• No results found

Gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies"

Copied!
100
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NL

TELESTAR IR 200

ww w.tele

star.de

Gebruiksaanwijzing en

veiligheidsinstructies

(2)

NL

(3)

NL Inhoud

1. Voorwoord . . . 8

1.2. Correct gebruik . . . .8

2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . 9

2.1. Verklaring symbolen . . . .9

2.2. Veiligheidsaanwijzingen . . . 12

2.3. Veiligheid bij het gebruik . . . 13

2.4. Het apparaat aansluiten . . . 16

2.5. Apparaat beschermen tegen defecten . . . 16

2.6. Gevaar voor letsel  . . . 18

2.7. Informatie over de radio-interface . . . 18

2.8. Omgaan met batterijen . . . 19

2.9. Het apparaat reinigen . . . 22

2.10. Juridische informatie . . . 22

3. LEVERING . . . 23

4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN . . . 24

5. AFSTANDSBEDIENING . . . 28

6. INSTALLATIE . . . 32

6.1 Algemene gebruiksaanwijzing . . . 32

6.2. Afstandsbediening voorbereiden . . . 32

6.3 De antenne monteren . . . 33

6.4. Voeding . . . 33

6.5. Netwerkverbinding . . . 34

6.6. Taalkeuze . . . 34

6.7 Netwerk zoeken . . . 34

6.8 Netwerkconfiguratie . . . 35

6.8.1 Netwerkselectie . . . 35

(4)

NL

7. INSTELLINGEN  . . . 36

7.1. Instellingen . . . 36

7.1.1 Tijdsweergave . . . 37

7.1.2 My MediaU beheren . . . 37

7.1.3. Netwerk . . . 38

7.1.3.1. Instellingen kabelnetwerk . . . 40

7.1.3.2. Instelling wifi-netwerk . . . 40

7.1.3.3. Radionetwerk (WPS PBC) . . . 41

7.1.3.4. Handmatige configuratie . . . 42

7.1.3.4.1. DHCP . . . 43

7.1.3.4.2. SSID invoeren . . . 44

7.1.3.4.3. Beheren . . . 44

7.1.3.5. Netwerk zoeken bij het inschakelen . . . 45

7.1.4. Datum & tijd . . . 46

7.1.4.1. Datum & tijd instellen . . . 46

7.1.4.2. Tijdformaat instellen . . . 47

7.1.4.3. Datumformaat instellen . . . 47

7.1.5. Wekker . . . 48

7.1.5.1. Snooze-functie . . . 50

7.1.5.2. Volume wekker . . . 51

7.1.6. Timer . . . 51

7.1.7. Taal . . . 52

7.1.8. Dimmer . . . 53

7.1.9. Weergave . . . 54

7.1.10. Energie-instellingen . . . 54

7.1.11. Sleeptimer  . . . 55

7.1.12. Buffergeheugen . . . 56

7.1.13. Weer . . . 56 INHOUD  

(5)

NL

7.1.14. FM-instellingen . . . 58

7.1.14.1. Modus . . . 59

7.1.14.2. Gevoeligheid . . . 59

7.1.15. Lokale zenders instellen . . . 60

7.1.16. Weergave-instellingen . . . 61

7.1.17. Apparaat . . . 61

7.1.18. Knop . . . 62

7.1.19. Sms . . . 63

7.1.20. Equalizer . . . 64

7.1.20.1. My EQ . . . 65

7.1.21. Afspelen hervatten na het inschakelen . . . 65

7.1.22. Software-update . . . 66

7.1.23. Resetten naar fabrieksinstellingen . . . 66

8. BEDIENING . . . 67

8.1. Lokale zender . . . 67

8.2. Internetradio . . . 68

8.2.1. Mijn favorieten . . . 68

8.2.2. Radiozenders/Muziek . . . 69

8.2.3. Lokale zender . . . 69

8.2.4. Sleep radio . . . 69

8.2.5. Laatst beluisterde zender . . . 70

8.2.6. Service . . . 70

8.3. Mediacenter . . . 71

8.3.1. UPnP-afspeellijst . . . 72

8.4. FM . . . 73

8.4.1. FM-zenders zoeken . . . 74

8.4.2. FM-radiobediening . . . 75 INHOUD  

(6)

NL

8.5. DAB . . . 76

8.5.1 DAB zenders zoeken . . . 76

8.5.2. DAB-radiobediening . . . 77

8.6. Informatiecenter . . . 78

8.6.1 Weer en financiën . . . 78

8.6.2. Systeeminformatie . . . 79

8.7. AUX . . . 79

9. FUNCTIES VOOR DAGELIJKS GEBRUIK . . . 80

9.1. Volume . . . 80

9.2. Modus omschakelen . . . 80

9.3. Schermhelderheid . . . 80

9.4. Radio-informatie . . . 80

9.5. Weersinformatie . . . 81

9.5. Weergave stoppen en starten . . . 82

9.6. Willekeurig afspelen - Shuffle . . . 82

9.7. Herhaling Repeat . . . 82

9.8. Favoriete zenders opslaan . . . 83

9.9. Lokale zenders afspelen . . . 84

10. APP-AANSTURING . . . 85

11. PROBLEEMOPLOSSING . . . 89

12. BEWARING . . . 92

13. MERKINFORMATIE . . . 92 INHOUD  

(7)

NL

14. RECYCLAGE  . . . 93

14.1. Recyclage van de verpakking . . . 93

14.2. Recyclage van het TOESTEL . . . 93

14.3. Recyclage van de batterijen . . . 94

15. EIGENSCHAPPEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES 95 16. SERVICE EN ONDERSTEUNING . . . 98

17. CE-MARKERING . . . 99 INHOUD  

(8)

NL

Geachte klant,

Bedankt dat u voor dit product heeft gekozen.

Lees deze instructies aandachtig door, en bewaar ze voor toekomstig gebruik. Deze bedieningsinstructies maken integraal deel uit van het toestel! Als u het apparaat verkoopt of weggeeft, gelieve dan zeker ook deze handleiding te overhandigen.

1.2. Correct gebruik

Dit product behoort tot de consumentenelektronica.

Het apparaat dient als ontvanger voor DAB/DAB+/

FM-radiosignalen, voor het ontvangen van internetradiostations en voor het afspelen van audiobestanden opgeslagen op een USB-opslagmedium of op een netwerkschijf.

Alle andere handelingen of gebruik van het toestel zijn niet cor- rect en kunnen leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade.

Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden.

Gebruik het apparaat alleen binnenshuis.

Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor privégebruik en niet voor commercieel gebruik.

1. VOORWOORD

(9)

NL 2.1. Legende

Symbool  Betekenis

Dit signaalwoord verwijst naar een gevaar met een hoog risico dat bij onachtzaamheid tot de dood of tot ernstig letsel leidt.

Dit signaalwoord verwijst naar een gevaar met een gemiddeld risico dat bij onachtzaamheid tot de dood of tot ernstig letsel kan leiden. 

Dit signaalwoord verwijst naar een gevaar met een laag risico dat bij onachtzaamheid tot een licht of matig letsel kan leiden. 

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

GEVAAR!

LET OP!

VOORZICHTIG!

(10)

NL

Dit signaalwoord waarschuwt voor mogelijke materiële schade en verwijst naar speciale beschrijvingen voor het gebruik van het toestel.

Dit teken waarschuwt voor gevaren.

Beschermingsklasse II Elektrische apparaten in veiligheidsklasse II hebben een versterkte of dubbele isolatie ter hoogte van de nominale isolatiespanning tussen actieve en open onderdelen (VDE 0100 deel 410, 412.1). Ze zijn doorgaans niet aangesloten op de beschermende geleider. Zelfs wanneer ze elektrisch geleidende oppervlakken hebben, voorkomt een versterkte of dubbele isolatie contact met andere componenten die onder spanning staan

De producten gemarkeerd met dit symbool voldoen aan de eisen van de richtlijnen van de Europese Gemeenschap.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 2.1. Legende

LET OP!

(11)

Voor toestellen met holle NL

connectoren geven deze symbolen de polariteit van de connector aan.

Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 varianten

Fig. 1: buiten plus/binnen min Fig. 2: binnen plus/buiten min Toestellen met dit symbool mogen alleen binnen in een droge omgeving worden gebruikt

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 2.1. Legende

+ -

- +

Fig. 1

Fig. 2

(12)

NL

2.2. Veiligheidsaanwijzingen

Controleer het toestel voor gebruik.

In geval van schade of defect mag het toestel niet in gebruik worden genomen.

Gevaar voor letsel!

Letselgevaar voor kinderen en personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens (bijvoorbeeld gedeeltelijk mindervalide personen, ouderen met beperkingen inzake fysieke en mentale vermogens) of gebrek aan ervaring en kennis.

> Bewaar het toestel alleen op plaatsen die niet toegankelijk zijn voor kinderen.

> Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar of ouder en personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of een gebrek aan ervaring en/of kennis als zij onder toezicht staan of geïnstrueerd zijn over het veilige gebruik van het toestel en de daaruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen.

> Laat kinderen nooit zonder toezicht het toestel gebruiken.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

LET OP!

(13)

NL Verstikkingsgevaar!

> Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed!

> Bewaar de gebruikte verpakkingsmaterialen (zakken, stukjes polystyreen, enz.) niet binnen het bereik van kinderen.

Kinderen mogen niet met de verpakking spelen. Er is vooral bij verpakkingsfolies gevaar voor verstikking

2.3 Veiligheid bij het gebruik

Gevaar voor letsel!

Letselgevaar door elektrische schok veroorzaakt door compo- nenten onder spanning.

Als zich onbedoeld een kortsluiting voordoet, is er risico op elek- trische schokken of brand.

> Controleer het toestel vóór elk gebruik op beschadigingen. Als u zichtbare schade opmerkt of het apparaat zichtbare schade vertoont, gelieve het dan niet langer te gebruiken

.> Als u een technisch of mechanisch probleem vaststelt, neem dan contact op met de TELESTAR Service.

> Gebruik alleen de meegeleverde voeding! Gebruik nooit een andere voeding.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

GEVAAR!

(14)

NL

> Open nooit de behuizing van het toestel.

> Koppel het toestel onmiddellijk los van de stroombron in geval van storing. Koppel de voedingsadapter onmiddellijk los van het stopcontact en van het toestel.

> Gebruik alleen reserveonderdelen en accessoires die door ons zijn geleverd of goedgekeurd.

> Demonteer het toestel niet en gebruik geen hulpstukken of reserveonderdelen die niet expliciet door ons zijn goedgekeurd of geleverd.

> Gebruik het toestel niet in een explosiegevaarlijke omgeving.

Explosiegevaarlijk zijn bijv.  brandstofopslagplaatsen, tankinstallaties of plaatsen waar oplosmiddelen worden opgeslagen of verwerkt.

> Gebruik het toestel niet in ruimtes waarin veel stof hangt (bijv.

meel- of houtstof)

Storingen kunnen zich uiten in de vorm van verhitting van het toestel of rookontwikkeling uit het toestel of van de voeding van het toestel.Luide of atypische geluiden kunnen ook een teken zijn van een storing.

> Koppel in dat geval de voedingsadapter onmiddellijk los van het stopcontact.

> Houd de voeding alleen bij de behuizing vast.

Trek de voedingsadapter nooit aan de kabel uit het stopcontact. 

Het toestel mag na een storing niet worden gebruikt voordat het door een gekwalificeerd persoon is getest of gerepareerd.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

(15)

NL .> Als u het toestel van een koude naar een warme omgeving

verplaatst, kan er vocht in het toestel worden afgezet.

Wacht in dat geval ongeveer een uur voordat u het in gebruik neemt.

> In geval van langdurige afwezigheid of tijdens onweer, haal de stekker uit het stopcontact.

Zorg ervoor dat contact met vocht, water of spatwater wordt vermeden en dat er geen met vloeistof gevulde

voorwerpen, bijv. vazen, op of in de buurt van het toestel of de voeding worden gezet.

> Als er vreemde voorwerpen of vloeistof in het toestel of de voeding komen, trek dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Laat het toestel controleren door gekwalificeerd personeel, voor u het weer gebruikt.

Anders bestaat de kans op een elektrische schok.

> Zorg ervoor dat het toestel of de voedingsadapter niet aan water of spatwater blootgesteld wordt en dat er geen open vuurbronnen (zoals brandende kaarsen) in de buurt van het toestel of de voeding staan.

> De voeding mag nooit met natte of vochtige handen worden aangeraakt.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

(16)

NL

2.4. Het apparaat aansluiten

> Sluit het toestel alleen aan op een professioneel geïnstalleerd, geaard en elektrisch beveiligd stopcontact.

> Zorg ervoor dat de stroombron (stopcontact) gemakkelijk toegankelijk is.

> Kabels niet knikken of inknellen.

> Controleer voordat u het apparaat in gebruik neemt of het voltage aangegeven op het toestel overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De informatie op de voedingsadapter moet overeenkomen met de plaatselijke netspanning.

> Sluit de radio alleen aan op een professioneel geïnstalleerd stopcontact van 220-240 V AC, 50-60 Hz.

> Plaats de radio op een stevige, vlakke ondergrond.

> Het toestel verbruikt stroom in de standby-modus. Om het apparaat volledig van de stroom te halen, moet de stekker uit het stopcontact getrokken worden, of moet de netschakelaar op de achterkant van het apparaat uitgeschakeld worden.2.5.

2.5. Apparaat beschermen tegen defecten

> Ongunstige omgevingsomstandigheden zoals vochtigheid, overmatige hitte of gebrek aan ventilatie kunnen het apparaat beschadigen.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

LET OP!

(17)

NL

> Gebruik het toestel alleen in droge ruimten.

Vermijd de directe nabijheid van: warmtebronnen, zoals bijv.

radiatoren, open vuur zoals bijv. kaarsen, apparaten met sterke magnetische velden, zoals bijv. speakers.

Stel het toestel niet bloot aan extreme invloeden, zoals direct zonlicht, hoge luchtvochtigheid, vochtigheid, extreem hoge of lage temperaturen, open vuur.

> Zorg dat er voldoende afstand is tot andere voorwerpen zodat het toestel niet wordt afgedekt en er altijd voldoende ventilatie is.

> Vermijd rechtstreeks zonlicht en plaatsen met veel stof.

> Plaats geen zware voorwerpen op het toestel of op de voeding.

> Gebruik het toestel niet in een explosiegevaarlijke omgeving.

Explosiegevaarlijk zijn bijv.  brandstofopslagplaatsen, tankinstallaties of plaatsen waar oplosmiddelen worden opgeslagen of verwerkt.

> Gebruik het toestel niet in ruimtes waarin veel stof hangt (bijv.

meel- of houtstof)

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

(18)

NL

2.6. Gevaar voor letsel!

Overmatige geluidsdruk bij gebruik van oortjes of van een kopte- lefoon kan leiden tot gehoorbeschadiging of gehoorverlies.

Gebruikers kunnen gehoorschade oplopen als ze gedurende lan- gere tijd met behulp van oortjes of koptelefoons naar erg luide muziek luisteren.

Controleer het volume voordat u de oortjes inbrengt of de kopte- lefoon op het hoofd plaatst.

2.7. Informatie over de radio-interface

Het apparaat genereert een elektromagnetisch veld.

Besteed aandacht aan alle informatie in uw omgeving die de werking van elektronische apparaten verbiedt of 

beperkt.

Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn in ziekenhuizen, bij tankstations en tankinstallaties of op vliegvelden.

Als er passende waarschuwingen zijn, koppelt u het apparaat onmiddellijk los van de stroom.

De componenten in het toestel genereren elektromagnetische energie en magnetische velden. Deze kunnen medische apparaten zoals pacemakers of defibrillatoren beïnvloeden.

Respecteer daarom een veilige en voldoende afstand tussen medische apparatuur en de radio.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

LET OP!

(19)

NL 2.8. Gebruik van de batterijen

Gebruik in de regel alleen batterijen van hetzelfde type zoals meegeleverd werd.

Gevaar voor letsel!

Verkeerd gebruik van batterijen kan letsel veroorzaken!

Batterijen nooit openen, kortsluiten of in open vuur gooien.

Laad batterijen nooit op. Er is explosiegevaar als u probeert om batterijen op te laden.

Let op de juiste polarisatie! Zorg ervoor dat de polen (+) en (-) correct zijn geplaatst om kortsluiting te voorkomen.

Gebruik alleen batterijen die zijn voorgeschreven voor dit product.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

GEVAAR!

(20)

NL

Verwijder de batterijen uit het toestel wanneer u het langere tijd niet gebruikt.

Verwijder onmiddellijk lege of lekkende batterijen uit het toestel.

Als de batterijen lekken, bestaat het risico van chemische brandwonden bij contact met de huid.

Bewaar zowel nieuwe als gebruikte batterijen buiten het bereik van kinderen.

Het inslikken van batterijen kan leiden tot inwendig letsel. Het batterijzuur in de batterijen kan bij contact met de huid letsel veroorzaken.

Bij toevallig inslikken of symptomen van huidaantasting, spoel het getroffen gebied dan met veel water en raadpleeg onmiddellijk een arts.

Batterijen zijn geen speelgoed!

Houd te allen tijde nieuwe en gebruikte batterijen uit de buurt van kinderen.

Verwijder uitgelopen batterijen onmiddellijk uit het toestel en reinig de contacten vooraleer u nieuwe batterijen plaatst.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

(21)

NL

Onjuist gebruik van batterijen kan explosiegevaar veroorzaken!

> Gebruik alleen nieuwe batterijen van hetzelfde type.

> Gebruik nooit nieuwe en oude batterijen samen in één toestel.

> Let op de juiste polarisatie bij het plaatsen van de batterijen.

> Laad batterijen nooit op.

> Batterijen mogen alleen op koele en droge plaatsen worden bewaard.

> Gooi batterijen nooit in het vuur.

> Als het toestel gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, verwijder dan de batterijen uit het toestel.

> Stel de batterijen nooit bloot aan overmatige hitte of direct zonlicht.

> Batterijen mogen niet worden vervormd of geopend.

> Stop met het gebruik van de afstandsbediening als de batterijklep niet goed sluit.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

LET OP!

(22)

NL

2.9. Het apparaat reinigen

Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het toestel schoonmaakt.

Gebruik een droge, zachte doek om het toestel te reinigen.

Gebruik geen vloeistoffen om het toestel te reinigen.

Gebruik geen oplosmiddelen en reinigingsmiddelen. Deze kunnen het oppervlak en/of de opschriften van het apparaat immers beschadigen.

2.10. Juridische informatie

Dit toestel is bedoeld voor gebruik in alle landen van de Europese Unie en in Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland.

De ontvangstdekking voldoet aan de wettelijke vereisten voor deze landen.

Als het toestel in een ander land wordt gebruikt, moet de wetgeving van het land van gebruik worden nageleefd.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

(23)

NL 3. LEVERING

Verwijder alle onderdelen uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsmaterialen volledig.

Als een of meer onderdelen ontbreken, neem dan contact op met:

TELESTAR Service Center, Am Weiher 14,

56766 Ulmen

e-mail: service@telestar.de

Aantal Uitleg

1 TELESTAR IR 200 1 Afstandsbediening 1 Externe voeding 1 Gebruiksaanwijzing 1 Garantiekaart 1 Telescoopantenne

1 AUX-kabel

1 Batterij voor afstandsbediening type CR 2025 / 3 V (al in afstandsbediening ingezet)

(24)

NL

4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

6 5 4

3 7

2

1 8

9 1011

12 13

14

15 16

(25)

NL 1. Zendergeheugenknoppen 1-5

2. Aan-/uitknop

Met deze knop zet u het toestel aan of op standby.

3. Menuknop

Roept het hoofdmenu van het toestel op.

4. ModusHiermee verandert u de bedieningsmodus van het toestel en kiest u voor internetradio, DAB+, FM, UPnP, AUX en USB.

5. /6. Navigatie/keuze zendersNavigeer met behulp van deze knoppen door het menu of kies hier de volgende zender uit de zenderlijst.

7. Volumeregeling, bevestigingsknopGebruik de draaiknop om het volume te wijzigen of om de menu-instellingen te bevestigen door op de knop te drukken.

8. Display

Betekenis van de functiepictogrammen Analoge FM-radio-ontvangst actief.

Symboliseert de radio-ontvangststerkte.

Wifi-verbinding actief.

Geen netwerkverbinding via netwerkkabel.

4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

(26)

NL

AUX-modus actief.

Herhaling van de nummers in de geselecteerde map.

Willekeurig afspelen geactiveerd (shuffle).

Herhaling van het geselecteerde nummer actief.

Wekker geactiveerd.

Radiozender opgeslagen.

USB-opslagmedium aangesloten.

Bluetooth-modus geactiveerd.

9. Stroomschakelaar

Schakel het apparaat hier aan of uit. Op positie 0 is er geen stroomtoevoer naar het toestel.

10. Stekker

Sluit het toestel aan op deze poort met de bijgeleverde adapter 11. USB-aansluiting

Via deze aansluiting verbindt u het apparaat met een USB- 4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

(27)

NL opslagmedium, zoals een USB-harde schijf of USB-stick om muziekbestanden af te spelen.

Houd er rekening mee dat het aangesloten opslagmedium als FAT32 geformatteerd is om door de radio te worden herkend.

12. RJ 45 LAN-verbinding

Verbind het toestel via een netwerkkabel met het netwerk om de internetradiofunctie te gebruiken.

(Als alternatief kan het toestel ook via wifi worden verbonden).

Het groene ledlampje licht op zodra een netwerkkabel is aangesloten en de verbinding tot stand is gebracht.

Het gele ledlampje knippert tijdens actieve gegevensoverdracht.

13. AUX IN

Sluit hier met een 3,5 mm AUX-jackkabel een externe audiobron  aan (bijv. MP3-speler, smartphone, tablet).

14. LINE OUT

Sluit de radio aan op een hifi-versterker of op actieve luidsprekers om de ontvangen muziek door te sturen naar een geluidsinstallatie.

15. Koptelefoonaansluiting

Steek hier de stekker van uw koptelefoon in om muziek van de radio via de koptelefoon te beluisteren.

Als u een koptelefoon aansluit, wordt de muziek niet langer via de luidsprekers van het toestel afgespeeld.

16. Telescopische antenne (afschroefbaar)

4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

(28)

NL

5. AFSTANDSBEDIENING

De radio kan worden bediend met de knoppen van het toestel en de afstandsbediening. Het is prettiger en makkelijker om het toestel met de afstandsbediening te bedienen. Om deze reden wordt in deze handleiding voornamelijk uitgelegd hoe de radio moet worden ingesteld en bediend met behulp van de meegeleverde afstandsbediening.

Als het toestel met een netwerk is verbonden, kan de radio ook via de app AirMusicControl worden aangestuurd. Deze app is beschikbaar voor Android®- en iOS®-besturingssystemen. Zie hoofdstuk 10 voor meer informatie.

(29)

NL 5. AFSTANDSBEDIENING

3 2

4 1

6 5

7 8

10 9

11

13 12 15 14 17 16 19 18 21 20

22 23

24

(30)

NL

5. AFSTANDSBEDIENING 1. Standby knop

Zet met deze knop het toestel aan of uit.

2. WPS-knop

U kunt met deze knop een wifi-verbinding in uw thuisnetwerk maken.

Lees hiervoor ook hoofdstuk 7.1.3.3.

3. Schermdimmer

Verandert de helderheid van het scherm.

4. UPNP

Gebruik deze knop om verbinding te maken met andere UPnP- apparaten op het netwerk om audiobestanden op de radio af te spelen.

5. Repeat

Met deze knop zorgt u ervoor dat een of meer nummers herhaaldelijk worden afgespeeld

6. Mode

Hiermee kiest u een van de verschillende bedieningsmodi.7.

Navigatie omhoog/omlaag - rechts/links

Gebruik deze knoppen om door het menu te navigeren 8. Selecteer het volgende nummer

Gebruik deze knop om het volgende nummer te selecteren.

9. V+ volume Verhoogt het volume

10. EQ-equalizerfunctieMet deze knop kunt u de equalizerfunctie activeren en aangepaste geluidsinstellingen doorvoeren.

11. V- volume Verlaagt het volume

(31)

NL 12. Language

Met deze knop kunt u de menutaal wijzigen.

(Deze functie wordt niet in elke modus ondersteund.) 13. Favorietenknop

Schakelt over naar een van de zelf opgeslagen favoriete zenders.

14. Cijfertoetsenbord 15. Stop

Stopt het afspelen 16. Mute

Zet het geluid van het toestel uit.

17. Play

Afspelen starten of onderbreken 18. Vorige nummer kiezen 

Gebruik deze knop om het vorige nummer te selecteren.

19. ENTERMet deze knop bevestigt u uw selectie 20. Menu

Activeer via deze knop het menu van het toestel 21. Shuffle

Hiermee activeert u willekeurig afspelen 22. Lokale zender

Toont een selectie van radiozenders uit uw regio.

23. Alarm

Activeer met deze knop de wekkerfunctie Lees hiervoor ook hoofdstuk 7.1.5.

24. Sleep

Schakel met deze knoppen de sleeptimer van het toestel in of uit.

5. AFSTANDSBEDIENING

(32)

NL

6.1 Algemene gebruiksaanwijzing

> Schakel het toestel aan en uit met de standby-knop op de afstandsbediening.

> Het volume kan worden verhoogd met de knop VOL+ op de afstandsbediening.

> Het volume kan worden verlaagd met de knop VOL- op de afstandsbediening.

> Met de knoppen ▼▲ kan u door het menu navigeren.

> Met de ENTER-knop kunt u uw selectie bevestigen.

6.2. Afstandsbediening voorbereiden

Verwijder de transportbescherming op de afstandsbediening.

Trek het plastic lipje uit het batterijvak van de afstandsbediening.

Hiermee wordt contact met de batterij tot stand gebracht.

Om de batterij van de afstandsbediening te vervangen, opent u het batterijvak aan de achterkant van de afstandsbediening.

Schroef met een geschikte kruiskopschroevendraaier de schroef los. Trek het batterijvak uit de afstandsbediening.

Verwijder de batterij en plaats een nieuwe batterij van hetzelfde type.

6. INSTALLATIE

(33)

NL

Onjuist gebruik van batterijen kan explosiegevaar veroorzaken!

Lees de veiligheidsinstructies in hoofdstuk 2.8.

Let op de juiste polariteit van de batterij!

Plaats vervolgens het batterijvak terug en draai de schroef weer vast.

6.3 De antenne monteren

Schroef de meegeleverde antenne op de antenne-aansluiting van de radio.

6.4. Voeding

Sluit eerst de bijgeleverde adapter aan op de juiste poort aan de achterkant van het toestel. Sluit nu de stekker aan op een 230V-stopcontact. Trek vervolgens de telescopische antenne aan de achterkant van de radio over de volle lengte uit. Dit zorgt voor de best mogelijke ontvangst, tenminste als u terrestrische zenders via de antenne wenst te ontvangen.

6. INSTALLATIE

(34)

NL

6.5. Netwerkaansluiting

Om de internetfuncties van de radio te gebruiken, moet het toestel met een netwerk verbonden zijn. U kunt verbinding maken via een kabel (LAN) of via de ingebouwde wifi-ontvanger.

Als u een LAN-kabel gebruikt, verbindt u deze met de LAN-poort (zie afbeelding op pagina 19, punt 12)

6.6. Taalkeuze

Schakel de stroomschakelaar aan de achterkant van het toestel in. De radio begint te spelen.

Gebruik de omhoog/omlaag-knoppen op de afstandsbediening om de menutaal te selecteren. Bevestig de gewenste menutaal met de ENTER-knop op de afstandsbediening.

6.7 Netwerkcontrole

Als u de radio met uw thuisnetwerk wilt verbinden, bevestigt u de volgende menuvraag met Ja. Met deze instelling controleert de radio de beschikbare netwerken telkens wanneer de radio wordt opgestart.

6. INSTALLATIE

(35)

NL 6.8 Netwerkconfiguratie

Om de radio met uw netwerk te verbinden, bevestigt u de volgende vraag met Ja. Als u het toestel niet op een netwerk wilt aansluiten, kunt u dit menu-item overslaan door Nee te selecteren.

6.8.1 Netwerkselectie

Selecteer het verbindingstype om de radio met een netwerk te verbinden. Als u een LAN-kabel hebt aangesloten, selecteert u kabelnetwerk, als u verbinding wilt maken via wifi, selecteert u wifi.

Bij het selecteren van de verbinding via wifi worden alle beschikbare wifi-netwerken weergegeven. Selecteer het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en bevestig met de knop ENTER.Voer de wifi-sleutel in. Met de ▼ ▲-knoppen  kunt u een teken selecteren en met behulp van de toets ►-knop verdergaan.

Bevestig de invoer met ENTER.

Houd er rekening mee dat het registratieproces op de router enige tijd kan duren.

Met een druk op de  Menu-knop  op het toestel of op de afstandsbediening wordt u naar het hoofdmenu van het apparaat geleid. Het menu wordt automatisch binnen tien seconden afgesloten. Het scherm toont nu de laatst ingestelde radioselectie.

Navigatie in het hoofdmenu gebeurt via de knoppen ►◄

6. INSTALLATIE

(36)

NL

Het hoofdmenu van het toestel bestaat uit de volgende menu- items:

U kunt de individuele menu-items selecteren met de pijltjestoetsen►◄. Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de  volumeregeling  op het toestel te drukken.

7.1. Instellingen

Druk op de knop MENU op de afstandsbediening of op het toestel en selecteer met de knoppen ►◄  Instellingen.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken

7. INSTELLINGEN

Instellingen

Mediacenter I n f o r m a t i e - center

Lokale zenders FM Radio AUX

Web Radio DAB+ Radio

(37)

NL Onder dit menu-item kunt u individuele instellingen van het toestel selecteren.

7.1.1 Tijdsweergave

In dit menu-item kunt u de tijdsweergave van het toestel in de standby-modus instellen.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Tijdsweergave . Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Analoog of Digitaal . Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Indien analoog gekozen wordt, toont het toestel een analoge klok in de standby-modus. Als digitaal werd geselecteerd, wordt de tijd digitaal weergegeven.

7.1.2 My MediaU beheren

Hier kunt u de functie MediaU beheren activeren of deactiveren.

Met MediaU kunt u uw eigen zenderlijst maken en de zenders afspelen. Om uw zenderlijst te maken en te activeren, moet u inloggen op de volgende website:

http://www.mediayou.net/web 7. INSTELLINGEN

(38)

NL

Voer het MAC-adres van de radio in als serienummer. Het MAC- adres van de radio is te vinden in het informatiecenter.

Lees hiervoor ook hoofdstuk 8.6.2.

Selecteer in het menu Instellingen met de knoppen  ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel

het menu-item My MediaU beheren.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Activeren om deze functie te activeren. Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de  volumeregeling  op het toestel te drukken.

7.1.3. Netwerk

Om ervoor te zorgen dat het toestel als internetradio kan functioneren, moet het netwerk waartoe de radio behoort, de volgende kenmerken hebben:

De gebruikte netwerkrouter moet een DHCP-serverfunctie hebben, zodat aan het toestel automatisch een IP-adres in het netwerk kan worden toegewezen.

De UPnP-functie moet op de router van het netwerk

geactiveerd zijn, zodat media-inhoud overgedragen kan worden en toestellen op het netwerk herkend kunnen worden.

7. INSTELLINGEN

(39)

NL Als de router aan deze eigenschappen voldoet, kan de radio eenvoudig in het netwerk worden geïntegreerd.

Druk op de knop MENU op de afstandsbediening of op het toestel en selecteer met de knoppen ►◄ Instellingen.Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Netwerk .

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼▲ het gewenste menu-item en bevestig met ENTER.

7. INSTELLINGEN

(40)

NL

7.1.3.1. Instellingen kabelnetwerk

Als u de radio met een netwerkkabel in uw netwerk wilt integreren, kunt u  in deze instelling de kabelnetwerkverbinding activeren.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Kabelnetwerk . Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

U kunt een netwerkverbinding via een LAN-kabel activeren of deactiveren door het gewenste menu-item te selecteren.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

De netwerkfunctie via een LAN-kabel wordt geactiveerd, wanneer het toestel vanuit de standby-modus wordt gestart.

Als u de netwerkkabel aansluit wanneer de radio is

ingeschakeld, schakelt u het toestel met de Power-knop op de radio of met de Power-knop op de afstandsbediening eerst uit en vervolgens weer aan.

7.1.3.2. Instelling wifi-netwerk

Als u uw radio via wifi in een wifi-netwerk wilt integreren, kunt u met dit menu-item de wifi-functie in- of uitschakelen. Als de wifi- functie is geactiveerd, kunt u hier alle verdere instellingen doen 7. INSTELLINGEN

LET OP!

(41)

NL om de radio in een wifi-netwerk te integreren.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Instelling wifi-netwerk en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

U kunt een netwerkverbinding via wifi activeren of deactiveren door het gewenste menu-item te selecteren.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Als het wifi-netwerk wordt geactiveerd, zoekt het toestel naar alle wifi-netwerken binnen bereik en geeft deze in een lijst weer.

Selecteer het netwerk met behulp van de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel van waaruit u verbinding wilt maken.

Voer de wifi-sleutel in. Met de ▼ ▲-knoppen  kunt u een teken selecteren en met behulp van de toets ►-knop verdergaan.

Bevestig de invoer met ENTER.

Houd er rekening mee dat het registratieproces op de router enige tijd kan duren.

7.1.3.3. Wifi-netwerk (WPS PBC)

WPS is een functie op wifi-toestellen waarmee u met één druk op de knop een netwerkverbinding tot stand kunt brengen zonder een wachtwoord in te voeren.

Dit vereenvoudigt het tot stand brengen van een verbinding.

Deze Push-Button-configuratie die door de radio ondersteund wordt, kan worden gebruikt als de netwerkrouter waarmee 7. INSTELLINGEN

(42)

NL

u verbinding wilt maken een WPS-knop heeft. (Voor sommige routers kan dit ook direct als een software-oplossing in het besturingssysteem verschijnen).

Ga als volgt te werk om op deze manier een netwerkverbinding tot stand te brengen.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Wifi-netwerk (WPS PBC)en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Druk nu binnen 120 seconden op de WPS-knop op uw netwerkrouter of schakel de WPS-functie in de gebruikersinterface van de router in.

Er wordt nu automatisch een netwerkverbinding gemaakt.

7.1.3.4. Handmatige configuratie

In dit gedeelte kunt u de netwerkconfiguratie van de radio zelf configureren zodat deze overeenkomt met de instellingen van het netwerk.

Deze functie mag alleen door gebruikers worden gebruikt die hier ervaring mee hebben.

U heeft hier bijvoorbeeld de mogelijkheid om de DHCP-functie te deactiveren en de radio een handmatig IP-adres te geven.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item

Handmatige configuratie en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer vervolgens de netwerkverbinding die u handmatig wilt 7. INSTELLINGEN

(43)

NL bewerken.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.3.4.1. DHCP

Met DHCP kunnen verbonden clients zonder handmatige configuratie van de netwerkinterface in een bestaand netwerk worden geïntegreerd. Noodzakelijke informatie zoals IP- adres, netwerkmasker, gateway, name server (DNS) worden automatisch toegewezen.

De DHCP-functie is in de fabriek geactiveerd.

Als de DHCP-functie wordt gedeactiveerd, moet de vereiste informatie voor een netwerkverbinding handmatig worden ingesteld.

In dit menu-item kunt u de DHCP-functie deactiveren.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item

Handmatige configuratie en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Activeer of deactiveer de DHCP-functie in de volgende stap.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7. INSTELLINGEN

(44)

NL

7.1.3.4.2. SSID invoeren

Bij een handmatige configuratie in de wifi-netwerkinstellingen, kunt u hier de SSID instellen.

Een Service Set Identifier (SSID) is een vrij te kiezen naam van een wifi-toestel waardoor ermee gecommuniceerd kan worden.

Het wordt daarom ook de (wifi-) netwerknaam van het wifi- netwerk genoemd.

De in de fabriek ingestelde naam van de radio, waarmee het toestel in een wifi-netwerk zichtbaar is, luidt IR 200.

U kunt hier een nieuwe naam instellen.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item SSID invoerenen druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop de letters of tekens die u aan de netwerknaam wilt toewijzen. Bevestig de invoer telkens met de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de knop volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.3.4.3. Beheren

In dit menu-item kunt u selecteren in welk wifi-netwerk de radio moet worden aangemeld.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Beherenen druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7. INSTELLINGEN

(45)

NL Selecteer het wifi-netwerk waarop het toestel moet worden aangemeld en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.3.5. Netwerk zoeken bij het inschakelen

In dit menu-item kunt u opgeven of het toestel de verbinding met een netwerktoegangspunt (netwerkrouter) moet controleren telkens als het wordt ingeschakeld.

Deze automatische controle werd in de fabriek geactiveerd. Het wordt aanbevolen om deze functie aan te laten staan om ervoor te zorgen dat de radio bij het opstarten verbinding kan maken met het netwerk.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Netwerk zoeken bij het inschakelen en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Schakel deze functie in of uit met de knoppen▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel en bevestig door op de volumeregeling op het toestel of op de ENTER-knop op de afstandsbediening te drukken.

7. INSTELLINGEN

(46)

NL

7.1.4. Datum & tijd Stel hier tijd en datum in.

Het toestel is in de fabriek ingesteld op automatische tijdinstelling. Wanneer het toestel via het netwerk met het internet is verbonden, worden tijd en datum automatisch gesynchroniseerd. De tijd instellen is dan niet nodig.

7.1.4.1. Datum & tijd instellen

Selecteer met de knoppen ▼▲ van de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item  Datum & tijd instellen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer het menu-item Handmatige configuratie en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Met de draaiknop op de radio of met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening stelt u de tijd of  de datum in.

Gebruik de knoppen ►◄ om naar het volgende of vorige veld te gaan.  Met de ENTER -knop op de afstandsbediening of een korte druk op de draaiknop op de radio wordt uw invoer 7. INSTELLINGEN

(47)

NL bevestigd.

7.1.4.2. Tijdformaat instellen

Wijzig hier de tijdnotatie. U kunt kiezen tussen 12- en 24-uursnotatie

Selecteer het menu-item Tijdformaat instellen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken. Verander nu de tijdsweergave naar de gewenste notatie en bevestig met ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.4.3. Datumformaat instellen Wijzig hier het datumformaat.

Selecteer het menu-item Datumformaat instellen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Verander nu de datumweergave naar het gewenste formaat en bevestig met ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7. INSTELLINGEN

(48)

NL

7.1.5. Wekker

Het toestel kan als wekkerradio worden gebruikt.

In dit menu-item kunt u maximaal twee alarmtijden instellen.

Bovendien kunt u hier instellen of de wekker u moet wekken met een geluid, melodie, internetzender, DAB+ zender, muziek van een aangesloten USB-opslagmedium of een FM-zender.

Ga als volgt te werk om een alarm in te stellen:

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Wekker en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de  volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer alarm 1 of alarm 2 en bevestig door op de volume- regeling op het toestel te drukken of met de ENTER-knop op de afstandsbediening.

Activeer het alarm via de regel Aan.

Schakel het alarm uit via de regel Uit.

Als u de wekker hebt geactiveerd, kunt u in het volgende menu herhalingsintervallen, het tijdstip en het alarmtype instellen.

Herhalen: Selecteer dagelijks, eenmaal of meerdere dagen van de week.

7. INSTELLINGEN

(49)

NL Tijdstip:Geef hier het tijdstip aan waarop de wekker geactiveerd moet worden. Gebruik de cijfertoetsen op de afstandsbediening of de draaiknop op het toestel.

Bron:Selecteer hier welk weksignaal geactiveerd moet worden.

Geluid, melodie, internetradio, FM, DAB/DAB+ of USB.

Houd er rekening mee dat bij het selecteren van FM, DAB/

DAB+ of internetradio, ten minste één favoriete zender van het betreffende ontvangstmodus moet zijn opgeslagen. Als er geen favoriete zender is opgeslagen in de geselecteerde ontvangstmodus, verschijnt het bericht leeg.

Om de invoer op te slaan, moet ze met de ENTER-knop bevestigd worden. Met de pijltoets ◄  komt u terug in het menu.

Om een favoriete zender op te slaan, lees ook hoofdstuk 9.8.

Om het alarm te stoppen, druk op de STANDBY-knop op de afstandsbediening of op het toestel.

Om de snooze-functie te activeren, drukt u tijdens een alarm op de knop ENTER.

Het alarm wordt zo gedurende 5 minuten gepauzeerd.

Na 5 minuten wordt het alarm opnieuw geactiveerd.

7. INSTELLINGEN

(50)

NL

7. INSTELLINGEN 7.1.5.1. Snooze-functie

U kunt een tijd instellen waarna  de radio een alarm activeert.

In dit menu kunt u deze functie activeren en de duur instellen Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Wekker en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer de regel Snooze-alarm en bevestig met de ENTER- knop op de afstandsbediening of door de volumeregeling op het toestel te drukken.

Schakel de functie uit via de regel Uit, of stel een tijd in waarna een alarm geactiveerd moet worden.

De volgende tijden zijn beschikbaar:

5 minuten: alarm klinkt na 5 minuten 10 minuten: alarm klinkt na 10 minuten 20 minuten: alarm klinkt na 20 minuten 30 minuten: alarm klinkt na 30 minuten 60 minuten: alarm klinkt na 60 minuten 90 minuten: alarm klinkt na 90 minuten 120 minuten: alarm klinkt na 120 minuten

(51)

NL 7.1.5.2. Volume wekker

Onder Volume Wekker kan u instellen, met welk volume het alarmsignaal moet worden uitgevoerd.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Wekker en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer de regel Volume Wekker en bevestig met de ENTER- knop op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Stel het gewenste volume in met de draaiknop op het toestel of met de knoppen ▸ ◂.

7.1.6. Timer

Met de timer kunt u een tijd instellen, waarna de radio een alarm activeert.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu- item Timer en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te

drukken.

Geef met de knoppen ▸ ◂ de tijd in minuten en seconden in. Door in stappen te drukken, verhoogt of verlaagt u de tijd in stappen van één seconde. Houd de knop ▸ of ◂ ingedrukt om de wijziging van de tijd in de ene en de andere richting te versnellen.

7. INSTELLINGEN

(52)

NL

7. INSTELLINGEN

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken wordt de timer geactiveerd. Nadat de ingestelde tijd is verstreken, klinkt een alarmsignaal.

De timer kan worden onderbroken met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken. Op dezelfde manier kan het timeralarm met deze knoppen gestopt worden. 

7.1.7. Taal

Hier kunt u de menutaal van het apparaat instellen.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu- item Taal en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Gebruik de knoppen ▼▲ om de taal te selecteren en de selectie te bevestigen.

(53)

NL 7.1.8. Dimmer

Met de dimmerfunctie kunt u de helderheid van het display aanpassen. Bij levering is het hoogste helderheidsniveau ingesteld. Met dit menu-item kunt u de helderheid individueel aanpassen.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Dimmer en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Spaarstand

Wanneer de spaarstand is geactiveerd, wordt het display gedimd tot de ingestelde helderheid als het toestel gedurende 15 seconden niet bediend werd.

Selecteer de Spaarstand en bevestig de selectie. Selecteer vervolgens met de ▸ ◂-knoppen of de draaiknop de helderheid die het toestel in deze modus moet hebben.

Inschakelen:

Wanneer dit item is geactiveerd, wordt het display permanent gedimd tot de ingestelde helderheid.

Selecteer de Spaarstand en bevestig de selectie. Selecteer vervolgens met de ▸ ◂-knoppen of de draaiknop de helderheid die het toestel in deze modus moet hebben.

7. INSTELLINGEN

(54)

NL

7. INSTELLINGEN 7.1.9. Weergave

Wijzig indien nodig de gekleurde weergave van het display naar een zwart/wit weergave.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Weergave en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Wijzig indien nodig de weergave van kleur naar zwart-wit.

7.1.10. Energie-instellingen

In situaties waarin de radio geen muziek afspeelt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Dit is bijvoorbeeld het geval, wanneer er in de DAB-radiomodus geen signaal ontvangen wordt of wanneer er in de AUX-modus geen afspeelapparaat is aangesloten waarmee een weergave gebeurt.

Hier kunt u bepalen of en na welke tijd de radio automatisch van spelen naar wachtstand moet overschakelen.

U kunt kiezen tussen 5, 15 en 30 minuten.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu- item Energie-instellingen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer een tijdsperiode waarna het toestel automatisch moet worden uitgeschakeld.

(55)

NL Als de radio niet automatisch moet worden uitgeschakeld, 

selecteer Uitschakelen.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Let op:

Deze instelling is in de fabriek ingesteld op 15 minuten.

7.1.11. Sleeptimer

Met de sleeptimer-functie wordt het toestel automatisch uitgeschakeld nadat een ingestelde tijd is verstreken.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Sleeptimer en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer Uitschakelen om deze functie uit te schakelen of selecteer een vooraf ingestelde tijd. U kunt kiezen uit de volgende tijden:

15, 30, 60, 90, 120, 150, 180 minuten.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7. INSTELLINGEN

(56)

NL

7. INSTELLINGEN 7.1.12. Buffergeheugen

Hier kunt u de buffertijd van het buffergeheugen wijzigen. Door een langere buffertijd in te stellen, kunnen storingen bij de ontvangst van internetradio worden opgevangen. Dit voorkomt dat de muziek tijdens het afspelen wordt onderbroken.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Buffergeheugen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer een vastgelegde buffertijd.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.13. Weer

Als het toestel is verbonden met het internet, kunt u weersinformatie weergeven op het scherm van het toestel.

In dit menu-item kunt u aangeven voor welke locatie de weersinformatie moet worden weergegeven. U kunt ook de temperatuureenheid instellen.

De weersinformatie wordt weergegeven in de wachtstand.

De radio schakelt automatisch tussen weersgegevens en de huidige tijd. Zie ook hoofdstuk 9.5.

(57)

NL Let op:

Het toestel ontvangt de weersvoorspelling van een internetserver waarop de weersinformatie is opgeslagen.

Daarom kunnen de weergegeven weergegevens verschillen van de werkelijke weergegevens op uw locatie.De volgende instellingsopties zijn beschikbaar:

Lokale instellingen:

Selecteer een locatie waarvoor de weersvoorspelling en weersinformatie moeten worden weergegeven.

Temperatuureenheid

Geef hier aan welke temperatuureenheid moet worden gebruikt.

Je hebt de keuze tussen Celsius (0C) en Fahrenheit (0F).Weergeven in standby

Definieer hier of de radio weergegevens in standby moet weergeven of niet.

Voer de instellingen als volgt uit:

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Weer en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7. INSTELLINGEN

(58)

NL

7. INSTELLINGEN 7.1.14. FM-instellingen

Hier kiest u voor stereo- of mono-ontvangst voor de FM-radio.

Deze instelling kan handig zijn als u naar een FM-zender luistert maar de zender alleen binnenkomt met een zwak en ruisend sign- aal. Verander in dat geval de ontvangst in mono om de kwaliteit te verbeteren.

Als u de stereo-instelling hebt geselecteerd, wordt het ontvangen radiosignaal in stereokwaliteit weergegeven. Als er een zwak si- gnaal ontvangen wordt, kan de radio automatisch overschakelen naar mono-ontvangst.

Gevoeligheid vastleggen.

Onder Gevoeligheid, welke radiozenders moeten gevonden wor- den tijdens een FM-zoekfunctie.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item FM instellen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbedie- ning of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

(59)

NL 7.1.14.1. Modus

Selecteer dit item om de FM-ontvangst van stereo (standaardfabrieksinstelling) naar mono te wijzigen.

Bevestig met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.14.2. Gevoeligheid Zoekfunctie gevoeligheid:

Selecteer hier welke FM-zenders bij het zoeken moeten worden gevonden:

Alleen zenders met een sterk signaal ontvangen.

Zenders met een standaard signaal ontvangen.

Vind ook zenders met zwak signaal.

Bevestig met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Stereo gevoeligheid:

Hier kunt u instellen dat de radio automatisch overschakelt naar mono als de ontvangstkwaliteit niet voldoende is voor optimale stereoweergave.

Bevestig met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7. INSTELLINGEN

(60)

NL

7. INSTELLINGEN

7.1.15. Lokale zenders instellen

Om uw zoektocht naar lokale internetzenders te

vergemakkelijken, kunt u in het menu van het toestel gericht naar zenders uit uw regio zoeken.

Hiertoe moet u uw toestel laten weten waar u zich bevindt.

U kunt hier handmatig uw locatie invoeren of kiezen voor een automatische vaststelling van uw locatie.

Met deze informatie kan uw radio u met de functie Lokale zenders zenders voorstellen.

Zie ook hoofdstuk 9.9.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu- item Lokale zender instellen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

De volgende opties zijn beschikbaar:

Automatisch vaststellen

Met deze selectie stelt de radio automatisch uw locatie vast als de radio met internet verbonden is.

Handmatig instellen (Land)/(Provincie)/(Stad)

Hier kunt u uw locatie handmatig invoeren. U kunt uw locatie tot slechts één land beperken en de nauwkeurigheid in de provincie vergroten. De hoogste precisie bij het bepalen van de locatie is mogelijk met handmatige instelling (stad).

Bevestig met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

(61)

NL Handmatige instelling (US- Zip-Code)In deze instelling kunt u de locatie bepalen door een postcode in te voeren.

Houd er rekening mee dat deze functie alleen beschikbaar is voor locaties in de Verenigde Staten.

Voer met behulp van de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel de postcode in en bevestig uw invoer met de OK-knop.

7.1.16. Weergave-instellingen

De hier gemaakte instellingen bepalen de standaardinstelling bij het afspelen van audiobestanden vanaf een USB-medium.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu- item Weergave-instellingen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer het menu-item Weergave-instellingen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.17. Apparaat

Het apparaat kan met DLNA-apparaten communiceren. Zo kan u bijvoorbeeld audiobestanden op de radio afspelen vanaf een mobiel toestel met DLNA-functionaliteit.

7. INSTELLINGEN

(62)

NL

7. INSTELLINGEN Andere naam geven

Hier kunt u de naam van het toestel wijzigen waarmee de radio op een DLNA-toestel wordt aangeduid.

Gebruik de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of de draaiknop op het toestel om de letter te selecteren die u wilt gebruiken en bevestig telkens met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

De app Air MusiC Control

Deze functie geeft een QR weer op het display. Als u deze QR- code met een smartphone of tablet scant, kunt u de AirMusic Control-app downloaden.

Zie hoofdstuk 10 voor meer informatie over de app.

7.1.18. Knop

In deze instelling kunt u de MODE-knop op het toestel een andere functie geven. Als u op de MODE-knop drukt, wordt de geselecteerde functie uitgevoerd. Selecteer met de knoppen

▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Knop en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer nu in de lijst de gewenste functie voor de MODE-knop.

Bevestig met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

(63)

NL 7.1.19. SMS

U heeft de mogelijkheid om via het radio-apparaat

tekstberichten (sms) die via de „AirMusic Control“-app zijn aangemaakt, te activeren of door op een knop te drukken aan geselecteerde en vooraf ingevoerde telefoonnummers te verzenden.

U kunt met deze functie maximaal 3 mobiele telefoonnummers instellen waarnaar sms-berichten worden verzonden.

Doe daarvoor het volgende:

Sms-functie op MODE-knop instellenWijs de sms-functie toe aan de knop.

Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 7.1.16.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu- item SMS en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Kies SMS 1, SMS 2, SMS 3Voer het (de) mobiele

telefoonnummer(s) (landnummer en telefoonnummer) in die de meldingen moeten ontvangen bijv. voor Duits landnummer:

49170xxxxxxxx.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Sms-tekst voor bericht instellen:

Open op uw smartphone/tablet  de „AirMusic Control“-app en selecteer daar de optie „Instelling“.

Zie hoofdstuk 10 voor informatie over de AirMusic Control-app.

7. INSTELLINGEN

(64)

NL

7. INSTELLINGEN

wijzigen of hernoemen en via de optie „SMS-instelling“ een overeenkomstige melding opstellen en opslaan.

Als de melding via de app is ingevoerd en opgeslagen, kunt u via de MODE-knop op de radio (optioneel via de afstandsbediening) het SMS-bericht starten.

Het sms-bericht verzenden.Als u het bericht naar de vooraf opgegeven telefoonnummers wilt verzenden, drukt u een paar seconden op de MODE-knop. Het verzenden van de sms wordt op het display van de radio aangegeven met een overdrachtssymbool.

7.1.20. Equalizer

Hier kunt u een aantal geluidsinstellingen aanpassen. Hier kunt u ook de klank individueel instellen.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Equalizer en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Gebruik de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of de

draaiknop op het toestel om een geluidsinstelling te selecteren en bevestig met ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

(65)

NL 7.1.20.1. My EQ

Hier kunt u een geluid individueel instellen.

Gebruik de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of de draaiknop op het toestel om het item My EQ te selecteren en druk op de knop ►.

Wijzig in de regel T het hoge bereik volgens uw behoeften.

Wijzig in de regel B het lage bereik volgens uw behoeften.

In de regel L kunt u de loudness-functie in- of uitschakelen.

Bevestig met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.21. Afspelen hervatten na het inschakelen

In dit menu-item kunt u aangeven of na het inschakelen het afspelen van een muziekbestand via een aangesloten USB- opslagmedium automatisch moet worden hervat.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Afspelen hervatten na het inschakelen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Schakel de functie in of uit.

7. INSTELLINGEN

(66)

NL

7. INSTELLINGEN 7.1.22. Software-update

Om de werking van het apparaat te verbeteren, kan het nodig zijn om de besturingssoftware bij te werken. Via de USB- interface heeft u de mogelijkheid om de besturingssoftware van uw radio te actualiseren, die indien nodig op www.telestar.

de kan worden gedownload. De software op de website moet worden uitgepakt. Het uitgepakte bestand kopieert u vervolgens naar een geschikt opslagmedium, dat u via de USB- aansluiting op de radio aansluit. In het downloadbestand vindt u een beschrijving van de exacte procedure. 

7.1.23. Resetten naar fabrieksinstellingen

Met dit menu-item kunt u het apparaat in de bezorgstatus terugzetten.

Dit is vooral handig wanneer u wijzigingen hebt aangebracht die vervolgens niet tot een goede werking van het toestel leiden.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel in het menu Instellingen het menu-item Resetten naar fabrieksinstellingen en druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer Ja als u het toestel wilt resetten, selecteer Neeals u het proces wilt annuleren.

Let op:

Als u deze functie activeert, worden alle menu-instellingen en alle opgeslagen zenders verwijderd.

(67)

NL 8.1. Lokale zender

Onder Lokale zender ziet u de radiozenders die u hebt toegevoegd via de Lokale zender-instellingen (hoofdstuk 7.1.15).

Druk op de knop Menu op de afstandsbediening of op het toestel en selecteer met de knoppen ►◄ Lokale zender.

Onder dit menupunt worden courante internetradiostations gesorteerd op regio, zodat ze makkelijker terug te vinden zijn. 

Selecteer in dit menu-item de gewenste programmalijst met behulp van de knoppen ▼▲.

Bevestig de invoer met ENTER.

8. BEDIENING

(68)

NL

8. BEDIENING 8.2. Internetradio

Druk op de knop Menu op de afstandsbediening of op het toestel en selecteer met de knoppen ►◄ Internetradio.

Bevestig met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

In het menu Internetradio kunt u alle internetzenders selecteren en beheren. Er is een brede selectie van zenders beschikbaar.

Hiertoe moet uw radio wel eerst verbonden zijn met een netwerk, zodat het toestel toegang heeft tot het internet.

8.2.1. Mijn favorieten

Met dit menu kunt u een van de 5 favoriete stations selecteren die u hebt opgeslagen via de geheugenknoppen van het

apparaat.

Als alternatief kunnen de radiozenders ook worden afgespeeld via de geheugentoetsen op het toestel of door op de

afstandsbediening rechtstreeks een nummer in te voeren.

Om een favoriete zender op te slaan, lees ook hoofdstuk 9.8.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast heb ik ook aandacht voor de betekenis of de functie van ZVG voor Fien en het effect van dit gedrag op haar.. De belangrijkste drijfveer van ZVG

Nog erger is dat Verenso ook cijfers heeft gebruikt van mensen die niet of nauwelijks gereanimeerd konden worden, namelijk van mensen die een zogenaamd niet- schokbaar ritme hebben..

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

Desondanks is het model speciaal voor de Europese markt ontwikkeld, aldus Wilco Karstens, vertegenwoordiger bij Vermeer Benelux.. ‘Vermeer heeft bij het ontwerp van deze machine

Met deze verkenning hopen we lessen te trekken voor (nieuwe) politieke partijen, maar ook over de algemene aantrekkingskracht van de lokale politiek: Veel inwoners

Wanneer recente en historische gegevens specifiek voor een bepaalde vissoort worden opgevraagd om in de databank te kunnen inbrengen, kunnen andere fiches worden gebruikt waarop ook

Prevalente patiënten lijken niet te zijn meegenomen in de berekeningen, terwijl deze wel voor deze behandeling in aanmerking zullen komen als het middel voor vergoeding in

Studies have also reported the possibility of alkali ions intercalation in these van der Waals heterostructures with binding energies per intercalated ion as well as band gap