• No results found

Informatie over de radio-interface

2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

2.7. Informatie over de radio-interface

Het apparaat genereert een elektromagnetisch veld.

Besteed aandacht aan alle informatie in uw omgeving die de werking van elektronische apparaten verbiedt of 

beperkt.

Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn in ziekenhuizen, bij tankstations en tankinstallaties of op vliegvelden.

Als er passende waarschuwingen zijn, koppelt u het apparaat onmiddellijk los van de stroom.

De componenten in het toestel genereren elektromagnetische energie en magnetische velden. Deze kunnen medische apparaten zoals pacemakers of defibrillatoren beïnvloeden.

Respecteer daarom een veilige en voldoende afstand tussen medische apparatuur en de radio.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

LET OP!

NL 2.8. Gebruik van de batterijen

Gebruik in de regel alleen batterijen van hetzelfde type zoals meegeleverd werd.

Gevaar voor letsel!

Verkeerd gebruik van batterijen kan letsel veroorzaken!

Batterijen nooit openen, kortsluiten of in open vuur gooien.

Laad batterijen nooit op. Er is explosiegevaar als u probeert om batterijen op te laden.

Let op de juiste polarisatie! Zorg ervoor dat de polen (+) en (-) correct zijn geplaatst om kortsluiting te voorkomen.

Gebruik alleen batterijen die zijn voorgeschreven voor dit product.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

GEVAAR!

NL

Verwijder de batterijen uit het toestel wanneer u het langere tijd niet gebruikt.

Verwijder onmiddellijk lege of lekkende batterijen uit het toestel.

Als de batterijen lekken, bestaat het risico van chemische brandwonden bij contact met de huid.

Bewaar zowel nieuwe als gebruikte batterijen buiten het bereik van kinderen.

Het inslikken van batterijen kan leiden tot inwendig letsel. Het batterijzuur in de batterijen kan bij contact met de huid letsel veroorzaken.

Bij toevallig inslikken of symptomen van huidaantasting, spoel het getroffen gebied dan met veel water en raadpleeg onmiddellijk een arts.

Batterijen zijn geen speelgoed!

Houd te allen tijde nieuwe en gebruikte batterijen uit de buurt van kinderen.

Verwijder uitgelopen batterijen onmiddellijk uit het toestel en reinig de contacten vooraleer u nieuwe batterijen plaatst.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

NL

Onjuist gebruik van batterijen kan explosiegevaar veroorzaken!

> Gebruik alleen nieuwe batterijen van hetzelfde type.

> Gebruik nooit nieuwe en oude batterijen samen in één toestel.

> Let op de juiste polarisatie bij het plaatsen van de batterijen.

> Laad batterijen nooit op.

> Batterijen mogen alleen op koele en droge plaatsen worden bewaard.

> Gooi batterijen nooit in het vuur.

> Als het toestel gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, verwijder dan de batterijen uit het toestel.

> Stel de batterijen nooit bloot aan overmatige hitte of direct zonlicht.

> Batterijen mogen niet worden vervormd of geopend.

> Stop met het gebruik van de afstandsbediening als de batterijklep niet goed sluit.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

LET OP!

NL

2.9. Het apparaat reinigen

Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het toestel schoonmaakt.

Gebruik een droge, zachte doek om het toestel te reinigen.

Gebruik geen vloeistoffen om het toestel te reinigen.

Gebruik geen oplosmiddelen en reinigingsmiddelen. Deze kunnen het oppervlak en/of de opschriften van het apparaat immers beschadigen.

2.10. Juridische informatie

Dit toestel is bedoeld voor gebruik in alle landen van de Europese Unie en in Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland.

De ontvangstdekking voldoet aan de wettelijke vereisten voor deze landen.

Als het toestel in een ander land wordt gebruikt, moet de wetgeving van het land van gebruik worden nageleefd.

2. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

NL 3. LEVERING

Verwijder alle onderdelen uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsmaterialen volledig.

Als een of meer onderdelen ontbreken, neem dan contact op met:

TELESTAR Service Center, Am Weiher 14,

56766 Ulmen

e-mail: service@telestar.de

Aantal Uitleg

1 TELESTAR IR 200 1 Afstandsbediening 1 Externe voeding 1 Gebruiksaanwijzing 1 Garantiekaart 1 Telescoopantenne

1 AUX-kabel

1 Batterij voor afstandsbediening type CR 2025 / 3 V (al in afstandsbediening ingezet)

NL

4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

6 5 4

3 7

2

1 8

9 1011

12 13

14

15 16

NL 1. Zendergeheugenknoppen 1-5

2. Aan-/uitknop

Met deze knop zet u het toestel aan of op standby.

3. Menuknop

Roept het hoofdmenu van het toestel op.

4. ModusHiermee verandert u de bedieningsmodus van het toestel en kiest u voor internetradio, DAB+, FM, UPnP, AUX en USB.

5. /6. Navigatie/keuze zendersNavigeer met behulp van deze knoppen door het menu of kies hier de volgende zender uit de zenderlijst.

7. Volumeregeling, bevestigingsknopGebruik de draaiknop om het volume te wijzigen of om de menu-instellingen te bevestigen door op de knop te drukken.

8. Display

Betekenis van de functiepictogrammen Analoge FM-radio-ontvangst actief.

Symboliseert de radio-ontvangststerkte.

Wifi-verbinding actief.

Geen netwerkverbinding via netwerkkabel.

4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

NL

AUX-modus actief.

Herhaling van de nummers in de geselecteerde map.

Willekeurig afspelen geactiveerd (shuffle).

Herhaling van het geselecteerde nummer actief.

Wekker geactiveerd.

Radiozender opgeslagen.

USB-opslagmedium aangesloten.

Bluetooth-modus geactiveerd.

9. Stroomschakelaar

Schakel het apparaat hier aan of uit. Op positie 0 is er geen stroomtoevoer naar het toestel.

10. Stekker

Sluit het toestel aan op deze poort met de bijgeleverde adapter 11. USB-aansluiting

Via deze aansluiting verbindt u het apparaat met een USB-4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

NL opslagmedium, zoals een USB-harde schijf of USB-stick om muziekbestanden af te spelen.

Houd er rekening mee dat het aangesloten opslagmedium als FAT32 geformatteerd is om door de radio te worden herkend.

12. RJ 45 LAN-verbinding

Verbind het toestel via een netwerkkabel met het netwerk om de internetradiofunctie te gebruiken.

(Als alternatief kan het toestel ook via wifi worden verbonden).

Het groene ledlampje licht op zodra een netwerkkabel is aangesloten en de verbinding tot stand is gebracht.

Het gele ledlampje knippert tijdens actieve gegevensoverdracht.

13. AUX IN

Sluit hier met een 3,5 mm AUX-jackkabel een externe audiobron  aan (bijv. MP3-speler, smartphone, tablet).

14. LINE OUT

Sluit de radio aan op een hifi-versterker of op actieve luidsprekers om de ontvangen muziek door te sturen naar een geluidsinstallatie.

15. Koptelefoonaansluiting

Steek hier de stekker van uw koptelefoon in om muziek van de radio via de koptelefoon te beluisteren.

Als u een koptelefoon aansluit, wordt de muziek niet langer via de luidsprekers van het toestel afgespeeld.

16. Telescopische antenne (afschroefbaar)

4. OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

NL

5. AFSTANDSBEDIENING

De radio kan worden bediend met de knoppen van het toestel en de afstandsbediening. Het is prettiger en makkelijker om het toestel met de afstandsbediening te bedienen. Om deze reden wordt in deze handleiding voornamelijk uitgelegd hoe de radio moet worden ingesteld en bediend met behulp van de meegeleverde afstandsbediening.

Als het toestel met een netwerk is verbonden, kan de radio ook via de app AirMusicControl worden aangestuurd. Deze app is beschikbaar voor Android®- en iOS®-besturingssystemen. Zie hoofdstuk 10 voor meer informatie.

NL 5. AFSTANDSBEDIENING

3 2

4 1

6 5

7 8

10 9

11

13 12 15 14 17 16 19 18 21 20

22 23

24

NL

5. AFSTANDSBEDIENING 1. Standby knop

Zet met deze knop het toestel aan of uit.

2. WPS-knop

U kunt met deze knop een wifi-verbinding in uw thuisnetwerk maken.

Lees hiervoor ook hoofdstuk 7.1.3.3.

3. Schermdimmer

Verandert de helderheid van het scherm.

4. UPNP

Gebruik deze knop om verbinding te maken met andere UPnP-apparaten op het netwerk om audiobestanden op de radio af te spelen.

5. Repeat

Met deze knop zorgt u ervoor dat een of meer nummers herhaaldelijk worden afgespeeld

6. Mode

Hiermee kiest u een van de verschillende bedieningsmodi.7.

Navigatie omhoog/omlaag - rechts/links

Gebruik deze knoppen om door het menu te navigeren 8. Selecteer het volgende nummer

Gebruik deze knop om het volgende nummer te selecteren.

9. V+ volume Verhoogt het volume

10. EQ-equalizerfunctieMet deze knop kunt u de equalizerfunctie activeren en aangepaste geluidsinstellingen doorvoeren.

11. V- volume Verlaagt het volume

NL 12. Language

Met deze knop kunt u de menutaal wijzigen.

(Deze functie wordt niet in elke modus ondersteund.) 13. Favorietenknop

Schakelt over naar een van de zelf opgeslagen favoriete zenders.

14. Cijfertoetsenbord 15. Stop

Stopt het afspelen 16. Mute

Zet het geluid van het toestel uit.

17. Play

Afspelen starten of onderbreken 18. Vorige nummer kiezen 

Gebruik deze knop om het vorige nummer te selecteren.

19. ENTERMet deze knop bevestigt u uw selectie 20. Menu

Activeer via deze knop het menu van het toestel 21. Shuffle

Hiermee activeert u willekeurig afspelen 22. Lokale zender

Toont een selectie van radiozenders uit uw regio.

23. Alarm

Activeer met deze knop de wekkerfunctie Lees hiervoor ook hoofdstuk 7.1.5.

24. Sleep

Schakel met deze knoppen de sleeptimer van het toestel in of uit.

5. AFSTANDSBEDIENING

NL

6.1 Algemene gebruiksaanwijzing

> Schakel het toestel aan en uit met de standby-knop op de afstandsbediening.

> Het volume kan worden verhoogd met de knop VOL+ op de afstandsbediening.

> Het volume kan worden verlaagd met de knop VOL- op de afstandsbediening.

> Met de knoppen ▼▲ kan u door het menu navigeren.

> Met de ENTER-knop kunt u uw selectie bevestigen.

6.2. Afstandsbediening voorbereiden

Verwijder de transportbescherming op de afstandsbediening.

Trek het plastic lipje uit het batterijvak van de afstandsbediening.

Hiermee wordt contact met de batterij tot stand gebracht.

Om de batterij van de afstandsbediening te vervangen, opent u het batterijvak aan de achterkant van de afstandsbediening.

Schroef met een geschikte kruiskopschroevendraaier de schroef los. Trek het batterijvak uit de afstandsbediening.

Verwijder de batterij en plaats een nieuwe batterij van hetzelfde type.

6. INSTALLATIE

NL

Onjuist gebruik van batterijen kan explosiegevaar veroorzaken!

Lees de veiligheidsinstructies in hoofdstuk 2.8.

Let op de juiste polariteit van de batterij!

Plaats vervolgens het batterijvak terug en draai de schroef weer vast.

6.3 De antenne monteren

Schroef de meegeleverde antenne op de antenne-aansluiting van de radio.

6.4. Voeding

Sluit eerst de bijgeleverde adapter aan op de juiste poort aan de achterkant van het toestel. Sluit nu de stekker aan op een 230V-stopcontact. Trek vervolgens de telescopische antenne aan de achterkant van de radio over de volle lengte uit. Dit zorgt voor de best mogelijke ontvangst, tenminste als u terrestrische zenders via de antenne wenst te ontvangen.

6. INSTALLATIE

NL

6.5. Netwerkaansluiting

Om de internetfuncties van de radio te gebruiken, moet het toestel met een netwerk verbonden zijn. U kunt verbinding maken via een kabel (LAN) of via de ingebouwde wifi-ontvanger.

Als u een LAN-kabel gebruikt, verbindt u deze met de LAN-poort (zie afbeelding op pagina 19, punt 12)

6.6. Taalkeuze

Schakel de stroomschakelaar aan de achterkant van het toestel in. De radio begint te spelen.

Gebruik de omhoog/omlaag-knoppen op de afstandsbediening om de menutaal te selecteren. Bevestig de gewenste menutaal met de ENTER-knop op de afstandsbediening.

6.7 Netwerkcontrole

Als u de radio met uw thuisnetwerk wilt verbinden, bevestigt u de volgende menuvraag met Ja. Met deze instelling controleert de radio de beschikbare netwerken telkens wanneer de radio wordt opgestart.

6. INSTALLATIE

NL 6.8 Netwerkconfiguratie

Om de radio met uw netwerk te verbinden, bevestigt u de volgende vraag met Ja. Als u het toestel niet op een netwerk wilt aansluiten, kunt u dit menu-item overslaan door Nee te selecteren.

6.8.1 Netwerkselectie

Selecteer het verbindingstype om de radio met een netwerk te verbinden. Als u een LAN-kabel hebt aangesloten, selecteert u kabelnetwerk, als u verbinding wilt maken via wifi, selecteert u wifi.

Bij het selecteren van de verbinding via wifi worden alle beschikbare wifi-netwerken weergegeven. Selecteer het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en bevestig met de knop ENTER.Voer de wifi-sleutel in. Met de ▼ ▲-knoppen  kunt u een teken selecteren en met behulp van de toets ►-knop verdergaan.

Bevestig de invoer met ENTER.

Houd er rekening mee dat het registratieproces op de router enige tijd kan duren.

Met een druk op de  Menu-knop  op het toestel of op de afstandsbediening wordt u naar het hoofdmenu van het apparaat geleid. Het menu wordt automatisch binnen tien seconden afgesloten. Het scherm toont nu de laatst ingestelde radioselectie.

Navigatie in het hoofdmenu gebeurt via de knoppen ►◄

6. INSTALLATIE

NL

Het hoofdmenu van het toestel bestaat uit de volgende menu-items:

U kunt de individuele menu-items selecteren met de pijltjestoetsen►◄. Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de  volumeregeling  op het toestel te drukken.

7.1. Instellingen

Druk op de knop MENU op de afstandsbediening of op het toestel en selecteer met de knoppen ►◄  Instellingen.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken

7. INSTELLINGEN

Instellingen

Mediacenter I n f o r m a t i e -center

Lokale zenders FM Radio AUX

Web Radio DAB+ Radio

NL Onder dit menu-item kunt u individuele instellingen van het toestel selecteren.

7.1.1 Tijdsweergave

In dit menu-item kunt u de tijdsweergave van het toestel in de standby-modus instellen.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Tijdsweergave . Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Analoog of Digitaal . Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Indien analoog gekozen wordt, toont het toestel een analoge klok in de standby-modus. Als digitaal werd geselecteerd, wordt de tijd digitaal weergegeven.

7.1.2 My MediaU beheren

Hier kunt u de functie MediaU beheren activeren of deactiveren.

Met MediaU kunt u uw eigen zenderlijst maken en de zenders afspelen. Om uw zenderlijst te maken en te activeren, moet u inloggen op de volgende website:

http://www.mediayou.net/web 7. INSTELLINGEN

NL

Voer het adres van de radio in als serienummer. Het MAC-adres van de radio is te vinden in het informatiecenter.

Lees hiervoor ook hoofdstuk 8.6.2.

Selecteer in het menu Instellingen met de knoppen  ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel

het menu-item My MediaU beheren.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Activeren om deze functie te activeren. Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de  volumeregeling  op het toestel te drukken.

7.1.3. Netwerk

Om ervoor te zorgen dat het toestel als internetradio kan functioneren, moet het netwerk waartoe de radio behoort, de volgende kenmerken hebben:

De gebruikte netwerkrouter moet een DHCP-serverfunctie hebben, zodat aan het toestel automatisch een IP-adres in het netwerk kan worden toegewezen.

De UPnP-functie moet op de router van het netwerk

geactiveerd zijn, zodat media-inhoud overgedragen kan worden en toestellen op het netwerk herkend kunnen worden.

7. INSTELLINGEN

NL Als de router aan deze eigenschappen voldoet, kan de radio eenvoudig in het netwerk worden geïntegreerd.

Druk op de knop MENU op de afstandsbediening of op het toestel en selecteer met de knoppen ►◄ Instellingen.Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼ ▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Netwerk .

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer met de knoppen ▼▲ het gewenste menu-item en bevestig met ENTER.

7. INSTELLINGEN

NL

7.1.3.1. Instellingen kabelnetwerk

Als u de radio met een netwerkkabel in uw netwerk wilt integreren, kunt u  in deze instelling de kabelnetwerkverbinding activeren.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Kabelnetwerk . Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

U kunt een netwerkverbinding via een LAN-kabel activeren of deactiveren door het gewenste menu-item te selecteren.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de

afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

De netwerkfunctie via een LAN-kabel wordt geactiveerd, wanneer het toestel vanuit de standby-modus wordt gestart.

Als u de netwerkkabel aansluit wanneer de radio is

ingeschakeld, schakelt u het toestel met de Power-knop op de radio of met de Power-knop op de afstandsbediening eerst uit en vervolgens weer aan.

7.1.3.2. Instelling wifi-netwerk

Als u uw radio via wifi in een wifi-netwerk wilt integreren, kunt u met dit menu-item de functie in- of uitschakelen. Als de wifi-functie is geactiveerd, kunt u hier alle verdere instellingen doen 7. INSTELLINGEN

LET OP!

NL om de radio in een wifi-netwerk te integreren.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Instelling wifi-netwerk en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

U kunt een netwerkverbinding via wifi activeren of deactiveren door het gewenste menu-item te selecteren.

Bevestig de selectie met de knop ENTER op de afstandsbediening of door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Als het wifi-netwerk wordt geactiveerd, zoekt het toestel naar alle wifi-netwerken binnen bereik en geeft deze in een lijst weer.

Selecteer het netwerk met behulp van de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel van waaruit u verbinding wilt maken.

Voer de wifi-sleutel in. Met de ▼ ▲-knoppen  kunt u een teken selecteren en met behulp van de toets ►-knop verdergaan.

Bevestig de invoer met ENTER.

Houd er rekening mee dat het registratieproces op de router enige tijd kan duren.

7.1.3.3. Wifi-netwerk (WPS PBC)

WPS is een functie op wifi-toestellen waarmee u met één druk op de knop een netwerkverbinding tot stand kunt brengen zonder een wachtwoord in te voeren.

Dit vereenvoudigt het tot stand brengen van een verbinding.

Deze Push-Button-configuratie die door de radio ondersteund wordt, kan worden gebruikt als de netwerkrouter waarmee 7. INSTELLINGEN

NL

u verbinding wilt maken een WPS-knop heeft. (Voor sommige routers kan dit ook direct als een software-oplossing in het besturingssysteem verschijnen).

Ga als volgt te werk om op deze manier een netwerkverbinding tot stand te brengen.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item Wifi-netwerk (WPS PBC)en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Druk nu binnen 120 seconden op de WPS-knop op uw netwerkrouter of schakel de WPS-functie in de gebruikersinterface van de router in.

Er wordt nu automatisch een netwerkverbinding gemaakt.

7.1.3.4. Handmatige configuratie

In dit gedeelte kunt u de netwerkconfiguratie van de radio zelf configureren zodat deze overeenkomt met de instellingen van het netwerk.

Deze functie mag alleen door gebruikers worden gebruikt die hier ervaring mee hebben.

U heeft hier bijvoorbeeld de mogelijkheid om de DHCP-functie te deactiveren en de radio een handmatig IP-adres te geven.

Selecteer met de knoppen ▼▲ op de afstandsbediening of met de draaiknop op het toestel het menu-item

Handmatige configuratie en druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

Selecteer vervolgens de netwerkverbinding die u handmatig wilt 7. INSTELLINGEN

NL bewerken.

Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of bevestig door op de volumeregeling op het toestel te drukken.

7.1.3.4.1. DHCP

Met DHCP kunnen verbonden clients zonder handmatige configuratie van de netwerkinterface in een bestaand netwerk worden geïntegreerd. Noodzakelijke informatie zoals IP-adres, netwerkmasker, gateway, name server (DNS) worden automatisch toegewezen.

De DHCP-functie is in de fabriek geactiveerd.

Als de DHCP-functie wordt gedeactiveerd, moet de vereiste informatie voor een netwerkverbinding handmatig worden ingesteld.

In dit menu-item kunt u de DHCP-functie deactiveren.

In dit menu-item kunt u de DHCP-functie deactiveren.