• No results found

Test havo-4 hoofdstuk 7 versie 2Opgave 1Een in evenwicht verkerend mengsel bestaat uit 0,30 mol Cl2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Test havo-4 hoofdstuk 7 versie 2Opgave 1Een in evenwicht verkerend mengsel bestaat uit 0,30 mol Cl2"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Test havo-4 hoofdstuk 7 versie 2

Opgave 1 Een in evenwicht verkerend mengsel bestaat uit 0,30 mol Cl2(g), 0,10 mol

O2(g) en 0,20 mol Cl2O(g). Het volume van het mengsel bedraagt 25 liter.

a Geef de reactievergelijking en de evenwichtsvoorwaarde. b Bereken de waarde van de evenwichtskonstante.

Het in evenwicht verkerende mengsel wordt in contact gebracht met een volume van 5,0 liter water. Daarbij treedt een aflopende reactie op tussen Cl2O

en water waarbij uitsluitend HClO(aq) wordt gevormd. c Geef de reactievergelijking.

d Leg uit hoe het evenwicht door het contact met water wordt beïnvloed. Neem aan dat chloor en zuurstof nauwelijks in water oplossen.

e Bereken welke concentratie voor HClO(aq) uiteindelijk bereikt wordt. Opgave 2 Als aan een oplossing van loodnitraat Pb(NO3)2 een oplossing van

natriumhydroxide NaOH wordt toegevoegd, verloopt er een neerslagreactie. Op de bodem van het reactievat bevindt zich dan vast loodhydroxide, terwijl in de oplossing nog loodionen en hydroxide-ionen aanwezig zijn.

a Geef de reactievergelijking en de bijbehorende evenwichtsvoorwaarde. Als men doorgaat met het toevoegen van natriumhydroxide-oplossing,

verdwijnt uiteindelijk het neerslag van loodhydroxide.

b Geef hiervoor een verklaring. Maak daarbij gebruik van een gegeven uit tabel 47 van BINAS.

Opgave 3 Thionylchloride SOCl2 wordt gemaakt door SO2 en HCl in de gasfase volgens

een evenwichtsreactie met elkaar te laten reageren. Daarbij ontstaat ook water. Onder de reactie-omstandigheden zijn alle aan het evenwicht deelnemende stoffen gasvormig.

a Geef de reactievergelijking en de evenwichtsvoorwaarde. b Leg uit wat in de evenwichtstoestand het verband is tussen de

vormingssnelheid van thionylchloride en de vormingssnelheid van HCl. In een vat van 10 liter wordt 0,10 mol SO2 en 0,40 mol HCl gebracht. In de

evenwichtstoestand blijkt 0,080 mol SOCl2 aanwezig te zijn.

c Bereken de concentraties van alle vier de stoffen in de evenwichtstoestand.

d Bereken de waarde van de evenwichtskonstante. Opgave 4 Beschouw het volgende evenwicht:

N2O(g) + 3 N2O5(g) 4 N2O4(g)

De beginconcentratie van N2O is 0,20 mol/l en die van N2O5 is 0,50 mol/l.

Neem het volgende diagram over en teken daarin ook het verloop van [N2O] en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 23 maart 2015 heeft u uw ontwerpbegroting 2016 toegestuurd om ons de gelegenheid te geven daarop onze zienswijze te geven. U heeft gevraagd een zienswijze te geven voor 18 mei

De socia le orde die communitaristen voorstaan, ve rschilt va n de libera le op- vatti ng in die zin dat ze meer be he lst dan de coö rdinatie tussen indi viduele

Opgave 2 In een vat van 10,0 liter wordt een mengsel van 0,30 mol N 2 O(g) en 0,20 mol NO 2 (g) gebracht.. Er stelt zich een evenwicht in onder vorming van 0,30 mol

In de straks te presenteren stellingen over de stabiliteit van even- wichten speelt het begrip Lyapunov-functie een hoofdrol: Een conti- nu differentieerbare functie V heet een

• Starre staaf (systeem met één vrijheidsgraad). • Systemen met meer dan

• Starre staaf (systeem met één vrijheidsgraad). • Systemen met meer dan

Een (op college uitgereikt) formuleblad, mits niet voorzien van aantekeningen, mag wel worden gebruikt evenals een bij het eindexamen VWO toegestane rekenmachine, waarop g´ e´

 In andere gevallen wordt de druk juist erg groot gemaakt door het oppervlak heel klein te maken. o (Snijvlak van