• No results found

Vwo 4 Hoofdstuk 5 Eindtoets 0 Uitwerkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vwo 4 Hoofdstuk 5 Eindtoets 0 Uitwerkingen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vwo 4 Hoofdstuk 5 Eindtoets 0 Uitwerkingen

© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 2

Opgave A 1 P = I2 ∙ R

P = 0,502  14,0 P = 3,5 W

1p gebruik van P = I2 ∙ R 1p berekenen van P

2 Als de weerstand van de schuifweerstand kleiner wordt, wordt de totale weerstand kleiner.

Daardoor wordt de stroomsterkte door het verwarmingselement groter. Dus wordt het vermogen groter.

1p inzicht dat de totale weerstand kleiner wordt

1p inzicht dat de stroom door het verwarmingselement dan groter wordt 1p inzicht dat het vermogen dus groter wordt

Opgave B 3 Zie figuur 1.

Figuur 1

1p verbinden van een pool van de spanningsbron met de regelbare weerstand 1p verbinden van de andere pool via het lampje (en via de stroommeter) met punt S 1p de spanningsmeter parallel geschakeld met het lampje

1p de stroommeter in serie geschakeld met het lampje

4 Als je de spanning van 60 naar 90 V laat gaan (factor 1,5), gaat de stroomsterkte van 0,13 naar 0,16 A (factor 1,2). Spanning neemt sneller toe dan de stroomsterkte. Dus neemt de weerstand toe.

1p inzicht dat de spanning sneller toeneemt dan de stroomsterkte 1p consequente conclusie

5 De lampen staan in serie. Dus de som van de deelspanningen moet samen 80 V zijn. Dit is het geval bij een stroomsterkte van I = 0,084 A.

1p inzicht dat de deelspanningen samen 80 V moeten zijn 1p aflezen van de stroomsterkte

(2)

Vwo 4 Hoofdstuk 5 Eindtoets 0 Uitwerkingen

© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 2

Opgave C

6 Een opgerolde kabel kan veel minder warmte aan de omgeving afstaan dan een afgerolde kabel. Daardoor kan de temperatuur zo hoog oplopen dat een gevaarlijke situatie kan ontstaan.

1p inzicht dat een opgerolde kabel minder warmte af kan staan 1p inzicht dat de temperatuur dan stijgt (tot een gevaarlijke waarde) 7  R A

  A =  r2

A = (0,50∙10–3)2 = 7,85∙10–7 m2

9 ader 7,85 107

17 10

40

R

 

 

Rader = 0,87 

1p gebruik van  R A

 

1p bereken van de oppervlakte van de dwarsdoorsnede 1p berekenen van Rader

8 Elamp = Plamp ∙ t Plamp = U · I

Elamp = 60  2  3600 Elamp = 4,32∙105 J

licht lamp

100 % E

E 

licht

7,0% 5 100 %

4,32 10

 E 

 Elicht = 3,0 ∙ 104 J

1p gebruik van Elamp = Plamp ∙ t 1p gebruik van Plamp = U · I

1p gebruik van de formule voor het rendement 1p berekenen van Elicht

9 De straalkachel wordt parallel aangesloten. Dus wordt de totale weerstand kleiner. Daardoor wordt de stroomsterkte door de aders van de kachel groter. Hierdoor neemt de spanning over de aders van de kachel toe. De spanning over de lamp neemt dan af omdat de kabel in serie staat met de lamp en de kachel.

1p inzicht dat de totale weerstand kleiner wordt 1p inzicht dat daardoor de stroomsterkte groter wordt 1p inzicht dat de spanning over de aders dan groter wordt 1p inzicht dat de spanning over de lamp dus kleiner wordt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gekanteld. Er is een voldoende hoeveelheid vlakke betonblokken aanwezig voor verbetering van het gehele dijkvak Perkpolder. Berekeningen tonen aan dat de betonblokken met een dikte

Een klein aantal corporaties zou het wel interessant vinden om te kunnen meten wat voor invloed een investering heeft op de waarde, een groot deel vindt dit niet per

Departementen zijn zich in de afgelopen jaren meer gaan inspannen om gegevens beschik- baar te stellen als open data.. Inmiddels zijn er meer dan tienduizend

De klanten van de internal auditfunctie (IAF) zoals de raad van bestuur, het senior management en de auditcommissie zijn het daar niet altijd mee eens en vinden het hebben

een functie die overeenstemt met het niveau en de inhoud van de gevolgde opleiding, 13,7% werkt in een ander domein (horizontale mismatch), 21,7% werkt op een lager niveau

Tege- lijkertijd werd ook duidelijk dat een PGO pas meerwaarde krijgt als deze informatie bevat die interessant is voor cliënten, goed aansluit bij hun behoefte en afkomstig is

In totaliteit hebben naar schatting 44.000 mensen (volwassenen en kinderen) met een beperking een indicatie voor begeleiding groep.. Bijna 13.000 volwassenen met een verstande-

Deze benadering van organisatorisch leren hebben we in dit onderzoek als analytische bril om tot een beoordeling te komen van de manier waarop binnen verschillende