• No results found

precies zoals in de wetenschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "precies zoals in de wetenschap"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Mijn commentaar bij en reactie op het Novembernummer 1999 van De Vrije Gedachte zijn te lang geworden om ze als kopij in te sturen. Daarom heb ik ze maar op mijn website geplaatst. Die website is zeer eenvoudig te vinden door als zoekwoord in te voeren: txaenz.

Ik ben nu zo'n jaar of drie, vier geabonneerd op 'De Vrije Gedachte' en nog steeds verbaas ik me over het grote verschil tussen mijn beeld van de vrijdenkerij van vroeger enerzijds en wat ik nu aantref anderzijds. In het onderstaande probeer ik enigszins aan te duiden wat ik als het vrijdenken van vroeger was gaan zien, naar aanleiding van heel oude exemplaren en brochures van DVG.

Mijn beeld was voor mij aanleiding om na vele jaren

aarzelen, want ik ben niet zo'n 'aansluiter' lid te worden van de vereniging. Dat beeld was als volgt: vrijdenkers zijn

mensen die weten dat ze (dat wij) leven onder een regime van propaganda, afleiding (van onze aandacht) en geheimhouding.

Zij onderzoeken en denken zich daar vrij van. Dat regime noemt zich afwisselend 'beschaving', 'samenleving' en

'maatschappij'. Uitdrukkingen als 'de maatschappij eist', daar prikken de vrijdenkers doorheen, zij ontmaskeren wie zich

vermommen en verbergen en ze ontgoochelen de begoochelden.

Het gaat, zo was mijn beeld, precies zoals in de

wetenschap over verschijnselen (met name in het vrijdenken vaak over kwalijke gedragingen van mensen jegens mensen, over de kritische aandacht waarmee die onderscheiden worden, over de begrippen waarmee die begrepen en de woorden waarmee die benoemd en besproken worden). De vrijdenker heeft het daar maar druk mee, maar hij wint die tijd omdat hij zich niet voor welk karretje dan ook laat spannen, zich niet laat gebruiken.

De vrijdenker van mijn beeld wist dat niet alleen de religies werden gebruikt om de mensen te bedriegen, ook de 'burgerlijke', 'wereldse' gewoonten, voorschriften, regels, verboden en geboden, het fatsoen, de normen en de waarden. Het stadhuis was evenmin de plaats waar hij vrijwillig ging

offeren en eren als het kerkgebouw dat was. Zijn vertrouwen ging niet naar de prediker, maar ook niet naar de jurist.

'Mijn' vrijdenker liet zich niet voorlichten, hem konden de verschijnselen worden aangewezen (aangeduid) en dan bekeek hij zelf 'de zaken zelf'.

Door mij dat beeld aan te maken, veroorzaakte ik voor mijzelf de verbazing en de lichte teleurstelling die het lezen van de huidige nummers van DVG mij, nog steeds, oplevert.

Dat beeld was niet alleen maar een beeld, het was mij ook een inspiratie, anders en exacter gezegd: ik dacht

geestverwanten aan het werk te zien. Ik wil in dit opstel proberen nog eens op die manier te werken. Waarom niet, in deze tijden waarin alle manieren van werken, ja, alle

activiteiten als van gelijke waarde moeten worden opgevat volgens de dictaten van wie de toon aangeven. ['Dictaten' en

(2)

'dictatuur' vinden velen geen leuke woorden om te horen, maar er is geen wezenlijk verschil tussen een bevel vanwege de Keizer of vanwege een parlementaire meerderheid. Een bevel is een bevel, wie gehoorzaamt staat op buitenbesturing en wie met instemming meedoet ook, want het maakt niets uit wat de mensen denken en voelen en 'willen' bij wat ze doen. Alleen wat ze doen is voor de anderen zichtbaar en voor de objectieve werkelijkheid oorzaak van gevolgen waarmee de doeners al of niet blij zijn (en die ze dan resp. bespreken als al of niet bedoeld).(Het succes heeft vele vaders, de flop is een

weeskind.)] Al die mensen die hetzelfde doen en zeggen geven samen de toon aan, al die mensen die samen hetzelfde zingen overstemmen de anderen, of ze nu een dirigent hebben of niet.

De ('mijn') vrije gedachte (het vrije woord) waarbij ik geen passende (veroorzakende) daad kan voegen (omdat ik de vaardigheden en middelen en/of de gelegenheid niet heb) is een schoolvoorbeeld van gebakken lucht, van poeha.

Om wat meer te vertellen over die 'verbazing en lichte

teleurstelling' die ik noemde volgt het onderstaande opstel over onze civilisatie, de daartegen in oppositie staande

religies en dat vrijdenken in het blad 'DVG'. Drie dingen dus en hun onderlinge relaties.

1. Civilisaties.

Het gaat mij nu hier in dit opstel even over de

toonaangevende mensen in de civilisaties, in het bijzonder in deze, 'onze', civilisatie.

De verschijningsvorm qua activiteiten van deze mensen is een kaleidoscopische (toevallige, planloze, structuurloze, onbedoelde; de schijn van regelmaat stamt van de spiegeltjes, die alles in dezelfde mate die schijn verlenen) constellatie van: toeëigenen (graaien, halen, aan het gebruik door anderen onttrekken), bezitten (met behulp van dreigen met geweld

onttrokken houden), benijden (wordt onder andere veroorzaakt door het vertonend in onbruik laten van voor anderen

nodigs).[Zie ook Veblen's theorie van de nietsdoende klasse.], bewonderen, begeren, pochen (bezittingen vertonen en de prijs ervan noemen en uitgebreid en herhaaldelijk vertellen over eigen successen en over eigen contacten met vooraanstaanden, beroemdheden, hooggeplaatsten) en vernederen [ = anderen gebruiken, dat is: macht uitoefenen (waarvan neuken een

bijzondere vorm is, homosexueel gebruiken van jonge slaven is daarvan weer een bijzondere vorm, een zeer grote vernedering, dat groot-zijn daarvan verklaart de gewelddadige dood van veel homo's hedentendage zowel als de afkeer van homogedrag in veel van die genoemde 'grote godsdiensten'), bevelen, bestellen, opdracht geven, kopen, aanschaffen van onnodigs.

De verschijningsvorm van de toonaangevenden in onze civilisatie is een kaleidoscopische constellatie van

(3)

toeëigenen, bezitten, benijden, bewonderen, begeren, pochen en vernederen. Die toonaangevenden

verschillen dus van elkaar voor wat betreft welke der genoemde bezigheden bij hen aanwezig zijn en welke van de aanwezige meer en minder centraal

staan: naar die centraliteit richt zich het benoemen van iemand als een begerige, een pocher, een

hielenlikker, enz., enz. Het zijn allemaal figuren op hetzelfde toneel, bezig met hetzelfde: zich rangschikken, koninkje spelen, de civilisatie bemannen.

Even extra analyseren wat ze doen, die geciviliseerden:

1. Waarneembaar omgaan met spul en spullen:

begeren, toeëigenen, bezitten, vertonen en (zodra het onbruikbaar geworden is als rangonderscheidingsteken, als

modieus aangewezen ding om mee te pochen:) verachten, wegdoen.

2. Waarneembaar omgaan met hoger geplaatsten, anderen met een hogere rang, rijkeren:

hun gezelschap zoeken, hen bewonderen, hen vleien, zich door hen laten gebruiken, opdat hun luister afstrale op de

gebruikte, dat wil zeggen: uitverkorene, geprefereerde, favoriete, gekozen uit de andere minderen waarmee hij in

competitie en rivaliteit leeft en in concurrentie, dingt om de gunst van de koning (tegenwoordig: Koning Klant, die als

pseudoniem 'Jan Publiek' koos).

Dat brengt meteen mee dat hier de plaats is om aan te wijzen hoe dat proces ['vereren'] zich voordoet: de would-be popster is popster geworden doordat Koning Klant, in zijn functie als vrije tijd bestedende Jan Publiek, in die propaganda voor hem (en zijn soort, 'muziek' genoemd, onnodig en hard geluid) is getrapt.

Ondanks die propaganda moest de would-be popster zich aan keuring door Jan Publiek onderwerpen. Onderwerpen, daar gaat het om, dat veroorzaakt dat Jan P. heerst en daar gaat hij voor naar die voorstellingen. Jan P.

verheerlijkt (vergoddelijkt soms zelfs: maakt idolen) of laat floppen. "Je weet nooit", en daar gaat het om. Als het wel te weten was, dan was er geen sprake van

soevereiniteit van Jan P. (alias Koning K.).

Onvoorspelbaarheid is de kern van echte vernederende macht.

Nu hij, de popster, idool is, komen de groupies, die zich door hem willen laten gebruiken, die met hem op de foto willen, die dan zijn luister (de glans, het

weerkaatsende, afschijnende, licht) mee willen nemen

zoals de maan die van de zon. Er is totaal geen wezenlijk verschil tussen de zonnekoning ruim twee eeuwen geleden en Koning Klant en die sterren nu, voor wat betreft de smaak die de koning zogenaamd had en voor wat betreft die hofdames. Zo'n zoveelste koning in een dynastie denkt ook vaak dat hij smaak heeft in plaats van steeds te denken

(4)

(zich bewust te maken, onder woorden te brengen) dat hij heerst en daarbij in dit geval het gereedschap 'niet vastliggende smaak' gebruikt om de centrale eigenschap van heersen (onvoorspelbaar zijn, dus angstig verwachtend en vrezend maken) vorm te geven.

De civilisatie verandert niet van wezen, maar wel ononderbroken van verschijningsvorm.

De wapens en militairen waarmee de voorouders van de zonnekoning het tot baas over Frankrijk brachten hield hij verborgen achter zijn goddelijk recht, zijn orde, zijn wetten, zijn bestuurders, zijn deurwaarders, zijn politie. Zo lang bleven de legereenheden als

onderdrukkers in onbruik dat ze onbruikbaar bleken toen het er op aankwam.

Onderdrukt worden zet kwaad bloed, daarom wil een zoveelste vorst in een dynastie het zo onopvallend mogelijk doen (laten uitvoeren). En de burgerman, die koninkje speelt, wil zelfs niet weten (niet onder woorden brengen, niet bewust maken in taal) dat hij het doet: hij wil alleen het erbij optredende gevoel voelen. En dat voelen lukt prima. Maar men is afgunstig, als blijkt dat iemand die hen vertegenwoordigde heerste zodat hij dat voelde, dan is er een schandaal: "hij bezocht veile

vrouwen en/of hij kocht lager geplaatsten gewoon met echt geld. SCHANDE." Dat is de burgerman, wat Wilhelm Reich 'de kleine man' noemde. Een opzettelijk taalarm

voelertje.

'Tegenwoordig bij ons' wordt de schijn opgehouden dat het geld regeert, dat is onzin, vlak achter het geld staat de

bewapende politie, maar de bestuurders willen dat niet laten blijken en er is slechts een enkel voorbeeld uit het recente verleden: Boer Harmsen uit Hollandscheveld, die betaalde zijn bijdrage aan het landbouwschap niet en wel zolang niet dat er, jawel: de marechaussee met karabijnen op af gestuurd werd. Na járen, want als de bestuurders en al hun trawanten iets niet willen dan is het wel dat hen het masker wordt afgetrokken. De hele rangschikking, het hele gebruiken van mensen door andere mensen berust op wapengeweld, waarmee gedreigd wordt, maar achter zoveel mogelijk maskers / muren tussen de bedreigde en die gewapende macht. Het is overigens gebleken dat het bewijs dat boer Harmsen leverde niet tot het volk is doorgedrongen, het volk kijkt en keek niet naar politieke verschijnselen, het kijkt naar voetbal, sexfilms en ander amusement. Anschauung (want het ontruimen van de boerderij was op televisie in het nieuws en alle marechaussees met karabijnen ook) ohne Begriffe ist blind, dat wil zeggen: vult het bewustzijn niet, leidt niet tot begrijpen en dus niet tot dat 'verhoogde weten', waar de filosofen zo over juichen als ze 'de mens' met 'het dier' vergelijken: dat Zelfbewustzijn (met die hoofdletter;

guttegut, van 'de mens' zijn er dan toch maar weinig

(5)

exemplaren te vinden). Ik noem dit voorbeeld van boer Harmsen omdat Begriffe ohne Anschauung leer sind. Die lege begrippen, daar valt zo lekker mee door te praten, als de eigen kennis op is: met informatie (van horen zeggen, van zelf op televisie gezien hebben, alsof dat toestel een verrekijker ware), grammatica en logica werkend hoef je zelfs niet te citeren.

Met retorica (debatteerkundigheid) breng je het zelfs nog verder, want dan wek je gevoelens op in hoorderspubliek en toegesprokene, waardoor hun begrijpen nog verder gereduceerd wordt dan dat talent door onbruik al was / is. Van de genoemde (en in plaats van nu niet getoonde verschijnselen gestelde) begrippen gaat het hele gezelschap over op de

(gebruiksgewoonten van de) woorden en op de gevoelens die er volgens hen bij passen.

Dat is wat we elke dag in (en buiten) de media kunnen zien en horen gebeuren. Dat is het wat menigeen elke dag moet

ontkennen teneinde te kunnen blijven doen wat hij doet waar hij dat doet en met wie hij dat doet. Dat ontkennen is zo'n routine en zo'n verslaving, dat erbij vergeleken het opsteken van een sigaret door een kettingroker 'een daad stellen' is.

2. Die grote anti-civilisatie-religies.

Wie mijn vijand bestrijdt, brengt mijn overwinning dichterbij en als ik hem laat begaan misschien zelfs tot

stand, ik moet hem alleen op tijd, als hij uitgeput is van het vechten even onderwerpen, de genadeslag geven.

Wat mij niet duidelijk is, dat is dat sommigen onder diegenen die zich tegenwoordig vrijdenkers noemen zo weinig inzien wat er met hen, als mede-ingezetenen van onze

civilisatie, gebeurt.

Ze concentreren zich grotendeels, grootstendeels zelfs, op het bestrijden van de begrippenapparatuur van die religies.

Die bestaat voor een zeer groot deel uit verzinsels en achterhaalde modellen (paradigma's, bijvoorbeeld:

wereldbeelden en beelden bij het ervaren eigen zijn, dat ervaren, voelen, verlangen, vrezen, denken, kennen en weten omvat. Voorbeeld: als mij iets invalt wat ik niet herken als eerder gedacht, verbonden, opgemerkt, dan denk ik niet dat het mij door een demon wordt ingefluisterd, hoezeer het mij ook invalt en ik het niet ervaar als iets wat 'ik' in mijzelf

plaats of zo. Als ik droom denk ik niet dat mij iemand of iets die droom laat dromen, ik heb daar de theorie voor dat mijn brein 'filmt', hollywoodje speelt.).

In plaats van religieuze begrippen op grond van 'verzonnen zijn' af te wijzen, zou het hen sieren en winst opleveren te proberen na te gaan om welke verschijnselen het diegenen die deze begrippen invoerden ging. (Bijvoorbeeld: welke aangedane mishandelingen met behulp van deze begrippenapparatuur werden aangeduid en bestreden).

(6)

Een voorbeeld: wie als jonge slaaf sexueel gebruikt is door een slavenhouder, die kan men niet kwalijk nemen dat zijn kijk op homosexualiteit duidelijk en afwijzend is. Ook is te begrijpen dat hij het zal afwijzen te spreken over 'sexueel misbruik', omdat voor hem 'sexueel gebruiken' al voldoende is om het verwerpelijke te benoemen. Het zal ook duidelijk zijn dat deze jonge slaaf niet aangesproken zal worden door een maatschappijbeschouwing waarbij het afkeuren van gedrag wordt afgekeurd. En precies dat is 'onze' maatschappijbeschouwing, waar de vrijdenkers van tegenwoordig ook volledig in mee gaan.

Alle gedrag dient (zo stelt 'onze' "beschaving") metterdaad en stilzwijgend te worden goedgekeurd als er instemming is van alle deelnemers of als er voldoende koopkracht voor ingezet wordt [van deze laatste regeling zijn zeer weinig gedragingen uitgezonderd, alleen die waarbij zelfs topadvocaten de straf niet tot een boete kunnen terugvoeren. Wangedrag dat met een boete bestraft wordt is gewoon te koop, het moge duur zijn, dat maakt het alleen maar aantrekkelijker, namelijk

spannender].

Er zijn mensen die in Rome nu doordenken over het al of niet ingaan tegen die zojuist beschreven "beschaafde"

benadering van wangedrag (naastengebruik, uitbuiting en tot een ding maken van medemensen). Die doordenkers kan men niet ontzeggen dat ze enig historisch besef hebben en enig

overzicht over wat er hier nu en toen daar (bij het ontstaan van hun religie) gaande is (was), zij als groep weten waar het over gaat en ging. Dit laatste in tegenstelling tot vele, vele meepraters (instemmers) met 'onze' manieren. Er wordt niet zo erg duidelijk en vaak door de media gebracht 1. welk

waarneembaar gedrag daar eigenlijk besproken wordt en 2. hoe de instemming tot stand komt van deze en gene met zijn zo-

gebruikt-worden, psychologisch gezien ('gezien' in onderscheid van 'aan elkaar gepraat', dat onderscheid is er) en 3. wat de gebruiker bezielt.

Het heeft me zeer verbaasd dat er bij de huidige zo weinig over blijkt van de inzichten en inspiraties van vroegere

vrijdenkers, die het gebruiken van mensen door mensen

principieel en ongenuanceerd afkeurden [anarchist waren onder andere (in onderscheid van en in tegenstelling tot de 'ik ook' en 'nu ik' roepende / voelende / nastrevende sociaal

democraten). En tegenstander waren die ouden van het naäpen van de rijken door de geëmancipeerde (dat is: de van dat naäpen niet langer door een wettelijk verbod weerhoudene).

Doordat zij hun pleit verloren geldt nu: iedere geëmancipeerde mag doen wat hij bekostigen kan, dat heet dan 'vrijheid', want juist ook dat woord diende van zijn betekenis te worden ontdaan].

Een ander voorbeeld: anorexia, magerzucht, als de omgevende media en hun inhouden zulk een invloed kunnen

uitoefenen dat vele meisjes die het daarvoor later te vinden

(7)

gen in zich hebben er ook toe worden gebracht zich uit te hongeren en zichzelf aan te doen wat we, als het hen door anderen werd aangedaan, 'misdaad tegen de menselijkheid'

zouden noemen en zouden berechten om te bewijzen hoe beschaafd we wel zijn geworden, wat dan? Wel, dan koesteren wij ons in de warme zon van ons begrip 'vrije wil', van de

zelfbeschikking die wij aan iedere mondige burger

toeschrijven, nu niet, zoals oorspronkelijk de juristen, slechts om de houder van de vrije wil te kunnen straffen, in voorkomend geval, maar om 'de media', exacter: 'de bepalers van de inhouden daarvan' de gelegenheid te geven zich achter de vrije wil van die kinderen te verschuilen als een of andere onvoldoende aan deze beschaving aangepaste meent ze te kunnen aanklagen voor wat ze deden: de omgeving scheppen waarin dat gen tot uiting kwam.

Als men zou kunnen bewijzen dat er in de middeleeuwen magerzuchtigen ontstonden door een kerkelijke aanbeveling 'te versterven' zouden diverse vrijdenkers daar likkebaardend bij staan. De vijand schuldig, dat is ideaal. Maar hoe zit dat nou met die inspirerende krachten die uit onze huidige omgeving op die meisjes inwerken? Komt er nog wat van verzet?

Het verbaasde me op te merken dat de vrijdenkers van tegenwoordig niet vaak en duidelijk in hun blad (DVG)

schrijven dat het niet wenselijk is je door een ander te laten definiëren in de betekenis van 'keuren en benoemen': lelijk bijvoorbeeld of mooi, aantrekkelijk of afstotend (dat zijn geen eigenschappen, zoals iedereen weet, maar relaties,

oordelen, die als besproken onderwerp de zieleroerselen van de spreker hebben, niet wat de spreker-stakker in kwestie zelf 'denkt' dat hij bespreekt. Het verbaast me dat de vrijdenkers van tegenwoordig elkaar niet vaak en duidelijk vertellen dat het onderwerp het onderwerp moet zijn en dat bij uitsluiting.

En dat het tot het spreken van en met en 'onderling als' vrijdenkers behoort heel exact hun onderwerp aan te wijzen c.q. te duiden.

Het verbaast me te lezen dat tegenwoordige vrijdenkers overal 'een mening' over hebben en meelopen achter de banier van de verdraagzaamheid. Godbetere het, wie kiezen voor dit alternatief voor zindelijk denken en wetenschappelijkheid, hebben Zijn ingrijpen daar nodig. Van hun tijdgenoten is geen hulp te wachten, ook in deze niet.

Is dat niet wat erg veel geëist, wetenschappelijkheid, van, voor en door gewone mensen, die geen positie hebben als 'bediening' (gebruikers in opdracht van de bezitters dus) van de grote -scopen en -grafen? Wetenschappelijkheid buiten

werkuren dus. Nee, dat is niet teveel geëist, het is helemaal geen eis, het is een menselijke mogelijkheid:

'wetenschappelijkheid' is een mentaliteit, een instelling, net als sportiviteit (in de oude betekenis). Wetenschappelijkheid komt tot uiting in het nalaten van 1. napraten, 2. meepraten

(8)

en 3. doorpraten-als-je-kennen-ophoudt.

Iedereen neemt verschijnselen waar in zijn omgeving, dat is niet te voorkomen. Kennen is niet te voorkomen. Die

verschijnselen zijn zijn onderwerpen, andere heeft hij niet (als 'hebben' hier iets moet betekenen); die onderwerpen moet hij begrijpen en bespreken met zijn eigen brein en de daarin voorhanden en nog zelf aan te maken 'software': begrippen en woorden die daarvan de namen zijn. Daar heeft iedereen zijn brein voor [met name de afdelingen 'begrijpen' en 'bespreken']

en voor niets anders, volledig en onaangevochten beschikbaar dus; zonder enige verplichting van nature jegens anderen of jegens idealen. Iedereen mag best iets anders zeggen dan ik hierboven, het enige waartoe hij van nature verplicht is, - verplicht omdat de taal, inclusief de begrippenapparatuur die daarin is ondergebracht geen privaat bezit is -, is dat hij heel zorgvuldig formuleert (verwoordt, uitschrijft) en zijn eigen waarnemingen, tekst en begrippenapparatuur zorgvuldig bestudeert, zo kritisch als hij als lezer nu de mijne

bestuderen moet om zijn oordeel erover te funderen en zodoende van 'gewicht' te voorzien.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er is afgesproken om elke twee maanden met de raads- en commissieleden van gedachten te wisselen en hen te informeren over de voortgang maatschappelijke onderwerpen in het

Indien dit niet mogelijk is dan mag voor het aantal ontbrekende parkeerplaatsen op eigen terrein beroep worden gedaan op de openbare ruimte als na onafhankelijk onderzoek blijkt

Daar door onvoldoende kennis van instrumentele grootheden (bijv. de preciese afstand tussen de elementen, de positie aan de hemel van de bron) het

frequentie v, slechts de dichtheid van het plasma van belang, terwijl overigens de invloed van het plasma voor zeer hoge frequenties geheel verdwijnt. Dit is

Het is niet toegestaan om informatie afkomstig van deze website zonder voorafgaande schriftelijke toestemming te kopieren en/of te.. verspreiden in welke vorm

Het is niet toegestaan om informatie afkomstig van deze website zonder voorafgaande schriftelijke toestemming te kopieren en/of te.. verspreiden in welke vorm

Het Regiobestuur gaat in het najaar 2019 naar alle gemeenteraden toe om te horen hoe de legitimatie en de slagkracht van de regionale samenwerking op de strategische opgaven

Als bedrijfsarts wordt hij daar in staat gesteld zijn werk in de breedte uit te oefenen, dus met zowel aandacht voor het voorkómen van gezondheidsschade als voor de zorg voor behoud