Vwo 4 Hoofdstuk 7 Eindtoets 0 uitwerkingen
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 3
Opgave A
1 De baansnelheid volgt uit vbaan 2πr T
= .
De straal van het reuzenrad volgt uit de figuur en is 4,0 cm.
Toepassen van de schaalverdeling levert voor de straal 4,0·1500 = 60 m.
Dus 2π 2π 60 0, 209 ms-1
baan 1800 v r
T
⋅
= = = .
Afgerond 0,21 ms−1.
1p Bepalen van de straal van de cirkelbaan.
1p Gebruik van de formule vbaan 2πr T
= met T in s.
1p Completeren van de berekening.
2 De passagiers moeten ook kunnen in- en uitstappen.
Dit kost tijd en daarom is de gemiddelde snelheid lager dan 0,26 ms−1. 1p Inzicht dat de passagiers ook moeten kunnen in- en uitstappen.
3 De middelpuntzoekende kracht volgt uit
2 mpz
F mv r
= .
2 2
mpz
45 0, 26
0, 0507 N 60
F mv r
⋅
= = = .
Afgerond 0,051 N.
1p Gebruik van de formule
2 mpz
F mv r
= met v gelijk aan 0,26 ms−1. 1p Completeren van de berekening.
Opgave B
4 Uit de formule
sat
v G M r
⋅
= volgt rsat G M2 v
⋅
= .
De baansnelheid volgt uit vbaan 2 r T
= π .
Hieruit volgt
2 2 2 2
2 4
( )
GM GMT
r r r
T
π π
= =
Hieruit volgt
3 2
4 2
r GMT π
=
2 11 24 2
3 3
2 2
6, 6726 10 5, 976 10 5984
7124861m
4 4
r GMT
π π
⋅ − ⋅ ⋅ ⋅
= = = .
De hoogte boven de aarde is dan gelijk aan 7124861 – 6378000 = 746860 m.
Afgerond 747·103 m.
1p Gebruik van de formule voor de baansnelheid.
1p Opzoeken van de waarden van G en M.
2p Berekenen van de straal van de cirkelbeweging.
1p Completeren van de berekening.
Vwo 4 Hoofdstuk 7 Eindtoets 0 uitwerkingen
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 3
Opgave C
5 Omdat de wielrenner niet in het verticale vlak beweegt, moeten de verticale krachten elkaar opheffen.
De enige krachten in het verticale vlak zijn Fzw en Fny. Daarom moeten ze aan elkaar gelijk zijn.
1p Inzicht dat de verticale krachten elkaar moeten opheffen.
1p Inzicht dat Fzw en Fny de enige verticale krachten zijn.
6 De snelheid van de wielrenner volgt uit de middelpuntzoekende kracht.
De middelpuntzoekende kracht wordt hier gevormd door de component van de normaalkracht Fnx.
Hieruit volgt
2 nx
F mv r
= .
Uit de figuur volgt dat nx
ny
tan F
F α = .
Samenvoegen levert de volgende vergelijking op:
2
ny tan mv
F r
α
⋅ = .
Hieruit volgt v Fny tan r m g tan r g tan r 9,81 tan18 15 6,91ms-1
m m
α α
α
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
= = = ⋅ ⋅ = ⋅ ⋅ = .
Afgerond is dit 6,9 ms−1.
1p Inzicht dat de middelpuntzoekende kracht gelijk is aan Fnx. 1p Inzicht dat geldt Fnx = Fny·tanα.
1p Completeren van de berekening.
Opgave D
7 De massa van de planeet volgt uit Fg Gm m122 r
= ⋅ .
m1 is 1,0 kg en m2 de massa van de planeet.
2 6 2
g 23
planeet 11
1
2,7 (2,8 10 )
3,17 10 kg 6,6726 10 1,0
F r
m G m −
⋅ ⋅ ⋅
= = = ⋅
⋅ ⋅ ⋅
. Afgerond 3,2·1023 kg.
1p Gebruik van de formule Fg Gm m122 r
= ⋅ met m1 = 1,0 kg en m2 de massa van de planeet.
1p Opzoeken van de waarde van G in BINAS.
1p Completeren van de berekening.
8 De middelpuntzoekende kracht is hier de gravitatiekracht.
Er geldt Fmpz = Fgrav.
2
planeet planeet zon
2
m v m m
r G r
⋅ ⋅
= ⋅
2
zon 2
m v G
r r
= ⋅
Met vbaan 2πr T
= volgt
2
zon 2
(2πr) T G m
r r
= ⋅
2 2
2 zon
2
4π r T G m
r r
= ⋅
2
zon
2 2
4π r m
G
T r
= ⋅
Vwo 4 Hoofdstuk 7 Eindtoets 0 uitwerkingen
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 3 van 3
3
zon
2 2
4π m r G T
= ⋅
1p Inzicht dat je de formules voor Fmpz, Fg en vbaan met elkaar moet combineren.
2p Correct afleiden van de gevraagde formule.
9 De massa van de zon volgt uit
3
zon
2 2
4π m r G T
= ⋅
2 3 2 11 3
30
zon 2 11 7 2
4π 4π (2,5 10 )
2,57 10 kg 6,6726 10 (6,0 10 )
m r
G T −
⋅ ⋅ ⋅
= = = ⋅
⋅ ⋅ ⋅ ⋅
. Afgerond 2,6·1030 kg.
1p Gebruik van
3
zon
2 2
4π m r G T
= ⋅ met r = 6,0·107 m.
1p Completeren van de berekening.