• No results found

Samenvatting producten

In document Hoofdafdeling Wegen en Verkeer (pagina 16-73)

4.1 Ovenicht WV-oroducten

- -

*) In de financi&le reeksen in bijlage 1 zijn voor het beheer en onderhoud van de rijkswegen de vaste en de variabele kosten gesommeerd opgenomen. De realisatie van de derde rijstrook A6 en van de aansluiting Kamperhoekweg kunnen onder variabele kosten gerangschikt worden. Afhankelijk van de definities kan uit achterliggende gegevens een uitsplitsing in vast en variabel onderhoud gehaald worden.

W u c t IW-TAKEN

B&M MAATREGELEN

AANLEG DUURZAAM VEILIG REALISATE VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID

VZMENNNG ALMERE 4-SPORIG PLANSTUDIE OV-BANEN ALMERE PLANSTUDIE OV-BANEN ALMERE-POORT REALISATE A27

REALISATE NSO

REALISATE RAMSPOLBRUG

REALISATE TRANSFERXUM ALMERE VOORBEREWING B&O RIJKSWEGEN BEHEER EN ONDERHOUD A6 ) BEHEER EN ONDERHOUD N27lA27 ') BEHEER EN ONDERHOUD N5O

BEHEER EN ONDERHOUD A7 ) REALISATE A6 MUIDERBERG-SIOI W *) REALISATE A6 KAMPERHOEKWEG *) BEDlENlNG KJZELBRUG

stan uilvoaiag april dwrlopcnd

Pmduct Opdmchmcmcr Stahrs 1998

LELYSTAD BUSINESS M O R T IA. van dc Gccr doorlopend

I

Werkplan WV 1998 17

In onderstaande tabel is de P-inzet van WV op de eigen producten weergegeven

P-inlet OD WV-oroducten

I

1998

1

1999

1

2000

1

2001

1

2002

1

2003 VOORBEREIDING B&O RW B&O A6

B&O A7 B&O N27lA27 B&O N5O

REAL. A6 2x3 1E FASE REAL. A6 KAMPERHOEKWEG BEDIENING KETELBRUG

Geplande uitbesteding voor de WV-producten:

I, i REAL. A6 KAMPERHOEKWEG BEDIENING KETELBRUG BEDIENING RAMSPOLBRUG DIJKVERST.FLEVERWAARD w - T A K E N

TOTAAL

18 Werkplan WV 1998

De overige producten waarvoor

WV

P-inzet levert zijn opgenomen in onderstaande tabel. De producten waarvoor AN verantwoor&lijk is zijn

AN-PRODUCTEN

BBO VAARWEGEN REAL.

B&O WATERKERINGEN BEDlENING NAT DEPOT KETELMEER

HERSTEL WATERSYSTEMEN ONDERHOUD WATERSYST.

REAL. AANLEG VAARWEGEN SANERING WATERBODEMS VOORB. BBO VAARWEGEN PROJECTEN ANI

CRlSlSBEHEER

TOTAAL AN-PRODUCTEN

opgenomen in het &erkplan.

OVERIGE

I

INDIRECT

2003

WV-inzet voor overige producten 1998 2002

Samenvattend ovenicht P-inzet WV

2003

De bijdragen van andere afdelingen aan WV-producten zijn in dit werkplan opgenomen. De betreffende pinzet is venverkt in de duecte uitvoeringsuitgaven per product. In onderstaande tabel is een ovenicht gegeven van de P-inzet door andere afdelingen voor de WV-producten.

TOTAAL CXC

latet nndere nfdelingea 1998 1999

020 0.40 030 0.70 0.50 0.50 0.50

KAMPERHOEKWEG 0.10 0.10

0,40

Bijlagen

Bijlage

1

Per product wordt de opdrachtgever en de opdrachtnemer vermeld evenals de meewerkende afdelingen, wordt een toelichting bij het product gegeven en worden de geplande resultaten (mijlpalen) voor 1998 gefonnuleerd.

Per product worden de benodigde middelen vermeld. Dit zijn de geplande productuitgaven in kfl. De uitgaven voor de specialistische diensten (SD) zitten hierin nog niet verwerkt maar zijn apart opgenomen.

Vewolgem worden de directe uitvoeringsuitgaven vermeld.

Tenslotte zijn de P-inzet van het eigen personeel (totaal RDIJ) en de inzet door derden zoals inhuurluitbesteding in fie's (als belangrijkste component van de DUU) opgenomen.

Voor infrastructurele projecten waarvoor de verkenningsfase nog niet afgerond is zijn geen bedragen opgenomen voor de realisatiefase.

Taakveld

:

IW

Opdrachtgever : A. van de Nadort

0

Opdrachtnemer : C. van den Haspel

0

Meewerkende afd. : RS, AN

Bij de IW-taken is in feite sprake van inputsturing. Om het beeld van de activiteiten van de hoofdafdeling zo compleet mogelijk te maken is ook het IW-taakveld in deze bijlage met producten opgenomen.

Aleemeen:

De "producten" van de afdeliig WW komen tot stand in overleg. In veel gevallen is het tot stand komen van overleg een product op zich. Een voorbeeld is het afsternrningsoverleg in de regio.

en

&dvoorw&de voor het werk van de afdeling is het hebben en onderhouden van een netwerk van contacten en het maken van afspraken. De toegevoegde waarde ontstaat door studie, analyse en het samenbrengen van kennis vanuit de verschillende disciplines.

Overleggremia waarin WW deelneemt zijn:

-

IVV hoofden overleg.

-

Overleg met specialistische diensten te weten: A W , MD, BD, DWW.

-

Deelnemen aan projecten, werkgroepen op landelijk D3-D3 en D2-D3 niveau.

Belangrijke producten van de afdeliig WW zijn:

-

het opstellen van een beleidsvisie voor RDIJ.

Dit betekent vertalig van het landelijk beleid op het gebied van

verkeersveiligheid en verkeer en vervoer voor een periode van 5 jaar. Dit geeft input voor overleg met de regio. Daarnaast kan dit in overleg met D2 als ondersteuning dienen voor formulering van modificaties/afwijkingen van nationaal beleid

-

het inbrengen van Rijksbeleid in het op te stellen Provinciaal Verkeer en Vervoerplan (PVVP).

-

Het zorgdragen voor de rijksiibreng bij verkenningen en planstudies door andere overheden (Larserweg en OV-banen Almere-Poort).

Flankerend beleid

De doelstelling van het S W 11, het beperken van de groei van de automobiliteit, is zonder flankerend beleid niet haalbaar. Naast het verbeteren van het Openbaar Vervoer is het onvermijdelijk om maatregelen te nemen die het gebruik van de auto ontmoedigen. Concreet gaat het hier om het invoeren van parkeerbeleid in de centra van de steden en het volgen van locatiebeleid waarbij arbeidsintensieve (kantoren) bedrijven worden gevestigd nabij knooppunten van het Openbaar Ver- voer. Daamaast dient het fietsen bevorderd te worden, w d s in de campagne

"Fietsen voor een Schoon Flevoland" gebeurd. Bevorderen Carpoolen is een ander onderdeel van het flankerend beleid.

Werkplan WV 1998 25

Taakveld

:

WV (vervolg)

In het "spelregellcader

MIT"

wordt de weg geopend om met de regionale

overheden afspraken te maken over flankerend beleid bij het aanleggen van nieuwe Infrastructuur. In het overleg met S&C (Strategic & Co6rdinatie) is in 1997 erover gesproken over te gaan tot een pakketbenadering. D.w.z.: wensen uit de regio m.b.t. de rijksinfrastructuur (bijv. een aausluiting) alleen honoreren wanneer de regio zelf een gerichtlstimulerend beleid voert m.b.t. vervoennanagement, fietsen, carpoolen enz.

Personenvervoer:

In het kader van SWAB zullen de treindiensten Flevolijn

-

Amsterdam CSIZuidtak verbeterd worden. In het overleg met de provincies en het ROA zal RDIJ de belangenbehartiger zijn voor wat betreft de knelpunten voor vervoer vanuit Flevoland.

Verder op dit onderdeel aandacht voor de toetsing van het OV-beleid stad- en streekvervoer (na decentralisatie naar de provincie), voor de uitvoering van de Regeling de Boer (versnellen dienstregeliig busvervoer), voor het versnellen van de buslijnen op de vervoersrelaties Almere

-

Amsterdam en Almere Utrecht d.m.v.

vrije busbanen (bus op de vluchtstrook) en voor personenvervoer over water (realisatie van een experimentele veerdienst Almere

-

Huizen en andere veerdiensten parallel aan iilegevoelige routes in kader SWABfliB)

Het carpoolen wordt 0.a. gestimuleerd door middel van een bijdrage aan een matchingbureau. Deze bijdrage wordt verstrekt in overleg met de aangrenzende directies en de provincie Flevoland. Met de provincie Flevoland wordt overleg gevoerd over het overhevelen van deze taak naar de provincie.

In 1998 zal, i.s.m. de provincie Flevoland, de Kamer van Koophandel en het Consulentschap Natuur- en Milieueducatie Flevoland

(CNMF),

een onderzoek gestart worden naar de oprichting van een vervoers informatie-Ico8rdinatiecentnun (VCC) van waaruit men vervoersmanagement bij bedrijven in de regio stimuleert en implementeert.

In het bedrijfsvervoerplan voor RDIJ zal prioriteit gegeven worden aan het terugdriigen van niet noodzakelijke automobiliteit van medewerkers van RDIJ.

Goederenvervoer:

De provincie Flevoland heeft in de discussienota 'Naar een logistieke visie voor de Randstad' in het kader van Govera (Goederen =oer randstad) op zich genomen een visie te ontwikkelen. RDIJ overlegt met de provincie, de gemeenten en de bedrijfstak over nut en noodzaak van een regionaal goederenvervoerbeleid.

26 Werkplan WV 1998

Taa kveld :

IW (vervolg)

Er zal een onderzoek venicht worden naar mogelijkheden voor/verlenen van bij- drage aan uni- en multimodale overslagpunten. Inzet voor RDIJ zal zijn het

realiseren van een bijdrage voor ten minste 1 overslagpunt. Mogelijke locaties zijn Lelystad, Almere en Urk.

Het toetsen van aanvragen aan de bijdrageregelingen aansluiting vaarwegen en spoorweg aansluitingen.

Ale. beleidsvoorbereidinP/evaluatie RW:

Algemeen..

In het kader van de vraag naar toekomstige infrastructuur worden verkenningen uitgevoerd naar de bereikbaarheid van Almere en de toekomstig te verwachten knelpunten in het wegennet.

Concreet is te noemen de strategische verkenning bereikbaarheid Almere.

Uitgaande van een voortgaande groei van Almere zal onderzocht worden welk verkeer- en vervoerbeleid en welke inhstmctuur nodig zijn om de bereikbaarheid te garanderen. Deze studie loopt vooruit op de vaststelling van het N W P I S W I I . Nadat de VINEX-taakstelling en een eventuele VINEXact-taakstellmg-voor woningbouw in Almere zijn voltooid zal Almere naar alle waarschijnlijkheid blijven groeien. RDIJ kiest dit scenario als uitgangspunt voor haar beleid. Gezien de korte procedures voor de Ruimtelijke Ordening en de langere voor de aanleg van infrastructuur ontstaat een probleem voor de bereikbaarheid. Op grond van SVVII zijn in 2008 de uitbreidingen van de inhstmctuur volgens de CRAAG- -die gerealiseerd. Voor verdere uitbreidingen is een NWP/SVVIII nodig. Naar verwachting zal dit worden vastgesteld in 2000. De tijd tot 2000 wordt gebruikt om in een strategische studie vast te stellen welke maakegelen genomen moeten worden binnen het NWPISWIII om de bereikbaarheid van Almere te kunnen garanderen.

In de strategische studie zullen de scenario's van de Noordvleugel studie worden doorgerekend aan de hand van een worst-case scenario. In dit worst-case scenario wordt er bijvoorbeeld van uitgegaan dat de i n f r m t u u r volgens CRAAG maat- gevend is en niet wordt uitgebreid. Bepaald dient te worden welke maatregelen dan nodig zijn. In september 1997 wordt deze aanpak besproken tijdens het bezoek van DG-P (de heren De Boer en Olman) aan het DT van RDIJ. Daarna wordt de studie verder uitgewerkt. De kosten van de studie worden geraamd op f 0,2 mlj.

Hulpmiddelen zijn de basisgegevens die continu verzameld worden (jaarlijks statistisch overzicht), het in ontwikkeling zijnde Nieuw Regionaal Model (NRM) tenvijl ook meer en meer gebruik gemaakt wordt van GIs-toepassingen.

Werkplan WV 1998 27

Taakveld

:

IW (vervolg)

Monitoring

Op het gehele hoofdwegemet van RWS zullen voor eind 1998 t.p.v. aansiuitingen detectielussen en onderstations worden geplaatst om de intensiteit en snelheid van het verkeer 'real-time' te detecteren. Op gedeelten waar verkeerssignalering (VKS) is voorzien zullen de monitoring-locaties bij de realisatie van de VKS worden meegenomen.

Bij dit project zijn diverse onderdelen van RWS betrokken; A W is initiatiefhemer en trekker van het project, de RD's zijn verantwoordelijk voor de verkeerskundige projectering van de lusdetectoren, de Bouwdienst is opdrachtnemer en

verantwoordelijk voor de uitvoering; de

MD

zorgt voor het communicatienetwerk tussen de systeemdelen (VIC-net).

Doe1 van dit project is om in de toekomst te kunnen beschikken over actuele filegegevens van het gehele Rijkswegemet om daarmee de weggebruiker optirnaal te kunnen informeren en snel te kunnen inspelen op incidenten.

Het project dient eind 1998 te zijn afgerond.

In 1997 worden voor RDIJ circa de helfi van alle inwinlocaties (gedeeltelijk) gei'mplementeerd. In verband met de nog lopende certif~cering van bepaalde systeemonderde1,en worden er in 1997 nog geen werkende inwinlocaties opgele- verd. In 1998 volgen de resterende inwinlocaties en zullen alle locaties worden gecomplementeerd.

In onderstaande opgave van benodigde middelen is de P-inzet voor Lelystad Business Auport inbegrepen (1,lO fie's in 1998 en 1999 door RS).

Door het toekennen van zeer lage randvoorwaarden op het artikelonderdeel 02.10.01 is, zelfs na verschuiving van een aantal taken naar beheer en

onderhoud rijkswegen, een groot knelpunt ontstaan waarvoor begin 1998 een oplossing gevonden dient te worden.

28 Werkplan WV 1998

Product

:

B&M maatregelen

Artikelonderdeel : 99.03.U.18.00

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WVV) Opdrachtnemer : I. Loos (WVV)

Meewerkende afd.

Toelichtine:

Betrefl het stimuleren van vervoennanagement d.m.v. bijdragen aan onderzoek, het opstarten van VCC en de kennisinbreng door V&W.

Middelen:

Prod.uitgaven SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

Product

:

Aanleg duunaam veilig realisatie

Artikelonderdeel : 56.01.U.03.03

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WW) Opdrachtnemer : B. Balgobiid (WW) Meewerkende afd.

Toelichtinp:

De provincie en de gemeenten zullen in overleg met het ROVF bij het opstellen van plannen duurzaam veilig toepassen ter vermindering van het aantal -

verkeersslachtoffers en ong&lei. . . .

De plannen zullen door WW getoetst worden aan de bijdrageregelig en voorzien van een advies ingediend worden bij DG-P.

Miilaalen:

-

Medio 1998 leveren provincie en gemeenten (afhankelijk van interne bestuurlijke besluitvonning) plannen.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 138 88 88 88 88 88

Eigen P-inzet 0,40 0,40 0,40 0,40 0,40 0,40 Inh/uitb(fte's)

30 Werkplan WV 1998

Product :

Verkeersveiligheidsbeleid

Artikelonderdeel : 99.02.U. 10.02

Opdrachtgever : C. van den Haspel

0

Opdrachtnemer : B. Balgobiid Meewerkende afd.

Toeliehtine:

Over de invulling van het regionaal verkeersveiligheidsbeleid vindt afstemming plaats binnen het periodiek overleg consulenten verkeersveiligheid POC.

RDIJ is een van de partners in het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Flevoland (ROW) en neemt deel aan de werkeroe~en

- .

b i i e n het ROVF.

Door deze werkgroepen wordt uitvoering gegeven aan het Meexjarenprognunma Verkeersveiligheid (verminderen verkeersslachtoffers. -25% verkeersdoden

-

en

-

40% gewonden).

In dit kader werkt WW mee aan projecten m.b.t. het bevorderen van de verkeersveiligheid en kennisoverdracht betreffende o.a jongeren, ouderen, landbouwverkeer, snelheid, alcohol en drugs).

Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de verkeerweiligheid op het eigen wegennet door het geven van adviezen a& de diemkingen en WVT.

Miilaalen:

Onderzoek en studies.

Middelen:

Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

Product

:

Speerpunten verkeersveiligheid

Artikelonderdeel : 99.03.U.31.00

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WVV) Opdrachtnemer : B. Bdgobid (WVV) Meewerkende afd.

Toelichting:

Betreft verkeersveiligheidsonderzoeken hoofdwegennet inclusief de aansluitingen van het onderliggend wegennet en de analyse van ongevdlenpatronen.

Middelen:

1998 ~~ ~ 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 100 100 100 100 100 100

Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

32 Werkplan WV 1998

Product : Planstudie

CRAAG

Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV) Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WVV) Meewerkende afd. : R S

Toelichtine:

De doelstelling van het CRAAG-project is het verbeteren van de bereiibaarheid in de regio Amsterdam, Almere en 't Gooi via Al, A6, A9 en via OV. Voor de A6 gaat het om het gedeelte tussen knooppunt Muiderberg en de aansluiting Almere- Buiten. Opdrachtgevers voor CRAAG zijn de

HID NH

en de HID RDIJ. Project- en werkgroepen begeleiden de aan DHVIGrontmijlDe Weeger gegunde opdracht voor de uitvoering van de Tradmer-studie.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 188 164 164 212 288 288

Eigen P-inzet 1,98 1,73 1,73 2,23 3,03 3,03 Inh/uitb(ftels)

I Product

:

Planstudie Ramspolbrug

Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV) Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WVV) Meewerkende afd. :

RS,

AN, WVT, WVL, WVW

Toelichtine:

Zie ook de toelichting bij verkenninglplanstudie NSO.

Door de bouwdienst is na een inspectie in 1996 geadviseerd de Ramspolbrug te vervangen om te voorkomen dat een aslastbeperking moet worden ingesteld. De directie Usselmeergebied heeft op 20 februari 1997 een venoeWprojectopdracht aan de Bouwdienst gericht om de procedure voor vervanging van de huidige Ramspolbmg in gang te zetten.

Als uitgangspunten voor het dwarsprofiel van de nieuwe Ramspolbmg geldt dat de verkeerssoorten gescheiden worden afgewikkeld. Als uitgangspunt voor de

vaanveg geldt: Hoofdvaanveg klasse V, doowaarthoogte gerelateerd aan drielaags containervaart en een beweegbaar deel voor de passage van de recreatievaart.

In deze studie zal ook de gecombineerde bediening met de IJsselbmg te Kampen meegenomen worden.

Zowel de trajectnota/MER (icl. de toeritten) als de realisatie (excl. de toeritten) zullen aan de BD uitbesteed worden.

Miiloalen:

Traci/MER gereed: begin 2000 Start uitvoering: medio 2003 Openstelling: 2005 RDIJ-standpunt te bevestigen dat de Ramspolbrug onderdeel is van het project N50 (en dus impliciet in het MlT opgenomen is). Afhankelijk van de beantwoording van deze brief kan het in 1999 ontstane knelpunt (zie bijlage 2) door verschuivingen in de jaren opgelost worden.

Product

:

Planstudie Hanzelijn

Artikelonderdeel : 56.01.U.02.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV)

Opdrachtnemer : C. van den Haspel

0

Meewerkende afd. : RS, AN

Toelichtine:

WW begeleidt namem RDIJ, samen met ON optredend als V&W bestuurlijk ver- tegenwoordiger van de regio, de tracumer studie die door

RIB

uitgevoerd wordt.

In juli 1997 zijn de Richtlijnen tracumer vastgesteld. Het afronden van de trajectnotaIMER is gepland in het 4e kwartaal 1998.

RDIJ

voert de rnasthoogtemetingen in de Randmeren uit. In het 4e kwartaal 1997 verschijnt een eerste rapportage. Amankelijk van de uitkomst afspraken over een vervolgprogramma.

- - Trackbesluit 1999-2000 Start uitvoering onzeker

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 202 202 202 202 202 202

Eigen P-inzet 2,13 2,13 2,13 2,13 2,13 2,13 Inh/uitb(Ae's)

Werblan WV 1998 35

Product

:

Verkenning Almere 4-sporig

Artikelonderdeel : 56.01.U.02.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV) Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WVV) Meewerkende afd.

Toelichtin~:

De studie zal uitnevoerd worden door Railned in oudracht van DG-P. RDIJ verzorgt in opd&ht van DG-P de bestuurlijke c o n k e n .

Uitgaande van spoedige opdrachtverstrekking voor de verkenning kan deze in 2000 gereed zijn waarna door Railned de planstudie kan worden genomen.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven 19 19 29 38 38 38

Eigen P-inzet 0,20 0,20 0,30 0,40 0,40 0,40 Inh/uitb(fte's)

36 Werkplan WV 1998

Product

:

Planstudie OV-banen Almere

Artikelonderdeel : 56.01.U.03.01

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WW) Opdrachtnemer : I. LOOS (WW)

Meewerkende afd. :RS

Toelichtin~:

In 1997 heeft de gemeente Almere een verkenning uit'gevoerd naar de uitbreiding en voltooiing v i h e t net van vrije busbanen. Na toetshg door RDIJ is het project door DG-P in het MIT-1998 opgenomen in de planstudietabel. E i d 1997 zal de gemeente Almere de planstudie afronden. De aanleg start in 199711998. De eerste subsidiebetaling is voorzien in 1999. In de financiEle reeks zijn de bedragen voor de realisatiefase opgenomen.

Middelen:

Produitgaven SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

Werkplan WV 1998 37

Product

:

Verkenning OV-banen Almere-Poort

Artikelonderdeel : 56.01.U.03.01

Opdrachtgever : C. van den Haspel (WVV) Opdrachtnemer : I. Loos (WW)

Meewerkende afd.

Toeliehtinp:

Dit project is nog niet in het MIT opgenomen. Almere-Poort is een van de

volgende bouwlokaties van Almere. Deze is betrokken in de VINEXact discussie.

Na een besluit over het tijdstip waarop deze nieuwe bouwlokatie wordt ontwikkeld is een van de te starten onderzoeken de verkenningsfase voor de aanleg van vrije busbanen in dit gebied. Deze busbanen zullen aansluiten op het bestaande net en het nog te bouwen station h e r e - P o o r t (Flevolijn). .

Miil~alen:

Zodra het besluit over bouwen in h e r e - P o o r t is genomen overleg met de gemeente over initiatief (door de gemeente) voor de verkenning.

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven

SD

DU-Uitgaven Eigen P-inzet Inh/uitb(fte's)

38 Werkplan WV 1998

Product

:

Realisatie

A27 Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01 Opdrachtgever : A. van de Nadort Opdrachtnemer : D. Endeveld (WVT) Meewerkende afd. : WVL, WW, WVW

Toelichtin~:

De aanleg van de A27 omvat het trac6 vanaf Eemnes tot Almere. De aanleg is in 1993 gestart. In de projectorganisatie nernen deel de hoofden van WV, WVT, WW en RS, de Bouwdienst, de provincie Flevoland en de gemeente Almere. Het gedeelte Eemnes-aansluiting Waterlandseweg is op 4 november 1997 opengesteld en bevindt zich in de nazorg fase. De openstelling van het gehele project vindt eind 1999 plaats. Er is enige vertraging ontstaan vanwege de tegenvallende resultaten met betrekking tot de grondzettingen voor het gedeelte gelegen in de polder.

Het in 1994 vastgestelde programma voor de aanleg van de A27 ondervindt enige uitbreiding. Deze uitbreiding betreft een vergroting van de wegbreedte van 12,OO naar 12,50 m. (4-0 systeem), de aanleg van het VIC-net, wijziging leuningtype op beide Stichtse Bmggen en de totaie vervanging van het asfaltdek op de bestaande Stichtse Brug. De hiermee gemoeid zijnde kosten bedragen 5,l mlj. waardoor de totale projectkosten uitkomen op 192,8

+

5,l = 197,9 mlj.

Miilaalen:

Oplevering kunstwerken 4 en 7 (IJW-1507): augustus 1998 Aanbesteding kunstwerken 10 en 11 (IN-1641-42):maart 1998 (Europese) aanbesteding verhardingsbestek IN-1653: juli 1998 Aanbesteding verhardiigsbestek IN-1654: januari 1998

Middelen:

1998 1999 2000 2001 2002 2003 na2003 Prod.uitgaven 36.218 44.282 300

SD 60 60 30

DU-Uitgaven 3.498 2.102 404 19 Eigen P-inzet 14,33 13,13 3,73 0,20 Inh/uitb(Ae's) 13,24 $03

Werkulan WV 1998 39

Product

:

Realisatie N50

Artikelonderdeel : 56.01.U.01.01

Opdrachtgever : A. van de Nadort (WV)

Opdrachtnemer : C. van den Haspel (WW)/W. van de Pol (WVT) Meewerkende afd. : WVL, WW, WVW

Toelichtine:

De reconstructie van de N50 (weggedeelte Ens-Emmeloord) maakt deel uit van het EU-subsidiepakket voor de provincie Flevoland. Het beschikbare budget is

gelimiteerd op f 30 rnlj.

De totale reconstructie omvat een wegverbetering vanaf Emmeloord tot Kampen.

Het weggedeelte Karnpen-Ramspol valt onder de directie Oost. De aanleg van de nieuwe Ramspolbmg en het weggedeelte Ramspol-Emmeloord valt onder de directie IJsselrneergebied. Voor de bouw van de nieuwe Ramspolbrug wordt de Tracewet gevolgd, inclusief het weggedeelte dat aansluiting moet geven aan het bestaande N50 trace. De verwachting is dat de bouw in 2003 zal aanvangen. Het werk is uitbesteedt aan de Bouwdienst. Het bestaande trace van de N50 vanaf Ens tot Emmeloord wordt gereconstrueerd in de komende jaren (1999-2001). De

wegreconstructie vindt plaats volgens het model van Duurzaam Veilig en omvat de aanleg van parallelwegen en -fietspaden, een verbreding van de bestaande

verharding en de bouw van een viaduct ter plaatse van de kruising met de Vliegtuig/Sloefweg.

De aansluiting van de Ramspolbrug op het bestaande t r a d van de N50 wordt door de bouwdienst meegenomen in de T d w e t procedure. De uitwerking van de voorkeursvariant (definitief ontwerp) en de realisatie van deze aansluiting wordt door RDIJ verder opgenomen (2002-na2003).

Miilvalen:

Start aanleg wegreconstructie N50 Emmeloord-Ens, begin 1999 Oplevering wegreconstructie N50 Emmeloord-Ens, 2001

~iactbesl& R&spolbmg (incl. toerit), medio 2000

Start aanleg wegreconstructie N50 Ens-Ramspolbrug, begin 2002 Oplevering wegreconstructie N5O Ens-Ramspolbrug, eind 2004

Bij de voorbereidig wordt enmar gestreefd medio 1998 startklaar te zijn. Indien de proceduretijd korter uitvalt en budget beschikbaar is kan de start van de

Bij de voorbereidig wordt enmar gestreefd medio 1998 startklaar te zijn. Indien de proceduretijd korter uitvalt en budget beschikbaar is kan de start van de

In document Hoofdafdeling Wegen en Verkeer (pagina 16-73)