• No results found

Hoofdafdeling Wegen en Verkeer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoofdafdeling Wegen en Verkeer"

Copied!
73
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Mlnlrterle van Verkeer en Waterrtaat

Directoraat-Ceneraal Rijkswaterstaat

D~rect~e llrrelmeergeb~ed

Hoofdafdeling Wegen

en Verkeer

(2)

Werkplan 1998

Hoofdafdeling Wegen en Verkeer (WV)

11 februari 1998

... . . . . . . bedrijfsbureau WV

(3)

Werkplan WV 1998

Inhoud

blz .

1 Inleiding

. . .

5

2 Taken en ontwikkelingen 2.1 Taak en rolopvatting

. . .

6

2.2 Ontwikkelingen m.b.t. het takenpakket Verkeer en vervoer

. . .

6

. . .

Aanleginfrastructuur 7 Beheer en onderhoud idhtmctuurrlWegbeheer 2000

. . .

8

Dijkversterking

. . .

10

Crisisbeheersing

. . .

10

Medewerking aan AN-producten

. . .

10

2.3 Bedrijfsvoering

. . .

10

2.4 Kwaliteitszorg

. . .

11

3 Organisatie en personeel 3.1 Formatie

. . .

12

3.2 Personeel

. . .

14

3.3 Opleidingen

. . .

15

3.4 Personele middelen

. . .

15

4 Samenvatting producten 4.1 Overzicht WV-producten

. . .

16

4.2 Personeelsinzet

. . .

17 Bijlage 1 ~ o e l i c h t i n ~ 'WV-producten

Bijlage 2 Confrontatie met de randvoorwaarden

Bijlage 3 Spelregels interne contracten zoals vastgesteld in DTV 2-2-1998

(4)
(5)

1 Inleiding

I

De opzet van het voorliggende werkplan van de hoofdafdeling WV is als gevolg van de invoering van IBO enigszins ahijkend van voorgaande jsren.

Het uitgangspunt in dit werkplan zijn de producten die WV gaat leveren. De h i e ~ o o r benodigde middelen zijn te splitsen in productuitgaven en directe

uitvoeringsuitgaven. De productuitgaven, uitgaven aan aannemers, zijn vermeld bij de producten. Daarnaast zijn de uitgaven aan specialistische diensten, de P-inzet en de inhuurluitbesteding, als belangrijke componenten van de directe

uitvoeringsuitgaven, alsmede het totaal aan directe uitvoeringsuitgaven vermeld.

Het werkplan blijft in de eerste plaats een sturingsinstrument voor de

hoofdafdeling. Daamaast dient het werkplan als de WV-bijdrage voor het contract 1998 en de productbegroting 1999-2003 waartoe ook de projecten in die periode en de benodigde middelen zijn opgenomen.

De basis voor het werkplan vormen de afdelingsplannen van de vier WV- afdelingen. Daarin zijn voor de producten waarvoor de afdeliigen

verantwoordelijk zijn gedetailleerde planningen opgenomen. De weergave in dit werkplan is een samenvatting hiervan.

De opzet van het werkplan is als volgt:

In hoofdstuk 2 wordt de taak van de hoofdafdeliig toegelicht en worden enkele belangrijke ontwikkelingen vermeld. Ook wordt aandacht besteed aan

bedrijfsvoering (IBO), Wegbeheer 2000 en Wteitszorg.

In dit werkplan wordt tevens aandacht besteed aan de organisatie en aan de rnensen b i i e n de organisatie. In hoofdstuk 3 wordt een beeld gegeven van de formatie en de te venvachten ontwikkelingen. Tevens wordt aandacht besteed aan algernene personele aspecten, zoals opleidingen en beheersing ziekteverzuim.

De concrete uitwerking van de te realiseren producten en de te bereiken resultaten resulteert in een behoefte-planning van personele en linauciele middelen. Deze zijn opgenomen in sarnenvattende overdchten in hoofdstuk 4 en per product in de bijlagen.

(6)

2 Taken en ontwikkelingen

2.1 Taak en rolo~vatting

De hoofdafdelig Wegen en verkeer (WV) is binnen de directie IJsselmeergebied verantwoordelijk voor de verkeer- en vervoertaken die in opdracht van de beleidsdirecties uitgevoerd worden en anderzijds voor de taken die voortkomen uit de opdracht die Rijkswaterstaat als uitvoeringsorganisatie heeft. Dit laatste komt tot uiting in:

-

het beheren, instandhouden en exploiteren van r i j k s i i c t u w (wegen, bruggen, vaarwegen, sluizen, em);

-

het zorgdragen voor een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer op de r i j k s i i c t u u r ;

-

het voorbereiden, ontwerpen, begeleiden en uitvoeren van civieltechnische en elektromechanische werken.

2.2 Ontwikkeliigen m.b.t. het taken~akket Verkeer en vervoer.

Het zich frequent en gelijktijdig verplaatsen van grote aantallen mensen leidt tot knelpunten. Een breed en groeiend scala aan instnunenten staat ter beschikkiug om de vraag naar mobiliteit te faciliteren en veilig te geleiden. Die instnunenten liggen op het gebied van telecommunicatie, collectief- en individueel perso- nenvervoer en voor het vervoer van goederen. De overheid faciliteert. Het vervoer zelf wordt aan marktpartijen overgelaten.

De provincie Flevoland heeft aansluiting gezocht bij de Randstadprovincies en stemt daarmee haar beleid af. Flevoland is in de race als een van de lokaties voor woningbouwtaakstellingen in de VINEXact (actualisatie VTNEX) voor de periode 2005

-

2010.

De directie IJsselmeergebied gaat er voor de komende jaren van uit dat Almere zal blijven groeien ongeacht een taakstelling in de VINEXact. In 1998 zal een

strategische studie worden opgezet om de gevolgen van deze groei in kaart te

(7)

Werkplan WV 1998 7

brengen. Naast inzicht in de behoefte aan aan de groei gekoppelde hhstmctuur worden uit deze studie uitkomsten verwacht voor het te voeren verkeer- en vervoerbeleid in de regio.

Het convenant Verdi regelt de verdeiig van taken en bevoegdheden op het gebied van verkeer en vervoer tussen de drie overheidslagen. Ten aanzien van het

Openbaar Vervoer is de venvachting dat de bevoegdheden met betrekking tot de dienstregeling per 1 januari 1998 aan de provincies en daarvoor in aanmerking komende gemeenten wordt overgedragen. Dit is dan het eerste jaar waarin volledig volgens de taak- en roiverdeling van VERDI wordt gewerkt.

Op 1 juli 1997 is een intentieverklaring voor het startprogramma Duurzaam Veilig ondertekend. Het doel van dit programma is om het aantal verkeersslachtoffers nog verder te verminderen, waardoor de doeistelling van het Meejarenplan Verkeers- veiligheid b i i e n bereik komt. Van de regionale overheden wordt verwacht dat zij plannen indienen op het gebied van aanpassing hhstmctuur om deze doelstelling te verwezenlijken. In 1998 zullen de eerste plannen ingediend en beoordeeld worden.

In 1998 wordt het eerste Provinciale Verkeer en Vervoer Plan (PVVP) opgesteld door de provincie. Hierin wordt het door de provincie voorgestane verkeer en vervoerbeleid beschreven. Inzet van de directie IJsselmeergebied zal zijn om het rijksbeleid daarin verankerd te krijgen. Concreet betekent dit dat naast de door de lagere overheden gewenste nieuwe infrastructuur ook aandacht gevraagd zal worden voor flankerend beleid (b.v. parkeer- en locatiebeleid) en versterken van het gebruik van het Openbaar Vervoer. Het PVVP is het kader voor het te voeren provinciaal en gemeentelijk beleid. Dit beleid zal echter ook deel moeten uitmaken van het beleid voor de Ruimtelijke Ordening en Milieu.

Het goederenvervoerbeleid van de directie IJsselmeergebied wordt ontwikkeld, waarbij de aandacht zal gaan naar het aanleggen van overslagvoorzieningen en het verbeteren van de mogelijkheden voor vemoer over water en per trein.

Aanleg infrastmctuur.

De aanleg van de A27 (gereed 1999), de reconstructie van de N50 (gereed 2001), de dijkversterkingen (gereed 2002) en de reconshuctie aansluiting Kamperhoekweg (gereed 2001) zijn de laatste projecten die nog tot het Zuiderzeeproject kunnen worden gerekend en dus volgens de daarbij geldende procedures kunnen verlopen.

In 1994 is de Trackwet van kracht geworden. In 1996 is een nieuwe MIT-systema- tiek met verkenningen-, planstudie- en realisatiefase ingevoerd. Deze nieuwe aanpak vergt een grondige onderbouwing van nieuwe hhstmctuur. Volgens deze nieuwe systematiek verlopen de planstudies (tracdmer studies) voor de CRAAG en de Hanzelijn.

(8)

8 Werkplan WV 1998

De werkzaamheden aan de A27 zullen in 1998 geheel op Flevolands gebied piaatsvinden en vooral rondom de knoop met de A6 geconcentred zijn.

Daamaast zal de voorbereiding van de verharding en de afbouw veel inzet vereisen om openstelling van het totale wegvak in 1999 te k m e n realiseren.

In de realisatie van de A27 wordt voor 23 miljoen ECU bijgedragen door de EU.

Begin 1999 zullen de werken van start gaan voor de reconstructie van de N50 gedeelte Emmeloord-Ens. Ook hierin wordt bijgedragen door de EU.

Het gedeelte Emmeloord-Ens maakt deel uit van een totaal project, de

reconstructielaanleg van de N50 tussen Emmeloord en Kampen. Het (nieuwe) weggedeelte tussen Kampen en Ramspol wordt aangelegd door de directie Oost- Nederland. Voor de reconstructie van het weggedeelte tussen Ramspol en

Emmeloord is de directie IJsselmeergebied verantwoordelijk

Voor de bouw van de nieuwe Ramspolbmg wordt de procedure van de Trackwet gevolgd. Dit werk is opgedragen aan de Bouwdienst.

De reconstructie van Emmeloord tot Ens is voorzien in de jaren 1999-2001. Met de bouw van een nieuwe Ramspolbrug wordt omstreeks 2003 begonnen.

De wegreconstructie vindt zo veel mogelijk plaats volgens het model Duurzaam Veilig en omvat de aanleg van parallelwegen en fietspaden, een verbreding van de bestaande verharding en de bouw van een viaduct ter plaatse van de kruising met de Vliegtuig/Sloefweg.

Beheer en onderhoud infra~tructuur/Wegbeheer 2000.

Instandhouding wordt beschouwd als b a s i s v o o m d e voor het blijvend kunnen vervullen van de functie van het hoofdwegennet en heeft als zodanig de hoogste prioriteit. De uitvoering van de onderhouds- en beheersactiviteiten geschiedt onder verantwoordelijkheid van de dienstkringen.

De te vemchten activiteiten zijn gebaseerd op het instandhouden van de objecten en voorzieningen zoals verhardingen, kunstwerken, verkeersvoorzieningen, landschap & milieu en exploitatie.

Relevante ontwikkelinnen

De werkzaamheden worden in beginsel filevrij uitgevoerd zodat de doorstroming en veiligheid van de wegwerker en weggebruiker op het zelfde niveau ligt als in de normale situatie. Bij langdurige werkzaamheden (groot onderhoud) gebeurt dit door toepassing van het 4-0 of 3-1 systeem, nachtwerk of weekendwerk. Hierbij worden de hogere uitvoeringskosten ten gevolge van de uitgebreidere verkeers- voorzieningen geaccepteerd. Indien een kostenlbaten analyse uitwijst dat het voornoemde uitgangspunt onevenredig veel meer kost (verkeersvoorzieningen versus maatschappelijke kosten) vindt een heroverweging van het uitgangspunt file-arm werken plaats.

In verband met de veiligheid van de wegwerkers worden in de bestekken maatregelen voorgeschreven op basis van een Veiligheids- en Gezondheidsplan

(V&G

plan).

(9)

Incidentmanaeement

Het me1 en vakkundig athandelen van incidenten, v a r i k n d van grote tot kleine ongevallen en stilstaande voertuigen op vluchtstroken em., is noodzakelijk in verband met het beperken van de ontstane v m g i n g in de verkeersafwikkeling.

Op de grensvlakken N27 en de A6 wordt met de aanpalende directies (Utrecht en Noord-Holland) samengewerkt. De afhandelii van incidenten b i i e n de directie

IJsselmeergebied geschiedt op basis van de interne handleiding Incidentmanagement van 1996.

Iiiertoe zijn afspraken gemaakt met KLPD en diverse andere hulpdiensten in Flevoland.

Dvnamisch Verkeersmanaeement

Naast het reguliere beheer en onderhoud zal in de komende periode aandacht besteed worden aan de verdere ontwikkeling en invullig van de nieuwe taken en functies die voortvloeien uit de invoering van Dynamisch Verkeersmanagement (DVM). DVM is &n van de speerpunten van Rijkswatentaat in het kader van de filebestrijdiig. Uitgangspunt is het beter, effectiever en eficihter gebruiken van het hoofdwegennet.

Voor het beheren, implementeren en ontwikkelen van nieuwe DVM-systemen en het toepassen van DVM-maatregelen is het noodzakelijk dat elke directie

organisatorische maatregelen @eft om invoering van DVM mogelijk te maken.

Hierbij is een belangrijke rol en

taak

weggelegd voor de Regionale Verkeersma- nager en de dienstkringen. Vooralsnog worden de nieuwe taken en functies ingebed in de huidige orgauisatie bij de afdeling WV en de dienstkringen.

Beheemlannen (Weebeheer 2000)

De eerste-generatie regionale en lokale beheerplannen wordt medio 1998

opgeleverd. Op onderdelen zullen deze plannen nog niet volledig zijn en zij zullen in de komende jaren verder worden uitgewerkt en bijgesteld.

Het regionale beheerplan bevat de bouwstenen en elementen die noodzakelijk zijn voor het nemen van beslissingen over de omvang van maatregelen, de noodzaak ervan, het tijdstip, de benodigde financiEle middelen en voor het stellen van prioriteiten. Het regionaal beheerplan draagt bij aan de verhoging van de

transparantie van de bedrijfsvoering en de communicatie. Het levert de gegevens voor het opstellen van de productbegroting en geeft tevens invulliig aan het landelijk beleid zoals dat is vastgelegd in ondermeer het S W 2 .

Het Landelijk Beheerplan en het document Kaders beheerplannen Droog vormen de uitgangspunten van de uitwerking van het regionale-en lokale beheerplan.

Op basis van de eerste-generatie beheerplannen

kan

de productbegrohg voor het jaar 2000 ten behoeve van de realisatie van de plannen worden onderbouwd met

behulp van de Wegbeheer 2000 uitgangspuntenfilosofie.

(10)

Dijkversterking.

In het kader van overdrachten van dijken langs het Uarkermeer aan het Heernraadschap Fleverwaard is overeengekomen de dijken te ventexken. De dijkversterkingswerken omvatten de dijkversterking Oostvaardersdijk Noord en de dijkversterking rond Lelystad-Haven (dijkversterking Houtribhoogte I en 11). De aanvang met de werkzaamheden voor de Oostvaardersdijk Noord vindt plaats in 1998, de werkvlamheden zullen tot en met het jaar 2000 duren. De dijkvenkrking Houtribhoogte I zal begin 1998 worden afgerond. Voor de dijkversterking

Houtribhoogte I1 loopt nog een mer-procedure, welke in 1998 zal worden afgerond. De aanleg zal starten in 2000 en zal in 2002 worden afgerond.

De dijkversterking van de IJsselmeerdijken omvat de dijken van de Noordoostpolder en de dijk Lelystad-Roggebotsluis.

Crisisbeheersing.

De afdeling WVW beheert het landelijk RWS-noodpompenbestand, opgeslagen te Harderhaven. Ook in 1997 heeft pompmterieel die& gedaan: als noodbemaliig van het Noordzeekanaal en in Polen om de wateroverlast aldaar te bestrijden.

WVW levert daarbij de deskundige mankracht.

Na het vervallen van de wet BWO is niet helder wie t a v . het product "inzet en onderhoud van de pompen" bepaalt en betaalt. Na de inzet in Polen is het tijd om in overleg met HK duidelijke afspraken te maken over product,

opdrachtgeverschap en budget.

Het product crisisbeheersing wordt in het AN-werkplan opgenomen en nader toegelicht.

Medewerking aan AN-producten.

De WV-afdelingen zijn opdrachtnemers voor diverse AN-producten of deelproducten. Voor WVL- en WVW valt te denken aan het natte beheer en onderhoud, voor WVT aan projecten (dijkversterking Usselmeerdijken,

Krabbersgatsluis, natuurbouw) en voor W W aan advisering bij natte projecten.

Inhoudelijk worden deze producten in het AN-werkplan opgenomen. Om een compleet beeld van de WV-activiteiten te geven is in hoofdstuk 4 een overzicht gegeven van de AN-producten en de P-inzet van WV-afdelimgen op deze

producten.

Het onderhoud van de A7 door ANA is in dit WV-werkplan opgenomen, inclusief de benodigde middelen @roductuitgaven en directe uitvoeringsuitgaven).

1998 is het eerste jaar waarin gewerkt zal worden conform IBO.

IBO houdt in het op tijd leveren van een product met de afgesproken kwaliteit en

(11)

Werkplan WV 1998 11

b i i e n het afgesproken budget. Het maken van goede afspraken en het goed vastleggen hiervan is een belangrijke factor voor het slagen van IBO.

In dit werkplan is per product de opdrachtgever en de opdrachtnemer vermeld. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het product en voor de geraamde middelen, gesplitst in productuitgaven en directe

uitvoeringsuitgaven. Eventuele afspraken over bijstand door andere RDIJ- afdelingen en van specialistische diensten worden schriftelijk vastgelegd.

Een ander belangrijk aspect van IBO is het (zoveel mogelijk) toerekenen van alle kosten naar de producten. In de loop van 1997 is begonnen met het opzetten van en het opdoen van ervaring met de kostenverdeelmodule van FAIS en het

tijdschrijfsysteem W S . Alle uitgaven op de werkartikelen worden in FAIS gekoppeld aan producten. Door middel van tijdschrijven kunnen de personele kosten achteraf toegewezen worden aan producten. De overhead zoals de overige P-uitgaven (b.v. opleidingskosten), huisvestingskosten en bureaukosten, kan d.m.v.

een opslag in het tarief per medewerker meegenomen worden.

2.4 Kwaliteitszorg

Begin 1997 hebben alle daarvoor in aanmerking komende medewerkers (directie UAV/toezichthouders) de PBNA opleiding gevolgd om te kunnen werken met toedcht- en kwaliteitsplannen zoals omschreven in de Leidraad kwaliteitszorg uitvoering RWS werken.

In 1997 is een aantal onderhouds- en nieuwbouwbestekken onder volledige kwaliteitsborging aanbesteed. Medio september worden deze bestekken geevalueerd.

Vanaf 1-1-1998 zullen alle uit te voeren werken in de GWW sector onder volledige kwaliteitsborging uitgevoerd worden. Mede om voorbereid te zijn en gesteld te staan voor die ontwikkeling wordt in 1997 nog veel aandacht

geschonken aan de evaluatie van de in uitvoering zijnde werken onder volledige kwaliteitsborging en aan het geven van voorlichting en instructie aan medewerkers rniddels een kwaliteitsdag.

Tevens wordt in 1997 een start gemaakt met het inrichten van een directiebrede projectorganisatie ten behoeve van de implementatie van interne kwaliteitszorg.

Hiertoe zijn inmiddels de eerste stappen gezet door het aantrekken van een projectleider voor de duur van twee jaar. Inteme kwaliteitszorg is erop gericht de processen binnen de organisatie in kaart te brengen, te analyseren, te stroornlijnen, alsmede om fouten te voorkomen, op te sporen en te verbeteren. Interne en externe kwaliteitszorg zullen in de toekomst dan ook de basis vormen van

integrale kwaliteitszorg. De eerste resultaten zullen in de loop van 1998 zichtbaar worden. Zo zal bij WVT een kwaliteitssysteem ontwikkeld en gdmplementeerd worden. De afspraken b i i e n dit kwaliteitssysteem worden vastgelegd in een kwaliteitshandboek. De doelstelling is om eind 1998 alle processen binnen WVT op hoofdlijnen onder dit kwaliteitssysteem te laten verlopen.

(12)

3 Organisatie en personeel

In het kader van de nieuwe bedrijfsvoering volgens

IBO

worden producten gedefmieerd en de daaraan verbonden kosten vermeld. De personele inzet maakt, als component in de directe uiwoeringsuitgaven, een belangrijke kostenpost uit.

Het ligt dan ook voor de hand om meer dan in het verleden de relatie aan te geven tussen de te leveren producten en het daarvoor benodigde personeel. De

personeelsformatie is de "vaste kern" in de P-inzet; incidenteel of in pieken benodigde personele capaciteit wordt (als "flexibele schiI") tijdelijk ingehuurd.

Momenteel wordt gewerkt aan de fonnatie 1997-1998 waarbij aansluiting wordt gezocht bij de producten die in die jaren geleverd zullen worden. Naar

venvachting zal de fonnatie totaal 149,4 fte's omvatten en er ongeveer als volgt uit gaan zien:

Hoofdafdeling WV

m

Ten opzichte van de (fonneel ingediende) fonnatie 1996 worden de belangrijkste ontwikkelingen per afdeling toegelicht.

WVB Eind 1996 zijn uitvoerende taken van de afdeling CXC (contractzaken) overgeheveld naar het bedrijfsbureau. Bij deze deceniralisatie is de

formatie van WVB uitgebreid met 1,21 fte.. Tevens heeft enige uitbreiding plaatsgevonden voor de reguliere taken van WVB. Totaal is de

fonnatieomvang gekomen op 5,l fte's. Als gevolg van de invoering in 1998 van IBO zal er sprake zijn van een gewijzigde bedrijfsvoering maar het is vooralsnog niet de verwachting dat de formatieomvang hierdoor aangepast zal moeten worden.

(13)

WVL De in 1996 vastgestelde formatie van WVL omvat 53,6 fte's. In het kader van herbezetting 36-urige werkweek zijn daar begin 1997 2,7 fte's aan toegevoegd. Daarmee komt de totale formatie op 56,3 fte's. In het voorstel voor de nieuwe formatie 199711998 wordt de afdeling projecten versterkt met een medewerker voorbereiding/centraal punt, een

tekenaarhestandsbeheerder en een projectleider (i.p.v. medewerker projecten). Daarnaast wordt door enkele interne verschuivingen een staf gevormd waarmee de helderheid van de organisatie wordt bevorderd.

WVT De huidige formatie-bezetting is 38,l fte, daarboven zijn er 27 mensen ingehuurd of in tijdelijke dienst. De komende twee tot drie jaar zal er op basis van de te leveren producten een behoefte zijn van 80 tot 90 fte. Op langere termijn zal deze personeelsbehoefte afnemen tot 35-40 fte, met als voornaamste werhelden wegenbouw, natuurbouw en bodemsanering (baggeren). Een aanpassing van de organisatie van WVT is nodig om in de toekomst te voldoen aan de door het DT van RDIJ geformuleerde taak als intern opdrachtnemer van alle aanleg activiteiten van de hoofdafdelingen AN en W V en van grootschalige (verbeterings)projecten van de

dienstkringen. Dit alles binnen het kader van

IBO

(0.a projectmatig werken) en van een kwaliteit ISO-norm waardig. Van het personeel vraagt dit een omslag van het doedenken naar het hoedenken, een hoger abstractie niveau en een profiel dat specialisme kent maar ook breedte geeft. Gezien de leeftijdsopbouw van de afdelig (70 procent is 50+) is bovendien een ve dongkg gewenst. De afdeling WVT nieuwe stijl zal een afdeling worden met veel aandacht voor werkvoorbereiding en deskundig opdrachtgeverschap.

WVV De formatie 1996 omvat 15 functies. Deze formatie wordt gehanteerd als kernformatie met medewerkers in vaste dienst. Voor de daarboven

komende inzet wordt gewerkt met een flexibele k tmet een voorkeur voor aanstelling in tijdelijke dienst.

In 1997 zijn de vacahues voor uitbreiding vervuld. In 1997 is voor T i 0,5 fie toegewezen. Voor de formatie 1998 is de verwachting dat er geen uitbreiding noodzakelijk is. Mogelijk zullen enige aanpassingen in

functieniveau noodzakelijk blijken te zijn

WVW In 1996 en 1997 is de formatie uitgebreid met 8 fte's. Daarmee wordt een deel van uitbesteed werk gedeprivatiseerd. Hiermee wordt invulling

gegeven aan het AoP-beleid verwoord in de nota "verantwoord

uitbesteden". Doel is het behouden van eigen deskundigheid om aan de rol van opdrachtgever op verantwoorde wijze invuiling te kunnen geven. De daadwerkelijke vervulling van de formatieplaatsen zal (deels) in 1998 zijn beslag krijgen. WVW komt dan uit op 26 fte's.

(14)

14 Werkplan WV 1998

3.2 Personeel

De volle orderportefeuille van WV tezamen met de gevolgen van de invoering van de 36-urige werkweek zorgen ervoor dat de werkdruk voor de medewerkers toeneemt. Aandacht voor het welbevinden, het functioneren en de ontwikkeling van de medewerkers is meer dan ooit van groot belang. Voor de medewerkers worden de gevolgen van de omvonning van de regionale directie naar een professionele uitbestedingsorganisatie goed merkbaar. Het is noodzakelijk het geheel van de organisatie vakinhoudelijk, kwalitatief en professioneel naar een hoger plan te tillen.

Personeelsinstnunenten die voor de begeleiding van het personeel ingezet worden,

. .

zijn het functioneringsgesprek (met iedere medewerker mlnlmaal eenmaal per jaar) en het beoordelingsgesprek (met name inzake rechtspositionele zaken).

Daarnaast is met name het instrument werkoverleg uitermate belangrijk voor een goede samenwerking en betrokkenheid tussen management en medewerkers.

Speerpunten van personeelsbeleid van de hoofdafdeling WV voor 1998 zijn de kwaliteitsverbetering van het werkoverleg en van het functioneringsgesprek (in

1996 werd met slechts 17% van de medewerkers een functioneringsgesprek gehouden).

Door een nauwe betrokkenheid van chef en collega's bij ziekte van een medewerker zal 'aandacht worden besteed aan het vwder terugdringen van het ziekteverzuim. Door de aandacht die de afgelopen jaren reeds besteed is aan het ziekteverzuim, ligt het ziekteverzuim van WV al bijzonder laag.

Een aspect waar aandacht aan besteed zal worden is de vergrijzing van

medewerkers b i i e n met name WVT en WVL. Binnen enkele jaren zal een aantal oudere medewerkers afscheid nemen van de directie. Om zo weinig mogelijk ken& en enraring verloren te laten gaan zal nu reeds nagedacht dienen te worden over de overdracht van kennis en enraring. Een van de mogelijkheden is het vroegtijdig aantrekken van opvolgers zodat er een periode van overlap ontstaat.

WVMrVB 3.21 %

tabel zuktcverruimcgfen o m he1 jaar 1996.

Cijfers cxcl. mangenchapr a bevallingrvniof

WW 4.11 %

WVT 6.61 %

WVW 2.05 %

\KVL 2.28 %

Totaal WV 3.83 %

(15)

Jaariijks wordt in het kader van taakverandering, taakontwikkeliig en

mensontwikkeling de opleidingsbehoefte en opleidingsnoodzaak van de medewer- ker besproken in het functioneringsgesprek. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in opleidingen op het gebied van kennis, vaardigheden (vakinhoudelijke opleidingen, opleidingen op het gebied van management en bedrijfsvoering) en gedrag. De uitkomst van dit geheel wordt opgenomen in het jaarlijkse opleidingenplan.

Over het jaar 1996 heeft de hoofdafdeling WV in totaal f 200.377,- aan individuele en groepsopleidingen uitgegeven. De grootste kostenpsten daarin waren de workshops over de toekomst van WVT en de workshops projectmatig samenwerken van W.

Een derde s p e q u n t van het personeelsbeleid van WV is gericht op een kwaliteitsverbetering van het opleidingenplan. Hierin wordt aangegeven welke opleidingen op korte termijn (het komende jaar) en welke opleidingen op lange termijn (visie op de komende drie jaar) noodzakelijk zijn.

Het streven is in de nabije toekomst om voor e k e medewerker een persoonlijk ontwikkeliigsplan (POP) op te stellen, gericht op de loopbaanontwikkeliig zowel in horizontale als verticale richting. Dit mede om de mobiliteit van de

medewerkers te verhogen.

3.4 Personele middelen

In dit werkplan zijn op de werkartikelen iinanci&le middelen opgenomen voor het eigen personeel, voor inhuurluitbesteding en voor apparaatskosten (directe

uitvoeringsuitgaven). Aanvragen voor inhuurluitbesteding kunnen in WV-st&

besproken worden.

Niet opgenomen maar we1 wenselijk zijn extra financi&le rniddelen voor het tijdelijk boven-fomatief aanstellen van medewerkers die oudere werknemers op korte termijn op gaan volgen. Op deze wijze kan dynamisch op situaties in het werkaanbod worden ingespeeld, waarbij waardevolle kennis voor de organisatie behouden blijfi. WV kent daarmee een vaste kernformatie, toegesneden op een stabiel takenpakket, aangevuld met een flexibele schil (gevoxmd door ingehuurd of tijdelijk personeel).

In onderstaande tabel wordt de arbeidsmix voor WV per 1-1-1998 weergegeven alsmede de streefcijfers voor 1

-

1

-

1999 (prestatieindicator arbeidsmix):

(16)

16 Werkplan WV 1998

4

Samenvatting producten

4.1 Ovenicht WV-oroducten

- -

*) In de financi&le reeksen in bijlage 1 zijn voor het beheer en onderhoud van de rijkswegen de vaste en de variabele kosten gesommeerd opgenomen. De realisatie van de derde rijstrook A6 en van de aansluiting Kamperhoekweg kunnen onder variabele kosten gerangschikt worden. Afhankelijk van de definities kan uit achterliggende gegevens een uitsplitsing in vast en variabel onderhoud gehaald worden.

W u c t IW-TAKEN

B&M MAATREGELEN

AANLEG DUURZAAM VEILIG REALISATE VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID

SPEERPUNTEN VERKEERSVEILIGHEID PLANSTUDIE CRAAG

PLANSTUDIE N50

PLANSTUDIE RAMSPOLBRUG PLANSTUDIE HANZELITN

VZMENNNG ALMERE 4-SPORIG PLANSTUDIE OV-BANEN ALMERE PLANSTUDIE OV-BANEN ALMERE-POORT REALISATE A27

REALISATE NSO

REALISATE RAMSPOLBRUG

REALISATE TRANSFERXUM ALMERE VOORBEREWING B&O RIJKSWEGEN BEHEER EN ONDERHOUD A6 ) BEHEER EN ONDERHOUD N27lA27 ') BEHEER EN ONDERHOUD N5O

BEHEER EN ONDERHOUD A7 ) REALISATE A6 MUIDERBERG-SIOI W *) REALISATE A6 KAMPERHOEKWEG *) BEDlENlNG KJZELBRUG

BEDlENlNG RAMSPOLBRUG

DIJKVERSTERKING FLEVERWAARD DUKVERSTERKING USSELMEERDIJKEN ONTVANGSTEN RW REAL. AANLEG ONTVANGSTEN RW REAL. B&O

In bijlage l a zijn onderstaande 2 projecten opgenomen waar W V bij betrokken is.

I il

Opdrachmmcr

C van d m H a s p e l 0 L L o o s 0

B. Balgobind 0

B. Balgobind 0

B. Balgobind 0

C. van dcn Haspel 0

C . v a n d c n H a s p e 1 ~ C. van d m Haspel 0

C. van dcn Haspel 0

C. van den Haspel 0

L h s 0

L LOOS 0

D. Endcvcld (WVT) W. van dc Pol (WVT) W. van dc Pol (WVT) I. Loos 0

J.B. Picper (WV) JA. Kram (WVL) JA. Kram (WVL) JA K.mQl (WVL) 1. R& (ANA)

W. van dc Po! 0

W. van dc Pol J A barn (Wn) 1.k Kram (Wn)

AJ. Kolvwn (ANI)

AJ. Kolvoon (ANT)

- - -

STORTPLAATS LELYSTAD PA. van Rijco

I

doorl~pcnd

II

Stahrs 1998 doorlopcnd doorlopcnd doorlopend doorlopcnd doorlopend

startuilvwingspril doorlopend

mj.nota gcrccd dcs doorlopmd

aankgbcsch gcrcul doorlopcnd

doorlopcnd bcstcksgerad juni d c g b c s c h . gcrccd doorlopcnd doorlopcnd doorlopend doorlopcnd doorlopcnd doorlopcnd

stan uilvoaiag april dwrlopcnd

doorlopmd dwrlopcnd doorlopend doorlopend doorlopcnd

Pmduct Opdmchmcmcr Stahrs 1998

LELYSTAD BUSINESS M O R T IA. van dc Gccr doorlopend

I

(17)

Werkplan WV 1998 17

In onderstaande tabel is de P-inzet van WV op de eigen producten weergegeven

P-inlet OD WV-oroducten

I

1998

1

1999

1

2000

1

2001

1

2002

1

2003

CRAAG

VERWPLANST RAMSPOLBRUG REALISATIE A27

REALISATIE N5O

REALlSATIE RAMSPOLBRUG VOORBEREIDING B&O RW B&O A6

B&O A7 B&O N27lA27 B&O N5O

REAL. A6 2x3 1E FASE REAL. A6 KAMPERHOEKWEG BEDIENING KETELBRUG BEDIENING RAMSPOLBRUG PLANSTUDlE HANZELIJ'N VERK. ALMERE 4-SPOOR REAL. TRANSF. ALMERE DUURZAAM VEILIG

DIJKVERSTJLEVERWAARD DUKVERST.USSELM.DIIKEN

TOTAAL

Geplande uitbesteding voor de WV-producten:

I, i

11

Uitbestedine WV-oroducten

1

1998

1

1999

1

2000

1

2001

1

2002

1

2003

11

REALISATIE A27 REALISATIE NSO B&O A6

B&O A7 B&O N27lA27

REAL. A6 2x3 1E FASE REAL. A6 KAMPERHOEKWEG BEDIENING KETELBRUG BEDIENING RAMSPOLBRUG DIJKVERST.FLEVERWAARD w - T A K E N

TOTAAL

(18)

18 Werkplan WV 1998

De overige producten waarvoor

WV

P-inzet levert zijn opgenomen in onderstaande tabel. De producten waarvoor AN verantwoor&lijk is zijn

AN-PRODUCTEN

BBO VAARWEGEN REAL.

B&O WATERKERINGEN BEDlENING NAT DEPOT KETELMEER

HERSTEL WATERSYSTEMEN ONDERHOUD WATERSYST.

REAL. AANLEG VAARWEGEN SANERING WATERBODEMS VOORB. BBO VAARWEGEN PROJECTEN ANI

CRlSlSBEHEER

TOTAAL AN-PRODUCTEN

opgenomen in het &erkplan.

OVERIGE

I

INDIRECT

2003

WV-inzet voor overige producten 1998 2002

Samenvattend ovenicht P-inzet WV

2003 63.00 66.80 200 131,M Totaal WV

WV-PRODUCTEN AN-PRODUCTEN INDIRECT TOTAAL

2002 65.17 7328

2.00 140.35 1998

85.62 61.48

zoo

149.10

2000 80.90 67.15 2.00 150.05 1999

85.95 62.30 2.00 15025

2001 66.78 75.16

2.00 143.84

(19)

De bijdragen van andere afdelingen aan WV-producten zijn in dit werkplan opgenomen. De betreffende pinzet is venverkt in de duecte uitvoeringsuitgaven per product. In onderstaande tabel is een ovenicht gegeven van de P-inzet door andere afdelingen voor de WV-producten.

TOTAAL CXC B&0 A6 B&O A7 B&O NSO B&O N27lA27 REALISATE A27

latet nndere nfdelingea 1998 1999

020 0.40 030 0.70 0.50 0.50 0.50

KAMPERHOEKWEG 0.10 0.10

0,40 020 0.10 0,lO 0.50 P-INZET W O R ANA

VOORB. B&O RW B&0 A7

TOTAAL ANA P-MET DOOR RS IW-TAKEN

PLANST. HANZELIJN CRAAG

REALISATE A27 REALlSATlE N5O VOORB. B&O RW B&O A6

B&0 A7 B&0 N27lA27 B&O N50

REAL. A6 W 1E FASE TOTAAL RS

P-INZET DOOR CXC

MOO 2001

0.40 0.20 0.10 0.10 0.40 0.05

7.60 7,65

2002

0.40 0.20 0.10 0.10 020

2003

0.05 7.60 7.65

4.44 0.13 0.13 0.33 0.17 020 0.53 0.10 0.10 0.10 025 6.48

0.40 020 0.10 0.10 0.05

7.60 7.65

0.40 0.20 0.10 0.10 0.05

7.60 7.65

444 0.13 0.13 033 0.17 0.20 0.53 0.10 0.10 0.10 025 6,48

0.40 0.20 0,lO 0.10 334

0.13 0.13 0.17 0.20 0.53 0,lO 0,lO 0.10 0 3 5.05 334

0,13 0.13 033 0.17 0.20 0.53 0.10 0,lO 0.10 0 3 5.38

0.05 7.60 7.65

0.05 7.60 7.65

334 0.13 0 3 0.17 0.20 053 0.10 0,lO 0.10 0 3 5.05

334 0.13 0.13 0.17 020 OJ3 0.10 0,lO 0.10 0 3 5.05

(20)
(21)

Bijlagen

(22)
(23)

Bijlage

1

Per product wordt de opdrachtgever en de opdrachtnemer vermeld evenals de meewerkende afdelingen, wordt een toelichting bij het product gegeven en worden de geplande resultaten (mijlpalen) voor 1998 gefonnuleerd.

Per product worden de benodigde middelen vermeld. Dit zijn de geplande productuitgaven in kfl. De uitgaven voor de specialistische diensten (SD) zitten hierin nog niet verwerkt maar zijn apart opgenomen.

Vewolgem worden de directe uitvoeringsuitgaven vermeld.

Tenslotte zijn de P-inzet van het eigen personeel (totaal RDIJ) en de inzet door derden zoals inhuurluitbesteding in fie's (als belangrijkste component van de DUU) opgenomen.

Voor infrastructurele projecten waarvoor de verkenningsfase nog niet afgerond is zijn geen bedragen opgenomen voor de realisatiefase.

(24)

Taakveld

:

IW

Opdrachtgever : A. van de Nadort

0

Opdrachtnemer : C. van den Haspel

0

Meewerkende afd. : RS, AN

Bij de IW-taken is in feite sprake van inputsturing. Om het beeld van de activiteiten van de hoofdafdeling zo compleet mogelijk te maken is ook het IW-taakveld in deze bijlage met producten opgenomen.

Aleemeen:

De "producten" van de afdeliig WW komen tot stand in overleg. In veel gevallen is het tot stand komen van overleg een product op zich. Een voorbeeld is het afsternrningsoverleg in de regio.

en

&dvoorw&de voor het werk van de afdeling is het hebben en onderhouden van een netwerk van contacten en het maken van afspraken. De toegevoegde waarde ontstaat door studie, analyse en het samenbrengen van kennis vanuit de verschillende disciplines.

Overleggremia waarin WW deelneemt zijn:

-

IVV hoofden overleg.

-

Overleg met specialistische diensten te weten: A W , MD, BD, DWW.

-

Deelnemen aan projecten, werkgroepen op landelijk D3-D3 en D2-D3 niveau.

Belangrijke producten van de afdeliig WW zijn:

-

het opstellen van een beleidsvisie voor RDIJ.

Dit betekent vertalig van het landelijk beleid op het gebied van

verkeersveiligheid en verkeer en vervoer voor een periode van 5 jaar. Dit geeft input voor overleg met de regio. Daarnaast kan dit in overleg met D2 als ondersteuning dienen voor formulering van modificaties/afwijkingen van nationaal beleid

-

het inbrengen van Rijksbeleid in het op te stellen Provinciaal Verkeer en Vervoerplan (PVVP).

-

Het zorgdragen voor de rijksiibreng bij verkenningen en planstudies door andere overheden (Larserweg en OV-banen Almere-Poort).

Flankerend beleid

De doelstelling van het S W 11, het beperken van de groei van de automobiliteit, is zonder flankerend beleid niet haalbaar. Naast het verbeteren van het Openbaar Vervoer is het onvermijdelijk om maatregelen te nemen die het gebruik van de auto ontmoedigen. Concreet gaat het hier om het invoeren van parkeerbeleid in de centra van de steden en het volgen van locatiebeleid waarbij arbeidsintensieve (kantoren) bedrijven worden gevestigd nabij knooppunten van het Openbaar Ver- voer. Daamaast dient het fietsen bevorderd te worden, w d s in de campagne

"Fietsen voor een Schoon Flevoland" gebeurd. Bevorderen Carpoolen is een ander onderdeel van het flankerend beleid.

(25)

Werkplan WV 1998 25

Taakveld

:

WV (vervolg)

In het "spelregellcader

MIT"

wordt de weg geopend om met de regionale

overheden afspraken te maken over flankerend beleid bij het aanleggen van nieuwe Infrastructuur. In het overleg met S&C (Strategic & Co6rdinatie) is in 1997 erover gesproken over te gaan tot een pakketbenadering. D.w.z.: wensen uit de regio m.b.t. de rijksinfrastructuur (bijv. een aausluiting) alleen honoreren wanneer de regio zelf een gerichtlstimulerend beleid voert m.b.t. vervoennanagement, fietsen, carpoolen enz.

Personenvervoer:

In het kader van SWAB zullen de treindiensten Flevolijn

-

Amsterdam CSIZuidtak verbeterd worden. In het overleg met de provincies en het ROA zal RDIJ de belangenbehartiger zijn voor wat betreft de knelpunten voor vervoer vanuit Flevoland.

Verder op dit onderdeel aandacht voor de toetsing van het OV-beleid stad- en streekvervoer (na decentralisatie naar de provincie), voor de uitvoering van de Regeling de Boer (versnellen dienstregeliig busvervoer), voor het versnellen van de buslijnen op de vervoersrelaties Almere

-

Amsterdam en Almere Utrecht d.m.v.

vrije busbanen (bus op de vluchtstrook) en voor personenvervoer over water (realisatie van een experimentele veerdienst Almere

-

Huizen en andere veerdiensten parallel aan iilegevoelige routes in kader SWABfliB)

Het carpoolen wordt 0.a. gestimuleerd door middel van een bijdrage aan een matchingbureau. Deze bijdrage wordt verstrekt in overleg met de aangrenzende directies en de provincie Flevoland. Met de provincie Flevoland wordt overleg gevoerd over het overhevelen van deze taak naar de provincie.

In 1998 zal, i.s.m. de provincie Flevoland, de Kamer van Koophandel en het Consulentschap Natuur- en Milieueducatie Flevoland

(CNMF),

een onderzoek gestart worden naar de oprichting van een vervoers informatie-Ico8rdinatiecentnun (VCC) van waaruit men vervoersmanagement bij bedrijven in de regio stimuleert en implementeert.

In het bedrijfsvervoerplan voor RDIJ zal prioriteit gegeven worden aan het terugdriigen van niet noodzakelijke automobiliteit van medewerkers van RDIJ.

Goederenvervoer:

De provincie Flevoland heeft in de discussienota 'Naar een logistieke visie voor de Randstad' in het kader van Govera (Goederen =oer randstad) op zich genomen een visie te ontwikkelen. RDIJ overlegt met de provincie, de gemeenten en de bedrijfstak over nut en noodzaak van een regionaal goederenvervoerbeleid.

(26)

26 Werkplan WV 1998

Taa kveld :

IW (vervolg)

Er zal een onderzoek venicht worden naar mogelijkheden voor/verlenen van bij- drage aan uni- en multimodale overslagpunten. Inzet voor RDIJ zal zijn het

realiseren van een bijdrage voor ten minste 1 overslagpunt. Mogelijke locaties zijn Lelystad, Almere en Urk.

Het toetsen van aanvragen aan de bijdrageregelingen aansluiting vaarwegen en spoorweg aansluitingen.

Ale. beleidsvoorbereidinP/evaluatie RW:

Algemeen..

In het kader van de vraag naar toekomstige infrastructuur worden verkenningen uitgevoerd naar de bereikbaarheid van Almere en de toekomstig te verwachten knelpunten in het wegennet.

Concreet is te noemen de strategische verkenning bereikbaarheid Almere.

Uitgaande van een voortgaande groei van Almere zal onderzocht worden welk verkeer- en vervoerbeleid en welke inhstmctuur nodig zijn om de bereikbaarheid te garanderen. Deze studie loopt vooruit op de vaststelling van het N W P I S W I I . Nadat de VINEX-taakstelling en een eventuele VINEXact-taakstellmg-voor woningbouw in Almere zijn voltooid zal Almere naar alle waarschijnlijkheid blijven groeien. RDIJ kiest dit scenario als uitgangspunt voor haar beleid. Gezien de korte procedures voor de Ruimtelijke Ordening en de langere voor de aanleg van infrastructuur ontstaat een probleem voor de bereikbaarheid. Op grond van SVVII zijn in 2008 de uitbreidingen van de inhstmctuur volgens de CRAAG- -die gerealiseerd. Voor verdere uitbreidingen is een NWP/SVVIII nodig. Naar verwachting zal dit worden vastgesteld in 2000. De tijd tot 2000 wordt gebruikt om in een strategische studie vast te stellen welke maakegelen genomen moeten worden binnen het NWPISWIII om de bereikbaarheid van Almere te kunnen garanderen.

In de strategische studie zullen de scenario's van de Noordvleugel studie worden doorgerekend aan de hand van een worst-case scenario. In dit worst-case scenario wordt er bijvoorbeeld van uitgegaan dat de i n f r m t u u r volgens CRAAG maat- gevend is en niet wordt uitgebreid. Bepaald dient te worden welke maatregelen dan nodig zijn. In september 1997 wordt deze aanpak besproken tijdens het bezoek van DG-P (de heren De Boer en Olman) aan het DT van RDIJ. Daarna wordt de studie verder uitgewerkt. De kosten van de studie worden geraamd op f 0,2 mlj.

Hulpmiddelen zijn de basisgegevens die continu verzameld worden (jaarlijks statistisch overzicht), het in ontwikkeling zijnde Nieuw Regionaal Model (NRM) tenvijl ook meer en meer gebruik gemaakt wordt van GIs-toepassingen.

(27)

Werkplan WV 1998 27

Taakveld

:

IW (vervolg)

Monitoring

Op het gehele hoofdwegemet van RWS zullen voor eind 1998 t.p.v. aansiuitingen detectielussen en onderstations worden geplaatst om de intensiteit en snelheid van het verkeer 'real-time' te detecteren. Op gedeelten waar verkeerssignalering (VKS) is voorzien zullen de monitoring-locaties bij de realisatie van de VKS worden meegenomen.

Bij dit project zijn diverse onderdelen van RWS betrokken; A W is initiatiefhemer en trekker van het project, de RD's zijn verantwoordelijk voor de verkeerskundige projectering van de lusdetectoren, de Bouwdienst is opdrachtnemer en

verantwoordelijk voor de uitvoering; de

MD

zorgt voor het communicatienetwerk tussen de systeemdelen (VIC-net).

Doe1 van dit project is om in de toekomst te kunnen beschikken over actuele filegegevens van het gehele Rijkswegemet om daarmee de weggebruiker optirnaal te kunnen informeren en snel te kunnen inspelen op incidenten.

Het project dient eind 1998 te zijn afgerond.

In 1997 worden voor RDIJ circa de helfi van alle inwinlocaties (gedeeltelijk) gei'mplementeerd. In verband met de nog lopende certif~cering van bepaalde systeemonderde1,en worden er in 1997 nog geen werkende inwinlocaties opgele- verd. In 1998 volgen de resterende inwinlocaties en zullen alle locaties worden gecomplementeerd.

In onderstaande opgave van benodigde middelen is de P-inzet voor Lelystad Business Auport inbegrepen (1,lO fie's in 1998 en 1999 door RS).

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003

SD 62 62 62 62 62 62

DU-Uitgaven 1.347 1.186 1.016 1.073 1.073 1.073 Eigen P-inzet 8,34 8,54 7,54 8,14 8,14 8,14 Inh/uitb(fie's) 0,40

In ccn l e r stadium hccfl op dit ondcrdal, mcdc op v e m k van HK. m verdcn uitrplibing in pmdunsn phtigcvondcn.

Dezc zullen in hct afdclings van dc afdclig WW opgcnomm wordm.

Door het toekennen van zeer lage randvoorwaarden op het artikelonderdeel 02.10.01 is, zelfs na verschuiving van een aantal taken naar beheer en

onderhoud rijkswegen, een groot knelpunt ontstaan waarvoor begin 1998 een oplossing gevonden dient te worden.

(28)

28 Werkplan WV 1998

Product

:

B&M maatregelen

Artikelonderdeel : 99.03.U.18.00

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WVV) Opdrachtnemer : I. Loos (WVV)

Meewerkende afd.

Toelichtine:

Betrefl het stimuleren van vervoennanagement d.m.v. bijdragen aan onderzoek, het opstarten van VCC en de kennisinbreng door V&W.

Middelen:

Prod.uitgaven SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

(29)

Product

:

Aanleg duunaam veilig realisatie

Artikelonderdeel : 56.01.U.03.03

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WW) Opdrachtnemer : B. Balgobiid (WW) Meewerkende afd.

Toelichtinp:

De provincie en de gemeenten zullen in overleg met het ROVF bij het opstellen van plannen duurzaam veilig toepassen ter vermindering van het aantal -

verkeersslachtoffers en ong&lei. . . .

De plannen zullen door WW getoetst worden aan de bijdrageregelig en voorzien van een advies ingediend worden bij DG-P.

Miilaalen:

-

Medio 1998 leveren provincie en gemeenten (afhankelijk van interne bestuurlijke besluitvonning) plannen.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 138 88 88 88 88 88

Eigen P-inzet 0,40 0,40 0,40 0,40 0,40 0,40 Inh/uitb(fte's)

(30)

30 Werkplan WV 1998

Product :

Verkeersveiligheidsbeleid

Artikelonderdeel : 99.02.U. 10.02

Opdrachtgever : C. van den Haspel

0

Opdrachtnemer : B. Balgobiid Meewerkende afd.

Toeliehtine:

Over de invulling van het regionaal verkeersveiligheidsbeleid vindt afstemming plaats binnen het periodiek overleg consulenten verkeersveiligheid POC.

RDIJ is een van de partners in het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Flevoland (ROW) en neemt deel aan de werkeroe~en

- .

b i i e n het ROVF.

Door deze werkgroepen wordt uitvoering gegeven aan het Meexjarenprognunma Verkeersveiligheid (verminderen verkeersslachtoffers. -25% verkeersdoden

-

en

-

40% gewonden).

In dit kader werkt WW mee aan projecten m.b.t. het bevorderen van de verkeersveiligheid en kennisoverdracht betreffende o.a jongeren, ouderen, landbouwverkeer, snelheid, alcohol en drugs).

Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de verkeerweiligheid op het eigen wegennet door het geven van adviezen a& de diemkingen en WVT.

Miilaalen:

Onderzoek en studies.

Middelen:

Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

(31)

Product

:

Speerpunten verkeersveiligheid

Artikelonderdeel : 99.03.U.31.00

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WVV) Opdrachtnemer : B. Bdgobid (WVV) Meewerkende afd.

Toelichting:

Betreft verkeersveiligheidsonderzoeken hoofdwegennet inclusief de aansluitingen van het onderliggend wegennet en de analyse van ongevdlenpatronen.

Middelen:

1998 ~~ ~ 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 100 100 100 100 100 100

Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

(32)

32 Werkplan WV 1998

Product : Planstudie

CRAAG

Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV) Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WVV) Meewerkende afd. : R S

Toelichtine:

De doelstelling van het CRAAG-project is het verbeteren van de bereiibaarheid in de regio Amsterdam, Almere en 't Gooi via Al, A6, A9 en via OV. Voor de A6 gaat het om het gedeelte tussen knooppunt Muiderberg en de aansluiting Almere- Buiten. Opdrachtgevers voor CRAAG zijn de

HID NH

en de HID RDIJ. Project- en werkgroepen begeleiden de aan DHVIGrontmijlDe Weeger gegunde opdracht voor de uitvoering van de Tradmer-studie.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 188 164 164 212 288 288

Eigen P-inzet 1,98 1,73 1,73 2,23 3,03 3,03 Inh/uitb(ftels)

(33)

I Product

:

Planstudie Ramspolbrug

Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV) Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WVV) Meewerkende afd. :

RS,

AN, WVT, WVL, WVW

Toelichtine:

Zie ook de toelichting bij verkenninglplanstudie NSO.

Door de bouwdienst is na een inspectie in 1996 geadviseerd de Ramspolbrug te vervangen om te voorkomen dat een aslastbeperking moet worden ingesteld. De directie Usselmeergebied heeft op 20 februari 1997 een venoeWprojectopdracht aan de Bouwdienst gericht om de procedure voor vervanging van de huidige Ramspolbmg in gang te zetten.

Als uitgangspunten voor het dwarsprofiel van de nieuwe Ramspolbmg geldt dat de verkeerssoorten gescheiden worden afgewikkeld. Als uitgangspunt voor de

vaanveg geldt: Hoofdvaanveg klasse V, doowaarthoogte gerelateerd aan drielaags containervaart en een beweegbaar deel voor de passage van de recreatievaart.

In deze studie zal ook de gecombineerde bediening met de IJsselbmg te Kampen meegenomen worden.

Zowel de trajectnota/MER (icl. de toeritten) als de realisatie (excl. de toeritten) zullen aan de BD uitbesteed worden.

Miiloalen:

Traci/MER gereed: begin 2000 Start uitvoering: medio 2003 Openstelling: 2005

Middelen:

Prod.uitgaven

SD 2.900 1.060

DU-Uitgaven 53 53 53 53 34 39

Eigen P-inzet 0,55 0,55 0,55 0,55 0,35 0,40 Inh/uitb(fte's)

In brief W 9 3 5 5 D.D. 26 november 1997 is aan HK het venoek gedaan het RDIJ-standpunt te bevestigen dat de Ramspolbrug onderdeel is van het project N50 (en dus impliciet in het MlT opgenomen is). Afhankelijk van de beantwoording van deze brief kan het in 1999 ontstane knelpunt (zie bijlage 2) door verschuivingen in de jaren opgelost worden.

(34)

Product

:

Planstudie Hanzelijn

Artikelonderdeel : 56.01.U.02.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV)

Opdrachtnemer : C. van den Haspel

0

Meewerkende afd. : RS, AN

Toelichtine:

WW begeleidt namem RDIJ, samen met ON optredend als V&W bestuurlijk ver- tegenwoordiger van de regio, de tracumer studie die door

RIB

uitgevoerd wordt.

In juli 1997 zijn de Richtlijnen tracumer vastgesteld. Het afronden van de trajectnotaIMER is gepland in het 4e kwartaal 1998.

RDIJ

voert de rnasthoogtemetingen in de Randmeren uit. In het 4e kwartaal 1997 verschijnt een eerste rapportage. Amankelijk van de uitkomst afspraken over een vervolgprogramma.

- - Trackbesluit 1999-2000 Start uitvoering onzeker

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 202 202 202 202 202 202

Eigen P-inzet 2,13 2,13 2,13 2,13 2,13 2,13 Inh/uitb(Ae's)

(35)

Werblan WV 1998 35

Product

:

Verkenning Almere 4-sporig

Artikelonderdeel : 56.01.U.02.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV) Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WVV) Meewerkende afd.

Toelichtin~:

De studie zal uitnevoerd worden door Railned in oudracht van DG-P. RDIJ verzorgt in opd&ht van DG-P de bestuurlijke c o n k e n .

Uitgaande van spoedige opdrachtverstrekking voor de verkenning kan deze in 2000 gereed zijn waarna door Railned de planstudie kan worden genomen.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 19 19 29 38 38 38

Eigen P-inzet 0,20 0,20 0,30 0,40 0,40 0,40 Inh/uitb(fte's)

(36)

36 Werkplan WV 1998

Product

:

Planstudie OV-banen Almere

Artikelonderdeel : 56.01.U.03.01

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WW) Opdrachtnemer : I. LOOS (WW)

Meewerkende afd. :RS

Toelichtin~:

In 1997 heeft de gemeente Almere een verkenning uit'gevoerd naar de uitbreiding en voltooiing v i h e t net van vrije busbanen. Na toetshg door RDIJ is het project door DG-P in het MIT-1998 opgenomen in de planstudietabel. E i d 1997 zal de gemeente Almere de planstudie afronden. De aanleg start in 199711998. De eerste subsidiebetaling is voorzien in 1999. In de financiEle reeks zijn de bedragen voor de realisatiefase opgenomen.

Middelen:

Produitgaven SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

(37)

Werkplan WV 1998 37

Product

:

Verkenning OV-banen Almere-Poort

Artikelonderdeel : 56.01.U.03.01

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WVV) Opdrachtnemer : I. Loos (WW)

Meewerkende afd.

Toeliehtinp:

Dit project is nog niet in het MIT opgenomen. Almere-Poort is een van de

volgende bouwlokaties van Almere. Deze is betrokken in de VINEXact discussie.

Na een besluit over het tijdstip waarop deze nieuwe bouwlokatie wordt ontwikkeld is een van de te starten onderzoeken de verkenningsfase voor de aanleg van vrije busbanen in dit gebied. Deze busbanen zullen aansluiten op het bestaande net en het nog te bouwen station h e r e - P o o r t (Flevolijn). .

Miil~alen:

Zodra het besluit over bouwen in h e r e - P o o r t is genomen overleg met de gemeente over initiatief (door de gemeente) voor de verkenning.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

(38)

38 Werkplan WV 1998

Product

:

Realisatie

A27 Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01 Opdrachtgever : A. van de Nadort Opdrachtnemer : D. Endeveld (WVT) Meewerkende afd. : WVL, WW, WVW

Toelichtin~:

De aanleg van de A27 omvat het trac6 vanaf Eemnes tot Almere. De aanleg is in 1993 gestart. In de projectorganisatie nernen deel de hoofden van WV, WVT, WW en RS, de Bouwdienst, de provincie Flevoland en de gemeente Almere. Het gedeelte Eemnes-aansluiting Waterlandseweg is op 4 november 1997 opengesteld en bevindt zich in de nazorg fase. De openstelling van het gehele project vindt eind 1999 plaats. Er is enige vertraging ontstaan vanwege de tegenvallende resultaten met betrekking tot de grondzettingen voor het gedeelte gelegen in de polder.

Het in 1994 vastgestelde programma voor de aanleg van de A27 ondervindt enige uitbreiding. Deze uitbreiding betreft een vergroting van de wegbreedte van 12,OO naar 12,50 m. (4-0 systeem), de aanleg van het VIC-net, wijziging leuningtype op beide Stichtse Bmggen en de totaie vervanging van het asfaltdek op de bestaande Stichtse Brug. De hiermee gemoeid zijnde kosten bedragen 5,l mlj. waardoor de totale projectkosten uitkomen op 192,8

+

5,l = 197,9 mlj.

Miilaalen:

Oplevering kunstwerken 4 en 7 (IJW-1507): augustus 1998 Aanbesteding kunstwerken 10 en 11 (IN-1641-42):maart 1998 (Europese) aanbesteding verhardingsbestek IN-1653: juli 1998 Aanbesteding verhardiigsbestek IN-1654: januari 1998

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven 36.218 44.282 300

SD 60 60 30

DU-Uitgaven 3.498 2.102 404 19 Eigen P-inzet 14,33 13,13 3,73 0,20 Inh/uitb(Ae's) 13,24 $03

(39)

Werkulan WV 1998 39

Product

:

Realisatie N50

Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV)

Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WW)/W. van de Pol (WVT) Meewerkende afd. : WVL, WW, WVW

Toelichtine:

De reconstructie van de N50 (weggedeelte Ens-Emmeloord) maakt deel uit van het EU-subsidiepakket voor de provincie Flevoland. Het beschikbare budget is

gelimiteerd op f 30 rnlj.

De totale reconstructie omvat een wegverbetering vanaf Emmeloord tot Kampen.

Het weggedeelte Karnpen-Ramspol valt onder de directie Oost. De aanleg van de nieuwe Ramspolbmg en het weggedeelte Ramspol-Emmeloord valt onder de directie IJsselrneergebied. Voor de bouw van de nieuwe Ramspolbrug wordt de Tracewet gevolgd, inclusief het weggedeelte dat aansluiting moet geven aan het bestaande N50 trace. De verwachting is dat de bouw in 2003 zal aanvangen. Het werk is uitbesteedt aan de Bouwdienst. Het bestaande trace van de N50 vanaf Ens tot Emmeloord wordt gereconstrueerd in de komende jaren (1999-2001). De

wegreconstructie vindt plaats volgens het model van Duurzaam Veilig en omvat de aanleg van parallelwegen en -fietspaden, een verbreding van de bestaande

verharding en de bouw van een viaduct ter plaatse van de kruising met de Vliegtuig/Sloefweg.

De aansluiting van de Ramspolbrug op het bestaande t r a d van de N50 wordt door de bouwdienst meegenomen in de T d w e t procedure. De uitwerking van de voorkeursvariant (definitief ontwerp) en de realisatie van deze aansluiting wordt door RDIJ verder opgenomen (2002-na2003).

Miilvalen:

Start aanleg wegreconstructie N50 Emmeloord-Ens, begin 1999 Oplevering wegreconstructie N50 Emmeloord-Ens, 2001

~iactbesl& R&spolbmg (incl. toerit), medio 2000

Start aanleg wegreconstructie N50 Ens-Ramspolbrug, begin 2002 Oplevering wegreconstructie N5O Ens-Ramspolbrug, eind 2004

Bij de voorbereidig wordt enmar gestreefd medio 1998 startklaar te zijn. Indien de proceduretijd korter uitvalt en budget beschikbaar is kan de start van de werkzaamheden vervroegd worden.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 1x12003 Prod.uitgaven 9.400 9.530 11.070 3.000 7.000 5.000

SD 15 15 75 15 15

DU-Uitgaven 1.224 1.103 1.680 1.116 908 870 Eigen P-inzet 7,17 4,32 8,02 6,82 4,82 4,42 InNuitb(Ae's) 3,62 3,62 5,12 2,12 3,OO 3,OO

(40)

Product

:

Realisatie Ramspolbrug

Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV)

Opdrachtnemer : W. van de Pol

0

Meewerkende afd. : W W

Toelichtine:

Zie verkenninglplanstudie Ramspolbrug.

De realisatie zal aan de BD uitbesteed worden.

Miiloalen:

Uitvoering in de periode 2003-2005

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inhluitb(fte's)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer de uitstek zich tussen de 3 meter en 5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze slechts zover voorbij de grens met het openbaar domein steken dat ze op 0,5 meter blijft

De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

Bevat geen stof (stoffen) die valt (vallen) onder Verordening (EU) nr. 2019/1021 van Het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente

na een voordracht door tenminste tien stemgerechtigde leden, die uiterlijk zeven dagen voor de algemene ledenvergadering schriftelijk bij het bestuur is ingediend, onder

“Los van alle praktisch zaken en pluspunten van het huis - die wat ons betreft zeer op orde zijn - hebben wij het enorm prettig gevonden om in deze buurt te leven met onze

Het Agentschap Wegen en Verkeer staat in voor de aanleg en het onderhoud van alle Vlaamse gewestwegen en autosnelwegen en is tevens verantwoordelijk voor de afwikkeling van