• No results found

Nr. 18. losse nummers F 1,- België 16 F.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nr. 18. losse nummers F 1,- België 16 F."

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nr. 18

losse nummers F 1,- België 16 F.

(2)

„Nou heb ik pappa nog zo gevraagd om flinke grote aard- De groentewinkels zijn dicht. Ze kan dus geen andere appelen te kopen,” zegt mama, „en nou heeft ie van die aardappelen gaan kopen. Bobo en Krabbel vinden die verschrikkelijke pietepeuterige dingetjes mee genomen. kleintjes juist leuk. Ze helpen mama met schillen. Het

Het lijken wel erwten!”

„Ik heb er nou geloof ik al duizend geschild,” moppert mama. „Niet boos zijn, mama,’ zegt Krabbel „wie weet

hoe lekker die peutertjes zijn!”

18-2

duurt heel lang. „Ik ben boos op pappa,” bromt mama.

Dan komt pappa thuis en gaan ze eten. Mama zegt niks tegen pappa. Ze is een beetje boos. Maar pappa zegt: „Mmm, dat zijn heerlijke aardappeltjes. Zulke lekkere heb ik nog nooit geproefd. Ik wist niet dat de groenteman die ver- koopt.” „Domoor,’ roept mama, „je hebt ze zelf gekocht. Weet je dat niet

meer?”

(3)

„Ja,” zegt pappa, „maar dat waren Bobo en Krabbel vinden het niet zo De volgende dag halen. Bobo en geen aardappeltjes om op te eten. Ik _leuk'dat pappaen mama ruzie hebben. Krabbel grote aardappelen bij de wilde ze in de tuin zetten om ze te la- „Ik heb een plannetje,’ fluistert Bobo groenteboer en snijden die in stukjes.

ten groeien.” in Krabbels oor. „Let maar eens op.” In heel kleine stukjes.

En die kleine stukjes stoppen ze in de grond. Daar moe- „Domme Bobo,’ zegt papa als hij ziet wat ze gedaan heb- ten grote aardappelen uit groeien. Denk jij dat dat ge- ben. „Maar het geeft niks. Het was goed van je bedoeld.

beurt? Natuurlijk niet, maar dat weten Bobo en Krabbel Omdat jullie zo lief dom zijn, is het nou allemaal weer goed.

niet. Pappa begrijpt er niets van. Kijk maar, mama lacht ook weer.”

18-3

(4)

Moeder, zegt Jip, er is een elfjesfeest.

Zo, zegt moeder, waar dan?

Bij Rietje thuis, zegt Jip. lk moet een elfjes- pak hebben en Janneke ook.

Oh, zegt moeder en zij gaat een praatje maken bij Rietjes moeder.

En het is waar. De volgende week is daar een elfjesfeest en alle kinderen zijn elfjes.

Alle kinderen uit de buurt. Nou, zegt moeder, dus jullie ook.

En Jip en Janneke krijgen ieder een elfjes- pak. Janneke krijgt een snoezig jurkje met een sluiertje van gaas. En Jip krijgt een broekje en een jasje van zij en een madelief op zijn hoofd. Zij moeten nu leren dansen en zij moeten een liedje zingen:

Trala, wij dansen toch zo graag, ín veld en beemd, bij rozenhaag Wat is beemd? vraagt Jip.

Ik weet het niet, zegt Janneke.

Wij hebben ook een rozenhaag, zegt Jip.

Ja, in de tuin, zegt Janneke.

Zullen wij daar gaan dansen? vraagt Jip.

Elfjesfeest

Goed, zegt Janneke. Maar dan moeten wij eerst ons pak aan.

Dan doet Jip zijn zijden broekje aan met de madelief. En Janneke doet haar blauwe jurkje aan met het sluiertje.

En dan gaan ze achter in de tuin. Het is wel

verteld door Annie M.G. Schmidt

getekend door Fiep Westendorp

(5)

erg koud, maar als je danst heb je het niet koud.

Pas op, daar is het vies, zegt Janneke.

Zou dat beemd zijn? vraagt Jip. Zullen wij in het beemd dansen?

Hee, horen zij opeens.

Het is Jips vader. Hij komt heel haastig de tuin in.

Wat doen jullie daar, schavuiten? roept hij.

Wij waren elfjes, zegt Jip, en wij dansen in beemd.

Naar binnen, roept vader, gauw. Midden in de winter in de tuin met die dunne pakjes

aan. Jullie krijgen griep en dan kun je hele- maal niet naar het elfjesfeest.

Jip en Janneke huilen een beetje, want hun pakjes zijn vies.

Moeder is ook heel boos, maar zij maakt de pakjes weer netjes schoon.

Moeder, wat is beemd? vraagt Jip.

Buiten op het land is het beemd, zegt moeder. Maar je moet er niet in, hoor! Anders word je ziek.

En nu gaan Jip en Janneke thuis dansen en hun liedje leren, want over een paar dagen moeten zij elfjes zijn. Zonder griep.

(6)

De Bereboot is naar Afrika gevaren. Het is daar heel warm en alle dieren lopen daar zomaar los. „Oef, wat is die zon heet,’ puft Brilbeer, „ik moet gauw wat afkoe- ling vinden, anders krijg ik een zonnesteek, technisch gesproken.”

Brilbeer begint zich uit te kleden, om een bad te nemen. Maar daar komt er nòg eentje, die wil zwemmen: een grote dikke olifant! „Ik moet opschieten,’

denkt Brilbeer, „straks kan ik er niet meer bij!’

„Ha, daar is water! Nou kan ik een bad nemen Bp Daar heb ik

echt zin in!’

18-6

(7)

Ja, als die dikke olifant in de plas gaat staan, Maar wat is dat? Hij plonst niet in water, maar ploft is er geen ruimte meer voor Brilbeer. Dus op de grond! De hele plas is weg! Hoe is dat tech- legt Brilbeer haastig zijn kleren weg, keert nisch mogelijk? Waar is al dat water opeens geble-

zich om en neemt een duik… ven?!

Ee en 5 î : De olifant neemt een lekker bad, terwijl

Brilbeer kijkt op en daar ziet hij de olifant, die hele- Brilbeer droog ligt.

maal is opgezwollen. „Ah, ik begrijp het al” denkt Hieruit kun je leren:

Brilbeer, „die langneus heeft alles opgezogen. Zo is Le hed GA NOOIT MET

hij me tòch nog voor geweest!” É INK. EEN OLIFANT

N

NES IN BAD!

ES ED

DNREN

NN \

18-7

(8)

dat je aan het ein:

van de regenboog een hele grote pot met goud kunt vinden. Ken jij dat

„ verhaal ook?

ij die pot met goud vond? Van een pot met goud word je heel rijk. Nog véél rijker dan je vader en moeder. Dan

kan je een hele boot vol lekkers kopen en een trein met speelgoed. Dan kan je altijd eten wat je lekker

De regenboog zie je als het regent de zon onder de wolken schijnt. Als het zonnetje op de re- gen schijnt, dan zie je allemaal kleuren. Dat zijn de kleuren van de regenboog. Bovenaan zit altijd rood. Daaronder oranje. Dan geel en verder omlaag zit groen. Daar- onder blauw en helemaal onder- aan paars. Het paafS van de regen- boog heet eigenlijk violet. In de regenboog zitten de kleuren van het zonlicht. De zon geeft alles

een kleur.

vindt. Je hebt een huisknecht en een dure auto. Lijkt je dat niet leuk? Nou, dan is het maar goed dat nie- mand die pot met goud kan vinden.

(9)

Paulus de boskabouter

Verteld en getekend door Jean Dulieu

ledereen weet wel dat veld- kabouters lang niet zo dapper zijn als boskabouter Ook Pieter is niet zo’n held.

Men kan zelfs wel zeggen dat Pieter een zéér bange kabouter is. En toch...

Toch kan het wel eens ge- ke beuren dat zelfs Pieter op-

eens geweldig dapper wordt.

Er dat ging nu gebeuren!

dd

Die geschiedenis met die hekseborrel waarvan Paulus en Pieter dachten dat het lekkere kabouterwijn was, zat de veldkabouter ge- weldig dwars.

‘Zal ik jullie eens wat zeggen, riep hij, ‘ik ga wraak nemen. Pieterwraak!

Ik zal die heks voor eens en voor altijd leren dat er met

Nou, Pieter durfde niet alleen wat te zeggen, hij durfde wat te doen ook.

Na een flinke prik met zijn paraplu gaf hij Eucalypta

ijzeren pan, want die kon tegen een stootje.

Eucalypta kon er niet zo goed tegen. Het zou wel een week duren voor ze weer een veldkabouter niet te

spotten valt

‘Dat kan je niet menen, Pieter,’ riep Paulus ongerust.

‘Wees toch vooral voor- zichtig, je weet hoe ver- schrikkelijk gevaarlijk Eucalypta is.

‘Ik weet het, zei Pieter boos.

‘En ze zal merken dat Pieter de veldkabouter ook ver- schrikkelijk gevaarlijk kan zijn!’

Hij was niet meer tegen te houden, die Pieter. Hij be- wapende zich van top tot

een geweldige klap met de praatjes kreeg! —

teen, meteen mes —_

en een bijl S/A

, &

en een hark vd 4

en zelfs een paraplu en op zijn hoofd

zette hij een ijzeren pot, want die kon tegen een stootje.

‘Klaar!’ riep hij flink.

‘Laat ze nou maar komen als ze durft.’

Nu kwam toevallig op dat moment Eucalypta eraan.

Ze had de laatste woorden van Pieter verstaan en riep

spottend: ‘Hee hee, Pietertje, wat durf jij allemaal te

zeggen als ik er niet bij ben?’

(10)

Op | je el kasteel

bij

CTW

mi 3 had KE

5 eel mn Ga

fn d 3 df

an an

(11)

18-14

mheteentnbetenttentnenntnbeneneteteertentetetetenhettintntttennhiinbhehminihtninmemsmininmnintmninkmsimsssssiet

Net een bakkerij

Gist'ren keek ik door de ramen van Jan en Marietjes klas.

Wat denk je dat de kindjes droegen?

Elk een koksmuts en een jas, want ze gingen koekjes bakken,

‘t oventje stond al gereed.

‚‚„t Moet juist goed zijn", zei juf Hannie,

‚niet te koud en niet te heet.”

Juffrouw Elsa was aan 't wegen, ieder kind kreeg evenveel

van de boter, ‘t meel, de suiker, de citroenschil en ‘t kaneel.

Bij het kneden werd ‘t een troep hoor.

‘“t Meel stoof vrolijk in het rond.

Jantje morste zelfs wat boter en wat suiker op de grond.

Toen na ‘n uurtje alles klaar was, leek het net een bakkerij

lagen er wel hónderd koekjes, goudgeel glanzend op een rij.

Carry W. Zijlstra-van Dijk.

(12)

Punniken

In deze doos zit een punnikklosje, verschillende kleuren wol en een punnikpen.

Prijs: £ f 6,25

Kinderen zijn dol op verkleden

Op kleuterscholen en in peuterzalen staat dikwijls een grote doos met „verkleedkleren”. Een doos vol met oude jurken, | jassen, broeken, hoedjes, petten, schoenen, kettingen en | handschoenen. De meeste kinderen zijn namelijk dol op verkleden en kunnen er

eindeloos op los fantase- ren met een oud hoedje van mama en de wandel- stok van opa. Misschien heeft u ook nog oude spullen? U zult zien, ze komen altijd van pas voor een partijtje of een toneelstukje op school.

HEOUSPEEE NEE DEELCEN UODEENWENKS VEOOLENSPEL

B Vlooienspel

Een gezellig spel om met zijn vie- ren te spelen.

Prijs: f 4,95 Vloerpuzzel

Deze Berebootvloerpuzzel be- staat uit 16 grote stukken.

Makkelijk door iedere kleuter te maken. Prijs: + f 8,95

Al dit moois is in de speelgoedzaak verkrijgbaar.

nr. 18 - 6 mei 1977

een uitgave van oberon b.v. postbus 6003 ceylon- poort 5-25, haarlem, tel. 023-339040.

adreswijzigingen: drie weken van tevoren op- geven aan de bladenman/wederverkoper of de afd, postabonnementen (zie inlichtingen, klachten enz.).

verdeler voor belgië: n.v. tijdschriften uitgevers

abonnementsprijzen: 85 cent per week off 11,05 per kwartaal (13 weken) losse nummers f 1,—.

abonnementsopgaven: schrijf naar postbus mij, jan blockxstraat 7, 2000-antwerpen, tel.

031-382380 p.r. 000-0083405-82.

prijs per nummer 16 f, verkrijgbaar bij de verkoper en in de boek- en dagbladenhandel.

(c) oberon 1977 nederiand.

C.T.W.

6298, Haarlem of bel 023-319420. azil inlichtingen klachten enz. abonnees die het blad via de bladenman/wederverkoper ontvangen:

bobo, postbus 6298, Haarlem, tel. 023-319420. | voor abonnees die het blad per post opvangen: É afdeling postabonnementen bobo, postbus 299 haarlem, tel. 023-339040.

(13)

Het klokje rond Het is vier uur. —

De school gaat uit. Basje gaat naar

© het partijtje van jarig Jetje.

met Basje Bekijk de plaatjes eens goed en vertel

tekeningen: Ellis Post Uiterweer een verhaaltje met je eigen woorden.

ank

AN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar het meisje wilde Ching niet eens hebben.. Dat was natuurlijk heel

speld aan een stokje zoals op de tekening hieronder is aangegeven. gekleurd papier ijzerdraad of een speld en twee kralen.. Een treinenpuzzel waarbij b.v. en in de

kenmachine, een Romp gevoed met het hele archief van Robbedoes en de andere redacties, een dictafoon met on- middellijke tekstlevering en een hyper- modern

Janneke loopt hard naar Jips moeder?. verteld door Annie

Met het brood onder haar arm loopt Knofje naar huis.. Gelukkig hoeft ze nergens over te

ning nr. Tevens ver- krijgbaar bij uw weekbladverkoper en in de boek- en dagbladhandel. Voor velen zullen deze eigenwijze poezen geen on- bekende zijn. Schrijfster

Door de originele tekeningen en de eenvoudige teksten zijn deze prentenboekjes heel geschikt voor de jongste leeftijdsgroep. Deze Sint en Piet zijn van allerlei

Bobo speelt op de gitaar die hij van gen, zegt juffrouw Schaap.. Bobo moet