• No results found

Nr. 1. losse nummer. België 24

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nr. 1. losse nummer. België 24"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nr. 1

losse nummer

België 24

(2)

verteld door Mies Bouhuys getekend door Fiep Westerdorp

Dit zijn ze

Ken je deze poezen?

Dit zijn Pim en Pom.

Pim is rood met streepjes en een beetje dom.

Pom is wijs en deftig en als roet zo zwart.

Pom loopt als een heertje, Pim loopt altijd hard.

En wat doen die poezen nou zo’n hele dag?

Alles wat ze willen, alles wat niet mag.

Van de boter snoepen, krabben aan ’t behang.

Zwarte poten maken in de schone gang.

Dingetjes verstoppen, die je nooit meer vindt.

’s Nachts het donkere dak op

in de grote wind.

Malle mensen nadoen en opeens heel zoet, zachte kopjes geven aan een vreemde voet.

Vachtje wassen. Eten.

Dan moet er geplast, dan weer als twee apen roetsj. roetsj. op de kast.

En daarna koeskoezen.

Dat is kop aan kop doezelen en dromen ergens in of op.

Wil je nog meer weten over Pim en Pom?

Maak ze dan maar wakker, vraag er dan maar om.

(3)

' he T Î ree

aaron an andrea

Ë Di Ì Vime ani ade

(4)

Bewerkt door Simone Schell Getekend door Eddy van Schuylenburg Gebaseerd op de oorspronkelijke verhalen

van Johnny Gruelle

De kabouter uit het sprookjesboek

Als Marcella’s vader een verhaaltje voorlas uit het dikke sprookjesboek dan mochten Lijs en Gijs ook meeluisteren. Het verhaaltje dat Marcella het allermooiste vond ging over de kabouter die onder de brug woonde. Dat Lijs en Gijs echt met rooie oortjes meeluisterden, dat wist Marcella natuur- lijk niet.

En ’s avonds, als alle poppen in bed lagen, dan vertelden Lijs en Gijs die verhalen weer door aan de anderen.

O, wat hadden Lijs en Gijs deze keer veel te ver- tellen. Ze waren namelijk een weekje naar tante Addie geweest. En wisten de poppen nog van het kaboutertje dat onder de brug woonde?,We zaten in de auto van Marcella’s vader en vlak bij het huis van tante Addie reden we over een bruggetje.

We keken naar elkaar en Gijs fluisterde in mijn oor: „Zo gauw als de echte mensen slapen, gaan we er naar toe.”

We slopen door de nacht en het maantje lachte naar ons en het maanlicht glom op het water. Wie zagen we daar onder de brug zitten? Op een steen?

De kabouter uit het sprookjesboek.

„Ik heb op jullie gewacht,” zei de kabouter. „Wij sprookjesfiguren weten alles van tevoren.” Hij rol- de een steen opzij en nam ons door een donkere gang mee naar zijn tuin. We zagen prachtige glim- mende bloemen staan. Waren dat echte bloemen?

Nee, het waren suikerbloemen en de kabouter plukte voor Gijs en mij ieder een hele mooie sui- kerbloem. „Hier staat een zeer bijzondere plant,”

zei de kabouter. En weet je wat in het hart van de plant groeide? Twee sprookjesboeken. „Als jullie weer komen dan zal ik jullie meenemen naar het veld waar de koekjes groeien,” zei de kabouter.

„En ik zal jullie ook meenemen naar de zuurtjes- grot. Blijven jullie lang bij tante Addie?”

„Een weekje,” antwoordden Gijs en ik. „Dan zul- len we nog een heleboel plezier beleven,” zei de kabouter. Hij bracht ons terug naar de uitgang en wij mochten ieder een sprookjesboek meenemen.

(5)

Die sprookjesboeken hebben we op de tafel ge- Het was al bijna dag geworden. De poppen hoor- legd. Voor Mevrouw Marcella. En gelukkig vertel- den Marcella’s vader naar de badkamer gaan. Ze de Marcella’s vader er iedere avond een verhaaltje kropen allemaal vlug onder de dekens en waar

ik Ee denk je dat ze van droomden?

(6)

kot en tekening: Joost Roelofs ke

Charles, Kees en Win zijn vrienden door. dk en dun. Ze beleven allerlei gewone en vreemde avon- turen die je iedere week in Bobo kunt lezen en-be- kijken. Het drietal maakt heel wat mee, dat zul je

_everilater dat, dan weer ZUS en dan weer ZO...

wel merken. Soms zijn ze boven, dan weer bene- den, van de ene kant naar de andere, af en toe zijn

nf

pee BEERS

ok

zen

el wie Í

_r . Et

,

e

ze hier en soms ook daar, nu Zscievek ze dit en

Alle: vrienden zijn bij opa en oma op bezoek om oude en nieuw te vieren. Opa zegt, terwijl hij steeds op zijn horloge kijkt: „Het is haast zo ver. Kees en Wim, jullie pakken vast de fles champagne en Charles mag baby Charles uit bed halen.”

Oudoom Olifant zegt: „We moeten allemaal, voor het nieuwe jaar begint, een goed voornemen be- glilhen.à Ik zel pipgeten met pijp roken te stop-

(7)

ide bals Ó pele Pr Kle ° 4 hi Ee ï / ier "1 5

AT ES et ie

4 va ien ef 4

er) pon 8 Pis: 4

Ep p Pd

pen. $ De dames Els Ooiekaat en gee Kip belo- ven dat ze nooit meer zulle’ kibbelen. de

ie. vlug de kurk van de fles!” — be

/ - 8

Plotgling begint het buiten meel}

A 1e

Ne, : {

pee rg ‘ 5 /

#i , A

bd 4 } ad

wel '

bi } }

ús, K

ard Í « We

Fo $ ‚k

pen ú )

# jp ‚#

5, mr k.

4 4 Ï

) re

K 7 & ee

eg Ce AE EE

y Zi Á my

ie, ,

r ©

BVA:

5 zichzelf geweldig Viadt kf niets bedenken. Oma,

El Herman’ Schildpad en de kleine kerstman willen _

net hun goede voornemens vertellen, maar dan

fn roept opa: „HET IS TWAALF UUR! Kee giaal

en

kn CN F EE Pe a Borek PA namg

rde 4 é Se ie va ep Re

Beld En nf St in / eh

elk es 4 Eme „e ha diner. 4

ed Z “« wel a

BOEM; BOEM, BANG, PANG, BOEM £

PRRRTSSSS! sE

Het vuurwerk i is begonnen. Kees heeft de en los”: 2

| Kid

gekregen. „Auw!” roept opa. De kurk is met een —_

grote boog leken. tegen het voorhoofd van opa geknald. Iedereen moet lachen. Ze geven elkaar een zoen en opa krij gt van iedereen twee ien op”

de voorhoof 7

e oude men n drinken een glas champagne op”

__het nieuwe jaar en de kinderen gaan met oom Oli-

fan t buiten naâr het viper ken. 7

st B

‚ 3, 9 a

t.

ee

(8)

Wie loopt daar? Karel Zevenspuit!

Zijn schaduw huppelt voor hem uit.

Aan de kar van juffrouw Knope gaat hij gauw een ijsje kopen.

Zonnebloemen langs het pad.

Lekker weertje, fijn is dat.

Als een grote, rijpe vrucht staat de zon hoog aan de lucht.

Zon, als jij er niet zou zijn hadden we geen zonneschijn.

zn Eke er AET Sn RN WR edi en inne an den ARN ie ze OE EA

(9)

/ AR Lie VGN Sar ANR

(ape 1 Om b er

(10)

tekst: Burny Bos, tekening: Diet van Beek

eten

De oma van Dieuwertje kan niet stil- zitten.

Nou ja, ze kan het wel: tien tellen of ZO.

Maar ze heeft er geen zin in.

Oma Fladder wil altijd wat doen.

Op een bromfiets rijden.

Of een boom omzagen.

Of een muurtje metselen.

Altijd wil ze maar iets doen.

En ze kan alles.

Alles, behalve stilzitten.

Dieuwertje logeert bij oma Fladder.

Dat vindt oma leuk.

En Dieuwertje vindt het ook leuk.

Bij oma gebeurt altijd zoveel.

Oma kijkt op haar horloge.

„Mooi zo,” zegt oma. „Mooi zo.”

Dieuwertje kijkt naar oma.

„Waarom zeg je mooi zo?”

„Het is mooi vroeg,” zegt oma.

„Het is pas half elf in de ochtend.”

Oma denkt even na.

„Juist,”’ zegt ze dan.

en het half elf is heb ik zin in kof- ie.

In koffie met een slagroomtaartje. Jij toch ook?”

„Ik denk niet dat ik koffie lust,” zegt Dieuwertje.

„Limonade kan ook,” zegt oma.

Ze loopt naar de telefoon.

„Op de grond jij!’

Oma duwt Poezebet van tafel.

Dan draait ze een paar cijfers.

„Hallo... hallo. ah, daar bent u.

Mag ik een taxi van u?

Ik woon in de Van Nesstraat.

Ja. Nummer 88. Dank u.

Zo,” zegt oma. „Dat is geregeld.”

Ze pakt haar ogenverf.

„Nu de boel een beetje bijschilderen.

Een beetje lippenstift.”

Oma kijkt met een schuin oog naar Dieuwertje.

„Wil jij ook lippenstift?”

„Mag dat?” vraagt Dieuwertje.

„Alles mag,” zegt oma. „Als het maar leuk is.” _ «

„Goed,” zegt Dieuwertje.

„Kom hier dan.”

Voorzichtig verft oma Dieuwertjes lippen.

Knalrood worden ze.

En Dieuwertjes ogen schildert ze groen.

Net als haar eigen ogen.

Toettoet.

De taxi is er.

„Rustig, mompelt oma.… „We komen eraan.”

Vlug grabbelt ze wat spullen bij el- kaar.

„Dag dames,” zegt de taximeneer.

Hij heeft een stoppelbaard en blau- we ogen.

De taximeneer geeft Dieuwertje een knipoog.

„Waar gaat de reis naartoe?”

Oma buigt zich voorover naar de taximeneer.

„Meneer,” zegt ze, „meneer…’”” Oma haalt diep adem.

„Deze jongedame en ik willen koffie gaan drinken.

Koffie met slagroomtaart.

Dáár moeten we naartoe.”

„Naar een restaurant, ofzo?” vraagt de taximeneer.

„Kan me niet schelen,” zegt oma.

„Al was het naar de koningin.

Als er maar koffie is.

En taart natuurlijk.”

„Mij best,” zegt de taximeneer.

En hij roept door een toetertje:

„De 41 naar restaurant.”

Ze zijn er.

Dieuwertje en oma zitten aan een ta- fel bij het raam.

Zo kunnen ze buiten alles zien.

„De ober komt eraan.

„Ober,” zegt oma.

Ze wijst naar Dieuwertje.

„Deze dame wil graag limonade.

Schrijft u maar op.

Limonade met twee rietjes.

Ik wil koffie.

En allebei willen we een slag- roomtaartje.

De grootste die u heeft.

En...” oma kijkt naar de ober.

„Houdt u van slagroomtaartjes?”

„Ik ben d'r gek op,” zegt de ober.

Met zijn tong likt hij langs zijn lip- pen.

„Dan mag u d'r ook een.”

„‚Nee.” De ober schudt zijn hoofd.

„„Nee mevrouw, dat kan niet.”

Oma kijkt de ober streng aan.

„Ober,” zegt ze, „ober, alles kan.

Als je maar wilt.”

Ze steekt drie vingers in de lucht.

„Drie slagroomtaartjes dus.”

De ober knikt.

En vlug loopt hij weg.

Om de taartjes te halen.

En nu?

Nu zitten ze met Z'n drieën aan tafel.

Oma, Dieuwertje en de ober.

En weet je wat oma zegt?

„Lekkere taartjes,” zegt ze.

„Hmmmm. Alleen een beetje klein.

Weet je wat we doen: we nemen er nog een.”

Dieuwertje moet erom lachen.

En de ober ook. En oma?

Oma maakt de knoop van haar rok een beetje los.

(11)
(12)

4 Vuurwerkspel _

n ‘Hoera! Een nieuw jaar. De rotjes en vuurpijlen vliegen om je 4E oren. Bij dít knalspel ga je langs de sterretjes de lucht in. leder ee zet vier pionnen bij één van de flessen en gooit om de beurt met

„de dobbelsteen. Wanneer je een zes of een één gooit, zet je een B pion op een fles en gooi je nog een keer. Kom je op een rood B sterretje, dan moet je drie plaatsen terug. Wie het eerst alle vier ee zijn pionnen op de kleine gele sterretjes heeft, is winnaar.

tekening:

(13)
(14)

Ies zoeken. Kijk eens goed naar de jasjes van de Eski- mo’s. Nu weet je vast wie in welke iglo

CE KJ 9 woont. Zie je ook welke dobber bij welke

En bijde Bskimo’s roze

AND 5

Pals

tk

(15)

nr. 1 - 2 januari 1981

Een uitgave van Oberon B.V. Post- bus 6003, 2001 HA Haarlem, telefoon 023-339040.

Abonnementsprijs:

f 1,30 per week of f 16,90 per kwartaal (13 weken). Losse nummers: _ f 1,45.

België: prijs per nummer 24 Fr.

Abonnementsopga- ven: Schrijf naar Bobo, _Antwoord- nummer 374, 2000 VE Haarlem of bel tel.: 023-173322.

Betalingswijze:

Abonnees _ krijgen een stortingsaccept- girokaart toege- stuurd. Wie het blad via de bladen- man ontvangt, kan de betaling ook contant met hem re-

elen.

nlichtingen en klachten voor Post- abonnees: U kunt zich van maandag t/m vrijdag van 09,00- 16.30 uur wenden tot Media- net B.V, Postbus 299, 2000 AG Haar- lem, telefoon 023- 319420.

Inlichtingen en klachten voor abon- nees via de bladen- man/ wederverko- per: U kunt zich van maandag t/m vrijdag van 09.00- 16.30. uur wenden tot Medianet B.V, Postbus 6298, 2001 HG Haarlem, tel.

023-319420.

Adreswijzigingen:

Drie weken tevoren opgeven aan de bla- denman of bij Me- dianet B.V.

Verdeler voor Bel- gië: N.V. Tijdschrif- ten Uitgevers Mij, (Internationale Uit- gevers Mij. N.V.) Jan Blockxstraat 7, 2000 _ Antwerpen, telefoon 31- 382380. _Postreke-

ning nr.

.0083405.82.

Prijs per nummer 24 Fr. Tevens ver- krijgbaar bij uw weekbladverkoper en in de boek- en dagbladhandel.

© Oberon 1981 Nederland

Weste OUEIETS Nieuwe vriendjes in het nieuwe jaar

Als u deze Bobo doorbladert ziet u dat er heel wat is veranderd.

Het is een nieuwe Bobo met nieuwe vriendjes voor uw kleu- ter. Op pagina 2 en 3 vindt u Pim en Pom. Voor velen zullen deze eigenwijze poezen geen on- bekende zijn. Schrijfster Mies Bouhuys heeft deze serie speciaal voor Bobo gemaakt. En natuur- lijk horen daar de illustraties van Fiep Westendorp bij! Tekenaar Joost Roelofsz verzorgt de pla- ten op pagina 6 en 7. Iedere week wordt een tegenstelling be-

/

handeld, waarvan Oud en Nieuw de eerste is. Op de middenpagina vindt u de komende weken een versje van Han G. Hoekstra.

Tenslotte op pagina 10 en 11 oma Fladder van Burny Bos.

Deze ondernemende oma maakt samen met haar kleindochter van alles mee. De schitterende il- lustraties zijn van Diet van Beek.

Zoals u ziet zijn we het nieuwe jaar goed begonnen en we zijn ervan overtuigd dat uw kleuter veel plezier zal beleven aan de nieuwe Bobo!

Toverplastic op de voorplaat

Met het stukje plastic dat op de voorplaat geplakt is, kan uw kleuter bijzonder leuke sieraad- jes maken. Een hanger voor aan een ketting, een speldje op een trui of een versiering aan een armband. Het is niet moeilijk om ste maken, maar toch zult u een handje moeten helpen. Vooral als de oven aangestoken moet worden. Drie minuten later is het wondersieraad klaar. De te- kening is dan flink gekrompen en een stuk dikker! Dat is weer eens wat anders dan een speldje uit de winkel!

Mededeling van de uitgever

Met ingang van nummer | gaat de prijs van Bobo met 10 cent omhoog. Deze prijsverhoging op grond van kostenstijgingen is ge- meld bij het Ministerie van Eco- nomische Zaken.

Volgende week in Otje en hotel de Koperwiek

Eindelijk weer een typisch Annie M. G. Schmidt kinderboek, met onovertroffen tekeningen van Fiep Westendorp! Otje is de dochter en Tos de kok is de vader. Tos werkt in hotel de Ko- perwiek, maar de zaken staan er niet best voor. Daarom wordt Tos ontslagen. Dat zou niet zo erg zijn, als z’n kokspapieren niet zoekgeraakt waren in het kompjoetergebouw. Hoe komt Tos nu aan een baan? Samen met Otje, de muizen Lodewijk en

‚Suzie, de vogels Kwark en Toep en meneer Pijpetoon weet hij dit probleem op te lossen. Een hart-|

veroverend voorleesboek! Prijs:

f 19,90. Uitgave: Querido.

Met de kaartjes, die volgende week in Kleutertje Knutsel zit- ten, leert uw kind spelenderwijs welke bloemen en planten bij de lente, zomer, herfst en winter ho- ren. Het spelletje kan alleen ge- speeld worden, maar ook met een vriendje

(16)

DulaD) OlsAAS :UASUIUIHYA1 ADDJISLOON UDA IUULLOS) :1S21

D

de grote dikke sneeuwpop

Bobo, Krabbel en Boemsi gaan schaatsen in het park. „Kijk eens wat een prachtige sneeuwpop daar staat,” zegt Bobo als ze op een bankje zitten om hun schaatsen aan te doen.

„Zo’n grote, dikke heb ik nog nooit gezien!” roept Boemsi.

Maar. als ze even later wéér kijken, springen ze van schrik overeind. „Dat kán toch niet!” roept Krabbel. „Die sneeuw- pop is veel dichterbij gekomen!” Boemsi vindt het doodeng.

Ze gilt van schrik. En de kinderen die aan het schaatsen zijn horen het. Ze komen kijken wat er aan de hand is. en dan zien ze vol schrik hoe die griezelige sneeuwman ineens op ze afrent. Hij steekt zelfs zijn arm omhoog — en de kinderen zetten het op een lopen! Tot Bobo omkijkt. En wat ziet hij?

De griezelige sneeuwman heeft zijn hoofd afgezet en… het is oom Slokop. Die heeft zich verkleed als sneeuwpop. En na- tuurlijk maakte hij weer een ondeugend plannetje om de kinderen er in te laten lopen! Voor de schrik mogen ze alle- maal met hem mee om iets lekkers te eten. En wat kiezen ze bij al die kou? Ja, natuurlijk: allemaal een ijsje!!

nf

/ zy

'

We,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij knippert met zijn fluistert hij zijn toverspreuk achter zijn hand, zodat boer Knol ogen.. Mevrouwtje Sprokeboom is naar buiten

speld aan een stokje zoals op de tekening hieronder is aangegeven. gekleurd papier ijzerdraad of een speld en twee kralen.. Een treinenpuzzel waarbij b.v. en in de

Ik werd meegesleurd maar ik pakte net op tijd met mijn andere hand de kabel van de raket vast. De raket begon al vlam

Als we verhalen horen van vrienden en hun katten, beseffen we maar eens te meer hoe fantastisch veel geluk we hebben met Mona en Sibo.. Hun karakters (oversociale Mona die

Janneke loopt hard naar Jips moeder?. verteld door Annie

Met het brood onder haar arm loopt Knofje naar huis.. Gelukkig hoeft ze nergens over te

Hebt u alstublieft een boterham of een worteltje voor ons?” Tsjoek Tsjoek herkent ze niet.. daa

Bobo speelt op de gitaar die hij van gen, zegt juffrouw Schaap.. Bobo moet