het bui- tenland, meende de heer Van Lec.uwen, dat wij ons moeten voorbereiden op ho- gere prijzen en lonen op verierlei ge- bied. Na de excessen van 1956 hebben wij onder het bewind van het kabinet-Drees geleefd onder het motto: rust in lonen en prijzen. Zelfs in de dalende conjunctuur werden de instrumenten tot afremming nog gebruikt.

Matiger afremm.ing en eerder ingezet- te loonsverhogingen, afgestemd op pro- duktiviteit en rentabiliteit, zouden ons hebben behoed voor een onnodige inzin- king, aldus mr. Van Leeuwen en voor de grote sprong in kort tijdsbestek, die na- dien de beloningen hebben vertoond.

Van deze plotselinge inhaal is een zeke- re oververhitting van de conjunctuur het gevolg.

Trendmatig gezien, laten verhogingen van de geldbeloningen, zoals die nu m korte tijd zijn verleend, zich niet door een overeenkomstig groter aanbod van goederen en diensten dekken, althans niet indien er geen belangrijk onbenut potentieel aanwezig is. Conjunctuurbe- heersing impliceert een rustig en even- wichtig gedrag, waarbij geleidelijkheid boven abrupte wendingen te verkiezen is.

Û ver de bevordering van de industri- alisatie in de probleemgebieden zei de heer Van Leeuwen, dat hij de verbete- ring van de verkeersverbindingen in de probleemgebieden met rijkssteun gaarne aanvaardt, maar dat hij bezwaren ziet in de directe subsidieverlening bij indus-

trievestiging. Deze subsidies hebben het pijnlijke effect, dat zij slechts gelden voor nieuwe vestigingen in enkele aange wezen centra. Er ontstaat een verval~

valsing van concurrentievoorwaarden ten opzichte van reeds bestaande bedrijven.

over - en inzicht krijgen in ,_ de stand van de Westelijke verdediging.

De Europese organisaties hebben allemaal hun eigen wordingsgeschie~

denis en hoewel we op moeten pas- sen voor dubbel werk, heeft het ook zijn voordelen eenzelfde onderwerp in verschillende organisaties te be~

spreken, omdat de verschillende sa~

menstelling een andere :wijze van be~

nadering tengevolge heeft.

Het is begrijpelijk, dat voor een buitenstaander "Europa" bijzonder ingewikkeld geconstrueerd is; en toch mogen we, terugdenkende aan wat 15 jaar geleden Europa was, niet on- tevreden zijn over de bereikte resul~

taten.

In de Tweede Kamer behandelt mevr. Stoffels hoofdzakelijk de bui~

tenlandse vraagstukken en Nieuw~

Guinea.

Vrouwenbeweging Mevrouw Stoffels heeft een grote rol gespeeld in het Nederlandse Vrouwen-verenigingsleven. Zo was zij tot vorig jaar presidente van het Hoofdbestuur van de Vereniging voor V rouwenbelangen. V rouwenar~

beid en Gelijk Staatsburgerschap en is o_ok lange tijd vice-presidente van de Ve:reniging van Vrouwen met Academische Opleiding.

Ze is haar hele leven een groot voorvechtster geweest van de gelijk- waardigheid van man en vrouw.

Toch was het een toeval, dat zij haar maidenspeech in de Tweede Kamer in het voorjaar van 1956 hield bij de behandeling van het wetsontwerp tot opheffing van de handelingsonbe- kwaamheid van de gehuwde vrouw.

Ook het niet~aangewezen dorp, waarin een of ander bedrijf opperbest zou passen blijft er koud van en ziet de vestiging met lede ogen elders geschieden.

Onze geestverwant, de heer R. Zegering Hadders, vroeg daarom ook aan kleine bedrijven, die zich buiten de industrie-

kernen, maar in de probleemgebieden ves- tigen, een vestigingspremie te verlenen.

R. ZEGERING HADDERS vestigingspremie • • • Minister De Pous wil daar niet aan, omdat het de concentratiegedachte aan- tast. Er zou niet mee worden bereikt, dat er meer vestigingen komen. De bedoe-

l.ing is, dat er in de probleemgebieden krachtige industriecentra ontstaan, waar~

in de fabrieken kunnen profiteren van centrale en daardoor goedkope voorzie~

ningen.

In de gedachtengang van de heer Van Leeuwen behoort het gas, dat in grote hoeveelheid in Groningen is aangetroffen, als een natuurlijk voordeel ten goede te doen komen van de streek. Laat de zeehaven profijt hebben van de zee, de werf van de rivier, de potentiëele gasver- bruiker van het plaatselijk goedkope gas,

24 DECEMBER 1960- PAGINA 3

Naar Utrecht terug Het · echtpaar Stoffels heeft één dochter - 16 jaar oud ,_ in de 5e klas van het Stedelijk Gymnasium te Utrecht.

De familie woont n.l. sinds januari van dit jaar weer in Utrecht (on re~

vient toujours ... ), waar de heer Stoffels thans adjunct-directeur van het Staatsbosbeheer is.

Dit betekende afscheid van de Haarlemse gemeenteraad en de af~

deling en voor mevrouw Stoffels van de haar zo dierbare Provinciale Sta~

ten van Noord-Holland, waar de Prov. Ziekenhuizen haar bijzondere belangstelling hadden.

•• We hebben Haarlem met wee~

moed verlaten ,_ ook onze dochter vond het naar ,_ maar Utrecht is ons nu toch wel weer erg vertrouwd".

Mevrouw de voorzitter ,.Hoe ik het vind om de voorzit~

tershamer te hanteren?

Als de debatten levendig zijn - met interrupties en zo - erg prettig, maar er zijn ook avonden ,..._ ik pre~

sicleer meestal de avondvergaderin~

gen - dat de b~andeling van een wetsontwerp rustig voortkabbelt en de voorzitter weiTJ.ig te doen heeft.

In vergelijking met buitenlandse parlementen zijn onze debatten niet levendig, want er wordt te veel "van papier" gesproken en nog veel te weinig geïnterrumpeerd.

Dat de avondvergaderingen dik~

wijls slecht bezocht worden, is be~

grijpelijk. Kamerleden hebben 's avonds vaak andere bezigheden, bv.

spreekbeurten. Mijn spreekbeurten schieten er tegenwoordig wel eens bij in. Jammer, want ik vind de ge~

sprekken in de afdelingen van onze partij erg belangrijk".

,.Doet ·U nooit eens iets anders, als U in de voorzittersstoel zit?"

,.Meest~! niet, ik blijf de sprekers volgen; een enkele keer doe ik ook wel eens alsof.. .... " L. R.

gelijk een dicht bij een kolenmijn gele- gen fabriek van lagere transportkosten voor zijn brandstof moet kunnen profite- ren.

Û p het gebied van de middenstand roerde onze geestverwant de heer H.G.

Cornelissen zich weer. Hij drong er o.a.

op aan de hypothecaire garantie voor bedrijfspanden, die thans 85 pct. bedraagt uit te breiden tot de woongedeelten, waarvoor slechts een garantie wordt ver·

strekt van" 50 pct. der stichtingskosten.

Deze gang van zaken veroorzaakt voor credietnemers moeilijkheden, omdat ten aanzien van vele middenstandsonderne- mingen geen scheiding is aan te brengen tussen bedrijfs- en woongedeelte, aange- zien deze in de praktijk altijd als één ge~

heel worden gezien.

Voorts maakte de heer Cornelissen er op attent, dat eigenaren, of liever ge- zegd, beheerders van een filiaal, niet zijn te vergelijken met zelfstandige onderne·

mers. Hij drong aan op een uitspraak van de overheid, waarin een duidelijke omschrijving wordt neergelegd ten aan- zien van de vraag wie wel en wie niet

als middenstander kan worden be~

schouwd.

In antwoord op een andere vraag van onze geestverwant, deed staatssecretaris Veldkamp de toezegging, dat als de nieu- we vestigingsbesluiten voor het levens~

middelenbedrijf worden afgekondigd (vóór 15 februari a.s.), hij aan de Kamer een toelichtende nota zal doen toekomen opdat eventueel op korte termijn een par- lementaire discussie daarover mogelijk is.

V ermelding verdient nog de medede~

ling van minister De Pous, dat hij met zijn ambtgenoot van Financiën over- eenstemming heeft bereikt over een ver- laging van de omzetbelasting op indu- striekolen (huisbrandkolen zijn vrij) met anderhalf procent. Dit zou neerkomen op ongeveer 75 cent per ton en een verlies voor de schatkist betekenen van zeven miljoen gulden.

De Tweede Kamer heeft vorige week nog besloten tot vrijstelling van natuur- boter (evenals margarine) van omzetbe- lasting en tot verhoging van de fiscale grens, waarboven geen aanslag in de in- komstenbelasting wordt opgelegd na het

betalen van loonbelasting, tot f 8000 per jaar.

V.V.D.

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE Z4 DECEMBER 1960- PAGINA &

Eerste amer was nog optimistisch gestemd

Het is jammer voor de politieke spe- culanten, maar na de algemer:'" po- litieke beschouwingen van vorige week in de Eerste Kamer, is het toch heus wel erg moeilijk geworden om de liberale fractievoorzitter, mr. Van Riel nog te zien als een soort tijdbom onder het kabinet-De Quay. De kritiek, die hij in het verleden op de ministersploeg heeft geuit, heeft hem in de ogen van sommi- gen een liberale partisaan gemaakt, van wie het kabinet weinig ~oeds had te verwachten.

Het politieke debat moet evenwel zelfs de ijverigste politieke gokker duidelijk hebben gemaakt, dat mr. Van Riel :hiet met de vooropgezette bedoeling rond- loopt brokken te maken. Hij ts het ka- binet met een behoorlijke dosis vriende- lijkheid tegemoet getreden. Het heeft volgens hem in de loop van het jaar aan kracht gewonnen. Daarbij verdoe- zelde hij niet zijn mening, dat er fou- ten zijn gemaakt. Natuurlijk: de minis- ter-president had geen politieke erva- ring en er was een zekere onevenwich- tigheid in het kabinet. Maar het zijn wel- licht vitia originis (fouten van het begin) geweest, waarboven het hopelijk zal uit- groeien.

De kritiek, die mr. Van Riel thans op het kabinet had, lag niet zo zeer in de feitelijke als wel in de psychologische sfeer. Hij vond, Cat het kabinet de ge- dachten, die het bezielt vaak op weinig overtuigende wijze naar voren brengt.

Maar daartegenover zag hij toch een helé serie pluspunten. Hij had een lijst- je opgemaakt van wat het kabinet alle- maal goed heeft gedaan, maar omdat. de anti-revolutionair dr. Berghuis reeds èen dergelijke opsomming had gegeven, wil- de hij geen doublure leveren.

* * *

D e positieve houding van mr. Van Riel tegenover dit kabinet kwam tot uiting in zijn scherpe reactie aan het adres van de christelijk-historische frac- tieleider mr. Pollema, die er tegen waar- schuwde de PvdA betrekkelijk limge tijd buiten de regering te houden. Deze uit- lating beschouwde de liberaal als een ernstige verzwakking van de positie van het kabinet.

Flitsen van het Binnenhof (Il)

De stelling van mr. Pollerna is zeer wel te verdedigen als algemeen politiek wetenschappelijk of maatschappelijk in- zicht, maar als zo'n gedachte door een fractievoorzitter in de Eerste Kamer wordt ontwikkeld, krijgt zij politieke be- tekenis, aldus mr. Van Riel.

Maar hoe staat het dan met de kri- tiek, die deze liberale woordvoerder zelf op dit kabinet heeft uitgeoefend? Op de- ze onuitgesproken vraag, gaf mr. Van Riel onmiddellijk daarna reeds het ant- woord: Het te kennen geven van de me- ning, dat een kabinet in sommige op- zichten wat evenwichtiger en misschien ook wat beter bezet zou kunnen zijn, is een positieve indicatie, dat men dit ka- binet wel wenst.

* * *

N atuurlijk heeft de senaat zich in dit debat flink vastgebeten in de reac- ties op de geruchtmakende verwerping van het toto-wetje door de Eerste Ka- mer. Dat de liberale senatoren, wier af- wijzing destijds het voorstel-Beerman de genadeslag toebracht, om politieke rede- nen hebben tegengestemd, noemde de KVP-er Kropman een aantijging. Zij zul-

(Advertentie)

ZONDER BROOD KAN DE MENS NIET LEVEN

Maar bij brood alleen al evenmin.

Het HUMANISTISCH VERBOND beoogt een geestelijk tehuis te zijn voor die bui- tenkerkelijken, die de verantwoordelijk- heid van de individuele mens in onze

moderne massa-samenleving wezenlijk bedreigd achten.

Tal van liberalen verstonden dit door toe te treden. U ook ? Inl. bij: HUMANISTISCH VERBOND, OUDEGRACHT 152 :U 'r R E Ç ;H l'

MR. VAN RIEL positieve indicatie

len uit staatsrechtelijke overwegingen hebben gehandeld, meende hij.

Deze uitlating had mr. Van Riel bij- zonder veel goed gedaan. Scherp liet de liberaal daarop volgen: De scabreuze fantasieën, die somtijds zijn ontwikkeld na afloop van de totozaak, hebben mij de overtuiging bijgebracht, dat aan de poli- tiek sommige mensen deelnemen, aan

wier persoonlijkheid merkwaardige pa- thologische facetten zitten.

Ha, dacht de socialistische fractielei- der ir. Vos, dat slaat natuurlijk op een vooraanstaande liberaal Tweede Kamer- lid, wiens naam mr. Van Riel niet wil noemen. Maar de VVD-er hielp hem bij interruptie uit de droom: hij had aan geen Kamerlid gedacht, doch aan de schrijvers van artikelen in de dagblad- en partijpers, die persoonlijke verbanden hadden geconstrueerd. En dat vond hij scabreuze fantasieën. Bovendien is er door geen enkel Tweede Kamerlid iets gezegd; dat scabreus lijkt. Wel zijn er aan de overkant van het Binnenhof opi- nies gegeven en die kan ik dan weten- schappelijk, zakelijk of emotioneel ge- fundeerd achten, maar daar zat niets verkeerds in, aldus mr. Van Riel.

* * ,.

Met die opm1es doelde hij uiteraard ook op de beschouwingen bij het politie- ke debat in de Tweede Kamer over de

positie van haar zuster aan de andere kant van het Binnenhof. Volgens mr.

Van Riel wordt· bij de beoordeling van de verhouding tussen Eerste en Tweede Kamer te veel de nadruk gelegd op het feit, dat de Kamer van 150 rechtstreeks wordt gekozen. Dit heeft echter op zich- zelf niets te betekenen en men moet zich dan ook maar niet te dikwijls in de vraag verdiepen hoeveel mensen eigen-

lijk uitmaken wie lid van de Tweede Ka- mer worden. Geconcentreerde machts- invloeden zijn hier denkbaar.

Onder die omstandigheden kan men inderdaad - en geenszins bij wijze van grap - volhouden, dat de Eerste Kamer, die in een grote mate van onafhankelijk- heid van de partijapparaten wordt ge- kozen door Provinciale Staten, in wezen op het ogenblik wellicht iets recht-

streekser de publieke opinie weergeeft.

Een essentieel punt is, dat de Eerste Kamer het recht van amendement mist, waardoor zij genoodzaakt is me- ningsverschillen met de regering altijd enigszins in een zwart-wit-vorm te stel-

len. Dit maakt, dat de toon in de Eerste Kamer wel eens meer of minder scherp lijkt, wat echter met een bijzondere af- wijzendheid tegenover een minister of te- genover een kabinet eigenlijk niets te maken heeft, betoogde mr. Van Riel. Hij zou het niet juist achten als de Eerste Kamer zich er principieel op richtte uit overwegingen van partijpolitiek - die op zichzelf volkomen respectabel zijn - een kabinet te doen verdwijnen.

Wanneer het ogenblik is gekomen, waarop een kabinet moet weggaan, dan is het inderdaad de taak der Tweede Kamer het vonnis te executeren. Dit brengt de juiste staatsrechtelijke verhou- ding in Nederland mee. Een andere zaak is, dat de Eerste Kamer door de vorm- geving van haar betogen, door een ze- kere stemming, bij voorkeur op een se- cundair punt, kan duidelijk maken, dat de positie haar niet geheel aangenaam·

is.

Duidelijk doelend op de toto-affaire zei mr. Van Riel, dat de Eerste Kamer in beginsel de grote lijnen van het politieke compromis dient te respecteren, maar wanneer dat compromis op een bepaald ogenblik, dat ieder voor zich zelf moet

bepalen, een minder gewenste vorm krijgt, dan geloofde hij, dat de Eerste Kamer de vinger mag opsteken.

* * *

E en kort interruptie-duel moest mr.

Van Riel uitvechten met staatsse- cretaris Schmelzer, omdat de liberaal kennelijk tegen de zin van deze bewinds- man er voor had gepleit bij een toekom- stige belastingverlaging eens te denken aan de successie- en vermogensbelasting, vooral met het oog op de bezitsvorming.

Hoeveel mensen profiteren daarvan? in- formeerde de heer Schmelzer laatdun- kend.

Het gaat niet altijd om het aantal, al- dus mr. Van Riel. Maar overigens val- len toch wel vele tienduizenden, zo geen honderdduizenden mensen onder deze be- lasting. De reactie van de staatssecre- taris beviel de liberaal niet erg, maar hij troostte zich met de gedachte, dat de heer Schmelzer op dit punt wellicht niet kan worden beschouwd als een exponent van de gedachtenwereld, die achter het kabinet ligt.

De socialist Vos vond het natuurlijk verschrikkelijk, dat mr. Van Riel het had gewaagd voor de "rijken" op te komen.

Maar de liberale fractievoorzitter zei la- coniek, dat het merkwaardige van d~

VVD nu juist is, dat zij zich er niet voor schaamt ook voor die bevolkingsgroepen op te komen, die belang bij de successie- en vermogensbelasting hebben. Men moet niet bang zijn voor het altijd aanwezige afgunstelement, · maar deze zaken rustig aan de orde durven stellen. Zoals trou- wens ook de KVP dat in haar werkpro- gram heeft gedaan. Mr. Van Riel be- toogde, dat de verlaging van beide be- lastingen wel degelijk met bezitsvorming heeft te maken. Wanneer men geen res- pect wenst aan te kweken voor bestaand bezit, meent men het niet helemaal seri- eus met de bezitsvorming.

De minister-president, prof. De Quay geloofde, dat deze kwestie maar beter twee weken kon blijven rusten tot de al- gemene financiële beschouwingen, zodat minister Zijlstra rechtstreeks in een ge- dachtenwisseling hierover betrokken kan worden. Prof. De Quay, die in dit debat goed op dreef was is met zijn regerings- ploeg versterkt uit de strijd te voorschijn

Nog steeds:

De heer T. D. B la z e r, te Hilversum, reageert op het stukje, dat de heer S. J.

van den Bergh onder de titel: "Nog eens emigratie" in ons blad van 3 december jl.

schreef.

De heer Blazer meent, dat de zaak

"niet zo eenvoudig ligt als daarin wordt voorgesteld" en schrijft dan verder:

"Veelal is de reden van het wegtrek- ken de drang naar een vrijheid, zoals die hier niet te l:)eleven valt. Immigratie daarentegen is alleen of hoofdzakelijk het verlangen naar arbeid. Gaan we nu de zaken op grote schaal terugdraaien, dan vrees ik, dat velen zullen terugkeren met een verkeerde instelling ten opzich- te van onze maatschappij, terwijl we daarentegen bruikbare import-krachten zullen moeten missen.

"Voor de laatste groep wil ik de moei- lijkheden van aanpassing niet onder- schatten. Maar met een emigratie, zoals die hier wel enigszins geforceerd wordt, (en zelfs met een "nazorg" culminerend in woningen), zijn velen vertrokken, die beter voor ons land behouden hadden kunnen blijven - ook wat henzelf be- treft".

Redactionele aantekening:

(A.W.A.). Op het hoofdpunt is de in- zender het dus met de heer Van den Bergh wel eens, namelijk, dat het .te

gekomen. De minister-president kon met genoegen constateren, dat het kabinets- beleid in het algemeen vriendelijk was beoordeeld. Een uitzondering vormde na- tuurlijk de socialist Vos, hoewel deze toch ook vrij gematigd was en in ieder geval een scherp contrast vormde met zijn geestverwant mr. Burger uit de Tweede Kamer, die het er bij het poli- tieke debat zelfs voor een opposant te dik bovenop legde.

IR. VOS . . . niet voor de "t·ijken"

T enslotte moeten wij nog noemen mr. baron de Vos van Steenwijk, de hardnekkige strijder voor de spijt-op- tanten, die deze gelegenheid niet voorbij wilde laten gaan om het probleem, dat hem zo na aan het hart ligt, ook met de minister-president te bespreken. De kwes- tie der spijt-optanten is ten slotte een zaak van kabinetspolitiek.

Prof. De Quay meende, dat de libe- raal met enig vertrouwen de toekomst tegemoet kan zien, nu de richtlijnen voor toelating zijn verruimd en een speciale commissie de afgewezen aanvragen nog eens opnieuw zal gaan bezien. Het zal nog moeten blijken, wat het resultaat is, zei mr. De Vos van Steenwijk voorzichtig.

den E.

EMIGRATIE

betreuren is, dat velen (met regeTings:..

steun) zijn geëmigreerd, die voor ons land beter behouden hadden kunnen

bl~jven.

Na zijn talrijke artikelen en zijn mdio-betoog, waarin hij zich richtte tegen het vooTtgaan met de of- ficiële propaganda en steun voot· emi- gmtie van Nederlanders, kwam de heer Van den Bergh in ons blad van 3 decembet· nu met een aanvullende ge- dachte.

Zün, naat· het ons voorkomt, logische gedachte was: Als ge nu toch kosten maakt voor het hierheen halen van Italiaanse en Spaanse arbeiders, zou het dan niet beter zijn, geëmigt·ecrde Ne- deTlanders, die in de emigt·atielanden door wet·kloosheid zijn getroffen en die wel terug willen keren, voor die tet·ug- keer vergoeding van reiskosten te ge- ven?

De heer Blazer vreest nu een "ver- keet·de instelling" bij deze terugge- keerden. Wij betwijfelen dat. Is niet eerder te verwachten, dat zij doot· de harde ervat·ing geleerd, blij zullen zijn .in Nederland terug te zijn?

Gezien het tekort aan at·beidskrach- ten in diverse bedrijfstakken zullen wij de tot nu toe "geïmporteerde bui- tenlanders, voor zover zij inderdaad geschikte krachten zijn, waanchijnlijk tóch wel kunnen gebruiken.

FRIESCH-GRONINGSCHE HYPOTHEEKBANK N.v.

EN AANGESLOTEN BANKEN

Amsterdam - 's-Gravenhage - Rotterdam - Groningen -Arnhem

PANDBRIEVEN

I

EEN VEILIGE EN RUSTIGE BELEGGING

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door bezuinigingen van de Britse overheid (met als gevolg minder beschikbare budgetten van de lokale overheden) was er de laatste jaren een significante daling in het

In 2016 – in de periode tot en met augustus — had Vlaanderen al voor € 17,85 miljard naar Verenigd Koninkrijk uitgevoerd, een verwaarloosbare vooruitgang (+0,26%) tegenover

De overheid besliste om te opteren voor het bijbouwen van een derde landingsbaan in Heathrow, maar eerst worden er nog bijkomende onderzoeken gedaan (The Guardian (b), 2017).

(2) As soon as practicable after receipt of the notice, the Secretary shall serve a copy of the same (with a copy of the applicant's statement) on the operator of the licensing

Deze vraag wordt door het EHRM beantwoord door te kijken naar (a) de geografische en tempo- rele reikwijdte van sectie 7, (b) de discretionaire ruimte die ambtenaren belast met

Staatloosheid hangt nauw samen met nationaliteit maar het begrip nationaliteit laat zich niet eenduidig uitleggen. Het gaat om een zekere verbondenheid tussen een

Wat de timing van de onderhandelingen betreft, pleiten de werkgeversorganisaties – in tegenstelling tot de Britten - voor een status quo transitieperiode die loopt tot de dag van

Alhoewel deze varia- belen ook gebruikt worden voor het beschrijven van de inhoud van het corporate governance rap- port, hebben ze een andere achtergrond omdat ze elementen uit de