G emeente B euningen

G emeente B euningen

De leden van de gemeenteraad

Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp

0 6 SEP 2017

UI17.09451 Martijn Willems 14 024

Vervolgnotitie dorpshuizen, MFA’s

Beste leden van de raad,

Deze vervolgnotie dorpshuizen en MFA's is op verzoek van uw commissie ruimte op 27 juni 2017 niet behandeld. Aanleiding hiervoor waren de vragen die de PVDA voor behandeling van de vervolgnotitie schriftelijk heeft ingediend. Deze vragen met beantwoording zijn als bijlage toegevoegd. Ook is op verzoek van uw commissie sporthal de Tinnegieter toegevoegd aan de vervolgnotitie dorpshuizen en MFA’s.

Verder geeft het college een toelichting op het gevolgde accommodatiebeleid in deze collegeperiode zoals is vastgelegd in het collegeprogramma “Samenwerken aan een samenleving die de toekomst aan kan”.

1. Voortraject notitie

In de commissie vergadering Financiën en AZ van 10 oktober 2016 is het overzicht dorpshuiscentra (UI. 16.07673) aan de orde geweest. Naar aanleiding van dit overzicht is er voorgesteld om te komen met een vervolgnotitie voor de dorpshuizen en de multifunctionele accommodaties (MFA’s).

Het doel van deze vervolgnotitie is om uitgangspunten vast te stellen om te komen tot harmonisatie.

In deze notitie staat wat er in de afgelopen 10 jaar is geïnvesteerd in de verschillende

accommodaties door de gemeente. Dit op verzoek van de commissie ruimte. Vervolgens wordt geschetst wat de huidige situatie is. Op basis hiervan worden er conclusies getrokken en tot slot gewenste uitgangspunten voor harmonisering vastgesteld met de uiteindelijke financiële consequenties.

2. Historie (investeringen)

Hieronder wordt beschreven wat er in de afgelopen 10 jaar door de gemeente is geïnvesteerd in de verschillende dorpshuizen/MFA’s. Daarnaast heeft er noodzakelijk onderhoud plaatsgevonden, wat niet in het overzicht is meegenomen.

Postadres: Gemeente Beuningen, Postbus 14, 6640 AA beuningen Bezoekadres: van Heemstraweg 46,6641 AE Beuningen Telefoon: 14 024, Telefax: 024 - 6778078

E-mail: gemeentc@beuningen.nl, Internet: www.beuningen.nl

G

2* LEUNINGEN

Ontmoetingscentrum de Paulus Winssen

In de afgelopen 10 jaar zijn er vanuit de gemeente geen investeringen gedaan in het gebouw van de Paulus in Winssen. Op dit moment zijn er bij het verenigingsbestuur wel plannen om te investeren in ontmoetingscentrum de Paulus. Hiervoor is aan de gemeente een financiële bijdrage gevraagd. In 2009 heeft de nieuwbouw van basisschool de Wegwijzer plaatsgevonden. Hiermee was een

investering gemoeid van ongeveer C2.250.000,-.

Dorpshuis de Lèghe Polder

In 2015/16 is de Lèghe Polder gerenoveerd. De renovatie is in eigen beheer en verantwoordelijkheid uitgevoerd met financiële bijdragen van de Provincie Gelderland, diverse fondsen en een bijdrage van de gemeente Beuningen. De gemeente heeft C 326.385,- geïnvesteerd in de renovatie van de Lèghe Polder.

Multifunctionele accommodatie de Kloosterhof

Het nieuwe multifunctionele centrum de Kloosterhof is in 2016 opgeleverd. De gemeente heeft C 4.673.272,- geïnvesteerd in de multifunctionele accommodatie de Kloosterhof. Hiervan was ongeveer G2.000.000,- bestemd voor de nieuwbouw van de Ruyterschool.

Multifunctionele accommodatie 't Hart

Multifunctionele accommodatie ’t Hart is opgeleverd in 2008. De gemeente Beuningen heeft in MFA

’t Hart C 9.763.109,- geïnvesteerd. Hiervan was ongeveer C4.000.000,- bestemd voor de nieuwbouw van de toenmalige basisscholen de Duivendonck en de Klimboom.

3. Huidige situatie

In ons collegeprogramma hebben wij aangegeven dat wij veel waarde hechten aan het belang van de dorpshuizen/MFA’s en vermelden wij dat in elke kern een ontmoetingsplek (bij voorkeur in een multifunctionele accommodatie) overeind blijft. De aanwezigheid van een ontmoetingsplek is een belangrijk drager voor de leefbaarheid van onze vier dorpskernen. Dorpshuizen/MFA’s hebben een sociaal-culturele functie en zijn openbare ontmoetingsplaatsen voor de dorpsbewoners. Ze bieden onderdak aan het verenigingsleven en dragen bij aan de sociale cohesie in onze kernen.

Kenmerkend voor de dorpshuizen/MFA’s is het multifunctionele karakter (alles onder 1 dak), waardoor een breed scala aan functies en activiteiten mogelijk is.

In het onderstaande schema staat aangegeven wie verantwoordelijk is van de genoemde onderwerpen.

MFA Kloosterhof Lèghe Polder MFA ’t Hart De Paulus

Eigendom G S G V

OZB eigenaar G S G V

OZB gebruik G S G V

Beheer en Exploitatie Uitbesteed S S V

Klein onderhoud G S G V

Groot onderhoud G G G G

Gymvergoeding Ja Ja Ja Ja

Gemeente ontvangt huurinkomsten

Ja Nee Ja Nee

S= Stichtingsbestuur Verenigingsbestuur G= Gemeente

G

3*. LEUNINGEN

Eigendom

De multifunctionele accommodaties ’t Hart en de Kloosterhof zijn gemeentelijk eigendom. De beherende instellingen hebben een huurrelatie met de gemeente. De gebouwen van de Paulus in Winssen en de Lèghe Polder in Beuningen zijn in eigendom van het stichtings- of

verenigingsbestuur.

Onroerendezaakbelasdng (OZB)

Door de eigendomssituatie zijn dorpshuizen verantwoordelijk voor alle verzekeringspremies en zakelijke lasten. Het eigenaars- en gebruikersdeel van de onroerend zaakbelasting worden voor de Kloosterhof en ’t Hart door de gemeente betaald. De Lèghe Polder en de Paulus worden wat betreft de OZB (gebruikers- en eigenaarsdeel) niet gesubsidieerd.

Beheer en exploitatie

Eindjaren tachtig zijn beheer en exploitatie van de dorpshuizen overgedragen aan de beherende instellingen. In grote lijnen zijn deze instellingen verantwoordelijk voor de exploitatie, het beheer en het preventief cyclisch en herstelonderhoud aan de dorpshuizen. De gemeente is verantwoordelijk voor het ingrijpend en technisch onderhoud en draagt de kapitaallasten van de dorpshuizen. Met betrekking tot de vorm van het beheer en de exploitatie verschillen de centra. De

dorpshuizen/MFA’s worden beheerd en geëxploiteerd door een stichtingsbestuur (Lèghe Polder, Kloosterhof en ’t Hart) of vereniging (de Paulus), al dan niet samengesteld uit vertegenwoordigers van gebruikers. Binnen deze beheerstructuren wordt de exploitatie verschillend ingevuld. Bij de Kloosterhof wordt de horecavoorziening uitbesteed aan een commerciële exploitant die tevens het beheer uitvoert. De Kloosterhof ontvangt jaarlijks van de gemeente een exploitatiebijdrage, deze bijdrage inclusief coördinatiekosten bedraagt C55.000,-. Het stichtingsbestuur van MFA ‘t Hart heeft voor beheer en exploitatie circa 3 fte aan personeel in dienst die hier zorg voor dragen. MFA ’t Hart ontvangt ook jaarlijks een exploitatiebijdrage inclusief coördinatiekosten van C 281.000,-. De coördinatiekosten voor MFA ’t Hart zijn hoger dan voor de Kloosterhof. In 2004 is bij de voorbereiding van de bouw van het MFA besloten om coördinatiekosten te verlenen aan MFA ’t Hart. Deze kosten zijn gerelateerd aan een woningbouwproductie van 800 woningen in 10 jaar in Ewijk. Met het idee om de coördinatiekosten trapsgewijs te verminderen. Door de crisis in de woningmarkt en de bijgestelde woning bouwplanning is het aantal woningen in Elwijk fors

teruggebracht. Bijstelling van de bijdrage in de coördinatiekosten heeft niet plaatsgevonden, omdat de verwachte toename van de exploitatie van het MFA door de achterblijvende woningbouw niet heeft plaatsgevonden. De Lèghe Polder en de Paulus zijn zelf verantwoordelijk voor de exploitatie.

Het klein en groot onderhoud

Er bestaat geen eenduidige systematiek voor een meerjarige (investering) planning voor de

dorpshuizen/MFA’s. De planning van de activiteiten gebeurt voor elk dorpshuis verschillend. Onder klein onderhoud wordt het dagelijks en technisch onderhoud verstaan. Voor de Kloosterhof en ’t Hart worden jaarlijks middelen beschikbaar gesteld voor het klein onderhoud. Voor de Kloosterhof is dit C 23.150,- en voor MFA ’t Hart wordt C 64.355,- beschikbaar gesteld. Er is een kruisjeslijst opgesteld waaruit kan worden opgemaakt wie waarvoor verantwoordelijk is. De Paulus en de Lèghe Polder zijn financieel zelf verantwoordelijk voor het klein onderhoud. Onder groot onderhoud wordt het onderhoud, renovatie of vervanging verstaan. Voor het groot onderhoud worden voor alle centra op basis van in het verleden gemaakte afspraken middelen gereserveerd in het

gebouwenbeheerfonds van de gemeente (het Z-fonds). Jaarlijks wordt er een dotatie voor in het gebouwen beheerfonds gedaan. De jaarlijkse dotaties; MFA ’t Hart C 84.744,- De Paulus C 15.419,- de Lèghe Polder C 6.446,-. Voor de Kloosterhof moet de bijdrage in het onderhoud fonds nog bepaald worden.

G

B

Gym nas tiekvergoeding

Alle dorpshuizen/MFA’s bezitten een sportfaciliteit waar zowel sportverenigingen als het onderwijs gebruik van maken. Voor het onderwijs is de gemeente verplicht adequate, voldoende ingerichte sportvoorzieningen te faciliteren. Het onderwijsveld maakt gebruik van al deze

binnensportaccommodaties. Alle beherende instellingen ontvangen van de gemeente een gymnastiekvergoeding. De hoogte van de vergoeding is vastgesteld in de Wet op het Primair Onderwijs en wordt gebaseerd op het aantal lesgroepen dat gebruik maakt van de accommodatie, het stichtingsjaar van de gymnastiekaccommodatie en de oppervlakte van de sportzaal. De bedragen bevatten een vergoeding voor het onderhoud aan de binnenzijde van het gebouw, een bijdrage in de exploitatie alsmede een vergoeding voor vervanging en aanpassing van het materiaal. Met 't Hart en Lèghe Polder is sinds 2013 overeengekomen dat jaarlijks C 2.500,- van de gymnastiekvergoeding wordt gereserveerd voor vervanging van sport- en spelmaterialen en periodieke

veiligheidskeuringen in hun accommodaties. Deze regeling gold ook voor de Kloosterhof. Het huidige bestuur van de Kloosterhof beraadt zich of zij hier nog gebruik van willen maken. Indien zij dit beleid niet willen volgen, dan zijn zij zelf verantwoordelijk. Ook de Paulus kan hiervan gebruik maken. Het bestuur van de Paulus heeft hierover nog geen besluit genomen.

Gemeente ontvangt huurinkomsten

De gemeente ontvangt i.v.m. de eigendomssituatie de huurinkomsten van de structurele gebruikers van de Kloosterhof en MFA ‘t Hart. De totale huurinkomsten van de Kloosterhof bedragen circa C 99.755,- per jaar. De huurinkomsten van de structurele gebruikers van MFA ’t Hart bedragen C 294.000,-. De gemeente ontvangt geen huurinkomsten van de Lèghe Polder en de Paulus.

Sporthal de Tinnegieter

De Tinnegieter is in eigendom van de gemeente Beuningen. De sporthal wordt al geruime tijd geëxploiteerd door een exploitant. De sporthal is opgeleverd in 1979 en gerenoveerd in 2014. De renovatie heeft in twee fases plaatsgevonden. De gemeente heeft in totaal C609.000,- geïnvesteerd in de renovatie van de Tinnegieter. Na deze renovatie kan sporthal de Tinnegieter nog minimaal 15 jaar ingezet worden. De Tinnegieter is namelijk een belangrijke aangewezen accommodatie om het

gymnastiekonderwijs en de binnensport in Beuningen onderdak te bieden. De sporthal en kleedkamers zijn voorzien van energiebesparende maatregelen ook is er een nieuwe sportvloer gerealiseerd. De gemeente heeft de ambitie uitgesproken om gemeentelijk vastgoed meer te

verduurzamen. Op het dak zijn zonnepanelen en een zonneboilerinstallatie aangebracht, hiervoor is het dak gerenoveerd en zijn onder andere de asbestplaten vervangen. De opbrengsten van deze investeringen duurzaamheid worden vanaf juni 2016 in mindering gebracht op de jaarlijkse exploitatiebijdrage die verstrekt wordt aan de exploitant. De exploitatiebijdrage voor 2017 is hierdoor vastgesteld op č 35.000,-. Met de exploitant van de Tinnegieter is een 5 jarig contact opgesteld met een kruisjeslijst als het gaat om verantwoordelijkheden met betrekking tot het klein onderhoud. Ook hier is het groot onderhoud een gemeentelijke verantwoordelijkheid evenals het vervangen van sport- en spelmaterialen. De exploitatie van de kantine, de schoonmaak en de verhuur van het gebouw is een verantwoordelijkheid van de exploitant. Kortom sporthal de Tinnegieter is een belangrijke accommodatie voor de binnensport en het gymnastiekonderwijs in Beuningen.

Accommodatiebeleid college

In de afgelopen collegeperiode hebben wij, conform het collegeprogramma, vast gehouden aan het uitgangspunt dat in het kader van het accommodatiebeleid het versterken van de sociale structuur in onze gemeente het belangrijkste thema is. In dit kader is en blijft in elke kern een ontmoetings­

plek (bij voorkeur in een multifunctionele accommodatie) overeind. Daarbij beseffen wij terdege dat elke kern een accommodatie heeft die passend is bij de vraag. Het gebruik en de functie van een accommodatie is per kern verschillend.

G

LEUNINGEN

Daarnaast zijn wij bezig met een transformatie naar een gemeente die enerzijds vooral die zaken regelt die inwoners zelf niet kunnen organiseren en anderzijds de samenleving faciliteert om zaken zelf te regelen. Deze eigen kracht van de samenleving, van inwoners, verenigingen, organisaties en bedrijven heeft ook voor wat betreft het onderwerp dorpshuizen en MFA’s meer ruimte gekregen.

Op basis van deze “eigen kracht” is de eigendomssituatie bij de Lèghe Polder nooit onderwerp van gesprek geweest. In goed overleg maken we afspraken over de toekomstige onderhoudskosten. Ook hebben we op het gebied van de financiering van de renovatie aan de voorkant duidelijke afspraken gemaakt wie wat betaalt.

Met het bestuur van de vereniging de Paulus voeren we op dit moment soortgelijke gesprekken.

Duidelijk is in ieder geval dat de vereniging zelf eigenaar wil blijven van de accommodatie. Over de verdere financiële bijdrage van de gemeente, buiten de al toegezegde C 121.000 voor de huisvesting van de jeugdvereniging Pandahara, wordt op dit moment met elkaar gesproken en we verwachten in de begrotingsvergadering 2017 met een voorstel hiervoor te komen.

4. Resumé

Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen de 2 dorpshuizen (Lèghe Polder en De Paulus) en de 2 multifunctionele accommodaties (’t Hart en de Kloosterhof). Een grote overeenkomst is dat alle vier de accommodaties een belangrijke maatschappelijke functie hebben en een rol vervullen waar mensen elkaar ontmoeten.

Eigendom/Onroerendezaakbelasting (OZB)

De MFA’s zijn eigendom van de gemeente, de dorpshuizen zijn eigendom van een stichting of vereniging. Het verschil van deze eigendomssituatie heeft effect op het betalen van de onroerendezaakbelasting. De gemeente is verantwoordelijk voor de OZB van de MFA’s en de stichting en vereniging van de dorpshuizen zijn verantwoordelijk voor de OZB van de dorpshuizen.

Beheer, exploitatie, en gemeente ontvangt huurinkomsten

Er zijn ook verschillen tussen de MFA’s en dorpshuizen op basis van de exploitatiebijdrage. De MFA’s ontvangen een exploitatiebijdrage, de dorpshuizen ontvangen dit niet. Tegenover deze kosten staan echter de huurinkomsten die de gemeente ontvangt van de structurele gebruikers in de Kloosterhof en MFA ’t Hart. De huurinkomsten zijn afhankelijk van de jaarlijkse structurele

huurders. Samengevat kan gesteld worden dat de baten en lastensystematiek hierdoor min of meer hetzelfde is.

Het klein en groot onderhoud

Voor het onderhoud zijn er zowel overeenkomsten als verschillen. Voor alle dorpshuizen/MFA’s wordt er door de gemeente geld gedoteerd voor het groot onderhoud. Voor het klein onderhoud wordt alleen voor de Kloosterhof en MFA ’t Hart geld beschikbaar gesteld omdat we als gemeente eigenaar zijn. De Paulus en de Lèghe Polder zijn hier zelf verantwoordelijk voor. Deze dorpshuizen zijn beide eigendom van een stichting of vereniging en daardoor zelf verantwoordelijk voor het klein onderhoud.

Gym nastiekvergoeding

Alle vier de accommodaties krijgen een gymvergoeding voor het onderhoud aan de binnenzijde van het gebouw, een bijdrage in de exploitatie en een vergoeding en aanpassing van het materiaal.

G

LEUNINGEN

5. Gewenste uitgangspunten voor harmonisering

Geconcludeerd kan worden dat dorpshuizen/MFA’s niet met een sporthal te vergelijken zijn. Ook dorpshuizen en MFA’s zijn niet volledig met elkaar te vergelijken. De dorpshuizen/MFA’s op een gelijke wijze behandelen is door de diversiteit specifiek gezien vanuit de eigendomssituatie niet altijd mogelijk. Bij investeringen en subsidieregelingen wordt uitgegaan van maatwerk per dorp c.q.

centrum. Een verschil dat wel te harmoniseren valt is de OZB.

Harmonisatie van de onroerendezaakbelasting (OZB)

Aangezien de dorpshuizen/MFA’s dezelfde brede maatschappelijk functie vervullen wordt

voorgesteld om het beleid op dit punt de harmoniseren. Voorgesteld wordt om vanaf 2018 de OZB aanslagen voor zowel de Paulus als de Lèghe Polder te compenseren door middel van een

subsidieregeling. Dit voorstel wordt meegenomen als “nieuw beleid” in de begroting van 2018. In de zomernota wordt ook voorgesteld om de OZB voor 2017 te compenseren. Deze harmonisatie brengt ook financiële consequenties met zich mee. De compensatie voor het eigenaars- en gebruikersdeel onroerendezaakbelasting van zowel de Paulus als de Légde Polder bedraagt jaarlijks C 17.500,-.

Tot slot

Wij vertrouwen erop met deze vervolgnotitie aan uw verzoek te hebben voldaan.

Met vriendelijke groet, r en wethouders

Qļyanne Koeken secretaris Bijlagen

Carol van Eert burgemeester

\

I.Beantwoording vragennotitie PvdA n.a.v. vervolgnotitie dorpshuizen/MFA’s, atl7004029.

ICHIEF

Beantwoording vragennotitie van de PvdA n.a.v. de vervolgnotitie dorpshuizen/MFA's.

De door het college van B en W opgestelde vervolgnotitie roept bij ons een aantal vragen op. En wel de volgende:

In de notitie wordt bevestigd dat er sprake is van een verschillend investeringsregime, zonder dat de financiële verschillen duidelijk worden gepresenteerd. Voor de beide MFA's geldt dat de gedane investeringen volledig voor rekening van de gemeente zijn gekomen. Terwijl de Dorpshuizen veelal tot stand zijn gekomen via subsidies (ook van de gemeente) en eigen financiering ( sparen en geldleningen).

De sporthal bij De Paulus ( geopend in 1998) heeft bijvoorbeeld circa 1,1 miljoen gulden gekost.

Daarvoor zijn subsidies ontvangen tot een bedrag van ongeveer 300.000 gulden. De rest is gespaard c.q.

geleend. Bij de Leghe Polder geldt een soortgelijke situatie.

Voor de Kloosterhof en 't Hart geldt dat deze accommodaties volledig door de gemeente zijn

gerealiseerd en gefinancierd. Dit betekent dat de exploitanten geen last hebben van financieringslasten.

Dit leidt tot grote ongelijkheid c.q. een oneerlijke behandeling. Dit heeft gevolgen voor de gebruikers maar vereist ook een ongelijke inzet van vrijwilligers.

Vraag: Waarom wordt in de vervolgnotitie aan dit aspect geen aandacht besteed? Dit leidt namelijk tot een ongelijke situatie bij de exploitatie van de accommodaties.

Beantwoording:

Veel verschillen zijn historisch gegroeid en toen der tijd zo besloten. Eind járen 80 heeft er een opschonings-fsaneringsoperatie plaatsgevonden en zijn de financieringslasten van de dorpshuizen overgenomen. De financieringslasten voor investeringen die hierna gedaan zijn en waarbij de gemeente een bijdrage heeft geleverd worden ook gedragen door de gemeente. Het dorpshuis draagt de

financieringslasten van investeringen die zij zelf hebben gedaan. Deze situatie is voornamelijk door de eigendomssituatie tot stand gekomen. Het doel van de dorpshuizen is om een sluitende exploitatie te realiseren. Als dit lukt met externe financiering van bijvoorbeeld de provincie of het dorpshuis te laten beheren door vrijwilligers is dat alleen maar iets waar het dorpshuis trots op kan zijn.

De informatie over de investeringen (zowel door de gemeente als de eigen investeringen) in de notitie beperkt zich tot de afgelopen 10 jaar. Dit neemt niet weg dat sprake is van een 4-tal accommodaties die functioneel grotendeels aan de behoefte van gebruikers lijken te voldoen? Is dat wel zo?

In hoeverre zijn er nog investeringen noodzakelijk om de Leghe Polder en De Paulus optimaal geschikt te maken voor de wensen van de gebruikers en het verduurzamen van deze accommodaties?

Beantwoording:

In de Lèghe Polder is onlangs door de gemeente geïnvesteerd, de investering was gericht op de behoefte van gebruikers ook is rekening gehouden met duurzaamheid. Er liggen echter nog noodzakelijke

aanpassingen die de Lèghe Polder niet kan uitvoeren doordat het dorpshuis de financiële reserves heeft moeten inzetten om verliezen op te vangen. Op dit moment zijn we in gesprek met het dorpshuis om te kijken naar een passende oplossing. Ook zijn we in gesprek met het bestuur van de Paulus om te kijken wat de gemeente kan betekenen voor de noodzakelijke investeringen voor renovatie van de Paulus. Deze investeringen worden gedaan op basis van de behoefte van de gebruikers ook duurzaamheid is in de renovatie een belangrijk onderdeel.

1

ICHIEF

Waarom hanteert u tot op heden het uitgangspunt dat bij noodzakelijke investeringen in deze accommodaties de Stichting Leghe Polder en de Vereniging De Paulus voor een deel van de investeringen geld moeten lenen. Zie de voorstellen voor De Paulus in de kaderbrief.

Beantwoording:

Investeringen kunnen vanuit economisch oogpunt en maatschappelijk rendement bekeken worden. Bij de MFA's is de gemeente eigenaar en hierdoor dus ook economisch eigenaar. Investeringen die gedaan worden komen ten goede aan de economische waarde van het gemeentelijk vastgoed. Investeringen voor vastgoed waar de gemeente geen eigenaar is zoals de dorpshuizen worden bekeken vanuit het

maatschappelijke oogpunt. Bij deze investeringen wordt gekeken naar het maatschappelijk rendement, welke basisvoorziening is nodig om de maatschappelijke activiteit te kunnen uitvoeren. Hiervoor wordt een investeringssubsidie beschikbaar gesteld. Als er een dorpshuis met een

renovatie/verbouwingsvoorstel komt dan kan er gesprokken worden over de mate van noodzakelijkheid van de investeringen. Samen met de dorpshuizen wordt er dan gekeken naar verschillende

financieringsmogelijkheden en zoeken we uiteindelijk naar een op maat passende oplossing.

Op welke wijze is de extra investering voor verduurzamingsmaatregelen in de Kloosterhof verwerkt in de vaststelling van de exploitatiebijdrage.

Beantwoording:

(Zie B&W voorstel: BW14.00710)

"Het bedrag voor de extra duurzaamheidsmaatregelen voor de Kloosterhof (i 157.248,-) wordt terugverdiend binnen de exploitatie van de Kloosterhof. Uitgaande van een afschrijving van 20 jaar en een rente van 496 komen de duurzaamheidsmaatregelen uit op een kostenpost van č 14.152,32 per jaar.

In de beheersvergoeding aan het dorpshuis wordt daarom een bedrag van C 14.152,32 in ieder geval gedurende 20 jaar in mindering gebracht. Met het dorpshuis is besproken dat de

duurzaamheidsmaatregelen binnen de exploitatie van het dorpshuis moet worden opgelost."

Waarom wordt in de notitie niet de volledige gedane investeringen in 't Hart genoemd. Uit het overzicht kapitaallasten vaste activa van de jaarrekening 2016 blijkt dat ongeveer 10.5 miljoen is geïnvesteerd i.p.v. 9,7 miljoen.

Beantwoording:

In de notitie wordt alleen de gedane investering van het gebouw genoemd. De grondkosten (í 733.000,-) zijn hierin niet meegenomen.

Op welke wijze zijn de exploitatiebijdragen voor de Kloosterhof en 't Hart berekend c.q. tot stand gekomen? Kunnen de overeenkomsten ter inzage worden gelegd?

Beantwoording:

De gemeente ontvangt huurinkomsten voor de structurele huurders bijvoorbeeld de school en de kinderopvang een deel hiervan gaat naar het stichtingsbestuur van het MFA voor de exploitatie van de huurders die in het MFA zitten. Wij nodigen u graag uit om de overeenkomsten in te zien.

Wie betaalt de personeelskosten van 't Hart? In de notitie is dat onduidelijk geformuleerd. Worden die betaald uit de bijdrage van C 281.000. Vanaf wanneer wordt deze bijdrage betaald? En blijft dat zo in de toekomst?

ICHIEF

Beantwoording:

Het stichtingsbestuur heeft voor het beheer en exploitatie circa 3 fte in dienst en betaalt de

personeelskosten. Jaarlijks ontvangt het MFA een exploitatiebijdrage inclusief coördinatiekosten. De exploitatiebijdrage is vanaf de oplevering van het MFA betaald. Deze bijdrage staat in principe voor onbepaalde tijd vast.

Op pagina 3 ( de pagina's zijn niet genummerd) staat o.a. bij "beheer en exploitatie" in de 5de zin dat de gemeente de kapitaallasten van de dorpshuizen draagt. Dit lijkt ons een onjuiste stellingname! Klopt dat?

Beantwoording: In de vergadering van 14 december 1987 heeft de gemeenteraad bepaald dat de dorpshuizen gevrijwaard worden van de rente en aflossingsverplichting voor zover betrekking hebbend op de per 31 december 1987 resterende kosten van de bouw/verbouw en inrichting, teneinde de dorpshuizen op dit punt gelijkelijke uitgangspositie te verschaffen;

De financieringslasten voor investeringen die hierna gedaan zijn en waarbij de gemeente een bijdrage heeft geleverd worden ook gedragen door de gemeente. Het dorpshuis draagt de financieringslasten van investeringen die zij zelf hebben gedaan.

Op de ene plek staat de gemeente verantwoordelijk is voor het technisch onderhoud en verderop staat dat de dorpshuizen daar zelf voor verantwoordelijk zijn. Hoe zit het nu precies?

Beantwoording:

De gemeente is verantwoordelijk voor het ingrijpend en technisch onderhoud, zoals het vervangen van gevelkozijnen en het vervangen van dakbedekking.

De dorpshuizen zijn verantwoordelijk voor het klein onderhoud (technisch), zoals de elektra, armaturen van de lampen vervangen, kleine storingen en het technisch onderhoud van de installaties.

Aan 't Hart en de Kloosterhof worden behoorlijke bedragen beschikbaar gesteld voor klein onderhoud en dagelijks technisch onderhoud. Dit lijken grote bedragen in relatie tot de uitgaven die de Leghe Polder en De Paulus hiervoor doen. Is dit een juiste constatering? En heeft dit invloed op de uitgaven voor groot onderhoud? Of heeft dit ook te maken met het verschil in de eigendomssituatie. Zijn De Paulus en de Leghe Polder uit noodzaak zuiniger of doen ze meer zelf

Beantwoording:

Wij hebben niet precies inzicht op welke manier de dorpshuizen omgaan met uitgaven met betrekking tot het klein onderhoud. Het is ook aannemelijk dat de MFA's hogere kosten hebben voor het klein

onderhoud. De MFA's hebben nieuwe installaties wat meer klein (technisch) onderhoud vraagt ook zijn de gebouwen in omvang groter. Het is niet inzichtelijk te maken of er een directe relatie is met het groot onderhoud.

3

ICHIEF

Op welke wijze zijn de jaarlijkse dotaties voor groot onderhoud bepaald. Daar zitten ook grote verschillen in. Draagt dit ook niet bij aan een ongelijke behandeling?

Beantwoording:

De jaarlijkse dotaties worden bepaald op basis van een 10 jarige planning. Deze planning wordt gemaakt volgens de gemaakte afspraken in de notitie onderhoudsaspecten dorpshuizen 1991. Dit is geen ongelijke behandeling maar de planning wat er de komende 10 jaar aan groot onderhoud moet gebeuren en noodzakelijk is.

Hoe hoog zijn de vergoedingen voor gymnastiek die worden betaald aan de verschillende accommodaties?

Beantwoording:

De hoogte van de gymvergoeding is vastgesteld in de Wet op het primair onderwijs en wordt gebaseerd op het aantal lesgroepen dat gebruik maakt van de accommodatie, het stichtingsjaar van de

gymnastiekaccommodatie en de oppervlakte van de sportzaal. De accommodaties krijgen ongeveer de volgende vergoedingen: Kloosterhof C 8.000, Lég he Polder í 12.500, de Paulus C 8.000 en 't Hart í 7.000.

Kunt u meer inzicht verschaffen in de opbouw van de structurele huurinkomsten bij de MFA's . En wie ontvangt de incidentele huuropbrengsten.

Beantwoording:

De dorpshuizen en de MFA's ontvangen de incidentele huuropbrengsten (peildatum 1-1-2017).

De Kloosterhof MFA 't Hart

Stichting Kloosterhof C 10.000,00 MFA 't Hart í 11.095,65

Stichting Oeverwal C 53.305,71 Reuze pas C 69.183,23

Peuteropvang Beuningen í 21.562,50 Driest room C 92.615,27

Fysiotherapie Weurt C 11.093,72 Calimero í 25.087,98

Shiatsu en Massagepraktijk Lotus í 3.034,51 Proathuus C 32.443,35

Indigo Gelderland C 758,63 KION C 31.123,26

Bibliotheek C 16.033,22 GGD í 16.410,47

Totaal: C 99.755,- Totaal: C 294.000

Kunt u de exploitatierekeningen van de afgelopen drie jaar van de vier accommodaties ter inzage leggen?

Beantwoording:

Wij hebben niet alle exploitatierekeningen tot onze beschikking. Wij nodigen u graag uit om de exploitatierekeningen die wij tot onze beschikking hebben in te zien.

ICHIEF

Waarom wordt in de vervolgnotitie geen aandacht besteed aan alle eigenaarslasten die voor rekening van de beide dorpshuizen komen. Naast de OZB hebben deze organisaties toch ook te maken met verzekeringspremies, waterschapslasten, (klein) onderhoud en financieringslasten.

Beantwoording:

In de notitie staat dat de dorpshuizen verantwoordelijk zijn voor alle verzekeringspremies en zakelijke lasten. De eigenaarslasten moeten logischerwijs betaald worden door de eigenaar, hierdoor zijn deze niet meegenomen bij de harmonisatie. Ook bij de OZB is dit eigenlijk het geval. Omdat de dorpshuizen wel een belangrijke maatschappelijke functie hebben wordt voorgesteld de dorpshuizen wat betreft de OZB te compenseren.

Waarom stelt u niet voor om met terugwerkende kracht, bijvoorbeeld 5 jaar, zowel De Paulus als de Leghe Polder tegemoet te komen in het vergoeden van de eigenaarslasten. Dit is meer dan een subsidie voor de OZB.

Beantwoording:

In 2012 is juist besloten om het gebruikers deel van de dorpshuizen niet meer te laten compenseren door de gemeente in verband met de bezuinigingsmaatregelen. Het voorstel in de vervolgnotitie is nu om vanaf 2018 de kosten voor de OZB van de dorpshuizen te compenseren. In de zomernota wordt ook voorgesteld om de OZB voor 2017 te compenseren. Het uitgangspunt is om een bijdrage te leveren zodat de dorpshuizen een sluitende exploitatie hebben.

5