• No results found

Jaarverslag Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen BV

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jaarverslag Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen BV"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaarverslag 2020 Fonds

Natuurinclusieve

Streekboerderijen BV

(2)

Het Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen ondersteunt bedrijven die bijdragen aan een gezond ecosysteem en een rendabele voedselproductie. Dit doet zij door te investeren in

grondverwerving, aanplant, opstallen, installaties, bedrijfsbegeleiding en kennisontwikkeling. De natuurinclusieve streekboerderij

BoerInNatuur op de Maashorst in Brabant is het eerste bedrijf dat in 2017 is opgezet door het Fonds. Hier zijn de afgelopen

jaren waardevolle praktijkervaringen opgedaan. Inmiddels zijn er contacten met een aantal nieuwe bedrijven die zich met hulp van het Fonds willen ontwikkelen in de richting van natuurinclusieve streekboerderijen.

Dit jaarverslag over 2020 bevat informatie over de doelen en

werkwijze van het Fonds, de uitgevoerde werkzaamheden in 2020, een vooruitblik op de periode daarna en enkele ‘intermezzi’ met bijdragen van samenwerkingspartners. Tevens is de jaarrekening van 2020 opgenomen in dit jaarverslag.

Juni 2021

Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen p.a. Maarnse Grindweg 39

3951 LJ Maarn

www.streekboerderijen.nl

secretariaat@streekboerderijen.nl

(3)

“De bewoners identificeren zich eerder met hun dorp, dan met de regio.”

In de dwarsdoorsnede tussen de Sallandse Heuvelrug en de IJssel vinden we een grote variatie aan bodemtypen, watersystemen en natuurwaarden. De landbouw is daarentegen zeer eenvormig:

maarliefst 94% van alle cultuurgrond is in gebruik voor veeteelt

voor melk en vlees. De wateropgave is wel weer groot: van extre- me verdroging tot serieus overstromingsgevaar. De aanpak van deze wateropgave vraagt om forse maatregelen en zal grote gevolgen hebben voor het grondgebruik en het landschap.

Inhoud

1 Bestuursverslag

4

1.1 Inleiding

1.2 Het Fonds in vogelvlucht 4

Doelen en impact van het Fonds Kennisontwikkeling en leeromgeving Financieringsmodel

Historie en ambitie Onderliggend vastgoed Kansen

Risico’s

1.3 Structuur van het Fonds 9

Fondsdirectie Aandeelhouders Adviseurs

1.4 Gang van zaken 2020 11

Ontwikkeling BoerInNatuur (BIN), Slabroek Kennisontwikkeling en beleidsbeïnvloeding Kapitaalverwerving

Financiën

1.5 Vooruitblik 2021-2022 17

Vooruitzichten BoerInNatuur Ontwikkelingen FNS

2 Jaarrekening 2020 Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen BV

21 Toelichting

Balans

Winst- en verliesrekening

(4)

1.1 Inleiding

In 2020 is de aandacht voor voedselbossen en agroforestry verder toegenomen. De Europe- se ‘Green Deal’ en ook landelijke en provinciale beleidsplannen, zoals de Bossenstrategie, zetten voedselproducerende natuur nadrukkelijk op de agenda. Ondernemers en kennispartners worden gestimuleerd om initiatieven te nemen en daarover kennis te ontwikkelen.

Het jaar 2020 stond voor het Fonds in het teken van het versterken van de basis, namelijk het bedrijf van BoerInNatuur, en het zoeken van nieuwe kansen.

Met de eerste drie jaar praktijkervaring op Slabroek heeft het Fonds waardevolle kennis opgedaan over de planning van een agrofores- trybedrijf in Nederland, en het afgelopen jaar zijn belangrijke nieuwe stappen gezet in de door- ontwikkeling van het bedrijf. Er is zowel vanuit de maatschappij als vanuit de overheid en de kennisinstituten veel belangstelling voor de er- varingen op BoerInNatuur en de aanpak van het Fonds. We hebben dan ook veel geïnvesteerd in een goede communicatie en veel positieve publiciteit gekregen.

Daarnaast is veel tijd gestoken in overleggen met kennispartners, terreinbeherende organisaties en boeren die meer natuurinclusief willen on- dernemen, en in het creëren van nieuwe samen- werkingskansen. Het Fonds biedt boeren zowel mogelijkheden voor risicodragende financiering met privaat geld als praktische kennis over plan- ning en monitoring. Juist deze combinatie maakt het Fonds interessant voor pionierende koplo- perbedrijven, want de gangbare financieringsvor- men en kennisondersteuning zijn nog steeds niet toegesneden op dit soort bedrijven.

1.2 Het Fonds in vogelvlucht

Het Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen ondersteunt agrarische bedrijven die bijdragen aan vitalisering van de bodem en versterken van de biodiversiteit enerzijds en het sluiten van de voedselkringlopen in de streekeconomie anderzijds. Het Fonds ontwikkelt een bedrijfs- model waarin beide doelen elkaar synergetisch versterken.

Doelen en impact van het Fonds

Natuurinclusieve streekboeren benutten zon- ne-energie en biodiversiteit. Zodoende ontwik- kelen zij optimale productie van organische stof in een gezond ecosysteem. Om een breed palet aan fruit, noten, groente, granen, eieren, zuivel en vlees te kunnen leveren aan de lokale afnemers en circulariteit in de streekeconomie te realiseren, zijn streekboerderijen minimaal 20 hectare groot. Door de ontwikkeling van de biodiversiteit neemt het weerstandsvermogen toe en kan het gebruik van kunstmest en be- strijdingsmiddelen minimaal zijn. Zonne-energie, microbiodiversiteit in het bodemleven en ma- crobiodiversiteit in het landschap zijn de belang- rijkste productiefactoren, die benut worden door een brede variatie van diepwortelende, meer- jarige gewassen in te zetten. Natuurinclusieve streekboeren creëren zo voor tal van levende organismen (planten, dieren en mensen) een steeds betere habitat. Zij besparen op kosten voor grondbewerking, door niet elk jaar te ploe- gen en te zaaien en dragen daardoor bij aan het herstel van de voedingsbodem. Samenhangend met hun werkwijze is een scherp en zorgzaam oog voor een gebalanceerde waterhuishouding, schone lucht en minimaal gebruik van fossiele energie. Bovendien ontwikkelen streekboeren fantastisch mooie landschappen, waar het goed toeven is.

1. Bestuursverslag

(5)

Oogsten worden grotendeels op de boerderij zelf verwerkt en bij voorkeur afgezet in de directe omgeving. De opbouw van een actieve en betrokken ‘community’ van klanten en vrijwilli- gers, aan wie voorlichting en educatie geboden wordt, is onderdeel van het bedrijfsmodel van het Fonds. De streekboeren dragen op die ma- nier bij aan toename van voedselbewustzijn van de mensen.

Kennisontwikkeling en leeromgeving In Nederland is weinig kennis over en ervaring met bedrijfsmatige natuurinclusieve voedsel- productie. Het landbouwonderwijs staat – in de visie van het Fonds – aan de vooravond van de ontwikkeling van een natuurinclusief curriculum.

Met het oog op die context, besteedt het Fonds veel aandacht aan kennisopbouw en -uitwisse- ling tussen pionierende boeren. Het Fonds en de natuurinclusieve boeren werken nauw samen met onder andere Wageningen University and Research center (WUR) en het Louis Bolk Insti- tuut (LBI).

Financieringsmodel

Het Fonds investeert in grond, aanplant, op- stallen, installaties en kennis. Het Fonds trekt hiervoor kapitaal aan bij investeerders, die de ontwikkeling van natuurinclusieve streekproduc- tie willen ondersteunen en versnellen. Bij voor- keur doet het Fonds dat op risicodelende wijze, door middel van uitgifte van aandelen. Van de omzet dan wel de toegevoegde waarde van de streekboerderijen waarin het Fonds investeert, vloeit een percentage terug naar het Fonds. Die gelden wendt het Fonds aan voor herinvesterin- gen, kennisontwikkeling en bedrijfsbegeleiding.

Per bedrijf is na vijf jaar een omzet mogelijk van circa € 400.000 per jaar, waaruit een toegevoeg- de waarde van minimaal € 200.000 gegenereerd kan worden. Dat is goed voor ca. drie fte’s.

Historie en ambitie

Het Fonds is opgericht door landbouweconoom C. van Beuningen. Hij staat aan de wieg van de experimentele biologische bedrijven Veld en Beek in Renkum en BoerInNatuur in Uden. Hier

worden reeds acht jaar waardevolle ervaringen opgedaan met de aanpak en opzet van natuurin- clusieve streekboerderijen. Het Fonds wil de komende jaren meer van dergelijke bedrijven ini- tiëren en/of bestaande bedrijven bijstaan in hun transitie naar een volwaardig natuurinclusieve streekboerderij. Het Fonds heeft inmiddels een uitgebreid ondersteunend kennisnetwerk. Naast het Louis Bolk Instituut en de WUR, werkt het Fonds samen met adviseurs op o.a. het gebied van teeltzaken, productontwikkeling, marketing en juridische zaken.

De oorsprong van het Fonds ligt rond 2010, toen Coen van Beuningen samen met Jan Wieringa en Marijke Domburg de boerderij Veld en Beek in Renkum aankocht. Er volgde een traject van experimenteren met focus op composteren in de vrijloopstal met geventileerd compostbed.

Zoon Frank was reeds na zijn studie Planologie in Wageningen verbonden aan de eerste boer- derij van Jan en Marijke; hij raakte langs deze weg direct betrokken bij Coens projecten. Vanaf 2015 raakte ook zoon Maarten, afgestudeerd in Eindhoven en leerkracht in het primair onder- wijs, betrokken, toen hij samen met zijn vader een educatief programma ontwikkelde voor basisschoolkinderen op Veld en Beek.

In 2016 ontstonden bij Coen plannen om een nieuwe streekboerderij op te richten en om een fonds op te richten om de ontwikkeling van dit type boerderijen schaalbaar te beheren. Het begon bij streekboer Wilco de Zeeuw, destijds mede-ondernemer op Veld en Beek, toen deze inging op de uitnodiging van Ark en permacul- tuur-ontwerper Sjef van Dongen van Fruitz for Life om zijn verhaal te vertellen over natuurin- clusief boeren aan collega’s bij natuurgebied de Maashorst. Daar zou grond beschikbaar komen, mits je zou kiezen voor natuurinclusief. Die grond werd 50% gesubsidieerd. Wilco’s verhaal sloeg aan: samen met zijn vrouw Debbina waag- de hij de sprong om in Slabroek (gem. Uden) de boerderij BoerInNatuur (BIN) te beginnen, gehol- pen door Coen, die de overige 50% financierde.

(6)

Eind 2016 richtte Coen samen met zijn zonen Frank en Maarten het Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen (FNS) op, waarvan zij samen het eerste bestuur vormden. Bij de oprichting werd voorzien in een structuur met per boerde- rij een ‘streek BV’ als dochtermaatschappij van het overkoepelende FNS. Maashorst BV werd gelijktijdig opgericht als eerste dochter van FNS.

In Slabroek werkte Wilco intussen samen met Sjef van Dongen aan het teeltplan voor de eerste percelen die in afwachting van aankoop gepacht waren; er werden meerjarige soorten geselec- teerd en aangeplant in verschillende dichtheden.

In 2018 kwam landschapsarchitect Pieter Veen de Fondsdirectie versterken. Hij werkte met zijn bedrijf ‘Circular Landscapes’ al aan de ruimtelijke transitie van het platteland richting kringloop- landbouw. Aanvankelijk werd Pieter gevraagd om een inpassingsplan te maken voor de nieuwe stal op het erf van BIN. Die opdracht groeide al snel uit tot een intensieve betrokkenheid bij de ontwikkeling van FNS en BIN.

Onderliggend vastgoed

Het eigen vermogen van het Fonds is groten- deels geïnvesteerd in grond, aanplant, gebou- wen en installaties. De meeste waardevastheid is gebaseerd op grond en aanplant. Daarop wordt niet afgeschreven en opwaardering zou in de toekomst gerechtvaardigd kunnen zijn.

Het Fonds zal zich samen met de ondernemers inspannen om grond, aanplant en overige activa op waarde te houden dan wel te ontwikkelen. Bij langere perioden van droogte kunnen aanplant en bodem echter schade oplopen.

Voorts is een kanttekening te maken bij de waar- devastheid: de aankoopwaarde van de grond is niet gerelateerd aan het opbrengend vermogen.

Het Fonds heeft bijvoorbeeld gronden aange- kocht tegen prijzen die variëren tussen 15.000 €/

ha (natuurgrond), ca. 35.000 €/ha (‘ondernemen- de natuur’ -ONNB) en ca. 75.000 €/ha (landbouw- grond).

Luchtfoto van de boerderij van BoerInNatuur

(7)

Kansen

Kansfactoren in de ontwikkeling van een streek- boerderij in het algemeen, en van BIN in het bijzonder, zijn met name:

• Een CO2-positieve bedrijfsvoering, in de eerste plaats door een optimale benutting van de zon door een zo groot mogelijk groen oppervlak.

• Zowel in de teelten, de dierhouderij als in de spontane soorten neemt bij een streekboerde- rij de soortenrijkdom toe. Recente vogeltellin- gen en eerdere waarnemingen laten zien dat de soortenrijkdom op de percelen van BIN sneller toeneemt en hoger is dan op de omliggende monocultuurpercelen. De bijzondere grauwe klauwier en de das zijn er gesignaleerd, alsme- de vele soorten insecten.

• Positief sentiment bij gemeente en provincie blijkt uit de toekenning van €100.000 uit twee provinciale subsidieregelingen in 2017 en 2018, de recente toepassing van de hardheidsclau- sule voor de vergunningsprocedure van de vrijloopstal en de principe-goedkeuring van de

gemeente om een natuurinclusieve boerderij in Slabroek te vestigen.

• De ondernemers van BIN zijn voor hun levens- onderhoud slechts beperkt afhankelijk van inkomsten uit de VOF.

Risico’s

Naast kansen op een duurzame maatschappe- lijke en ecologische impact, zijn er ook risico’s, in de eerste plaats in de bedrijfsvoering van de onderliggende streekboerderij. Het Fonds is immers mede-ondernemer in de streekboerde- rijen; haar inkomsten zijn direct gerelateerd aan de agrarische omzet van deze ondernemingen.

Enkele belangrijke risico’s in de bedrijfsvoering van de streekboerderij, waar op verschillende manieren systematisch aan gewerkt wordt, zijn:

• Invasieve soorten, waarvan de beheersing veel geld kost;

• Onvoldoende sluiten van kringlopen, waar- door ongewenste afvalstromen en/of schade ontstaan;

Impressie van de inrichting op één van de nieuwe natuurpercelen van BoerInNatuur

(8)

• Onvoldoende synergie tussen teelten en dier- houderij, waardoor de omzet achterblijft;

• Onvoldoende PR, productontwikkeling en mar- keting en daardoor onvoldoende omzetontwik- keling;

• Klimaatverandering en droogtestress leidend tot uitval in de nog jonge aanplant (waardoor initiële kosten hoger worden).

1.3 Structuur van het Fonds

Het Fonds richt zich op het realiseren van na- tuurinclusieve streekproductie. Daarbij kan het Fonds een bijdrage leveren aan bedrijfsplanning, monitoring en investeringen. Het betreft zowel bestaande streekboerderijen, transitiebedrijven als nieuwe natuurinclusieve streekbedrijven. Om verantwoord te kunnen investeren verzorgt het Fonds samen met de ondernemers bedrijfsplan- nen en de bijbehorende bedrijfsmonitoring.

Een mogelijke vorm van kapitaalinbreng is het oprichten van een ‘streek BV’ die samen met

boeren een boerderij exploiteert binnen een Vennootschap onder Firma. De streek BV brengt als medevennoot het kapitaal in in de VOF. Het Fonds zal in ieder van de streek BV’s meewerken aan positionering en merkopbouw in de consu- mentenmarkt zodat producten van de Streek- boerderijen hun weg kunnen vinden.

Fondsdirectie

De Fondsdirectie bestaat uit landbouweconoom C. van Beuningen, planoloog F. van Beuningen en landschapsarchitect P. Veen. Het secretari- aat wordt gevoerd door M. van Beuningen en J.

Erlings.

Aandeelhouders

Het Fonds investeert hoofdzakelijk met eigen vermogen in de vorm van aandelen. Aandeel- houders wordt uitgelegd dat:

• het een belegging buiten AFM-toezicht betreft;

• de ingelegde gelden gebruikt worden om grond, gebouwen en andere activa in boerderijen te verwerven en aanloopverliezen te dekken, zoals beschreven in de Fondsbrochure;

Fondsdirectie en -secretariaat, v.l.n.r.: Jeske Erlings, Maarten, Coen en Frank van Beuningen en Pieter Veen

(9)

• het Fonds kwalitatieve verplichtingen aangaat op “natuurgronden”, die beperkingen opleggen aan het gebruik van die gronden en bijbehoren- de activa.

In de Fondsbrochure en in de jaarplannen van de streekboerderijen wordt duidelijk gemaakt wat de impact is van het onderschrijven van de doelen van het Fonds en van het aangaan van kwalitatieve verplichtingen.

Er zijn verschillende (groepen) aandeelhouders, die geletterde aandelen houden zoals hieron- der aangegeven. De aandelen zijn geletterd om risico’s van de aandeelhouder te beperken tot de boerderij waarvoor de aandelen zijn uitgegeven.

De oprichters van het Fonds houden aandelen A, B en C, waarmee de opstartkosten van het Fonds zijn gefinancierd. Tevens is één priori- teitsaandeel in het bezit van de oprichter C. van Beuningen. De aandelen geletterd D t/m Z zijn bedoeld om risico’s van de aandeelhouder te beperken tot de boerderij waarvoor de aandelen zijn uitgegeven. De aandelen D en E zijn gere- serveerd voor een mogelijke aandelenemissie ten behoeve van een volgende natuurinclusieve streekboerderij. Aandelen F en G worden uitge- geven ten behoeve van investeringen in BoerIn- Natuur te Uden. Aandelen G worden uitgegeven aan grotere (institutionele) aandeelhouders.

Afnemers, recreanten en omwonenden in en rond het Maashorst natuurgebied worden door de directie uitgenodigd om aandelen F te kopen en streekaandeelhouder in het Fonds te worden.

De statuten van het Fonds, de streek BV’s, de boerderij VoF en het aandeelhouderregister zijn vastgesteld op notariskantoor Van Buttingha Wichers.

Adviseurs

De Fondsdirectie benoemt adviseurs op grond van hun specifieke expertise. Zij worden uitge- nodigd voor de aandeelhoudersvergadering en kunnen (gevraagd en ongevraagd) rapporteren aan de vergadering. Per 15 september 2020 zijn als adviseur aan het Fonds verbonden:

• Dhr. J.P. Wagenaar, landbouwcoördinator Louis Bolk Instituut. Hij richt zich vooral op optimali- satie van het fotosynthese proces, de distribu- tiefunctie van het voedselweb en de biodiversi- teit in de levende bodem.

• Dhr. J. Hassink, researcher Social and Agro-eco- logical Farming, Wageningen University and Research. Hij richt zich vooral op de (synergie in de) biodiversiteitsontwikkeling in de planten- en dierenwereld.

• Dhr. S. van Dongen, FruitzforLife kwekerij van meerjarige gewassen. Hij geeft advies over (aankoop van) plantgoed.

• Dhr. H. van Grinsven, ex-directeur graanplette- rij ‘de Halm’. Hij geeft advies over verwerking en marketing van o.a. muesli-producten.

• Dhr. E. Smit, Notariskantoor Van Buttingha Wichers. Hij geeft advies over structuur en beperkingen opgelegd aan de grondeigenaar door kwalitatieve verplichtingen, bestemmings- plannen, enz.

• Dhr. M. Hartog, administratiekantoor Vigilanter.

Hij ondersteunt het Fonds op het gebied van governance, jaarverslag en aandeelhoudersver- gaderingen.

• Dhr. B. Hamming, Triades ontwikkelgroep, is procesadviseur en mediator. Hij begeleidt overleggen, adviseert inzake optimalisering van interactie en coacht in voorkomende gevallen gesprekspartners, zowel individueel als in groepsverband.

(10)

Staatsbosbeheer, Maashorst en BoerInNatuur De Maashorst is een natuurgebied met een natuurkern van ca 1.300 ha en daaromheen een schil van ca 3.000 ha. Staatsbosbeheer is beheerder, naast de gemeenten Uden, Landerd, Bernheze en Oss. Er liggen ook nog particuliere en agrarische eigendommen. In de natuurkern wordt toegewerkt naar procesnatuur: dat wil zeggen dat er zo min mogelijk door de mens ingegrepen wordt in de natuurlijke ontwikkeling.

Spontane begroeiing wordt dus niet afgemaaid, afgerasterd of omgezaagd. Om de ecologische ontwikkeling een duwtje in de juiste richting te geven, wordt gebruik gemaakt van grote grazers.

Het gebied (nu nog kleinere deelgebieden) wordt begraasd door taurossen, exmoorpony’s en wisenten. Deze vrijgrazende dieren zorgen voor een bijzondere ervaring waaraan het gebied haar bijnaam ontleent: het OERgebied van Brabant.

In de kern van het gebied staat natuur voorop.

Dat betekent dat agrarische percelen opgekocht kunnen worden, waarna ze in overleg worden toegevoegd aan het begrazingsgebied. Er is geen ruimte voor grootschalige agrarische initiatie- ven. In de schil rondom de natuurkern staat de mens voorop. Hier moet gewoond, geleefd en gewerkt kunnen worden. In de schil is natuurin- clusieve landbouw mogelijk. De natuurinclusieve landbouw zorgt ook in de Maashorst voor een zachtere overgang tussen traditionele landbouw en natuur. Ze kan bijdragen aan de robuustheid van het natuurgebied en aan de –zeker op de Maashorst niet onbelangrijke- anti-verdrogings- maatregelen.

Vooral rondom de kleine historische woonkernen in de schil zoals Loo, Menzel en Slabroek past

natuurinclusieve landbouw goed bij het klein- schalige landschap.

Boer in de natuur

In de visie van Staatsbosbeheer is Wilco de Zeeuw zo’n natuurinclusieve ondernemer, die goed past in de schil rond het natuurgebied de Maashorst. Door vooral op gronden buiten het Natuur Netwerk Nederland (NNN) duurzaam te ondernemen, draagt BoerInNatuur bij aan een mooie ‘zachte’ overgang van de autonome natuur van de Maashorst naar het landelijke gebied met steeds meer menselijke invloed.

De wijze waarop Wilco voedsel produceert, draagt bij aan het ontstaan van een aantrekke- lijk landschap, waar je goed kunt ondernemen.

Natuurinclusief boeren is samenwerken met de natuur, vanuit respect voor de natuur.

Door de aanleg van heggen versterkt Wilco het kleinschalig agrarisch landschap met veel overgangen. Het weiden van de koeien en kippen draagt niet alleen bij aan een aantrekkelijk land- schappelijk beeld voor de passerende recreant.

De bemesting door de dieren en de extensieve begrazing stimuleren de onder- en bovengrondse biodiversiteit en dragen op die manier op termijn ook bij aan een interessanter landschap. De kruidenrijke graslanden bieden voedsel aan vele soorten insecten en zijn door hun diepere wor- telstelsel beter bestand tegen klimaatinvloeden.

Bovenal draagt het bij aan de diergezondheid en een gezonder product.

Dat laatste geldt ook voor het voedselbos. Deze manier van voedsel produceren draagt bij aan het verder vergroten van de biodiversiteit en het weer beter in balans komen met de natuurlijk draagkracht van de bodem. Het rijke insecten- leven bij deze vorm van landbouw ondersteunt het hele ecosysteem en zorgt voor een betere bestuiving van de landbouwproducten. Dat zal op termijn de productie positief beïnvloeden. Al met al een win-winsituatie voor natuur, mens en ondernemer.

Partnerorganisaties aan het woord (1)

Theo Bakker adviseur natuur- inclusieve landbouw bij Staatsbosbeheer

Samen met LNV helpt Staatsbosbeheer 40 boeren om over te schakelen naar natuurinclusieve landbouw. Meer info:

https://drive.google.com/file/d/1edfrg5dTSmQkZEaLrKyGtHoO3Y9UnWTz/view?usp=sharing

(11)

1.4 Gang van zaken 2020

Ontwikkeling BoerInNatuur (BIN), Slabroek In 2020 heeft het Fonds vijf nieuwe percelen aan- gekocht ten behoeve van de exploitatie door BIN.

Het betreft twee percelen landbouwgrond (nog af te waarderen tot ‘Ondernemende Natuur’;

samen 1,6 ha) en twee percelen ‘Natuur’ (samen 1,3 ha) en een bosperceel (1,1 ha). Het totale grondeigendom van het Fonds in de Maashorst kwam daarmee eind 2020 op 18,9 ha. Daarnaast heeft het Fonds gebruiksrechten voor 5 ha pro- vinciale natuurgrond ten behoeve van exploitatie door BIN.

Rondom de Fondsambitie van ‘voedselproduc- tie op natuurgrond’ hebben zich de afgelopen periode interessante ontwikkelingen voorge- daan. In 2019 is de subsidieaanvraag voor (85%) afwaardering tot natuurwaarde voor 4,7 ha landbouwpercelen door de provincie afgewezen, vanwege de geplande niet-inheemse soorten en de voedselproductie. De provincie leek zich principieel te verzetten tegen (ecosysteemver- sterkende) agroforestry op natuurgrond. In 2020 heeft het Fonds echter bovengenoemde natuur- percelen kunnen verwerven op grond van een inrichtingsplan met (grotendeels voedselprodu- cerende) inheemse bomen en struiken. Hiermee heeft het Fonds in 2020 de facto de mogelijkheid gekregen een voedselbos op natuurgrond aan te leggen. De inrichting van deze percelen is in 2021 grotendeels voltooid.

Een geologische bijzonderheid van de bodem rondom Slabroek heeft geleid tot een financiële kans voor het Fonds: één van de Peelrandbreu- ken loopt over de percelen van BoerInNatuur, waardoor op sommige plaatsen bodemwater omhoog gestuwd wordt; dit verschijnsel heet wijst. Niet alleen hebben we een kansrijke af- waarderingssubsidie aangevraagd voor één van de percelen, ook heeft dit de contacten met het Waterschap versterkt.

In 2020 zijn de inspanningen om te komen tot een bestemmingsplanwijziging onverminderd doorgegaan, in samenwerking met bureau

AGRON. Inmiddels ligt er een complete aanvraag ter beoordeling bij de gemeente.

Voor de jonge aanplant is 2020 door de ex- treem droge lente en zomer een moeizaam jaar geweest. Hierdoor moest een percentage van de aanplant vervangen worden. Daarnaast is de waarde van de aanplant toegenomen door een jaar groei.

In samenwerking met ‘creatieve foodstudio’

Boefkik is in 2020 een projectvoorstel opgesteld voor productontwikkeling (‘Ontbijt uit Brabants bos’), waarvoor een subsidieaanvraag bij het LIB ingediend zal worden. BIN, Fruitz4life en de Janmiekeshoeve zijn partners in dit project.

Verder is afgelopen jaar de website van BIN opgeleverd. De ontwikkeling van de bijbehoren- de webwinkel is minder voorspoedig verlopen, daarvoor is in 2021 verder gezocht naar een in- ternetbureau dat een passend voorstel kon doen.

Hierbij wordt gezocht naar een partner met er- varing in dit type webwinkel, waarvoor inmiddels meerdere partijen in aanmerking komen.

Kennisontwikkeling en beleidsbeïnvloeding Er is in 2020 intensief samengewerkt met de WUR en LBI om een subsidieaanvraag op te stel- len voor een Call van het ministerie van LNV. Ook Natuurmonumenten had een jaarlijkse financi- ele bijdrage toegezegd. In het vorige jaarverslag is hierover al gerapporteerd. Dit tweejarige publiek-private project zou een mooie kans zijn om in samenwerking met de WUR een robuust monitoringsysteem voor ecosysteemversterken- de agroforestry op te zetten. Het plan, waarin samen met een vijftal pionierende agroforestry- boeren relevante kennis ontwikkeld en gedeeld zou worden, is helaas afgewezen, omdat het on- voldoende binnen de criteria paste. De contacten met de WUR (Jan Hassink) zijn warm gebleven en hebben in 2021 een vervolg gekregen in plannen voor nieuwe subsidieaanvragen.

Er is ook in 2020 regelmatig overleg geweest met de provincie Noord-Brabant, om te onderzoeken waar binnen landelijke en provinciale regelin-

(12)

Ambities van Waterschap Aa en Maas De ambities van het Waterschap ten aanzien van de Maashorst zijn recent behoorlijk aan- gescherpt. We stonden al aan de lat voor het nemen van anti-verdrogingsmaatregelen, maar door de toegenomen droogte van de afgelopen drie jaar willen we daar versnelling in aanbren- gen. Een aantal van die anti-verdrogingsmaat- regelen hebben we in 2020 genomen door het plaatsen van circa 13 rijplaatstuwen in diverse waterlopen binnen de Maashorst en het extreem hoog houden van onze slootpeilen, door de stu- wen op een maximale stand te zetten (jaarrond).

Daarnaast zijn we bezig met een geohydrologisch onderzoek van de Maashorst om goed in beeld te krijgen aan welke knoppen we het best kun- nen draaien als het gaat om het nemen van an- ti-verdrogingsmaatregelen. Logischerwijs is dat het verhogen van de waterpeilen, het plaatsen van stuwen, het dempen van sloten enz. Maar het is belangrijk te weten hoe de Maashorst geo- hydrologisch functioneert. Vooral ook omdat we hier met diverse aardbreuken te maken hebben en daarmee ook met grote lokale verschillen in de bodemopbouw, die op hun beurt de grond- waterstanden beïnvloeden.

Een voorbeeld daarvan is het gebied Slabroek.

Door het gehuchtje Slabroek stroomt de Venloop (in de volksmond de Kraaienloop). Die waterloop zorgt voor verdroging van de natuurgebieden op de Maashorst, maar houdt ook de gronden rond Slabroek droog in natte tijden. Als Waterschap willen we de Venloop als natuurlijke beek her- stellen en het bovenstroomse deel in de natuur- kern van de Maashorst zelfs helemaal dempen.

Tevens willen we aan waterconservering doen om droogte tegen te gaan in de Maashorst. We kunnen echter niet onverminderd het peil op

blijven zetten zonder rekening te houden met de mensen die op Slabroek wonen. En aange- zien we weten dat er diverse breuken door en om Slabroek heen liggen, hebben we daar een gedetailleerd onderzoek naar uit laten voeren.

Op deze manier hebben we nu goed inzichtelijk waar de aardbreuken liggen en op welke plek we het best water kunnen conserveren door bijvoorbeeld het plaatsen van een stuw.

Kortom, we weten nu veel beter aan welke knoppen we kunnen draaien. De ervaring leert echter dat theoretisch onderzoek niet altijd aansluit op de ervaringen van bewoners en gebruikers in het veld. Alvorens we aan de slag gaan met het uitwerken van maatregelen wordt er daarom een gebiedsproces doorlopen met die bewoners en gebruikers. Op die manier proberen we de juiste dingen te doen. Corona heeft voor vertraging gezorgd, maar naar ver- wachting zal dat proces in 2021 starten.

Samenwerking met het Fonds

De inrichting van percelen door FNS geeft de mogelijkheid om de grondwaterstanden en oppervlaktewaterpeilen hoger te houden ten opzichte van intensieve landbouw. Voor perce- len die grenzen aan de Venloop ligt er boven- dien een duidelijk gezamenlijk belang, omdat wij de strook langs die waterloop graag natuur- lijk ingericht zien. Een natuurlijke oeverzone is voor de aanwezige flora en fauna een kans om zich beter te ontwikkelen. De inrichting van de percelen van FNS sluit daar naadloos op aan en versterkt het natuurlijke karakter.

De samenwerking gaat goed op punten waar we elkaar kunnen vinden. We blijven een overheid die meerdere belangen moet dienen, en kunnen daardoor niet altijd mee gaan in ideeën/wensen vanuit FNS. Voorbeeld is de wens voor het verruigen van een schouwsloot en de wens om meerdere kleinere beregenings- putten te plaatsen en één grotere te halveren in capaciteit. Maar juist door inzichtelijk te maken wat ieders doelstellingen zijn, is het gemakke- lijker om maatregelen af te stemmen, en voor het Fonds om bijvoorbeeld te bepalen waar het interessant is percelen wel of niet te verwerven.

Partnerorganisaties aan het woord (2)

Peter Daverveld adviseur watersysteem Waterschap Aa en Maas

(13)

gen kansen liggen om agroforestrybedrijven levensvatbaar op te starten. Vooralsnog biedt met name de Brabantse regeling voor ‘onder- nemende natuur’ kansen, met een afwaarde- ringssubsidie van 50%. De landelijk ambities om veel nieuw bos aan te planten, lijken vooralsnog niet veel ruimte te bieden, omdat de inrichting van die bossen dient te voldoen aan één van de bestaande natuurdoeltypen. Het Fonds heeft er- voor gepleit om een nieuw natuurdoeltype voor agroforestry te creëren.

Kapitaalverwerving

Er is afgelopen jaar een nieuwe vorm van impact investment in agroforestry tot stand gekomen:

aankoop van grond door een impact investeer- der in combinatie met in erfpacht uitgeven aan het Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen.

Impact investeerders lijken geïnteresseerd in grondaankopen, mits het natuurinclusieve beheer daarvan door derden voldoende goed is georganiseerd. Het Elise Mathildefonds heeft de intentie uitgesproken 7,7 ha landbouwgrond aan te kopen om deze via het Fonds te laten exploi- teren door BIN. Samen met rentmeesterskantoor

‘t Schoutenhuis is deze constructie begin 2021 uitgewerkt. De ontwikkeling van de grondpositie is toegelicht in onderstaande tabel.

Financiën

In 2020 heeft het Fonds zoals verwacht ook fi- nancieel in het teken gestaan van verder besten- digen en investeren. Het balanstotaal is gestegen van ruim € 1.610.000 eind 2019 naar een kleine

€ 1.940.000 eind 2020. Dit werd mede mogelijk door het instappen van een vijfde aandeelhou- der. De grondpositie is verder versterkt door de aankoop van de vijf genoemde percelen. Voorts is er geïnvesteerd in nieuw en vervangend plant- goed (ca. € 5.000), een multifunctionele oogst- machine (ruim €6.000) en een mobiel kippenhok (€2.500).

Dat de opbouwperiode ook stijgende kosten en minimale opbrengsten voor het Fonds zou be- tekenen, was geen verrassing. De totale Fonds- kosten stegen van ruim € 41.000 in 2019 naar € 86.000 in 2020. Afschrijvingen zijn gestegen van ruim € 14.000 in 2019 naar € 17.000 in 2020. De directie is in 2020 versterkt met een administra- tieve kracht (kosten € 11.000) en heeft zelf ook meer uren gedeclareerd (totaal € 36.000 in 2020).

Daarentegen zijn er geen directe ontwikkelkos- ten gemaakt voor BoerInNatuur.

Ontwikkeling grondposities FNS op BIN

Eigendom (ha) 14,8 19,0 11,2

wv. erf 1,1 1,1 1,1

wv. natuurgrond - 2,5 1,1

wv. ONNB-grond 9,0 9,0 9,0

wv. landbouwgrond 4,7 6,4 -

In erfpacht (ha) 7,7

Gebruiksrecht (ha) 5,0 5,0 5,0 Totaal (ha) 19,8 24,0 24,0

2019 2020 2020

gerealiseerd gerealiseerd begroot

(14)

Op een van de totaal circa 25 hectare perce- len die BoerInNatuur telt, wordt sinds januari 2020 aan een bijzonder project gewerkt, namelijk de aanleg van een voedselbos in een beschermd natuurgebied. Graag bieden wij u een kijkje in dit project op een uit drie perce- len samengesteld stuk grond van een kleine drie hectare, de Dassenburcht.

De Dassenburchtpercelen, verworven in 2020, zijn onderdeel van een aaneengesloten bos- complex tussen Bus en Slabroek. In het Bestem- mingsplan Buitengebied Bernheze uit 2014, hebben deze percelen een agrarische bestem- ming met landschappelijke, cultuurhistorische, abiotische en aardkundige waarden. Vroeger was dit een kampenlandschap. In de loop van de tijd ontstond er geleidelijk meer bos. Ten noorden van de percelen loopt de Maashorst- weg, die leidt naar het nabijgelegen parkeerter- rein voor bezoekers van de Maashorst en het natuurcentrum. Aan de noordelijke overkant van deze B-weg ligt een bos. Aan de westzijde ligt een brede houtsingel, en een zandpad. Aan de zuidzijde wordt het perceel begrensd door een boscomplex en de Venloop. De oostgrens ten- slotte wordt gevormd door deels een houtwal en daarachter een gemiddeld 0,5 m hoger liggend groot perceel, dat momenteel als bouwland in gebruik is voor afwisselend gras en maïs.

Het noordelijke perceel (525) was een voorma- lige kerstbomenkwekerijtje. Er stonden voorna- melijk sparren, zo’n 800 bomen, die de plaag- activiteiten van een insect, de ‘letterzetter’ (Ips typographus), niet hadden overleefd. In januari 2021 startte het project op dit perceel met het

omzagen van de dode bomen. Met een relatief kleine tractor met dubbele banden – om de bos- bodem zoveel als mogelijk te ontzien – werden de stammen per twee, drie uit het bos gesleept.

Deels werden zij op stapels op het zuidelijk perceel gelegd, deels ook op het noordelijk deel, zodra daar ruimte vrij kwam. Regen en sneeuw en vrieskou trotserend, sleepte de tractor stam na stam af en zo werd het bos dag voor dag opener en kreeg licht weer toegang. Begin maart waren de 800 bomen afgevoerd.

De enorme stapels stammen waren voorbe- stemd voor hergebruik. Een gigantische machine, bediend door één man, pakte bosjes van drie, vier stammen tegelijk op met een klein grijpertje, om ze daarna in het inwendige van het apparaat met donderend geweld te vermalen en vermor- zelen tot houtsnippers, die met een grote straal

‘uitgespuwd’ werden. De machine verwerkte alle 800 dode sparren in slechts vier uur tot zo’n 1000 ton enorme bulten houtsnippers.

Inrichting Dassenburchtpercelen, winter 2021

(15)

Nu kon het inrichten van het opengelegde per- ceel beginnen. In het inrichtingsplan, opgesteld door Pieter Veen, was al zorgvuldig nagedacht over verschillende soorten bomen en struiken, die tezamen een ingenieus ecosysteem moeten gaan vormen. Verschillende overwegingen lagen aan het teeltplan ten grondslag: soorten die te- gen schaduw kunnen, soorten die andere soor- ten op de een of andere manier ‘te hulp’ komen, soorten die stikstof binden, soorten die voedsel bieden en weer andere soorten die hakselhout opleveren, waarmee weer organische stof ter beschikking komt.

Omdat de aanleg van het voedselbos plaatsvindt in het beschermde natuurgebied de Maashorst, heeft de belevingswaarde van het landschap- pelijk aangezicht een grote rol gespeeld bij de inrichting van beplantingslijnen. Deels op de

de plek waar alles moet gaan groeien, heeft Wilco meanderende lijnen uitgezet, waarlangs de struiken en bomen de grond in zouden gaan, daarmee een zo natuurlijk als mogelijk beeld creërend, ondertussen rekening houdend met bv. oogstmachines, die langs de gewassen moe- ten kunnen gaan. Een aantal lijnen zijn gevormd door het laten staan van enkele dode sparren, die half afgezaagd steun gaan bieden aan de straks daartegenop groeiende druivenranken.

Op de strook grond van perceel 527 werden in 2018 enkele struweelhagen van hazelaar aangeplant. Op deze strook hoefde niet zoveel te gebeuren. Het zuidelijke deel (perceel 528) is in gebruik geweest voor maïsteelt en is waar- schijnlijk intensief bemest. Vóór de ontginning (rond 1960) was dit nog een heideperceel. Op dit perceel moest dus wel heel veel gebeuren.

(16)

Om te beginnen werd het land op een heel zorg- vuldige wijze omgeploegd, met veel aandacht voor het zoveel als mogelijk in standhouden van de 30, 40 centimeter toplaag en tegelijk los en luchtig maken van de verdichte grond. Met in het vooruitzicht van het ook hier creëren van een zo natuurlijk mogelijk landschappelijk beeld, wer- den meanderende voren getrokken. Rekening houdend met de breedte van machines, zette Wilco lijnen uit, waarlangs de grote verscheiden- heid aan soorten werden aangeplant. In april en begin mei stonden de meeste struiken en bo- men zo’n beetje op hun plek. De stroken tussen de rijen werden uit de hand ingezaaid met een kruiden-gras-mengsel, een activiteit die beelden opleverden met Van Gogh-achtige kwaliteiten.

Nu alle gewassen in de grond stonden, konden de druppel-irrigatieslangen langs de rijen uitge- rold worden. Uiteindelijk werden zo 35 slangen gelegd, die aangesloten werden op een ver- bindende hoofdleiding. Er ligt nu een compleet irrigatiesysteem, dat enkel nog hoeft te worden aangesloten op een pomp, die water oppompt uit een nabijgelegen grondwaterput.

Nadat de slangen langs de gewassen waren gelegd, is met de tractor ezelmest uitgereden om de gewassen op de schrale grond op gang te helpen. Het is de bedoeling dat straks deze be- mesting niet meer nodig is, omdat het systeem zichzelf gaat reguleren, zoals het ook de bedoe- ling is over een paar jaar de irrigatieslangen te verwijderen. Als bodembedekkende laag zijn houtsnippers uitgereden over de rijen gewas- sen. Met die houtsnippers wordt een bosbodem nagebootst: de houtsnippers verminderen de verdamping van water, houden de grond in de felle zon koel en helpt voorkomen dat ’s winters de vorst al te diep de bodem ingaat, precies zoals gebeurt in een regulier bos. Ook is de ver- wachting dat er onder de houtsnippers een rijk leven aan micro-organismen op gang komt, dat bijdraagt aan het ontstaan van het zo gewenste zelfregulerende vermogen van het voedselbos.

Veel van deze processen is nog niet helemaal duidelijk, en moet monitorend ontdekt en in kaart gebracht worden. Kennis die zo ontwikkeld wordt, wordt gedeeld met kennispartners, zoals de Wageningen Universiteit en het Louis Bolk In- stituut, en de andere boerderijen van het Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen.

(17)

1.4 Vooruitblik 2021-2022

Vooruitzichten BoerInNatuur

De boerderij in Slabroek ontwikkelt zich goed, maar trager dan gepland. Voor de jaren 2021- 2022 verwachten we een geleidelijke versterking van de aanplant en opbouw van de verwerkings- capaciteit op het erf. We blijven daarvoor ook afhankelijk van de (trage) besluitvormingsproces- sen bij gemeentes, waterschap en provincie.

Vergunningen om het aantal melkkoeien uit te breiden van 5 naar de oorspronkelijk geplande 25 zijn nog steeds niet verkregen, maar mis- schien mogen we eind 2022 naar 15 uitbreiden en de schaapskudde uitbreiden om te komen tot het aantal grazers dat past bij het begraasbare oppervlak en de samenstelling van het aan te bieden voedselpakket.

De samenwerking met Waterschap Aa en Maas en Staatsbosbeheer (SBB) is in 2021 sterk ver- beterd en er zijn vooruitzichten om samen tot een streekplanning te komen voor de enclave Slabroek in het natuurgebied de Maashorst. Dat opent het perspectief om op termijn een land- goed te creëren.

Over de waardebepaling van de agroforestryper- celen met een steeds rijker wordend bodem- leven is het laatste woord nog niet gezegd. Na veel touwtrekken heeft het Fonds (voor 2,5 ha) toestemming gekregen om voedsel te produce- ren op natuurgrond, met de kwalitatieve ver- plichting het ecosysteem niet te schaden. Daaruit is dan ook de lage waarde te verklaren (€ 15.000 ipv € 75.000 per ha). Op basis van die waarde verwacht het Fonds over enkele jaren een ren- dement op geïnvesteerd kapitaal (€ 1,5 mln) van 3% te kunnen realiseren. Maar een ander deel van de percelen (9 ha) staat nog steeds op de balans voor € 38.000 per ha en een ander deel (6,4 ha) nog voor € 75.000 per ha. Daarover is het Fonds nog met de provincie N-Brabant aan het onderhandelen. Uit bovenstaande blijkt dat er nog verschillende jaren nodig zijn voor er een eenduidige regeling komt voor agroforestry. Als het lukt om een landgoedstatus te verkrijgen,

Ontwikkelingen bij FNS

Erfpacht lijkt bij investeerders een voorkeur te hebben boven grondaandelen. Samen met het Elise Mathilde Fonds en ‘t Schoutenhuis heeft het Fonds deze mogelijkheid uitgewerkt met het gevolg, dat grond aan het EM-Fonds verkocht gaat worden, die in erfpacht teruggaat naar Maashorst BV, die het inbrengt in BoerInNatuur.

Er zijn indicaties dat meerdere investeerders in deze mogelijkheid geïnteresseerd zijn, waarbij het Fonds borg staat voor een duurzame na- tuurinclusieve bestemming en over de deskun- digheid beschikt om boeren te ondersteunen richting een kostendekkende en circulaire streekboerderij.

De aanpak van bedrijfsmonitoring van het Fonds zal de komende periode versterkt wor- den: structureler en makkelijker toe te passen op meerdere boerderijen. Belangrijk daarbij is het stimuleren van onderlinge uitwisseling van ervaringen en kennis. In dat uitwisselingsproces wordt de samenwerking met kennisinstituten geïntensiveerd. Het Fonds heeft de ambitie eind 2022 drie boerderijen te ondersteunen op hun weg naar natuurinclusieve streekproductie.

Kostendekkend functioneren van de Fondsor- ganisatie zelf is evenwel pas mogelijk bij zeven streekboerderijen in volle productie. Intussen is er een tiental kansrijke boeren/boerderijen geïdentificeerd, maar het opzetten van een samenwerking vraagt zorgvuldigheid en tijd. Om- wille van de eigen zelfstandigheid is het Fonds genoodzaakt voorrang te geven aan boerderijen met goede bedrijfseconomische perspectieven en aan boeren met een visie en werkwijze die goed aansluit bij die van het Fonds. Uitgaande van zorgvuldigheid en de huidige beperkte monitoringscapaciteit verwacht de directie dat het nog meerdere jaren gaat duren voordat het Fonds zonder subsidies kan functioneren.

(18)

Sinds enkele jaren zijn we er in de Maashorst getuige van hoe boer Wilco landbouw bedrijft vanuit natuurinclusief oogpunt. Ik, John Hermans, van de Vogelwacht Uden, observeer inmiddels meer dan dertig jaar vogels in de Maashorst en omgeving. We zijn een heel actieve vereniging. Naast het inventariseren van vogels verzorgen wij geregeld lezingen en (educatieve) wandelingen.

We waren enthousiast en vol verwachting, toen we hoorden dat er een ‘natuurboer’ te- genover het bezoekerscentrum Slabroek zou komen. Nu, na enkele jaren, zien wij de eerste resultaten. Allereerst is daar de verandering van het landschap. Als je nu naar de parkeer- plaats van het bezoekerscentrum rijdt, zie je een vriendelijk landschap met veel fruitbo- men en planten, in plaats van het eentonige weiland dat het vroeger was. In het bijzonder zijn wij enthousiast over de toename van een aantal vogelsoorten, met name de struweel- vogels. Graag noem ik enkele soorten, die nu regelmatig tot veelvuldig te zien zijn in de landbouwpercelen van Wilco.

Geelgors

Een kenmerkende soort voor de Maashorst is de Geelgors. De meeste Geelgorzen vertrek- ken in de winter naar het zuiden omdat er niet voldoende voedsel te vinden is. Maar met name tijdens de korte, strenge periode vorst van de afgelopen winter, zag ik in het perceel telkens een 5-10 Geelgorzen, terwijl deze vogel verder nergens te zien was. Voor de Geelgors is het belangrijk ook in de winter voedsel te kunnen vinden, want elke verplaatsing van de vogels naar het zuiden betekent toch een grotere kans op sterven.

Observatie van vogels op BoerInNatuur

John Hermans Vogelwacht Uden

Grasmus

Je ziet hier en daar in de percelen nu wat braam- struiken staan en bomen. Dit is het domein van de Grasmus die wij tegenwoordig dan ook veel- vuldig kunnen spotten in de percelen.

(19)

Boompieper

Dat geldt ook voor de Boompieper. Hier in Bra- bant noemen wij deze soort ook wel het para- chute-vogeltje, vanwege de prachtige balts die deze vogel uitvoert. Vanuit een boompje vliegt de Boompieper ongeveer een meter of twintig schuin omhoog, waarna de vleugels gespreid worden en de vogel als een parachute weer landt op het boompje. Prachtig om te zien en altijd een dankbare vogel om te laten zien tijdens publieks- wandelingen.

Putter

Tien, vijftien jaar geleden nauwelijks te zien in de Maashorst. Doordat op allerlei plaatsen in de Maashorst nu natuurontwikkeling plaatsvindt, zie je dat er velden ontstaan met allerlei wilde planten die het voedsel zijn voor de Putter. Als je vandaag een wandeling maakt, kun je eigenlijk altijd wel een Puttertje zien in de percelen van

Grauwe Klauwier

Als klap op de vuurpijl zou ik het broeden willen noemen van de Grauwe Klauwier. Jarenlang op slechts enkele plaatsen in Nederland aanwezig.

Sinds er zoveel wordt gedaan aan de ontwikke- ling van de natuur en natuurbeheer neemt de Grauwe Klauwier toe in aantallen, al blijft het wel een zeldzame broedvogel. Twee jaar geleden zat een paartje te broeden in de Meidoorns op de percelen van BoerInNatuur. Op dit moment is de Grauwe Klauwier verhuist naar een ander perceel, maar er broeden inmiddels al 4 paren in de Maashorst.

Dit is slechts een korte impressie van wat wij als vogelspotters aan ontwikkelingen zien.

Wij zijn ervan overtuigd: de komst van BoerIn- Natuur is een verrijking voor de Maashorst.

(20)

Terwijl in de natuurkern van de Maashorst grote grazers als Exmoorponies, taurossen en wisen- ten de hoofdrol spelen bij het open houden van de graslanden, hebben de koeien van Wilco de Zeeuw in de natuurschil bij Slabroek een heel an- dere functie. De natuurinclusieve streekboerderij op Slabroek is gelegen in een uniek historische landschap, waar de sporen van eeuwenoude landbouw te herkennen zijn aan de bolle akkers, die tot stand gekomen zijn door potstalcultuur.

Honderden jaren werden heideplaggen voor de winter in de potstal aangebracht, zodat deze in het voorjaar, verzadigd van mest, op de akkers konden worden uitgereden.

De naam Karlingerweg verwijst naar de vroege middeleeuwen, maar de aanwezigheid van de grafheuvels enkele honderden meters verwij- derd van de boerderij maken duidelijk dat de eerste bewoners zich hier al gevestigd hebben aan het begin van de jaartelling.

Wat de Maashorst uniek maakt is de begrenzing door de Peelrandbreuk aan de westzijde en de Tegelenbreuk aan de oostzijde. Na de laatste ijstijden is er bij het ontdooien van de bevroren bodem een smeltwaterdal ontstaan. In dit dal ligt nu de Venloop en deze vormt de zuidelij- ke begrenzing van het landgoed. Door dit dal lopen nevenbreuken van de Peelrandbreuk:

de Hoevense breuk en de Mellebreuk. Omdat deze breuken het grondwater, dat van de horst afstroomt, tegenhouden, komt het als kwel in het maaiveld en vloeit het weg door het dal. Dit grondwater heeft ijzer opgenomen, dat bij het uittreden door ijzerbacteriën wordt omgezet in ijzeroxide, waardoor het water roestbruin wordt.

De basenrijkdom van dit kwelwater, dat in Brabant “wijst” genoemd wordt, zorgt voor een

vruchtbare bodem. De randen van het beekdal werden gebruikt om akkers aan te leggen, terwijl de natte graslanden in het beekdal geschikt waren voor hooilanden en weiden.

Bij de aanwijzing van de Maashorst als na- tuurgebied moesten de aanwezige intensieve landbouwbedrijven op vrijwillige basis omgezet worden in biologische bedrijven. Dit is helaas maar beperkt gelukt, maar op Slabroek is met de komst van de natuurinclusieve streekboerderij het unieke landschap gered. Ofschoon de bolle akkers niet meer gebruikt worden voor het ver- bouwen van graan, is de huidige teelt van fruit in combinatie met begrazen van melkvee het beste alternatief voor de maïsakkers en productie- grasland van de laatste jaren.

Heel bijzonder is het feit, dat de Mellebreuk dwars door de graslanden van Wilco de Zeeuw loopt. De strook boven de breuk was erg nat en hier verbleven in de winter watersnippen. Paral- lel aan de breuk zijn twee sloten gegraven om het kwelwater af te voeren naar een diepe sloot aan de oostzijde. De ligging van de breuk in het grasland biedt de mogelijkheid om wijstnatuur te ontwikkelen. Hiervoor is het wenselijk om de bovenste sloot te dempen of te verondiepen en de sloot vlak boven de Mellebreuk een afgevlak- te natuuroever te geven, zodat zich hier moeras- planten kunnen vestigen. Een aantal staat al in de slootrand zoals veldrus, kattenstaart, echte koekoeksbloem en kale jonker. De afvoer kan beter naar de nieuw gegraven sloot over het landgoed plaats vinden, zodat het basenrijke kwelwater zolang mogelijk in de graslanden blijft.

Bovendien zou in de slootbedding nog een poel kunnen worden uitgegraven, waardoor de brui- ne kikker, gewone pad, kleine watersalamander, kamsalamander, heikikker en rugstreeppad, die allemaal in het beekdal aanwezig zijn, hier een geschikt voortplantingswater krijgen. De laatste drie zijn Habitatrichtlijnsoorten, die Europese be- scherming genieten. Dat de natuur in het beek- dal bijzonder is, wordt nog eens onderstreept door het feit, dat in 2020 de grauwe klauwier er gebroed heeft en de kruidenrijke graslanden als foerageergebied heeft gebruikt.

Natuurinclusief boeren op een unieke locatie

Nico Ettema ecoloog bij het Natuurcentrum De Maashorst

(21)

2. Jaarrekening 2020 Fonds Natuurin- clusieve Streekboerderijen BV

Toelichting

In dit jaarverslag is de niet-geconsolideerde jaar- rekening 2020 van het Fonds ingevoegd, zoals opgesteld door Vigilanter BV te Maarsbergen.

100% Dochtermaatschappij Maashorst BV is niet opgenomen: deze is primair opgericht om als medevennoot te functioneren in de Vof Boer- InNatuur. Haar jaarrekening heeft met een ba- lanstotaal van ruim € 129.000 geen substantiële betekenis voor de jaarcijfers van het Fonds, en is daarom eenvoudigheidshalve weggelaten. De balans van Maashorst BV omvat hoofdzakelijk de aangekochte fosfaatrechten en een aandeel in het werkkapitaal van BoerInNatuur.

Wijstsloot in de percelen van BoerInNatuur

(22)

Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen B.V. te Maarn 2.1 Balans per 31 december 2020

(Na resultaatbestemming)

ACTIVA € € € €

Vaste activa

Materiële vaste activa [1]

Bedrijfsgebouwen en -terreinen 1.576.763 1.416.000

Machines en installaties 31.399 22.888

Inventaris 86.984 81.059

1.695.146 1.519.947

Financiële vaste activa [2]

Deelnemingen in groepsmaatschappijen 81.092 47.581

81.092 47.581

Vlottende activa

Vorderingen [3]

Belastingen en premies sociale

verzekeringen 6.562 5.229

6.562 5.229

Liquide middelen [4] 153.369 38.806

Totaal activazijde 1.936.169 1.611.563

Maarn, 26 juni 2021

Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen B.V.

C. van Beuningen F.W. van Beuningen

P.J. Veen

Samenstellingsverklaring afgegeven d.d. 14 juni 2021

31 december 2020 31 december 2019

- 6 -

(23)

Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen B.V. te Maarn 2.1 Balans per 31 december 2020

(Na resultaatbestemming)

PASSIVA € € € €

Eigen vermogen [5]

Geplaatst aandelenkapitaal 1.856.001 1.500.001

Overige reserves -389.142 -313.312

1.466.859 1.186.689

Langlopende schulden [6]

Leningen o/g aandeelhouders 452.028 412.027

452.028 412.027

Kortlopende schulden [7]

Handelscrediteuren 5.753 6.669

Schulden aan groepsmaatschappijen 1.080 -

Overlopende passiva 10.449 6.178

17.282 12.847

Totaal passivazijde 1.936.169 1.611.563

Maarn, 26 juni 2021

Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen B.V.

C. van Beuningen F.W. van Beuningen

P.J. Veen

31 december 2020 31 december 2019

Samenstellingsverklaring afgegeven d.d. 14 juni 2021

(24)

Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen B.V. te Maarn 2.2 Winst- en verliesrekening over 2020

€ € € €

Overige bedrijfsopbrengsten [8] - 25.000

Bruto bedrijfsresultaat - 25.000

Afschrijvingen materiële vaste activa [9] 16.951 14.208

Overige personeelskosten [10] 10.957 -

Huisvestingskosten [11] 2.697 9.032

Exploitatiekosten [12] - 1.674

Kantoorkosten [13] 2.875 84

Algemene kosten [14] 52.698 16.268

Som der kosten 86.178 41.266

Bedrijfsresultaat -86.178 -16.266

Rentelasten en soortgelijke kosten [15] -163 -1.559

Som der financiële baten en lasten -163 -1.559

Resultaat voor belastingen -86.341 -17.825

Belastingen [16] - -

-86.341 -17.825

Aandeel in het resultaat van

deelnemingen [17] 10.511 -25.011

Resultaat na belastingen -75.830 -42.836

Maarn, 26 juni 2021

Fonds Natuurinclusieve Streekboerderijen B.V.

C. van Beuningen F.W. van Beuningen

P.J. Veen

Samenstellingsverklaring afgegeven d.d. 14 juni 2021

2020 2019

- 8 -

(25)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de Beheerder of de Stichting Bewaarder te kennen geeft zijn functie te willen neerleggen (waarvoor een opzegtermijn van drie maanden in acht dient te worden genomen), niet

De door Eudi Fuchs (Kwaliteit - een bericht) en Abram de Swaan (Kwaliteit is klasse) in opdracht van het Fonds geschreven essays, uitgegeven door Bert Bakker, verschenen op de dag

Het illustreert ook een vicieuze cirkel die het VAF onder meer door zijn talentontwikkeling probeert te doorbreken: zonder voorbeelden in films, series of games, worden minder

In 2017 is door het Development team en het bestuur van het TivoliVredenburg Fonds een handboek ontwikkeld voor het Fonds.. In dit handboek worden de doelstellingen verder

Er worden door het Fonds vanaf ingangsdatum van het Prospectus per 1 juli 2021 eveneens aan- en verkoopkosten in rekening gebracht aan de Participanten. Het ontvangen dividend in

Op grond van onze beoordeling hebben wij geen reden om te veronderstellen dat de jaarrekening geen getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van

Tegelijkertijd wil het Fonds bijdragen aan de doelstelling van het Residentie Orkest om door middel van zijn uitgebreide educatieve en maatschappelijke activiteiten er voor

De beheer- en servicevergoeding zijn onderdelen die elk jaar terugkeren in het Fonds en de kosten voor toe- en uittreding zijn alleen van toepassing indien door participanten