• No results found

Hoe werkt. Rotterdam. aan een betere toekomst? Rotterdam. najaar 2020 BEELD: STEPHAN TELLIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoe werkt. Rotterdam. aan een betere toekomst? Rotterdam. najaar 2020 BEELD: STEPHAN TELLIER"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rotterdam

Hoe werkt Rotterdam aan een betere toekomst?

BEELD: STEPHAN TELLIER

w w w .ra b oe nc o.n l

najaar 2020

(2)

Dit is een tijd van transitie, in alle opzichten. Dat raakt de stad, dat raakt de Rabobank, dat raakt onze klanten en ons persoonlijk. Samen moeten we nadenken over wat anders kan en anders moet. Dat proces wordt nu versneld. Kijk maar naar de digitalisering. We weten nu hoe belangrijk online kanalen zijn. Wie als ondernemer op dat gebied nog geen stappen heeft gezet, moet dat snel gaan doen. Het levert je namelijk onmiskenbaar veel op. Extra omzet vaak, maar vrijwel altijd een andere manier om contact te houden met je klanten.

Zo kan de Rabobank door jarenlange investeringen in digitalisering klanten ook op afstand helpen. Dat was nodig, want we kregen in de eerste fase veel vragen. We hebben veel inspanningen geleverd om uitstel van aflossingen te verzorgen en extra kredieten mogelijk te maken. Wat later kwam er ruimte voor nieuwe online initiatieven. Zoals de workshops ‘Never waste a good crisis’ en workshops voor startende ondernemers.

Natuurlijk misten we allemaal in die tijd het persoon- lijk contact, ik zeker. Ik geniet enorm van mijn werk en vind het heerlijk om in de stad actief te zijn. Ik doe mee aan een debat, rij langs een stichting om te helpen en praat met klanten over hun financiële toekomst. Altijd onderweg, dat was normaal. Maar toen ik thuis moest werken kwam er een nieuw besef.

Is het wel normaal dat ik vrijwel elke avond op pad ben en de volgende dag toch om half negen weer op kantoor zit? Is het altijd nodig om op de bank te overleggen? Of kunnen we in de toekomst ons werk anders vormgeven? Met alle bijbehorende voordelen:

minder verkeer op de weg, minder milieuvervuiling, minder stress, iets meer tijd voor je eigen omgeving en nog meer flexibiliteit. Zodat we samen uit deze enorm gekke, impactvolle tijd ook positieve dingen halen.

Het houdt niet alleen mij bezig, het speelt in de hele samenleving. We praten er samen over en in mijn beleving met veel meer diepgang. Hoe vaak was voorheen ‘ik heb het druk’ het antwoord op de vraag hoe het met je ging? Hopelijk verandert dat meer in ‘ik heb het goed’. Dát mag van mij het nieuwe normaal worden.

Ronald van Raaij Directeur Bedrijven Rabobank Rotterdam

Het nieuwe normaal

De wereld is één grote verandering en dat is de enige constante. We zeggen het al jaren, maar door de pandemie werden we er pas echt mee geconfronteerd.

TEKST: PINK COMMUNICATIE BEELD: STEPHAN TELLIER

Rabo &Co

(3)

Rabo &Co is een uitgave van de lokale banken van Rabobank Groepsorganisatie en wordt kosteloos verspreid onder leden en relaties van de bank en op verschillende openbare gelegenheden. Rabo &Co wordt gedrukt op duurzaam gerecycled papier en verschijnt in 87 verschillende lokale edities. Het magazine geeft een inkijk in wat er speelt in de lokale en regionale gemeenschappen en op welke manier de Rabobank hier vanuit haar missie Growing a better world together bij betrokken is. Het magazine verschijnt drie keer per jaar. Concept en realisatie: Coöperatieve Rabobank U.A., Altavia Sumis, MPG, Pop Up Press Mailadres redactie: communicatie.rotterdam@rabobank.nl Lithografie en drukwerkcoördinatie: Altavia Sumis Lokale teksten: Pink Communicatie Lokale fotografie: Stephan Tellier Rabo &Co is een uitgave van Rabobank. Niets uit deze Rabo &Co mag worden overgenomen, opgeslagen, en/of verspreid op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rabobank. De Rabobank, Altavia Sumis en andere informatieleveranciers zijn niet aansprakelijk voor schade van welke aard ook als gevolg van onjuistheden in deze uitgave of in verband met het gebruik van deze uitgave.

4

De gemeenschap

De Rotterdamse Douwers geven jongeren het zetje dat ze nodig hebben.

6

Koop lokaal

Een globaal voedselsysteem maakt ons kwetsbaar. Betekent corona de doorbraak van de korte keten?

8

Interview

Met zijn Avonturenboerderij wil Michael van Hoorne kinderen leren waar hun eten vandaan komt.

12

Familiebanden

Door corona konden veel groot­

ouders hun kleinkinderen niet bezoeken. Hoe loste een hechte familie dat op?

15

Kort nieuws

Wat speelt er in de regio?

16

Coöperatief

Deze tijd leert ons dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat vergt een coöperatieve houding.

18

Rabo ClubSupport

Verenigingen bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze bij het realiseren van een droom.

20

Ik werk mee

TechGrounds vergroot kansen op de arbeidsmarkt en versterkt onze samenleving.

21

Ik blik terug

Of je nu 4, 55 of 84 jaar bent: een fiets blijft een mooie én duurzame aankoop.

22

Voorloper

Het Goudse bedrijf Fixeau ontwikkelde apparatuur waarmee boeren het watergehalte in hun grond kunnen meten.

24

Ik blik terug

Jan van Holstein (1932) klom op van jongste bediende tot directeur Rabobank Hengelo.

Hij zag veel veranderen.

26

Doe mee

Omzien naar elkaar: lokale initiatie­

ven kunnen jouw steun gebruiken.

28

Hier & Daar

Veel mensen zijn hun baan kwijtge­

raakt. In Rotterdam is nog genoeg werk, als je je maar aanpast.

32

Samen online

Met wat hulp lukte het Vakcollege De Hef om betrokken te blijven bij haar leerlingen.

34

Column

Het roer om. Serpil Alptekin­Yilmaz deed het.

36

Huisje-Boompje-Beestje Kunstenaars Maurice en Luka werkten tijdens de lockdown vanuit hun benedenhuis in Rotterdam.

Dat beviel prima.

Hoe maak je het?

38

Egels hebben het moeilijk in de winter. Bouw een hotel voor deze beestjes.

De Kwestie

40

Ligt de toekomst van ons voedsel in hoogproductieve landbouw of juist in natuurinclusieve, agro­

ecologische technieken?

Kunst

42

Kunstenaar Alicia Framis vertelt over het levende sculptuur dat ze in 1997 op de Dam maakte.

Kansrijk

43

De unieke long range onbemande helikopters van High Eye vliegen straks in alle hoeken van de wereld.

3

inhoudsopgave

(4)

TEKST: PINK COMMUNICATIE BEELD: STEPHAN TELLIER

Als je aan het begin van je volwassen leven staat kun je wel wat hulp gebruiken. Maar lang niet

iedereen krijgt die uit zijn of haar eigen omgeving. De Rotterdamse Douwers geven jongeren het zetje

dat ze nodig hebben.

DE GEM

EEN SCHA P

4 Rabo &Co

(5)

De hulp geeft jongeren de mogelijkheid om hun talenten zo goed mogelijk in te zetten

Welke opleiding past bij mij? Waar vind ik werk? Wie helpt me aan een plek voor mezelf? Rotterdam kent een grote groep kwetsbare en/of overbelaste jongeren voor wie deze uitdagingen extra zwaar zijn. ‘Zij hebben vaak geen sociaal vangnet om op terug te vallen’, vertelt Dave de Held, voorzitter van de stichting Mentorproject. ‘En we weten allemaal hoe belangrijk dat is.

Daarom zetten Rotterdamse Douwers zich sinds 2005 in voor deze jongeren.

Douwers zijn mensen die hun eigen leven op de rit hebben en iets willen betekenen voor een ander. Ze begeleiden allemaal een of meerdere jongeren bij allerlei zaken. ‘Die hulp geeft jongeren de mogelijkheid om hun talenten zo goed mogelijk in te zetten. Dat kan op school of op de arbeidsmarkt zijn, maar bijvoorbeeld ook in het ondernemerschap. Zo heb ik zelf als douwer een jongen begeleid die een bedrijf is gestart. Douwers zetten hun eigen netwerk en kennis in en krijgen trainingen vanuit de stichting. En we werken nauw samen met partijen als de gemeente, de Rotterdamse wijkteams, werkgeversverenigingen en jongerenorganisaties.

Het gezamenlijke doel is om de kansengelijkheid in onze stad te vergroten.

Dat doen we ook met bijzondere projecten. Een voorbeeld is Project010, dat is ontstaan uit een tv-programma van Beau van Erven Dorens. De gemeente Rotterdam is doorgegaan met dit initiatief. Housing first is het uitgangspunt.

Ofwel: alles begint met een dak boven je hoofd. Dat is in Rotterdam sowieso al lastig, laat staan voor deze jongeren. Project010 loopt nu voor tien jongeren, daar komen er eind dit jaar nog tien bij. Wij begeleiden hen met mentoren. Daarnaast heeft een van onze mentoren een woning aangeschaft waarin meerdere jongeren huisvesting kunnen vinden. Dat willen we verder ontwikkelen naar een project waarin ook bijbehorend werk wordt geboden.

Het is mooi werk, we zien veel jongeren groeien en betere keuzes maken.

Tegelijkertijd moet je er stevig voor in je schoenen staan. Het zijn veelal jongeren van de straat, met een levensstijl die ver van je afstaat. Het heet niet voor niets Rotterdamse Douwers: je moet soms wel 20 keer tegen eenzelfde deur douwen voordat je iets bereikt. Drugsproblemen komen voor en er zijn bijna altijd financiële problemen. Gelukkig krijgen we steun van mijn werkgever, Rabobank Rotterdam. Ik ben als privépersoon voorzitter van de stichting, maar krijg ook als rayondirecteur de ruimte om een maatschappelijke rol te spelen. Sterker nog, dat hoort bij mijn taken.

Zo zit ik ook vanuit mijn werk in allerlei besturen van verenigingen en stichtingen. Waartussen als vanzelf verbindingen ontstaan. Werk en privé lopen zodoende door elkaar heen, maar vaak met hetzelfde doel: samen met anderen de wereld beter maken. Passend bij de missie van de Rabobank en dat bewijst ze ook in haar steun voor de Rotterdamse Douwers.

De stichting kreeg bijvoorbeeld al een flinke financiële bijdrage, maar veel belangrijker nog is dat de Rabobank budgetcoaches inzet. Die helpen de Douwers bij het inventariseren van de financiën van de jongeren. Zij ordenen de rekeningen, de abonnementen, de ongeopende post, de uitgaven en geven vervolgens een overzicht aan de mentor. Die gaat er met de jongere mee aan de slag. Op dit moment zijn er 200 mentoren actief voor een iets hoger aantal jongeren. Maar de vraag is vele malen groter dan dat. Dus ben jij een stevige doordouwer en wil je iets voor een ander en indirect ook de samenleving betekenen? Meld je aan via rotterdamsedouwers.nl, dan zoeken wij een mooie match.’

Douwen op z'n Rotterdams

de gemeenschap 5

(6)

De voedselsector kan veel meer doen om consumenten te helpen om meer lokaal te kopen

6 Rabo &Co

(7)

TEKST: REDACTIE RABO &CO BEELD: BAS LOSEKOOT

De coronacrisis heeft de aandacht voor lokaal geproduceerd voedsel ver- groot. Er mogen zich in Nederland dan wel geen echte voedselproblemen hebben voorgedaan, het virus liet wel zien dat het volledig vertrouwen op een globaal voedselsysteem ons kwetsbaar maakt als grenzen plots worden gesloten. De vraag is of we voortaan niet veel beter al ons voedsel lokaal kunnen gaan produceren? En moeten we nog wel zoveel willen produceren voor de export?

‘Soms wordt export tegenover alles-moet-lokaal gezet, maar we moeten vooral op zoek naar een betere balans’, zegt Joris Lohman, oprichter van FoodHub. Met zijn bedrijf is Lohman op zoek naar nieuwe, duurzamere verbindingen in het gepolariseerde landbouwdebat. ‘Lokale consumptie en im- en export kunnen, én moeten, naast elkaar bestaan. Als er één wegvalt door welke oorzaak dan ook, dan vangt het andere dat op.’ Om beide systemen meer met elkaar in balans te brengen, moeten we meer lokaal gaan consumeren, zegt Lohman. ‘Op dit moment is vooral de korte keten in Nederland onderontwikkeld.’

Geen doel, maar middel

Kortere voedselketens moeten nooit een doel op zich worden, zegt directeur Food & Agri Nederland Carin van Huet van Rabobank. ‘Korte ketens kunnen wel een goed middel zijn om andere doelen te realiseren.’ Bij het verpakken, vervoeren en verhandelen van voedsel is een groot aantal bedrijven betrok- ken die allemaal iets willen verdienen. Van Huet: ‘In een keten met minder schakels kunnen we een betere opbrengst voor de boer realiseren.’

Het inkorten van de voedselketen zal de ervaren afstand tussen de stad en het platteland bovendien verkleinen. Als consumenten weer weten waar hun voedsel vandaan komt, hebben ze mogelijk ook meer begrip voor de mensen die hun voedsel produceren. ‘Als samenleving stellen we heel veel eisen aan boeren, bijvoorbeeld qua duurzaamheid’, zegt Van Huet. ‘Maar we moeten dan ook wel samen bereid zijn om hiervoor te betalen, je kunt de rekening niet eenzijdig bij de boeren neerleggen.’

Eten met de seizoenen

Consumenten zullen hun eetpatroon wel moeten aanpassen, als we meer lokaal willen eten. Asperges behoren tot de laatste producten waarvan de meeste stedelingen nog weten wanneer ze groeien. De meeste andere gewassen liggen het hele jaar door in de schappen. Sperziebonen bijvoor- beeld, die alleen ’s zomers uit eigen bodem voorhanden zijn. De rest van het jaar worden ze ingevlogen uit landen als Kenia.

‘In de drukte van alledag is het lastig om de aandacht van de consument te vragen voor lokaal en seizoensgebonden voedsel’, zegt lector Voedsel en Gezond Leven Sigrid Wertheim-Heck van de Aeres Hogeschool in Almere.

De voedselsector zou veel meer kunnen doen om de consument te helpen.

‘Supermarkten kunnen bijvoorbeeld een schap inrichten met uitsluitend regionale seizoensgroenten.’ De consument wil dit ook, denkt Wertheim:

‘We zien in de bierwereld dat seizoensgerelateerde producten het heel goed doen. Denk bijvoorbeeld aan Herfstbock.’

Balans

Conclusie? Het is goed om onze boeren te steunen door meer lokaal te ko- pen, maar we moeten onze mondiale ketens evengoed koesteren. Lohman:

‘Je moet voedsel verbouwen op de plek die zich hier het beste voor leent.

Koffie, thee en bananen blijven we importeren.’ Van Huet: ‘85 procent van onze export blijft binnen Noordwest-Europa. Op wereldschaal is dit eigenlijk gewoon regionale afzet.’

Verbouw voedsel vooral op de plek waar dit het beste groeit

koop lokaal 7

(8)

8 Rabo &Co

(9)

Met zijn Avonturenboerderij in Groot- Ammers wil Michael van Hoorne kinderen leren wat de oorsprong is van het voedsel dat ze eten. ANWB-leden riepen het park

al twee keer uit tot het leukste uitje van Zuid-Holland. Maar: ‘We zijn geen Efteling.

Het park biedt juist een tegenwicht tegen de snelle wereld waarin we leven. Ik wil kinderen vooral heel erg vermaken.’

MI CHA EL VA N H OO RN E

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: FRANK RUITER

9

interview

(10)

M

Michael van Hoorne

Wie

Oprichter van

Wat

Avonturenboerderij Molenwaard Groot-Ammers

Waar Waarom

Rabobank ondersteunt de Avonturenboerderij

vanwege het educatieve karakter en de aandacht voor duurzaamheid en voedselverspilling.

Kinderen uit de stad hebben vaker een olifant dan een varken gezien

idden in de Alblasserwaard, net voorbij het dorp Groot-Ammers, ligt de Avon- turenboerderij van Michael van Hoorne.

Hier kunnen kinderen gewapend met een boekje op zoek gaan naar de oorsprong van hun eten en drinken. En passant leren ze over de gevolgen van de productie voor dier en milieu, over voedselverspilling en het belang van insecten.

‘De Avonturenboerderij is een combinatie van een kinderboerderij, een attractiepark en een speeltuin met een educatieve laag.’ Oprichter en eigenaar Michael van Hoorne loopt voor mij uit zijn park in.

Langs de kassa met cadeauwinkel waar emmertjes, schepjes en harkjes te koop zijn en het grote boek over boerinnetje Fien en boertje Teun, de twee cen- trale figuren van het park. ‘Ouders vinden het fijn om hun kinderen mee te nemen naar een verantwoord uitje. En kinderen vinden het gewoon heel leuk.’

Draaiorgelmuziek

Het park ademt een serene rust. Langs het pad staan bordjes met uitleg over de 1,5 meter afstand die gasten moeten houden. Onder de heesters scharrelen parelhoenders. Uit speakers langs het pad komt draaiorgelmuziek. In het weiland naast de molen zitten ooievaars, een overblijfsel uit de tijd dat het park nog een ooie- vaarsopvang was.

Het creëren van geluk, dat is waar het Van Hoorne om te doen is. ‘Dat je even je zorgen – die er altijd zijn en die iedereen heeft – vergeet en ontspant.

Dat zijn korte momenten, maar die willen we mensen graag geven.’ En dat slaat aan. Sinds de opening in 2018 werd het park bezocht door ruim 300.000 bezoekers. In 2019 en 2020 riepen ANWB-leden de Avonturenboerderij uit tot leuk- ste uitje van Zuid-Holland.

De doelgroep is 2- tot 8-jarigen. ‘Dat willen we zo houden. We zijn geen Efteling. Het park biedt juist een tegenwicht tegen de snelle wereld waar- in we leven.’ Daarmee past het park volgens Van Hoorne perfect in de tijdgeest. ‘Boer zoekt Vrouw is ook al jaren een kijkcijferkanon. Er is een hang bij ouders naar de oorsprong, naar zelf tuinieren.’

Van Hoorne steekt zijn hand op naar een gezin dat voorbij vaart in een elektrisch bootje.

Door de verstedelijking komen weinig mensen meer in aanraking met het boerenbedrijf. Dat zorgt voor onwetendheid over de oorsprong van wat we eten en drinken. ‘Veel kinderen denken dat melk uit een pak komt in plaats van uit de koe.

Vooral kinderen uit de stad. Die hebben vaker een olifant dan een varken in het echt gezien.’

Peppa Pig

We lopen langs de moestuin en de kassen waar bezoekers zelf kunnen tuinieren. Zijn passie voor het vermaken van mensen ontdekte Van Hoorne toen hij bij de Rabobank in Sliedrecht werkte.

‘Voor het 100-jarig bestaan van de bank produ- ceerde ik shows en kindervoorstellingen. Die

10 Rabo &Co

(11)

Wij zijn een attractiepark met een educatief tintje

concepten sloegen aan en verkocht ik vervolgens ook aan andere banken van de coöperatie.’

Zo ontstond in 2003 Van Hoorne Entertainment, dat theatervoorstellingen en televisieprogram- ma’s maakt en uitvoert in negen landen in Europa. Daarvoor koopt Van Hoorne licenties van bekende kinderfiguren zoals Peppa Pig, Dora en Brandweerman Sam. ‘Wij produceren alles in Europa voor Mattel. Behalve Studio 100 en wij zijn er niet veel bedrijven in de markt die iets kunnen met die licenties. Dus dat is een fijne positie.’

We passeren de boomgaard en de trekkerbaan en slaan rechtsaf bij de pony’s. ‘Ik ben gek op alles wat met speelgoed en merchandise te maken heeft. Je zet de karakters in het midden en daar- omheen doe je televisie, theater, merchandise, meet-and-greets.’ Zijn grote voorbeeld is Disney.

‘Alles wat van Disney is, vind ik fantastisch. Ik laat me inspireren door wat zij doen en probeer dat in het piepklein na te doen.’

Alblasserwaard

Het bedrijf heeft werk voor 250 mensen, vaste krachten en zzp’ers. Ook de vader en moeder en twee neven van Van Hoorne werken in het be- drijf. Zijn broer is financieel directeur. ‘We zijn een familiebedrijf, maar dan opgericht door de zoon.’

Wegens de beperkingen als gevolg van de coronacrisis werkt een deel van het personeel van Van Hoorne Entertainment nu op de Avontu- renboerderij.

Van Hoorne opent de deur van de stal waar kin- deren zelf een koe kunnen melken. ‘Elk uur is hier een show over het maken van kaas. In totaal heb- ben we verspreid over het park zes voorstellingen verzorgd door acteurs die nu eens kaasboer, dan weer imker, dan weer molenaar zijn. Zij vertellen het verhaal van de Alblasserwaard, die nog voor het grootste deel uit agrarisch gebied bestaat.’

Coronacrisis

Een ander deel van zijn mensen werkt aan het Fien en Teun vakantiepark, vier kilometer verderop, dat volgend jaar mei zijn deuren opent.

‘Schrijvers, tekenaars en conceptontwikkelaars die normaal theaterproducties maken, zijn nu bezig met het vakantiepark.’ We passeren het wilgen- doolhof en de schapen en lopen langs de molen over een brug terug naar de ingang van het park.

‘Natuurlijk hebben wij ook geleden onder de coronacrisis. We moesten elf weken dicht en de theatershows zijn allemaal afgeblazen. Als ik al- leen maar theater had gehad, dan had ik nu heel veel zorgen gehad.’

En Van Hoorne ziet ook kansen. ‘Deze crisis laat zien dat de aarde z’n grenzen heeft. Dat binnen een paar weken de wereld helemaal op slot gaat, geeft te denken. Moeten we al die voe- dingsmiddelen nou de hele wereld over slepen?

Wat dat betreft hebben we het tij mee met dit themapark.’

Maar hij is heus niet roomser dan de paus, voegt hij er nadrukkelijk aan toe. ‘We maken ook dingen omdat ze gewoon heel leuk zijn, voor kinderen die helemaal niks willen leren. Ik wil ze vooral heel erg vermaken. En als dat kan met iets wat leerzaam is, dan is dat mooi meegenomen.’

11

interview

(12)

Door het coronavirus konden veel grootouders hun kleinkinderen een poosje niet bezoeken. Hoe ging een hechte familie daar mee om?

En hoe belangrijk zijn sterke familiebanden eigenlijk?

‘Onze Zoom- party voelde

vertrouwd’

Toen haar kinderen twee en vier jaar oud waren, nam Tirzah Tetelepta hen mee naar de Molukken, naar het geboortedorp van haar ouders. Tirzah is geboren in Winterswijk, haar man is een geboren Groninger, maar de Molukse cultuur zit in de familie. Haar kinderen moeten wat leren over de afkomst van hun familie. Dat is immers ook een deel van hun identiteit, meent Tirzah. ‘Familie vind ik erg belangrijk. Je deelt een onverwoest­

bare band met elkaar.’

Tirzah Tetelepta (1976) werkt bij de Rabobank Groepsorganisatie in Utrecht als projectmanager cyber security. Ze is tevens voorzitter van het Kleurrijk Rabo­netwerk. Het begrip ‘familie’ neemt ze ruimer dan anderen: alle generaties, aftakkingen en partners horen erbij. Tirzahs dochter Amy is vernoemd naar haar vader, haar zoon Ruben naar haar lievelingsoom. Familieverjaardagen zijn áltijd druk bezocht. Oma en opa sturen vrijwel dagelijks appjes naar hun kleinkinderen: ‘Hoe gaat het met onze kindjes?’ Regelmatig logeren Tirzahs kinde­

ren bij hun grootouders, waar alles kan en mag.

En toen was daar het coronavirus.

Tirzah: ‘Omdat mijn ouders tot de risicogroep behoren – vanwege hun leeftijd, maar ook omdat mijn moeder een aangezichtsverlamming heeft – konden we elkaar niet meer bezoeken. Dat vond ik vervelend, ook voor mijn kinderen, maar ik merkte dat met name mijn ouders het er moeilijk mee hadden.’

Steun aan elkaar

We houden misschien niet allemaal van familie­

bezoeken, maar vanuit sociologisch perspectief is familie uiterst belangrijk.

Katya Ivanova is universitair docent sociologie aan Tilburg University, gespecialiseerd in interge­

nerationele saamhorigheid in complexe families.

‘Alle familieleden hebben profijt bij sterke familie­

banden — daar is tal van wetenschappelijk bewijs voor. In zo’n familie voelen mensen zich minder eenzaam en hebben ze steun aan elkaar.

Men zorgt ook voor elkaar. Je kunt ook aan heel praktische voordelen denken: goede kans dat opa en oma regelmatig op de kleinkinderen passen of dat ouders hun kind financieel kunnen steunen bij het kopen van een huis.

Kinderen op hun beurt kunnen ouderen leren omgaan met WhatsApp, om maar wat te noemen, en ze kunnen voor hen zorgen wanneer dat nodig is. Voordat we de verzorgingsstaat hadden, was de familie ons veiligheidsnet. Nog altijd is familie ons belangrijkste netwerk.’

Ivanova vervolgt: ‘Familieleden die regelmatig op de een of andere manier contact met elkaar hou­

den, plukken de vruchten van een familieband — die correlatie is aangetoond. Maar dat hoeft niet per se lijfelijk contact te zijn.’ Dat is goed nieuws, in tijden van corona. Met elkaar bellen of video­

bellen kan dus een goed alternatief zijn.

Op een kluitje

Ook in Tirzahs familie werd bij gebrek aan bezoeken van en aan opa en oma uitgeweken naar videobellen. Pardon: ‘Zoom­parties’, met de hele familie (zie fotobijschrift). ‘Rommelige gesprekken, maar daar staat onze familie om bekend. Het voelde dus heel vertrouwd’, lacht Tirzah. Natuurlijk, videobellen is niet hetzelfde als elkaar in het echt zien. Knuffelen.

Maar de familie bleef er nuchter onder: wat niet kan, kan niet. Maar de opluchting was groot en duidelijk zichtbaar toen Tirzah en haar ouders het weer aandurfden om elkaar te bezoeken.

‘We hadden afgesproken anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Maar zowel de kinderen als mijn ouders konden zich niet bedwingen: ze omhelsden elkaar gauw.’ In juni was er ‘eindelijk weer’ een familieverjaardag en werd het nog eens duidelijk hoezeer ook de ande­

re familieleden fysiek contact hadden gemist.

‘De halve woonkamer bleef leeg. Op de andere helft zat iedereen op een kluitje. Heerlijk.’

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: MARCO VAN DUYVENDIJK

Rabo &Co

12

(13)

Agnes (1950) en Joseph (1948) Tetelepta, met hun dochter Tirzah (1976) en hun kleinkinderen Ruben (2013) en Amy (2014). Tijdens de lockdown konden ze alleen online met elkaar praten, via Zoom. Het was de eerste keer voor iedereen even wennen, maar opa en oma zijn blij wanneer hun (klein)kinderen in beeld verschijnen. ‘Kunnen we al die smoeltjes niet ook in een raster zien?’, vraagt Joseph bij hun eerste Zoom-party. Na wat drukken op de knoppen krijgt hij het voor elkaar.

Kijk, daar zijn de kleinkinderen, Ruben en Amy hangen over Tirzah heen. Ze trekken gekke bekken.

‘Hallo lievelingen! Hoe is het daar?’ Agnes ziet Ruben antwoorden, maar ze hoort alleen haar beide zonen, die druk met elkaar in gesprek zijn. Joseph mengt zich erin, wil ook het woord. Agnes trekt zich juist terug. Laat ze hun gang maar gaan. Het wordt steeds rumoeriger, drukker, luider — net zoals op verjaardagen hier in huis. ‘Fijn, zeg.’

Kleinkinderen in tijden van corona

portretten 13

(14)

Tirzah vertelt hoe haar kinderen het online contact met haar ouders tijdens de lockdown hebben beleefd. ‘Ze weten hoe videobellen werkt, dat het nu even wachten is totdat de anderen ook ingelogd zijn.’ Pling: oma en opa. Ruben:

‘Oma, we zien alleen je voorhoofd, haha!’ Tirzah zegt tegen haar moeder dat ze de telefoon iets moet kantelen. ‘Heeee, oma!’ roept Amy blij. Terwijl de rest van de familie inlogt, trekken de twee gekke bekken. Amy drukt haar neus bijna tegen het telefoonscherm, het is reuze interessant om iedereen te zien en te horen praten. Ook hun ooms melden zich en die beginnen met elkaar te praten. Weet de rest wel dat zij er ook nog zijn? Zo is er niets meer aan. De twee springen van de bank. ‘Doei allemaal, wij gaan buiten spelen’, roepen ze nog. En weg zijn ze.

Dochter in tijden van corona

portretten

14

(15)

KORT NIEUWS

kort nieuws

Ondernemerspitch

Winnaars bekend

Wat heeft Rotterdam nodig aan schaalbare en creatieve ondernemersprojecten?

En welke projecten dragen bij aan een duurzame en circulaire stad? Dat waren de belangrijkste criteria voor het kiezen van de winnaars van de Rotterdamse Ondernemerspitch. Uit maar liefst 72 inzendingen werd deze top drie gekozen: Lokale Markten met pitcher Tom van Doorn, Green Roof Initiative van Eddy Kaijser en De Geveltuin van Egbert Wietses. Zij krijgen toegang tot het uitgebreide netwerk én de kennis van de samenwerkende organisaties, waaronder Rabobank Rotterdam.

SchuldHulpMaatje helpt

Stress. Dat is wat een schuldenlast veroorzaakt. En er is meer. De gevolgen van schulden zijn ingrijpend. Denk maar aan sociaal isolement, depressie, relatieproblemen. Stichting SchuldHulpMaatje probeert mensen met (dreigende) schulden vroegtijdig te bereiken.

Ze biedt hulp via online platforms én met getrainde vrijwilligers. Zoals een van onze adviseurs Dagelijkse Bankzaken. Ze weet waar ze het over heeft, want ze geeft vanuit de bank regelmatig workshops over budgetteren. Deze adviseur is met een aantal collega’s actief als budgetcoach bij de Rotterdamse Douwers. We zijn er trots op dat ze zich ook in haar vrije tijd inzet voor de financiële zelfredzaamheid van mensen. Meer weten? Kijk op schuldhulpmaatje.nl.

Hypotheekvragen?

Wat kan ik lenen? Heb jij vragen over jouw (mogelijke) hypotheek? In een vrijblijvend oriëntatiegesprek geven onze adviseurs antwoord. En daar hoef je de deur niet voor uit. Je voert het gesprek via video of telefoon waar en wanneer het jou uitkomt.

Zo zijn we toch persoonlijk en dichtbij. Ook voor vragen over je huidige hypotheek kun je bij ons terecht. Kijk op www.rabobank.nl of maak een afspraak via (010) 400 33 33.

Bijzonder

nieuwbouwproject

Havenlofts in Nassauhaven

Dit jaar komen er achttien Havenlofts in de Rotterdamse Nassauhaven. De stedelijke bouwruimte is beperkt, maar op het water is nog plek: dat is de eenvoudige en pragmati- sche gedachte achter dit innovatieve project.

Van woonboten is bekend dat je er vaak geen hypotheek voor kunt krijgen, maar voor de Havenlofts ligt dat inmiddels anders. Samen met Rabobank zocht gemeente Rotterdam naar mogelijkheden en die werden gevonden in zogenaamde waterkavels, waarbij de grond onder het water wordt gekocht. De Havenlofts

zijn klimaatadaptief zodat ze bestand zijn tegen weersextremen als gevolg van klimaat- verandering. Daarnaast zijn ze erg duurzaam:

geïsoleerd, wekken eigen warmte op met zonnepanelen en een biomassa-installatie en zijn voorzien van houten gevelbekleding.

De casco’s worden op het land gebouwd en daarna op het water geplaatst.

Extra steun

Een extra steuntje in de rug in lastige tijden. Veel verenigingen en stichtingen konden het tijdens de coronacrisis gebruiken om hun verbindende activiteiten in onze samenleving te behouden of uit te breiden. Hotspot Hutspot bijvoorbeeld, die met crisiscatering zorgde dat kwetsbare mensen een gezonde maaltijd kregen. Of ODS, die ontbijtjes bij eenzame ouderen leverde. En De Stichting van het Kind zette professionals in om kinderen bijlessen te geven en zo achterstanden te beperken. Deze en andere initiatieven mochten de afgelopen maanden rekenen op een bijdrage vanuit ons Coöperatief Fonds.

15

(16)

Corona houdt de wereld in haar greep. Maar behalve de negatieve gevolgen die we ervan ondervinden, kunnen we er ook iets van leren: terwijl we elkaar fysiek op afstand houden, groeit het besef dat we in geestelijk opzicht juist naar elkaar toe moeten bewegen.

De coöperatie is springlevend

TEKST: ROLAND VAN DER VORST BEELD: BAS LOSEKOOT

heeft op het waterniveau in Bangladesh. Dat de brandende regenwouden in Brazilië wel eens zouden kunnen bijdragen aan de noodzaak tot ophoging van onze dijken. Ook de oplossingen voor deze uitdagingen beginnen bij het besef van onderlinge afhankelijkheid.

Je zou denken dat technologie ons daarbij kan helpen. Maar achteraf bekeken is de hele global village vooral een praatclub gebleken. Iedereen kan online naar hartelust communiceren, spelle- tjes spelen en zaken doen met de hele wereld.

Maar om nou te zeggen dat dit heeft geleid tot een diepgaand besef dat we elkaar nodig hebben, valt nog maar te bezien.

Digitale ecosystemen

Toch komt daar verandering in. Er komt steeds meer ‘coöperatieve technologie’. Zoals systemen die de onderlinge afhankelijkheden tussen meerdere partijen op een goede manier regelen.

De meeste platforms – zoals e-commercebedrijven, dating platforms en marktplaatsen – stimuleren nu nog de economische uitwisseling tussen twee partijen. Maar er komen steeds meer digitale ecosystemen die verschillende spelers met elkaar verbinden op een manier waar iedereen beter van wordt. Denk aan de digitale platforms in bijvoorbeeld Afrika en India die boeren gemakke- lijker verbinden met financiers, zadenleveranciers en afzetmarkten. Goed voor boeren en alle bedrijven in die keten. Deze digitale systemen stemmen de onderlinge afhankelijkheden zorg- vuldig op elkaar af. De spelers staan zo niet meer tegenover, maar tussen elkaar. We zijn vanuit

innovatie bij Rabobank actief aan het investeren in dergelijke platforms in de wereld.

Op de tweede plaats zijn er platforms die expli- ciet het algemene belang behartigen. Een klein voorbeeld dat bedoeld is om voedselverspilling tegen te gaan is Olio, een gratis app die buurtge- noten met elkaar verbindt die eten hebben dat ze zelf niet kunnen opeten. De app werkt eenvoudig:

je maakt een foto van je eten en mensen die zijn aangesloten ontvangen een alert. Inmiddels hebben een miljoen mensen in 49 landen zich hierbij aangesloten. Olio zorgt ervoor dat mensen niet tegenover, maar naast elkaar staan.

Hier zie ik traditioneel een belangrijke rol voor ons in Nederland. Het platform Support Your Locals, dat Rabobank actief heeft helpen bouwen, is zo’n voorbeeld hiervan.

Dit zijn nieuwe coöperatieve systemen die mensen bijeenbrengen op basis van wederzijdse afhankelijkheid. Dat is misschien wel een van de meest hoopgevende ontwikkelingen: het blijft niet meer bij praten alleen. Deze nieuwe syste- men maken het verbinden van mensen minder vrijblijvend.

Bouwer van coalities

Maar er is een derde manier waarop we het individuele belang kunnen helpen overstijgen:

een fysieke plek inrichten waar mensen onder elkaar zijn. Zo is de voetbalkantine voor veel ondernemers in het Westland een plek waar geschillen worden beslecht en oplossingen bedacht. De kantine is een neutrale, derde ruimte, waar men elkaar vertrouwt. Onder het voetbal ontstaat er tijd om het eens te worden.

De kantine is juist zo effectief omdat hij niet bedoeld is voor overleg. Langzamerhand kunnen we elkaar weer gaan ontmoeten. Laten we die mogelijkheid gebruiken om mensen uit ons netwerk bij elkaar te brengen. Van elkaar te laten leren. Hoe zij met de crisis zijn omgegaan.

Kunnen we samen misschien een buurt vooruit helpen?

Zelf ben ik onder andere betrokken bij een initiatief waarbij Rabobank kijkt hoe we boeren wereldwijd kunnen laten profiteren van de opslag van CO₂ in hun land. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor de bank als bouwer van coalities. Op lokaal niveau en op wereldschaal.

Daarmee helpen we de wereld vooruit.

En het is goed voor zaken, want nieuwe initiatieven moeten ook gefinancierd worden.

Twintig jaar geleden klonk de coöperatie voor veel mensen misschien ouderwets.

Tegenwoordig is zij springlevend. Rabobank is bij uitstek de organisatie om te laten zien dat de coöperatie kan werken. Let’s grow a better world together!

Roland van der Vorst Head of Innovation, Rabobank Nederland Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking problemen kunnen oplossen.

De schade van deze crisis was veel kleiner geweest als landen een gezamenlijke strategie tegen Covid-19 hadden gekozen. Als er goede afspraken waren gemaakt over het delen van kennis, medicijnen en de mobiliteit van mensen.

De schade was minder groot geweest als we gekeken hadden naar de samenhang van de ver- schillende elementen (zoals gezondheidssymp- tomen, ziekenhuiscapaciteit, mobiliteitspatronen en culturele context) en hun systeemdynamische effecten. Als deze crisis íets duidelijk maakt, is het dat we de wereld als geheel moeten beschouwen.

Dat geldt niet alleen voor het bestrijden van Covid-19. De uitdagingen van deze tijd overschrij- den de grenzen van onze eigen haard. Ze vragen om een coöperatieve grondhouding. Eén waarbij we ons realiseren dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat het gebruik van fossiele brandstoffen in New York, Shanghai en Amsterdam invloed

16 Rabo &Co

(17)

Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking de problemen van deze tijd kunnen oplossen

17

coöperatief

(18)

Hockey-international Terrance Pieters en kunstenaar Klaskie kunnen excelleren dankzij alle vrijwilligers die het verenigingsleven dragen. ‘De club voelt als mijn tweede huis.’

Onze

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: STUDIO POLAT

club

Maar we zaten ook jankend in de kleedkamer na een verloren finale.’

ClubSupport

Het verenigingsleven is een van de steunpilaren onder de Nederlandse samenleving. Naar schat- ting telt ons land 28.000 sportclubs en een kleine 40.000 culturele verenigingen. Hier komen jong en oud samen om te ontspannen, te leren of zichzelf uit te dagen. Verenigingen verbinden mensen en bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze jongeren bij het realiseren van hun ultieme droom.

Met ClubSupport ondersteunt Rabobank het Nederlandse verenigingsleven.

errance Pieters is zes jaar als hij begint met hockeyen in de F5 van Almere.

‘Ik was eigenlijk altijd op de club.’

Als hij terugdenkt aan die tijd verschijnt er een grote grijns op het gezicht van de 23-jarige aanvaller van het Nederlands elftal. ‘Op woensdag en vrijdag had ik training. Maar op dinsdag en donderdag organiseerde de vereniging instuif- trainingen voor wie zin had. Daar was ik altijd bij.’

Voor Pieters voelt zijn club als een tweede thuis.

Zijn ouders zijn actief als vrijwilliger. ‘Mijn vader coördineerde de zaalhockey en mijn moeder zat in de communicatie-commissie.’ Hij leert er al zijn beste vrienden kennen. ‘We speelden jarenlang in hetzelfde team. Dan breng je veel tijd met elkaar door en deel je heftige emoties. Intense blijdschap als we een belangrijke wedstrijd wonnen.

Ik wil mee naar de Olympische Spelen in Tokio

T

Stem op jouw favoriete club

Met Rabo ClubSupport helpen we verenigingen en stichtingen bij het vervullen van hun belangrijke rol in de samenleving. Dit jaar stelt Rabobank Rotterdam daarvoor € 80.000 beschikbaar.

Als lid van onze bank kun je mee beslissen over hoe dat bedrag wordt verdeeld. Van 5 tot en met 25 oktober kun je via de Rabo App vijf stemmen uitbrengen op de clubs van je keuze. Doe je mee?

Niet vergeten, je club heeft je stem hard nodig!

Rabo &Co

18

(19)

Ik mag

mijn collectie showen in New York

Code

Pieters wordt zes jaar achtereen gecoacht door de vader van zijn beste vriend Manuel Verga.

Van hem leert hij ‘de code’: ongeschreven omgangsregels die hem vormen, ook buiten het hockeyveld. ‘Dat je altijd eerlijk moet zijn.

En iemand moet aanspreken als je het ergens niet mee eens bent.’ Maar wanneer hij gecon­

fronteerd wordt met racistische opmerkingen in en om het veld spreekt hij zich niet uit. ‘Ik vond dat ik ermee moest leren omgaan.’ De grappen die gemaakt worden – ook door teamgenoten – lijken onschuldig, maar raken hem wel degelijk.

‘Mensen realiseren zich gewoon niet wat woorden als ‘zwarte’ en ‘neger’ met je doen.’

Inmiddels hockeyt Pieters vier jaar in de hoofd­

klasse, het hoogste niveau in de hockeysport en maakt hij deel uit van de selectie van het Nederlands elftal. Vorig jaar stapte hij met pijn in zijn hart over van Almere naar Kampong.

‘Dat was een hele moeilijke beslissing, maar ik wilde hogerop. Mijn doel is meegaan naar de Olympische Spelen in 2021 en bij Kampong kan ik beter laten zien wat ik kan.’

Toch biedt een club een sporter niet alleen een platform om te leren en te excelleren, vindt Pieters. ‘De meerwaarde zit ook in het netwerk.

Ik ken genoeg jongens die stageplekken of werk hebben gekregen dankzij de vereniging.’

Zelf vond hij via een bestuurslid van Almere een huis in Amsterdam. Een notaris binnen Kampong hielp hem met het oprichten van een eigen bv.

‘Als ik iets nodig heb, kijk ik eerst even binnen de vereniging of er iemand is die me kan helpen of advies kan geven.’

Kunstbende

Hockey is een teamsport en dus bij uitstek een verenigingssport. Maar ook in de kunst en cultuur spelen verenigingen een belangrijke rol.

Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n 1,5 miljoen Nederlanders een creatieve activiteit beoefenen bij een culturele of kunstzinnige vereniging.

Voor de 16­jarige Klaske Duin – of Klaskie zoals haar artiestennaam luidt – is dat Kunstbende, een jaarlijkse wedstrijd voor jong creatief talent, die eerder grote artiesten als Duncan Laurence en Martin Garrix voortbracht. Deelnemers komen uit in diverse categorieën uiteenlopend van fashion en theater tot dj, taal en influencer.

Met gratis workshops bereiden ze zich voor en wie de regionale voorronde wint, mag mee naar het finalistenweekend. ‘Dat is zo leuk. Je ontmoet daar zoveel nieuwe creatieve mensen.’

Met haar kledingcollectie won Klaskie de finale

van 2019 in de categorie fashion. ‘Daardoor mocht ik naar de Fashion Clash in Maastricht en Lowlands. Ik heb daar zoveel geleerd over het organiseren van een modeshow.’ Ook krijgt ze coaching in social media, waardoor ze beter vindbaar is op Instagram. ‘Daardoor ben ik gevonden door NY Fashion Week en mocht ik naar New York om mijn collectie te showen.’

Kunstbende geeft jonge talenten een podium en de kans om te ontdekken of ze echt verder willen in een bepaalde discipline. Naast de workshops en masterclasses zit de meerwaarde vooral in het enorme netwerk dat de vereniging biedt.

Maar liefst 85 procent van de deelnemers krijgt later werk in de cultuursector. Ook Klaskie weet zeker dat ze hierin verder wil. ‘Ik ben interdiscipli­

nair verteller. Ik vertel verhalen en gebruik daar­

voor alle kunstvormen die er zijn. Bij Kunstbende kan ik dat uitproberen. Tot ik achttien ben, ga ik elk jaar meedoen.’

Rabo ClubSupport 19

(20)

TECHGROUNDS KOMT NAAR ROTTERDAM

TechGrounds opent in oktober 2020 een vestiging in Rotterdam-Zuid. Daar kunnen mensen uit de wijk een tech-opleiding doen en trainingsdagen volgen. Dat vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt en versterkt onze samenleving. Precies daarom ondersteunt Rabobank Rotterdam TechGrounds als mede-initiatiefnemer. Bij TechGrounds worden mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt allround opgeleid en begeleid.

De nieuwe vestiging is een tweede huiskamer waar je werkt aan je ontwikkeling en waar je terecht kunt met al je vragen omtrent het opbouwen van je carrière. Ronilla Snellen heeft er zin in: met een heel team werkt zij aan de totstandkoming van dit bijzondere concept. ‘Het is geweldig dat ook Rabobank hieraan bijdraagt, want zonder hulp van het bedrijfsleven zou het initiatief nooit slagen.’

vertelt ze. ‘Wij dragen bij aan het welbevinden van een bijzondere groep mensen die nog

regelmatig moeite heeft om talent op de juiste manier te ontwikkelen en in te zetten.

We scholen hen gratis om tot junior full stack developer, AWS Cloud Engineer of Salesforce Consultant.’ TechGrounds is geïnspireerd op het succesvolle voorbeeld MolenGeek uit Brussel en heeft al een vestiging in Amsterdam. Het is een plek waar twee werelden worden verbonden en waar inclusie werkelijkheid wordt. ‘Wij geven er in Nederland wel een eigen invulling aan, met een maatwerk curriculum en het ontwikkelen van soft skills. We kijken naar onze deelnemers en laten zien hoe ze hun creatiekracht kunnen aanspreken. We leren ze netwerken, zichzelf presenteren en via zelfstudie up-to-date te blijven op specifieke tech-skills. Te vaak zien we namelijk nog dat mensen zichzelf kleiner maken. Doordat ze zelf ervaren wat ze allemaal wél kunnen, groeit hun zelfvertrouwen.

Wij zoeken naar de juiste balans en kracht, passend bij het eigen talent. Dan kom je er wel!’

TEKST: PINK COMMUNICATIE BEELD: STEPHAN TELLIER

ik werk mee

20

(21)

DUURZAAM EN MAKKELIJK

Of je nu 4, 55 of 84 jaar bent: een fiets blijft een mooie aankoop. Bij Fietsenwinkel Van Kortenhof maken ze er daarom iets bijzonders van. Eigenaren Miranda en Nicole van Kortenhof: ‘We zijn opgegroeid tussen de fietsen en namen 16 jaar geleden als derde generatie het bedrijf over. We hebben nu twee vestigingen in Vlaardingen en één in Maassluis en hopen volgend jaar het 60-jarig jubileum te vieren. We verkopen en verhuren fietsen, e-bikes, mountainbikes en accessoires aan particulieren en bedrijven. Van onze ouders hebben we geleerd om klanten altijd centraal te stellen. Of dat nou een familie is die een kinderfiets komt uitzoeken of een groot bedrijf die e-bikes wil leasen. Bovendien halen we zelf veel plezier uit het geven van een goed advies.

Niets zo leuk als klanten die met een blij gevoel op de fiets stappen.

Toen de intelligente lockdown kwam, besloten we direct om de reparaties van fietsen van zorgmedewerkers te blijven doen: zij moesten mobiel blijven. Na de eerste versoepelingen liep het qua verkopen meteen storm. Vooral elektrische fietsen zijn veelgevraagd. Niet zo gek, want die geven een extra dimensie aan mobiliteit. Ouders gebruiken de e-bike om kinderen naar het kinderdagverblijf te brengen, tieners rijden ermee naar de middelbare school, medewerkers rijden ermee naar hun werk.

Duurzaam en makkelijk. Je gaat er ook sneller een dagje mee uit, want je komt veel verder.

De nieuwe modellen zijn bovendien zo stoer en hip dat je vrienden er jaloers op zijn. Dus pak die fiets en ga er lekker op uit. Er is in onze omgeving veel moois te zien!’

TEKST: PINK COMMUNICATIE BEELD: STEPHAN TELLIER

Ik blik terug 21

(22)

Het Goudse bedrijf Fixeau ontwikkelde apparatuur waarmee boeren zelf het watergehalte in hun grond kunnen meten.

‘Voorheen vlogen boeren en waterschappen elkaar in de haren. Nu lossen ze problemen samen op.’

grond, en of hij moet beregenen of nog even kan wachten. ‘Dankzij zijn eigen metingen kan de boer precies zien hoeveel water hij moet geven voor een optimaal resultaat en gebruikt hij nooit te veel.’

Levensader

En dat is belangrijk. Want voor het derde jaar op rij is het te droog in Nederland. ‘Die trend is al langer gaande’, vertelt Velstra. ‘Wij waarschuwden twintig jaar geleden al dat Nederland te droog werd. Maar waterschappen en overheden zagen het niet als een probleem.’

Dat is het inmiddels wel. ‘De Rijn is onze levensader’, zegt Velstra. ‘Waterschappen verdelen dat water over grote delen van Nederland. Maar dat wordt steeds moeilijker.

De Rijn was ooit een gletsjerrivier, maar omdat die krimpen, wordt de wateraanvoer steeds ouke Velstra houdt een grijze buis

omhoog. ‘Met deze pin kunnen boeren zelf metingen doen.’ Het apparaat heeft iets weg van een regenpijp met een oranje hoed.

‘Hiermee kunnen ze het zoutgehalte, de grondwaterstand en het vochtgehalte in hun perceel meten.’ De Aqua Pin, zoals de buis heet, stuurt de gegevens naar een platform waar ze worden gecombineerd met bodemkenmerken, satellietdata en de weersverwachtingen van het KNMI.

‘Boeren weten daardoor precies hoe hun grond eraan toe is’, zegt Velstra. De hydroloog is directeur van Fixeau in Gouda en de bedenker van het apparaat. ‘En daar kan hij zijn handelen op aanpassen.’ Zo weet de boer of hij met zijn trekker het land op kan zonder dat hij wegzakt in de natte

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: ANNABEL OOSTEWEEGHEL

Samen strijden tegen de droogte

J

22 Rabo &Co

(23)

afhankelijker van regen in Zwitserland en Duitsland. En dus minder zeker.’

Bij lange periodes van weinig regenval zijn de gevolgen niet gering. De droogte leidt tot verzilting van landbouwgrond, bodemdaling en verdorring. Boeren zien hun oogst mislukken, veendijken verzakken en de natuur loopt forse schade op. Vooral in Zeeland, Texel en Noord- en Oost-Nederland, want daar zijn geen rivieren die water aanvoeren. ‘Dat leidt tot de bizarre situatie dat vrachtwagens en boten water aanvoeren in Zeeland’, zegt Velstra. ‘Daar betalen boeren grof geld voor.’

Toch valt er volgens Velstra meer dan genoeg regen in Nederland. ‘Alleen valt het niet wanneer het nodig is.’ Dat is het gevolg van klimaatverandering. ‘Nederland krijgt langzaam het klimaat van Portugal. Met lange, droge zomers en natte winters.’ Omdat dit vroeger anders was, is de hele waterinfrastructuur in Nederland ingericht om regenwater zo snel mogelijk naar zee te krijgen. Dat moet dus veranderen. ‘In de winter moeten we het teveel aan water vasthouden en in de zomer moeten we zuiniger zijn.’

Daarvoor is goede samenwerking nodig tussen waterschappen, boeren en natuurbeheerders.

En dat was tot voor kort niet vanzelfsprekend.

Partijen waren het vaak oneens over de oorzaken van problemen als verzilting en de maatregelen die genomen moesten worden. ‘Ik heb bijeenkomsten meegemaakt waar boeren en waterschappen lijnrecht tegenover elkaar stonden’, zegt Velstra. ‘Dat kwam vooral doordat geen van de partijen beschikte over de juiste metingen en dus over de juiste informatie.’

Waardevolle informatie

Dankzij de Aqua Pin kunnen boeren zelf meten hoe het gesteld is met het water in hun percelen.

Op basis van die data geeft het platform advies aan boeren en waterschappen over te nemen maatregelen, zoals het verhogen of verlagen van het water in een gebied en wat het effect daarvan is. ‘De afspraak is dat de meting van een boer even waardevol is als een meting van het waterschap’, zegt Velstra. ‘Hierdoor voorkom je veel discussie.’

Inmiddels zijn een paar honderd boeren, verspreid over grote delen van Nederland, aan de slag met de Aqua Pin. De ruim 15.000 metingen die zijn gedaan, leveren waardevolle informatie op waar boeren, waterschappen en natuurbeheerders hun voordeel mee kunnen doen. Toch zit de grootste opbrengst volgens Velstra niet in de data of het advies. ‘Dat partijen niet meer tegenover elkaar staan, maar op basis van kennis gezamenlijk streven naar een beter waterbeheer. Dat is de grootste winst.’

Regen genoeg, alleen niet als

het nodig is

Rabo & Fixeau

Rabobank ondersteunt Fixeau

graag omdat het bedrijf zich met zijn

innovaties inzet voor het oplossen van een belangrijk maatschappelijk

probleem:

droogte. Fixeau maakt duurzaam waterbeheer mogelijk en voorkomt daarmee schade aan natuur en agrarische gebieden.

De methode die het bedrijf daarbij hanteert, zorgt voor

samenwerking en verbinding tussen alle

belanghebbenden.

23

voorlopers

(24)

Jan van Holstein (1932) is van jongste bediende bij de Boerenleenbank opgeklommen tot kassier. Bijna een halve eeuw later gaat hij in 1992 als directeur van Rabobank Hengelo met pensioen. In al die jaren zag hij het bankwezen enorm veranderen.

jongste Van bediende tot kassier

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: JITSKE SCHOLS

beetje aan persoonlijk contact, bij de alledaagse bankzaken althans. Maar dat is logisch, we leven in een andere tijd.’ Bovendien is het persoonlijk contact met de klant bij Rabobank zeker niet verdwenen, zegt Van Holstein: ‘Als een klant in mijn tijd een lening aanvroeg, dan bekeek ik zijn track record en controleerde ik de cijfers.

Toch was vertrouwen de basis. Dan helpt het als je elkaar een beetje kent. Dat is, denk ik, onveranderd gebleven bij Rabobank. De direc- teuren van de lokale Rabobank kennen de bedrijven en de ondernemers uit de buurt.’

e schrijven 1948. Jan van Holstein - dan 16 jaar oud, nu 88 - komt op voordracht van zijn vader bij de Naaldwijker Boerenleenbank te werken. Hoewel hij later naar Twente zou verhuizen, bleef hij de bank altijd trouw. Hij maakte de fusie tussen de Boeren leenbank en de Raiffeisenbank mee en zag bovenal van dichtbij hoe het bankieren én zijn clientèle veranderden. Een van die belangrijke veranderingen was automatisering en digitali- sering. Als jongste bediende zette Van Holstein zelf de eerste stapjes in die richting. ‘Mijn werk bestond aanvankelijk vooral uit het uittypen van dagafschrijvingen. Dat deed ik op een typemachine in een achterkamertje van de bank.’

Als de eerste boekhoudmachines op de markt komen, wordt Van Holstein op cursus gestuurd.

‘Toen ik terugkwam, was ik een hele pief: ik wist als enige hoe je die machine moest bedienen.’

Na de ‘giralisering van het loonzakje’ in de jaren zestig kreeg de bank steeds meer particuliere klanten. Het contact met klanten is dan nog heel persoonlijk. ‘Ik had een medewerker die kon zien als er een vaste klant aan kwam fietsen en dan alvast het juiste formulier en geldbedrag klaar- legde. ‘Honderd gulden weer, meneer Jansen?’

Als een boer voor een lening de bank binnenliep, dan hoefde hij maar te vragen: ‘Is Van Holstein er?’’ De grote vlucht van de digitalisering kwam pas later, nadat Van Holstein in 1992 pensioneer- de als directeur van Rabobank Hengelo. ‘In de banken van tegenwoordig ontbreekt het wel een

Vertrouwen was de basis. Dan helpt het als je elkaar

een beetje kent

W

ik blik terug

24

(25)

VOOR ELKAAR

Omzien naar de ander, cultuur en natuur behouden. Het is in moeilijke tijden nog belangrijker. Goede doelen hebben jouw steun dan ook

hard nodig. Deze lokale organisaties horen daarbij.

doe mee

Je buik vol bij Buurtbuiker

Elke woensdag kun je er terecht voor een gratis driegangenmaaltijd.

In Cultuurwerkplaats Tarwewijk is sinds augustus de maatschappe- lijke organisatie Buurtbuik actief.

Bestuurslid Dick Rensen: ‘Buurtbuik is in Amsterdam gestart vanuit onze drive om iets goeds te doen in de samenleving. In Charlois is de eerste Rotterdamse vestiging. Het idee is simpel: we halen op woens- dagen bij lokale marktverkopers, supermarkten en andere winkels eten op dat anders zou worden weggegooid. Daarmee voorkomen we voedselverspilling, zorgen we voor sociale betrokkenheid en soms een steuntje in de rug. In maart begonnen we met de voorberei- dingen. Via crowdfunding kregen we de opstartkosten bij elkaar. Bij- voorbeeld voor keukengerei en bak- fietsen. Rabobank Rotterdam droeg er met een donatie flink aan bij. Blij verrast waren we ook met de vele vrijwilligers en het aantal gasten dat we gelijk konden ontvangen. Er kunnen er nog bij, dus aarzel niet als je behoefte hebt aan een lekkere maaltijd en/of gezelligheid!’

Lokale producten in één pakket

Dat lekkere kaasje, je favoriete broodjes, verse groente en fruit, het mooiste stukje vlees. Je haalt ze bij lokale speciaalzaken in je buurt. Maar wat als je geen tijd hebt om die winkels te bezoeken? Dan bestel je het op kopenincapelle.

nl en krijg je het allemaal in één pakket geleverd. Peter Regoord en Arthur Menke van Capelle Business Plaza begonnen het initiatief tijdens de intelligente lockdown.

‘We wilden de lokale winkeliers steunen en zagen tegelijkertijd dat mensen in deze periode liefst online wilden bestellen. Op 1 april bedachten we dit concept, op 8 april was het actief. Mede door bijdragen van Rabobank Rotterdam en het Denk en Doe Mee Fonds van de gemeente Capelle voor de opstartkosten. Maar vooral door de enthousiaste inbreng van zeven lokale ondernemers, die nu samen zorgen voor een compleet aanbod.

Wij halen de bestellingen bij hen op en zorgen voor de distributie.

Er werd direct veel gebruik van ge- maakt en we hopen dat het verder groeit. Niet alleen omdat het dan ook een verdienmodel kan worden, maar vooral omdat lokaal kopen belangrijk is. Een sterk mkb draagt bij aan een sterke samenleving. En daar profiteren we allemaal van.’

Genieten bij Fröbel

Heerlijke salades, lekkere broodjes, prachtige verjaardagstaarten en smakelijke bedrijfslunches. Je ont- dekt ze bij Fröbel in Rotterdam. Jon- ge ondernemer Saskia Warnaar runt dit horecabedrijf, waarin zo’n 30 jongeren met een verstandelijke be- perking actief zijn. Zij werken samen met 20 zorgbegeleiders, bedrijfs- leiders en vrijwilligers. Aan de Wes- terstraat en Carnissedreef zijn de gezellige lunchrooms, in Zuid staat een bakkerij die onder andere voor horecabedrijven taarten maakt. ‘We willen heel graag dat alle jongeren ook nu hun fijne werkplek houden.

We zijn dus enorm blij dat mensen ons weer weten te vinden, ook voor onze take-away service. We leveren lunches en taarten, gezonde avondmaaltijden en zelfs catering op maat. En we hebben iets nieuws:

super leuke en echt lokale kerstpak- ketten, waarvoor we samenwerken met ca. 25 sociaalmaatschappelijke Rotterdamse organisaties. Kijk op frobelrotterdam.nl!’

Waarde toevoegen op inventieve manier

15.000 aardappelen voor de Voedselbank. Maar ook: verse groenten en fruit voor allerlei maat- schappelijke organisaties en ruim 500 gezinnen. Voedsel verdelen is niet het doel van Stichting Zero Foodwaste Rotterdam, maar in coronatijd even wel. Initiatiefnemers Sarah Stolk en Ella Roelfsema ondernamen actie toen het nodig was. ‘Met onze stichting willen we voedselverspilling terugdringen en banen creëren. We halen daarom hele grote partijen groente en fruit op bij importeurs en distributeurs.

Kwalitatief uitstekend eten, dat door allerlei oorzaken niet meer kan wor- den verkocht. We distribueren het onder kleinere maatschappelijke organisaties én voegen er sinds kort zelf economische waarde aan toe.

Mensen met een afstand tot de ar- beidsmarkt maken er bijvoorbeeld soep en sappen van. Lastiger dan je denkt, omdat we nooit precies weten wat er binnenkomt. Toch willen we inventief genoeg worden om álle waarde uit het voedsel te halen, zelfs uit de schillen. Die inventiviteit was ook nodig tijdens coronatijd. Zo werkten we voor de actie met de aardappelen snel samen met Rabobank Rotterdam.

De teler kreeg een goede prijs en veel mensen genoten van zijn verse aardappelen.’

25

(26)

“Na de coronacrisis doen we het anders. Eerlijker, duurzamer, bewuster.” IJdele hoop of realiteit?

Hoe werkt Rotterdam aan een betere toekomst?

PA RT NE R VA N D E S TA D

TEKST: PINK COMMUNICATIE BEELD: STEPHAN TELLIER

e handen uit de mouwen, aanpakken en doorzetten. Alleen samen halen we positieve dingen uit een hele moeilijke tijd, weten Barbara Kathmann en Ronald van Raaij.

Krachtige samenwerking

‘In tijden van crisis is Rotterdam extra sterk’, zegt Barbara Kathmann. Zij is als wethouder verantwoordelijk voor Economie, Wijken en kleine kernen in Rotterdam. ‘De pandemie zette de stad letterlijk stil. Een gezondheidscrisis die onvermijdelijk overging in een economische en sociale crisis. En we zaten al in een klimaatcrisis. Vanaf dag één van de intelligente lockdown zijn we als gemeente begonnen aan het herstel. We merkten snel dat de urgentie ervoor zorgde dat bij iedereen het collectief belang bovenaan stond. Dat ‘hand in hand’ om samen de uitdaging aan te gaan; dat is uniek.’ Ronald van Raaij, directeur Bedrijven van Rabobank Rotterdam, beaamt dat: ‘De Rabobank gelooft in die krachtige samenwerking binnen Rotterdam. Daar zetten we ons dan ook al decennialang voor in. Als partner van de stad. Bijdragen aan een goede leef-, woon- en werkomgeving doen we vanuit ons coöperatieve

D

26 Rabo &Co

(27)

hart. Vanuit de wetenschap dat als het goed gaat met de samenleving het ook goed gaat met onze klanten. En andersom.’

Dubbel hard werken

Dat is nodig, want er is werk aan de winkel.

Het plan voor herstel besloeg drie fasen. ‘Het omgaan met de lockdown, het inrichten van de 1,5 meter-samenleving en het grote herstel daarna’, legt Barbara uit. ‘Die liepen door elkaar heen, want veel initiatieven vanuit de lockdown versnellen nu processen die voor de lange termijn noodzakelijk zijn. Kijk maar naar digitalisering. Daar liepen al veel projecten voor, waar nu dubbel zo hard aan wordt gewerkt.

De praktijk heeft bewezen wat we al wisten:

online contact houden met je klanten biedt enorme kansen voor het mkb. Die ongelooflijk belangrijke banenmotor van de stad willen we helpen met digitale innovaties. Die kunnen we samen met partijen als de Rabobank bieden.

Zo was er snel een digitale goodiebag voor ondernemers, vol tips en e-learning modules om online goed vindbaar, zichtbaar én bereikbaar te zijn.’ Ronald: ‘We werken steeds aan de structurele verbetering van de Rotterdamse economie en digitalisering is nodig om de economische groei te versnellen. De coronacrisis maakte voor veel mkb’ers duidelijk: het moet nu en daar helpen we als bank structureel aan mee.

We richten ons ook op andere thema’s als start &

scale ups, financiële redzaamheid, gelijke kansen en opleidingen. Steeds weer komen we daarin de gemeente tegen.’

Grote kansen voor Rotterdam

Ronald noemt verduurzaming als specifiek voorbeeld: ‘De Rabobank werkt met andere partijen met veel inzet aan een duurzame en circulaire economie. We zijn er net als de gemeente van overtuigd dat hierbij voor Rotterdam grote kansen liggen.’ Barbara vult aan: ‘De mentaliteit om anders en buiten de gebaande paden te denken en hard te werken zit in onze genen. Dat moeten we inzetten om sleutelinnovaties naar onze stad te trekken.

Vervangers van de petrochemie bijvoorbeeld of circulaire manieren om plastic te vervaardingen.

Daar werken we op allerlei manieren aan.

Onder het herstelplan Corona valt bijvoorbeeld de investering van de stad in zeven grote groene buitenprojecten. Daarmee willen we werkgelegenheid creëren, het vestigingsklimaat verbeteren en vanzelfsprekend verduurzamen.

Verder zijn we met de Rabobank het project Circulaire Markten gestart. Daarbinnen koppelen we cases van ondernemers aan de faciliteiten van de stad en de financiële kennis van de Rabobank.

Dat is nodig, want veel partijen willen wel, maar weten vaak niet waar ze moeten beginnen.

Het is maar een van de voorbeelden waarin de Rabobank een rol speelt. Tijdens de coronacrisis droeg ze op zowel sociaal-maatschappelijk als economisch gebied enorm bij, maar dat deed de bank altijd al. Vanuit dezelfde drive als de gemeente: een veilige, gezonde leefomgeving voor alle Rotterdammers.’

Meerjarige doelen liggen vast

Om die samenwerking te versterken, hebben de Rabobank en de gemeente Rotterdam een convenant opgesteld. ‘Als je samen iets wil bereiken, is het fijn om focus te hebben op enkele duidelijke projecten. Het geeft extra wederzijds vertrouwen. De gemeente zal langer projecten willen duwen en de gemeente kan ervan op aan dat de Rabobank zich daar langjarig inspant.

We brengen naast financiële middelen vooral ook kennis en belangrijke verbindingen met en tussen klanten en initiatieven in de stad’, zegt Ronald. ‘We hadden er beiden behoefte aan om aan de krachtenbundeling met dit convenant meer structuur te geven. Door onze gezamenlijke prioriteiten helder te formuleren en daar doelen aan te verbinden, kunnen andere partijen zich makkelijker aansluiten. Daar hopen we dan ook op’, benadrukt Barbara.

Het convenant geeft extra

wederzijds vertrouwen

Wethouder Barbara

Wie

Kathmann en directeur Bedrijven

Ronald van Raaij

Convenant om

Wat

samen te werken aan de toekomst van

Rotterdam

Op allerlei sociaal-

Waar

maatschappelijke en economische vlakken

Waarom

Om kansen te bieden waar dat nodig is en samen de stad en haar inwoners te

versterken

27

interview

(28)

‘Normaal zou ik hier in de keuken kunnen staan.’

Shurion Damatius knikt met een schuin hoofd in de richting van de bouwplaats waar de geur van gezaagd hout en het gieren van een cirkelzaag verraden dat er hard gewerkt wordt. Uit zijn bestelbus tilt hij de zandzakken die hij zojuist bij een ander project heeft opgehaald.

Damatius is een ervaren restaurantkok, maar nu werkt hij voor Yasbouw uit Dordrecht aan de renovatie van visrestaurant Kaat Mossel in Rotter- dam. ‘Het restaurant waar ik in de keuken werkte, moest dicht en ik kwam thuis te zitten.’

Damatius is een van de vele horecamedewerkers die hun baan verloren door de coronacrisis. Sa- men met de uitzendbranche is de horeca een van de zwaarst getroffen sectoren in Nederland. Maar ook in andere bedrijfstakken staan veel banen op de tocht. UWV verwacht dat de meeste banen zullen verdwijnen in de zakelijke dienstverlening (uitzendbranche en reisbureaus), horeca, cultuur, sport & recreatie, sierteelt en luchtvaart. Maar ook in de industrie, detailhandel non-food, autohan- del, taxibranche en verzorgende beroepen zoals kappers zullen velen op straat komen te staan.

Flexwerkers

De eersten die hun baan verliezen, zijn de flexibele krachten. Werkgevers kunnen immers snel reageren op het wegvallen van economische activiteit met het beëindigen van tijdelijke contracten en het niet of minder oproepen van oproepkrachten, terwijl het ontbinden van

vaste contracten meer tijd en moeite kost. Veel zzp’ers, flexwerkers en oproepkrachten kwamen zonder werk te zitten. Dat is niet verrassend, vindt arbeidsmarktsocioloog Fabian Dekker. ‘Er was al sprake van behoorlijke ongelijkheid tussen mensen met vaste contracten aan de ene kant en flexwerkers, zzp’ers, jongeren en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan de andere kant.

Door de crisis wordt die kloof uitvergroot.’

Daar komt bij dat juist de bedrijfstakken die zwaar getroffen zijn door de crisis veel gebruikmaken van flexibele arbeidskrachten. Uit cijfers van UWV blijkt dat 48 procent van de oproepkrachten in een sector werkt die te maken krijgt met een (zeer) grote afname van de werkgelegenheid.

Vooral in de horeca werkt een flink deel (71 procent) van de werknemers met een tijdelijk contract of oproepcontract. Zij worden vaak speciaal voor het hoogseizoen aangetrokken.

Ook Damatius had als kok een tijdelijk contract. ‘Ik werkte daar net zes maanden toen het restaurant dicht moest. Mijn werkgever wilde me niet kwijt.

Nog even wachten, zei hij, het komt goed. Maar alles loopt door, je vaste lasten, je zorgverzeke- ring. Mijn vrouw is kapster en zat ook thuis. Eén maand ging nog wel, maar na twee maanden stond het water ons aan de lippen.’

Recessie

Ondanks de maatregelen van de overheid om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden, verloren in de eerste twee maanden na

Door de coronacrisis en de daaropvolgende recessie zijn veel mensen hun baan kwijtgeraakt. Voor werkzoekenden

zijn het dan ook moeilijke tijden. Maar in Rotterdam is bij de overheid en in de zorg nog genoeg werk. En overal

geldt: wie een baan wil, moet bereid zijn zich aan te passen. ‘Of ik de bouw ook zag zitten, vroegen ze. Prima.’

Van de keuken naar de bouwplaats

TEKST: SABINE SLUIJTERS ILLUSTRATIE: GEMMA PAUWELS

28 Rabo &Co

(29)

29

hier en daar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Joosten: “Onze gemeente heeft zelf geen instelling voor maatschappelijke opvang die als briefadres kan fun- geren, maar voor mensen uit Nieuwegein is het niet altijd eenvou- dig

Zeg dus niet alleen dát je iemands financiële gegevens moet hebben om te helpen zijn schulden op te lossen, maar ook wat je precies met die informatie gaat doen.” *. Gerrit

 Interventie ligt op dit moment voor ter beoordeling door de commissie NJI.

Voor de werknemers in de subsector GID (PC 331.02) wordt nog een aparte regeling rond koopkracht uitgewerkt, aangezien hun barema’s direct gebaseerd zijn op de federale barema’s

verschijnselen zijn zijn onderwerpen, andere heeft hij niet (als 'hebben' hier iets moet betekenen); die onderwerpen moet hij begrijpen en bespreken met zijn eigen brein en de daarin

Toekomstige bewoners van ‘t Vaneker kunnen dit voortzetten door hun woningen (en gebouwen) zoveel mogelijk te bouwen en te gebruiken met respect voor mens en milieu..

Want het zijn allemaal gedreven initiatiefnemers die voor ogen hebben wat wij met zo veel plezier doen: nieuwe, duurzame verbindingen maken. Voor een sterkere en

Er zijn twee stromingen die precies dezelfde analyse maken (het huidige landbouwsysteem is niet duurzaam genoeg), die precies hetzelfde doel hebben (een groene en goed gevoede