• No results found

Beleid zandwegen - Verkeer en vervoer - Verordeningen en beleidsstukken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beleid zandwegen - Verkeer en vervoer - Verordeningen en beleidsstukken"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Auteur Jan Markink

(2)
(3)

1. Inleiding... 6

1.1. Aanleiding ... 6

1.2. Het dilemma van de zandwegen ... 6

1.3. Doelstelling ... 7

1.4. Verantwoordelijkheid van de Gemeente Aalten... 7

1.5. Uitgangspunten ... 7

2. Ruimtelijke plannen... 8

2.1. Nationaal beleid... 8

2.1.1 Nota ruimte... 8

2.1.2 Nota Mobiliteit... 8

2.1.3 Plattelands OntwikkelingsProgramma (POP2, 2007 – 2013) ... 8

2.1.4 Belvedere ... 9

2.2. Provinciaal Beleid ... 9

2.2.1. Streekplan / Structuurvisie Gelderland ... 9

2.2.2. Reconstructieplan Achterhoek en Liemers ... 10

2.2.3. Belvoir 3 ... 11

2.3. Gemeentelijk beleid ... 11

2.3.1 Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP) ... 11

2.3.2 Bestemmingsplannen buitengebied... 11

2.3.3 Beleidsnota Recreatie en Toerisme Gemeente Aalten 2009 – 2011... 11

2.3.4 Toekomstige beleidsnota Cultureel Erfgoed gemeente Aalten ... 12

3. Belangen... 13

3.1. Natuur... 13

3.1.1. Ecologie... 13

3.1.2. Natuurbescherming... 13

(4)

3.2. Landschap ... 13

3.3. Cultuurhistorie ... 14

3.4. Bereikbaarheid van bedrijven en woningen... 14

3.5. Verkeersveiligheid ... 15

3.6. Recreatie ... 15

3.7. Leefbaarheid ... 15

3.8. Wegbeheer ... 15

4. Visie... 17

5. Stappenplan zandwegen... 18

5.1. Stap 1 – functie bepaling... 18

5.2 Stap 2 – Inventarisatie belangen ... 19

5.3 Stap 3 – Ontwikkeling maatregelpakket ... 20

5.3.1 Het verbeteren van de structuur van de zandweg ... 20

5.3.2 Het geheel afsluiten van de weg of een wegvak ... 20

5.3.3 Selectief afsluiten ... 20

5.3.4 Aanbrengen knip ... 21

5.3.5 Eenrichtingsverkeer ... 21

5.3.6 Snelheidsremmende maatregelen ... 21

5.3.7 Verharden... 21

5.4 Stap 4 – Uitvoering en financiering... 22

6. Beheer en aanlegvergunning... 24

6.1 Beheerplan... 24

6.2 Aanlegvergunning... 24

7. Overzichtskaart zand- en halfverharde wegen... 25

(5)

8. Lijst met zandwegen... 26

9. Lijst met halfverharde wegen... 31

10. Bronnenlijst... 33

(6)

1. Inleiding

In het wegennetwerk van de gemeente Aalten ligt een groot aantal zandwegen en

halfverharde wegen. Deze zandwegen beslaan een totale lengte van ruim 75.5 km (60 km zandwegen en 15,5 km halfverharde wegen). De wegen liggen grotendeels buiten de

bebouwde kom. Een deel van deze wegen is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en heeft voornamelijk een recreatieve functie ten behoeve van wandelaars, fietsers en ruiters. Een gebied met een lengte van ongeveer 33 km heeft echter een volledige verkeersfunctie en zorgt voor de reguliere ontsluiting van woningen en bedrijven. Langs deze wegen zijn ruim 190 woningen/bedrijven gelegen.

Zandwegen worden op verschillende manieren gebruikt; er zijn zandwegen waar vrijwel geen gemotoriseerd verkeer rijdt en er zijn wegen die relatief hoge verkeersintensiteiten kennen en waarvan zelfs sluipverkeer gebruik maakt. Landbouwverkeer gebruikt zandwegen als

verbindingsroute tussen boerderijen, akkers en weilanden; de wegen waarlangs bedrijven gevestigd zijn worden gebruikt door zwaar bevoorradingsverkeer.

Vooral ’s zomers zorgt het toeristenverkeer voor extra verkeersdrukte op zandwegen.

1.1. Aanleiding

Tot op heden was er geen integraal gemeentelijk beleid voor zandwegen. De laatste jaren neemt onder invloed van de intensievere bebouwing het autoverkeer op zandwegen toe. Als gevolg hiervan stijgt het aantal klachten van gebruikers en bewoners, waarbij de

bereikbaarheid van de woningen, overlast van stof en de slechte staat van de wegen leiden tot het verzoek om verharding of (gedeeltelijke) afsluiting van de wegen.

Tot op heden worden klachten en verzoeken om verkeersmaatregelen te treffen op individuele basis behandeld. Er is behoefte aan breed gedragen, integraal beleid ten aanzien van de zandwegen, waardoor het mogelijk gemaakt wordt om consequent een zorgvuldige

belangenafweging te kunnen maken bij het treffen van maatregelen rond gebruik en beheer van deze wegen.

Het vigerende beleid ten aanzien van zandwegen bepaalt dat terughoudendheid wordt betracht bij het verharden van zandwegen.

Cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden liggen hieraan ten grondslag.

Tegelijkertijd wordt gesteld dat andere maatregelen, zoals afsluiten of verharden van zandwegen soms niet te voorkomen is.

1.2. Het dilemma van de zandwegen

Het dilemma van de zandwegen kan als volgt omschreven worden:

x Het autoverkeer op zandwegen neemt toe door intensivering van de bebouwing en het type verkeer verandert (o.a. zwaardere voertuigen). Dit leidt tot extra slijtage aan en een stijgend aantal klachten over zandwegen;

x De klachten hebben vooral betrekking op het onderhoud en de slechte bereikbaarheid van woningen, maar ook over de toename van sluipverkeer en stofoverlast;

x Er is sprake van een toenemend aantal verzoeken om verkeersmaatregelen, waaronder snelheidsremmende maatregelen en afsluitingen;

x Maatregelen worden tot heden individueel behandeld; er is behoefte aan een integraal beleid ten aanzien van zandwegen;

(7)

x Er is sprake van een groot aantal, soms tegenstrijdige, belangen, waardoor dilemma’s ontstaan bij de afhandeling van klachten en verzoeken om maatregelen.

1.3. Doelstelling

Doelstelling van de Nota zandwegen is het vaststellen van beleid ten aanzien van zandwegen in de gemeente Aalten, rekeninghoudend met de verschillende belangen van gebruikers en met de ruimtelijke plannen die op hierop van toepassing zijn.

Het beleid is erop gericht om de verschillende functies van zandwegen te beschrijven en aan die functies oplossingsrichtingen te koppelen ten aanzien van het gebruik en beheer.

1.4. Verantwoordelijkheid van de Gemeente Aalten

In artikel 16 van de wegenwet staat dat de gemeente heeft te zorgen, dat de binnen haar gebied liggende wegen, met uitzondering van de wegen, welke door het Rijk, provincie of waterschap worden onderhouden, in goede staat verkeren. Hiertoe hanteert de gemeente voor zandwegen een bepaald onderhoudsregime. Dit regime is afhankelijk van de functie van een weg en de weersomstandigheden.

Het kan voorkomen dat door natuurgeweld de schade op een zandweg zo groot is dat deze niet direct hersteld kan worden. In die gevallen voorziet de gemeente in tijdelijke

voorzieningen (bijvoorbeeld het plaatsen van waarschuwingsborden).

Echter dit neemt niet weg dat de weggebruiker ook geacht wordt zich aan te passen aan de omstandigheden van de weg. Jurisprudentie beschrijft bijvoorbeeld dat het rijden op een onverharde weg extra oplettendheid van de weggebruiker vergt. Die moet niet alleen acht slaan op aanwijzingen, zoals een bord, maar ook op omgevingsfactoren.

1.5. Uitgangspunten

Bij de ontwikkeling van de Nota zandwegen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

x Het beleid wordt gesteund door bestaande ruimtelijke plannen

x Het beleid houdt rekening met verschillende belangen en wordt breed gedragen x Het beleid geeft inzicht in de functies van zandwegen

x Het beleid brengt de eisen ten aanzien van gebruik en beheer in kaart

(8)

2. Ruimtelijke plannen

2.1. Nationaal beleid 2.1.1 Nota ruimte

In de “Nota Ruimte” (2004) zijn de hoofddoelen van het beleid opgesteld tegen de achtergrond van de wens om de economische, ecologische en sociaalculturele waarden van de ruimte te versterken en duurzaam te ontwikkelen, waarbij de begrippen “people, planet en profit” als waarden van die duurzame ontwikkeling worden gehanteerd.

De “Nota Ruimte” geeft aan dat het rijk bij de uitvoering van dit beleid grote betekenis hecht aan de borging en ontwikkeling van natuurwaarden, de ontwikkeling van landschappelijk kwaliteit en van bijzondere, ook internationaal erkende, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

In de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (RHS) zijn gebieden en netwerken opgenomen die voor Nederland van grote ecologische betekenis zijn, waaronder de Ecologische

Hoofdstructuur (EHS), de robuuste ecologische verbindingen, de Vogel- en

Habitatrichtlijngebieden en de nationale landschappen. Het gebied rondom Winterswijk is aangewezen als één van deze nationale landschappen.

2.1.2 Nota Mobiliteit

De “Nota Mobiliteit” (2004) geeft in het kader van duurzame mobiliteit, voor wat betreft de kwaliteit van de leefomgeving aan:

Infrastructuur die past in het landschap

Inbreuk op het landschap moet worden geminimaliseerd, aan de hand van een door het rijk te ontwikkelen kwaliteitsagenda. Er wordt bij de inpassing van infrastructuur naar gestreefd dat in 2020 geen negatieve effecten voor bijzondere natuurwaarden zijn opgetreden, bij boven- en ondergronds transport de kwaliteit van het bodemsysteem behouden blijft en waar nodig verbetert, en actief wordt bijgedragen aan natuurcompensatie en op voorhand natuurreserve wordt ontwikkeld voor compensatiedoeleinden.

Respect voor cultureel erfgoed

Gebouwde monumenten, historische landschappen en archeologische sporen worden door het kabinet beschouwd als integraal onderdeel van de kwaliteit van de leefomgeving. Bij de inpassing van (nieuwe) infrastructurele werken wordt zo mogelijk bijgedragen aan behoud, versterking en verdere ontwikkeling van cultuurhistorische waarden. Voor wat betreft de archeologie gaat binnenkort een nieuw wettelijk regime gelden (invoering van het verdrag van Malta) voor de

omgang met archeologische waarden bij ruimtelijke ingrepen.

Voor ingrepen die verband houden met infrastructurele werken, zoals onderhoud, aanleg en capaciteitsvergroting, moeten de bepalingen uit de Flora en Faunawet, de

Natuurbeschermingswet en de Vogel- en Habitatrichtlijn worden nageleefd. Dit houdt onder meer in dat in bepaalde gebieden een “nee, tenzij benadering wordt gehanteerd.

2.1.3 Plattelands OntwikkelingsProgramma (POP2, 2007 – 2013)

In dit rapport worden onder meer de ontwikkelingen beschreven die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden en die van invloed zijn op de toekomst van het platteland.

(9)

De afgelopen 15 jaar is het platteland minder landelijk geworden doordat meer stedelingen in boerderijen zijn gaan wonen, de recreatie is toegenomen en meer industriële landbouw plaatsvindt.

De specifieke kenmerken van het platteland – ruimte, rust, cultuurhistorische waarden en groen – bieden vooral mogelijkheden voor openluchtrecreatie in natuur en in

cultuurlandschappen.

Daarmee wordt tegemoetgekomen aan behoeften van mensen aan ontspanning, beleving, beweging, bezinning en inspiratie. Nederlanders maken per jaar bijna een miljard dagtochten, waarvan ongeveer 26 miljoen naar het platteland. De behoefte en het gebruik van toeristische infrastructuur nemen evenredig toe.

2.1.4 Belvedere

Belvedere is een initiatief van vier ministeries: VROM, OCW, LNV en V&W. Hun streven om cultuurhistorie meer te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen staat verwoord in de Nota Belvedere. Deze nota is in november 1999 gepresenteerd.

Met de nota Belvedere pleiten de vier ministeries voor een respectvolle omgang met cultuurhistorische waarden binnen ruimtelijke ontwikkelingen. Niet door een veto uit te spreken over veranderingen, ook niet door het verleden onder te schoffelen, maar door te zoeken naar wederzijds profijt. De strategie die hierbij past is die van 'behoud door ontwikkeling'. In deze nieuwe ontwikkelingsgerichte strategie vormt de cultuurhistorie uitgangspunt voor ruimtelijke planvormingsprocessen. Met een tweeledig doel: verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en behoud van het cultuurhistorisch erfgoed.

2.2. Provinciaal Beleid

2.2.1. Streekplan / Structuurvisie Gelderland

Het “Streekplan / Structuurvisie Gelderland” (2005), vormt de schakel tussen Rijks- en gemeentelijke plannen op het gebied van ruimtelijke ordening.

Het plan geeft onder meer het volgende aan:

Ruimtelijke kenmerken

De ruimtelijke structuur wordt gekenschetst door het coulissenlandschap op het plateau van Winterswijk, het rationeel verkavelde agrarisch middengebied, het landgoederenlandschap van de Graafschap, het IJssellandschap, de Oude IJsselzone en Montferland.

Mede op basis van de regionale structuurvisie voor de regio Achterhoek kunnen voor de regio in het algemeen en voor de deelgebieden specifiek de volgende identiteitsbepalende

ruimtelijke en sociaal-culturele kenmerken worden onder-scheiden. Met deze kenmerken is rekening gehouden bij de regionale vertaling van het generieke beleid naar de regio. Zij spelen een rol bij de invulling door de regio van de door haar gewenste sturing van gebiedsspecifieke opgaven en inrichting.

Kleinschalig en gevarieerd, voor Nederlandse begrippen relatief authentiek patroon van historisch gegroeide agrarische cultuurlandschappen.

Centraal in het ontwikkelingsbeeld van de regio Achterhoek staan de kenmerkende landschappelijke verschillen. De regio ziet deze als belangrijkste identiteistdrager van de Achterhoek. De Achterhoek is opgebouwd uit een unieke lappendeken van historisch gegroeide (agrarische) cultuurlandschappen. Deze lappendeken is ontstaan door de aardkundige ondergrond, de ontginningsvormen, sociale structuur en eigendoms-

(10)

verhoudingen. De cultuurlandschappen worden aan elkaar geregen door oost-west lopende beken en gegraven watergangen die hun weg zoeken van het hoger gelegen Winterswijks plateau naar de IJsselvallei. Hoewel veranderd door schaalvergroting en intensivering in de landbouw, rationalisering van de waterlopen en oprukkende verstedelijking is het

cultuurlandschap in de Achterhoek nog relatief authentiek. Veel mensen vinden het gevarieerde en authentieke landschap van de Achterhoek mooi. Mooi vanwege de rust, de ruimte, de diversiteit en het groene karakter. Karakteristiek is de kleinschaligheid van het Achterhoekse landschap met zijn grote verwevenheid van natuur, landbouw, woningbouw, industrie en recreatie. Door de zeer lage bewoningsdichtheid blijft het landschap groen en ontspannen. Geen enkele functie voert de boventoon. Deze historisch gegroeide

verwevenheid wordt hoog gewaardeerd.

Verspreid occupatiepatroon zonder echt grote kernen (dorpenlandschap)

Overal in de Achterhoek wordt gewoond. Het landschap is bezaaid met (woon)boerderijen, buurtschappen en dorpen in een zeer lage dichtheid. De bewoonde plekken worden met elkaar verbonden door een diffuus en fijnmazig verkeersnetwerk van lokale en provinciale wegen zonder hiërarchische verschillen. Hoewel door de gunstige verkeersligging de afgelopen decennia kernen als Doetinchem, Groenlo, Lichtenvoorde, Aalten, Varsseveld, Winterswijk zich tot centra van (industriële) werkgelegenheid ontwikkelden, wat het groei- tempo versnelde, is het ontbreken van grote steden nog steeds typerend voor de Achterhoek.

De grote en kleine dorpen vormen het voor de Achterhoek zo karakteristieke buurten- en dorpenlandschap.

Een herkenbaar en geheel eigen sociale en culturele identiteit, een echte regio.

De Achterhoek is te omschrijven als een regio met een herkenbare eigen identiteit. Dit is niet alleen te danken aan het karakteristieke landschap, maar ook aan de mensen die er wonen.

Het agrarische en enigszins geïsoleerde karakter wordt door een Achterhoeker op trotse wijze uitgedragen. Hierdoor heeft de Achterhoek in Nederland een herkenbaar gezicht gekregen. In dorpen en buurtschappen is een sterke sociale verbondenheid aanwezig. Deze is samen te vatten onder het breed door de streek gedragen ‘noaberschap’.

Het gebruik en de economische betekenis moeten zorgvuldig worden afgestemd op

ecologische, landschappelijke en recreatieve kwaliteiten en behoud en versterking van deze kwaliteiten moeten worden gestimuleerd. Dit betekent bewust investeren in herstel en

ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit ten behoeve van natuur en recreatie. Dit betekent ook economische ontwikkelingen stimuleren die passen bij de bijzondere ecologische waarden en de cultuurhistorische rijkdom en tegelijkertijd economische activiteiten die daar strijdig mee zijn weren of saneren.

2.2.2. Reconstructieplan Achterhoek en Liemers

De Reconstructiewet wijst onder meer de Achterhoek en Liemers aan als reconstructiegebieden.

De plannen geven richting aan de ruimtelijke en milieuproblematiek van de landelijke gebieden. Ze beogen een integrale aanpak en moeten een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur, respectievelijk geven kwaliteitsimpulsen aan een duurzame verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de daarmee samenhangende leefbaarheid in het landelijk gebied. Dit gebeurd op een dusdanige manier dat de verscheidenheid en de eigen

(11)

identiteit van de Achterhoek behouden blijven. De kwaliteitsimpulsen richten zich op de functies landschap, natuur, bos, land- en tuinbouw, recreatie, toerisme en wonen en werken.

In het reconstructieplan wordt hierbij onderscheid gemaakt in landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden.

2.2.3. Belvoir 3

Op provinciaal niveau is ingespeeld op de kansen die cultuurhistorie biedt voor de ruimtelijke ontwikkeling met de nota’s Belvoir 1, 2 en 3. Hierin wordt het cultuurhistorisch programma van de provincie Gelderland verwoord. In het Belvoirbeleid formuleert de provincie vijf doelstelling:

x Maak cultuurhistorische waarden inzichtelijk

x Integreer cultuurhistorie volwaardig in de planvorming

x Versterk de cultuurhistorische bijdrage aan de Gelderse economie x Houd cultuurhistorische waarden duurzaam in stand

x Vergroot het cultuurhistorisch besef en draagvlak

2.3. Gemeentelijk beleid

2.3.1 Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP)

In het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan 2010 – 2020 is het gehele netwerk aan wegen die zijn gelegen binnen de gemeente gecategoriseerd. Zandwegen vallen onder de categorie erftoegangswegen.

2.3.2 Bestemmingsplannen buitengebied

Bestemmingsplannen buitengebied Aalten 2004 en 2007

In dit bestemmingsplan zijn de meeste onverharde paden (zoals kerkepaden en paden die onderdeel uitmaken van een toeristische route) bestemd via een dubbelbestemming. Door de dubbelbestemming en het aanlegvergunningstelsel zijn de paden beschermd. Het verharden van paden is zonder een aanlegvergunning is niet mogelijk. Hierbij wordt een afweging gemaakt of het verharden de landschappelijke en cultuurwaarden aantast.

Een aantal onverharde paden/wegen zijn bestemd tot verkeersdoeleinden. Verharding is hier mogelijk zonder aanlegvergunning.

Bestemmingsplannen buitengebied Dinxperlo 2007

In dit bestemmingsplan worden zandwegen niet expliciet genoemd. Wel is voor het verharden van onverharde wegen een aanlegvergunning vereist. Hierbij wordt een afweging gemaakt of het verharden de landschappelijke en cultuurhistorische waarden aantast.

2.3.3 Beleidsnota Recreatie en Toerisme Gemeente Aalten 2009 – 2011

In deze nota wordt het beleid beschreven met betrekking tot recreatie en toerisme in de gemeente Aalten en maatregelen voorgesteld om een en ander te versterken.

Een deel van de fiets- en wandelroutes gaat over zandwegen.

(12)

2.3.4 Toekomstige beleidsnota Cultureel Erfgoed gemeente Aalten

De nota Cultureel Erfgoed betreft de monumentenzorg. De wereld van monumentenzorg is in beweging. Er zijn ontwikkelingen in de maatschappij, wetgeving en binnen de sector die rechtstreeks van invloed zijn op de monumentenzorg op lokaal niveau. Eén van de speerpunten van het nieuwe beleid is de gebiedsgerichte monumentenzorg. Deze

gebiedsgerichte benadering is gebaseerd op de denkrichting binnen Belvedere/Belvoir. Er ontstaat een behoefte aan herkenbare identiteit van landen, gebieden en plaatsen. Die identiteit wordt vooral gezocht in de cultuurhistorie. In ruimtelijke termen leidt dat tot een zoektocht naar herkenningspunten in de fysieke omgeving. Die worden o.a. gevonden in historische wegen, zoals Hessenwegen.

(13)

3. Belangen

3.1. Natuur 3.1.1. Ecologie

Zandwegen en –paden zijn in ecologisch opzicht van groot belang voor planten en dieren.

Vooral het afwijkende milieu en het bijbehorende microklimaat zijn hiervoor verantwoordelijk.

Een groot aantal diersoorten is afhankelijk van de aanwezigheid van een dergelijk milieu dat in natuurlijke vorm zelfs in natuurterreinen tegenwoordig nog maar sporadisch aanwezig is.

De hagedis komt bijvoorbeeld veel voor op zandwegen. Zij gebruiken de zandweg om op te warmen en graven hier hun eieren in.

Steeds vaker wordt door middel van natuurontwikkeling gezorgd voor voldoende open, onbegroeid zand in natuurterreinen om ervoor te zorgen dat kwaliteit van leefgebieden voor bepaalde soorten gewaarborgd blijft. In dit licht gezien zijn bij zandwegen vooral de bermen van belang, waarbij het onderstuiven van de bermen door verkeer dat van die wegen gebruik maakt, een positief effect heeft op de open structuur van die bermen.

Behalve als leefgebied dienen zandpaden ook als lijnvormige landschapselementen

waarlangs en waar overheen dieren zich relatief rustig en ongestoord kunnen verplaatsen of zich kunnen opwarmen. Sommige tegenwoordig wettelijk beschermde

plantengemeenschappen, zijn sterk afhankelijk van de aanwezigheid van zandpaden en – wegen. Zandpaden en –wegen kunnen dan ook gezien worden als een belangrijk en wezenlijk kenmerk van het Aaltense landschap.

3.1.2. Natuurbescherming

Het natuurbeschermingsbeleid voor de Ecologische hoofdstructuur (EHS) en de Ecologische verbindingszones (EVZ) zijn beschreven in onder meer de “Nota Ruimte” en het “Streekplan/

Structuurvisie Gelderland”.

De Nederlandse natuur wordt wettelijk beschermd door de Flora- en faunawet en de

Natuurbeschermingswet. Deze wetten zijn verantwoordelijk voor respectievelijk de soort- en gebiedsbescherming.

De Flora- en faunawet regelt de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren die bescherming behoeven. Wanneer plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn.

Het uitgangspunt van de wet is dat schadelijke effecten op beschermde soorten zijn verboden, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Onder bepaalde voorwaarden kan een ontheffing worden verleend van de Flora- en faunawet, waarbij voorwaarde is dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.

3.2. Landschap

Zandwegen hebben een hoge landschappelijke waarde omdat zandwegen bijdragen aan de leesbaarheid van het landschap en aan een positieve beleving. De bijzondere kwaliteiten van een zandweg zijn:

x De landschapskarakteristieke waarden: de zandweg is één van de karakteristieken van het agrarische gebied

(14)

x De natuurwaarden: de diversiteit van bijzondere planten- en diersoorten in de bermen en op het zand, die op andere plekken minder voorkomen

x De recreatieve waarden: de zandweg is een weg waar men rustig kan lopen of fietsen en verwacht dat auto’s zich als gast gedragen, de zandwegen vormen een fijnmazig net van informele verbindingen

x De belevingswaarde: een zandweg straalt rust, ruimte, dichter bij de natuur, stilte, duisternis uit

x De cultuurhistorische waarde: de verwijzing naar de geschiedenis.

Vanuit de landschappelijke invalshoek is het behoud van zandwegen van groot belang voor natuur, landschap en recreatie.

3.3. Cultuurhistorie

Eeuwenlang hebben mensen zich te voet naar hun bestemming begeven. Zandwegen werden hiervoor van oudsher als verbindingsroutes gebruikt. De naamgeving van sommige wegen herinnert aan de oorspronkelijke functie van de weg, zoals: Kerkpad, Koningsweg en Hessenweg.

De gemeente Aalten kent een groot aantal (zand)wegen die van oorsprong eeuwen zijn en al dan niet in samenhang met hun omgeving een belangrijke cultuurhistorische waarde hebben.

Vroeger kende de gemeente Aalten meer zandwegen, maar door de ruilverkaveling zijn er vele verhard. Toch zijn er nog veel van deze paden over.

Zandwegen zijn van cultuurhistorisch belang vanwege de historische verbondenheid met de dorpen, buurtschappen en het landschap van onze gemeente.

Veel zijn al eeuwen oud en hebben gefungeerd als belangrijke handelsweg. Markant zijn bijvoorbeeld de hessenwegen. Dit zijn wegen die al in de zeventiende eeuw belangrijke handelsaders naar Duitsland waren.

Het gegeven dat veel van deze wegen nog uit zand bestaan is van groot belang voor de belevingswaarde van het landschap en haar geschiedenis. Ze geven een beeld van het vroeger veel uitgestrektere patroon van zandwegen en paden.

3.4. Bereikbaarheid van bedrijven en woningen

De berijdbaarheid van zandwegen wordt sterk beïnvloed door de weersomstandigheden, de verkeersintensiteiten en de voertuigcategorieën die er gebruik van maken. Zwaar verkeer, vooral bevoorradingsverkeer en relatief hoge verkeersintensiteiten op zandwegen

verslechteren de berijdbaarheid in korte tijd, waarbij regen en vorst dit proces nog versnellen.

Bedrijven hebben vooral een economisch belang bij een goede bereikbaarheid, ook voor zwaarder bevoorradingsverkeer. Recreatiebedrijven moeten toegankelijk zijn voor auto’s met caravan. Bewoners hebben naast een economisch vooral ook een sociaal belang bij een goede bereikbaarheid van hun woning. Voor hulpverleners is een goede bereikbaarheid van alle bestemmingen waar zij hun taak moeten kunnen uitoefenen essentieel.

Het gebruik maken van zandwegen houdt soms in dat met aangepaste, lage snelheid gereden moet worden.

Tijdens de ruilverkaveling Dinxperlo zijn alle zandwegen waaraan woningen en bedrijven zijn gelegen eenzijdig tot aan de woning of bedrijf halfverhard.

(15)

3.5. Verkeersveiligheid

Het belang van een zo groot mogelijke verkeersveiligheid wordt uitgedragen op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. Om onveilige situaties doeltreffend te kunnen aanpakken is een goede registratie van verkeersintensiteiten en verkeersongevallen van groot belang.

3.6. Recreatie

De omgeving van Aalten oefent een grote aantrekkingskracht uit op recreanten. Vele recreanten genieten te voet of per fiets van de ruimte en de natuur. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het bestaande netwerk van wegen en paden. Sommige zandwegen vormen een belangrijke schakel in dit netwerk. Zo lopen fiets- en wandelroutes over verschillende

zandwegen. Recreanten ondervinden soms hinder van het gemotoriseerd verkeer en het daardoor opgeworpen stof.

3.7. Leefbaarheid

De leefbaarheid in gebieden waarlangs zandwegen zijn gelegen wordt in negatieve zin beïnvloed door:

x Wegomstandigheden; stof, modder, gaten en kuilen

x Verkeersomstandigheden: sluipverkeer, zwaar verkeer en te snel rijden

Vooral bewoners van panden die zijn gelegen langs zandwegen hebben belang bij het tegengaan van deze negatieve effecten. De meeste klachten hebben betrekking op de berijdbaarheid en stofoverlast.

Stofoverlast is deels inherent aan het wonen aan een zandweg. Dit stof kan overlast veroorzaken omdat het zand het erf/de tuin van de bewoners opwaait of zelfs het huis

binnenwaait. Wel kan het zo zijn dat door een toename van het verkeer de overlast toeneemt.

Daarnaast zijn de wegomstandigheden van een zandweg niet altijd optimaal.

3.8. Wegbeheer

De wettelijke regels met betrekking tot het onderhoud van wegen zijn te vinden in de

Wegenwet. Deze wet verplicht de wegbeheerder tot het onderhoud van de openbare wegen, waarbij de gemeente heeft te zorgen dat de binnen haar gebied liggende wegen, met

uitzondering van de wegen die door het rijk, provincie of waterschap worden onderhouden, in goede staat verkeren.

Ten opzichte van verharde wegen hebben zandwegen vaker onderhoud nodig. Wegen die opengesteld zijn voor het verkeer worden, afhankelijk van het gebruik, door middel van schaven 1 tot 2 keer per jaar onderhouden. Daarnaast worden drukbereden zandwegen 1 maal per jaar onder profiel gebracht. Naast het reguliere onderhoud wordt gereageerd op klachten van bewoners en bedrijven. De mogelijkheid om onderhoud te plegen is mede afhankelijk van de weersomstandigheden. In natte periodes, waarin de berijdbaarheid van zandwegen snel vermindert, is onderhoud door schaven niet mogelijk. Ook in droge periodes is geen onderhoud mogelijk, omdat het zand gaat kroelen. Vanwege de weersomstandig- heden fluctueren de onderhoudskosten per jaar.

(16)
(17)

4. Visie

Rekening houdend met verschillende plannen en belangen is de visie op zandwegen als volgt:

a) behoud van de zandwegen vanwege natuur, -cultuurhistorische - en landschappelijke waarden.

b) bedrijven, woningen en recreatieve bestemmingen moeten bereikbaar zijn, maar op een zodanige manier dat het karakter van de zandwegen behouden blijft. De bereikbaarheid mag niet ten koste gaan van de natuur, -cultuurhistorische - en landschappelijke waarden.

Het gemotoriseerde verkeer is wel aanwezig, maar heeft een ondergeschikte rol ten opzichte van de natuur, -cultuurhistorische – en landschappelijke waarden.

Om te zorgen dat bedrijven, woningen en recreatieve bestemmingen bereikbaar blijven worden zandwegen regelmatig onderhouden. De mate van onderhoud is afhankelijk van de functies langs een zandweg. Hiertoe is in hoofdstuk 5 van deze nota de verschillende functies van een zandweg beschreven. Deze categorisering is vervolgens in hoofdstuk 6 gekoppeld aan een onderhoudsregime.

c) als het niet mogelijk is om met het huidige gebruik of de huidige vorm het karakter van de zandweg te behouden, worden maatregelen, zoals bijvoorbeeld het (gedeeltelijk) afsluiten van een weg toegepast, zodat de functie, vorm en het gebruik van de weg op elkaar afgestemd worden en bedrijven, woningen en recreatieve bestemmingen bereikbaar zijn.

Hoofdstuk 5 van deze nota beschrijft een stappenplan om tot de meest geschikte maatregel te komen. Waarbij eerst die maatregelen (bijvoorbeeld fysieke knip in de weg) in aanmerking komen waarbij behoud van de zandwegen wordt nagestreefd en pas als dit niet mogelijk blijkt te zijn maatregelen zoals het verharden van de zandweg.

(18)

5. Stappenplan zandwegen

Regelmatig ontvangt de gemeente vragen en klachten over zandwegen. Vaak kunnen deze vragen en klachten eenvoudig worden afgehandeld, maar soms komt er een verzoek tot bijvoorbeeld het afsluiten of verharden van een zandweg.

Het stappenplan vormt het beleidskader zodat consequent antwoord op de vragen gegeven kan worden. Eerst moet de vraag beantwoordt worden of er wel een maatregel nodig is. Soms zijn de klachten namelijk inherent aan het karakter van de zandweg. Een zandweg stuift nu eenmaal als daar een auto overheen rijdt.

Maar soms rijden er zoveel auto’s overheen dat de vraag gesteld moet worden of het gebruik wel past bij de zandweg. Een maatregel, zoals bijvoorbeeld een fysiek knip in de weg, kan dan zorgen dat het verkeer afneemt, zonder het karakter van de zandweg aan te tasten en de woningen nog wel bereikbaar blijven. Het bepalen van de meest geschikte maatregel gebeurt aan de hand van de stappen 2 t/m 4 in het stappenplan.

Het beleid in deze nota is kaderstellend. In uitzonderlijke situaties kan daarop

beargumenteerd van het stappenplan en afwegingskader worden afgeweken, dit vergt een bestuurlijk besluit.

5.1. Stap 1 – functie bepaling

Functie langs zandwegen kunnen verschillen. Langs sommige zandwegen staat helemaal geen bebouwing, terwijl via andere zandwegen woningen en bedrijven ontsloten worden.

Omdat functies verschillen, zal ook het gebruik verschillen en daarmee het benodigde onderhoud. Hieronder worden zandwegen in verschillende categorieën ingedeeld.

In sommige gevallen zal de functie van de zandweg niet hetzelfde zijn langs de gehele zandweg. De zandweg zal dan opgedeeld worden in wegvakken en per wegvak zal de functie bepaald worden. Aangezien de functie van de weg gekoppeld is aan een onderhoudsregime en eventuele maatregelen is het streven de wegvakken wel zo lang mogelijk te houden, zodat niet bij elke kruising de functie verandert. In hoofdstuk 6 staat vervolgens het indicatieve onderhoudsregime per categorie beschreven.

1 Woningen: Zandwegen voornamelijk bedoeld om woningen te ontsluiten.

Weg waaraan woningen zijn gelegen. De wegen hebben ook een uitstraling die past bij het landschap waarin zij gelegen zijn. De woningen moeten bereikbaar zijn voor (personen-) autoverkeer en fietsers/voetgangers. De wegen zijn echter

erftoegangswegen, wat betekent dat verblijven een belangrijkere functie is dan de doorstroming van het verkeer. Een lagere snelheid is dus acceptabel op deze wegen.

Landbouwverkeer kan gebruik maken van deze wegen.

2 Bedrijven: Zandwegen voornamelijk bedoeld om bedrijven te ontsluiten.

Ten behoeve van bevoorrading van industriële- en landbouwbedrijven die zijn gelegen aan zandwegen is een stevige ondergrond waarover zwaar verkeer moet kunnen rijden, van belang. De bedrijven dienen bereikbaar te zijn vanwege het economisch belang.

Daarbij dient de weg zoveel mogelijk aangepast te zijn aan de landschappelijke omgeving. Landbouwverkeer kan gebruik maken van deze wegen.

(19)

3 Recreatieve bestemmingen: Zandwegen die voornamelijk gebruikt worden ten behoeve van recreatieve bestemmingen.

Het gebruik van de zandwegen met voornamelijk recreatieve bestemmingen is

seizoensafhankelijk. Het gebruik zal in de zomer hoger liggen dan in de winter. Een goede bereikbaarheid van recreatieve bestemmingen en –attracties is van economisch, maar ook van sociaal belang. Landbouwverkeer kan gebruik maken van dit type weg.

4 Landbouw: Zandwegen die buiten landbouwbestemmingen geen specifiek ontsluitende taak hebben.

Het gebruik van deze zandwegen is beperkt en het gebruik bestaat vooral uit

landbouwvoertuigen. Deze voertuigen stellen minder hoge eisen aan de staat van de weg dan bijvoorbeeld een auto.

5 Wandelen en fietsen: Zandwegen die zijn afgesloten voor het reguliere gemotoriseerde verkeer.

De wegen die zijn afgesloten voor het openbare verkeer hebben uitsluitend een recreatieve functie. Zij zijn bestemd voor wandelaars, fietsers en/of ruiters. Op dit type wegen kan optimaal genoten worden van rust, stilte, natuur en landschap.

Stap 1 gaat in op de vraag: is een maatregel wel nodig? Daarvoor wordt eerst de functie van de zandweg vastgesteld. Streven is om deze functie voor alle zandwegen vast te leggen op een kaart. Zodra de functie vast staat wordt in deze stap een beschrijving gegeven van:

1. de vorm van de weg: de eigenschappen en karakteristieken van de weg, zoals breedte, aanwezigheid van een aparte fietsvoorzieningen, oppervlaktestructuur, waterafvoer etc.

worden beschreven.

2. het gebruik van de weg: de intensiteiten, snelheidsgedrag van de bestuurder, aard van het verkeer, aantal woningen/bedrijven langs de weg etc. worden beschreven.

Als de functie, vorm en gebruik in overeenstemming met elkaar zijn is er geen maatregel noodzakelijk. Wanneer dit niet het geval is wordt verder gegaan met stap 2 t/m 4, waarop een antwoord op de volgende vraag wordt verkregen: Wat is de meest geschikte maatregel?

5.2 Stap 2 – Inventarisatie belangen

Eerste vraag is of de weg gelegen is in de Ecologische Verbindings Zone (EVZ). Wanneer dit het geval is of de weg aan die gebieden grenst, is aanvullend onderzoek nodig wanneer maatregelen negatieve gevolgen hebben voor die gebieden. Het verharden van de weg als maatregel valt af. Alleen als zwaarwegende argumenten ten grondslag liggen kan een aanlegvergunning in het kader van het betreffende bestemmingsplan in gang worden gezet.

Volgende vraag is of de weg van cultuurhistorische en/of landschappelijke waarde is. Om deze vraag te beantwoorden is een cultuurhistorische waarden kaart waarop zandwegen zijn aangegeven en gewaardeerd belangrijk. Over de totstandkoming van een cultuurhistorische waarden kaart zal de raad in het kader van nieuw beleid voor cultuurhistorie nog moeten gaan beslissen. Totdat deze kaart beschikbaar is zal de cultuurhistorische en landschappelijke waarde ad hoc bepaald worden. Hierbij zullen de volgende vragen beantwoord worden:

1. is de zandweg van (hoge) cultuurhistorische waarde?

2. valt de weg binnen een beschermde aanleg conform de Monumentenwet?

3. ligt de weg binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht?

4. is de weg van (hoge) landschappelijke waarde? Oftewel draagt de zandweg bij aan de leesbaarheid en beleving van het landschap.

(20)

Als de weg een hoge cultuurhistorische en/of landschappelijke waarde heeft, valt verharden van de weg af. Daarnaast zal bij het samenstellen van de maatregelen zoveel rekening moeten worden gehouden met de eisen en wensen vanuit cultuurhistorie en landschap.

Vervolgens wordt bij deze stap geïnventariseerd of er nog andere belangen een rol spelen die van belang zijn bij het ontwikkelen van het maatregelpakket. Bij de samenstelling van het maatregelpakket zal zoveel mogelijk met deze eisen en wensen rekening worden gehouden.

5.3 Stap 3 – Ontwikkeling maatregelpakket

De ontwikkeling van het maatregelpakket gebeurt in overleg met de vraagsteller, de bewoners en bedrijven aan de betreffende zandweg. Indien de weg als ontsluiting dient voor woningen/

bedrijven anders dan aan de zandweg worden ook deze belanghebbenden betrokken. Hierbij is uitgangspunt dat een woning/bedrijf maximaal 1 ontsluiting nodig heeft.

Uitgangspunt voor het maatregelpakket is het behoud van de zandwegen. De ene maatregel heeft meer effect op de zandweg dan een andere. Verharden heeft bijvoorbeeld een veel negatiever effect op het behoud van de zandweg dan het afsluiten van de zandweg.

Uitgangspunt is dan ook altijd te kiezen voor de maatregel met het kleinst negatieve effect op de zandweg, zodat de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve waarden behouden blijven.

Hieronder staan mogelijke maatregelen beschreven. Elke zandweg is echter uniek en een maatregel zal dan ook maatwerk zijn. Onderstaande opsomming is dan ook niet compleet.

5.3.1 Het verbeteren van de structuur van de zandweg

In de gevallen dat een weg of weggedeelte qua ondergrond of met betrekking tot de waterafvoer snel en/of sterk erodeert, levert het reguliere onderhoud slechts tijdelijk verbetering op. Wanneer deze situatie door ingrijpender maatregelen aan bijvoorbeeld de ondergrond of met betrekking tot de waterafvoer verbetert, waarbij het uiterlijk van de weg en de omgeving niet wordt aangetast, is dit een alternatief wat verder geen gevolgen heeft voor natuur, landschap, cultuurhistorie, verkeersveiligheid en de leefbaarheid van de bewoners.

Een positief effect gaat uit naar de recreatieve beleving en een sterk positief effect zal optreden voor het wegbeheer, aangezien er minder vaak onderhoud gepleegd zal hoeven te worden.

5.3.2 Het geheel afsluiten van de weg of een wegvak

Het volledig afsluiten van zandwegen voor gemotoriseerd verkeer heeft een sterk positieve invloed op de natuur, het landschap en de cultuurhistorische aspecten. Het geheel afsluiten gebeurt met een fysieke maatregel, die tegen vandalisme bestand moet zijn. Ook is er een verkeersbesluit nodig voor het volledig afsluiten van de weg of een wegvak. De

verkeersveiligheid en de recreatieve beleving zullen sterk toenemen en de

onderhoudsnoodzaak wordt geminimaliseerd. Deze maatregel is alleen mogelijk als er geen woningen en/of bedrijven aan de weg liggen of dat deze woningen/bedrijven een alternatieve ontsluiting hebben.

5.3.3 Selectief afsluiten

Wanneer een weg of weggedeelte selectief wordt afgesloten, mag uitsluitend het bestemmingsverkeer zoals bewoners, bezoekers en leveranciers gebruik maken van de wegen. Afsluiting vindt plaats door middel van bebording (geslotenverklaring). Een selectieve afsluiting kan het aantal verkeersbewegingen op die weg of dat weggedeelte verminderen. De selectieve afsluiting is echter moeilijk handhaafbaar. De maatregel zal daardoor minder

(21)

effectief zijn dan een gehele afsluiting of het aanbrengen van een knip. Ook voor een selectieve afsluiting is een verkeersbesluit noodzakelijk.

5.3.4 Aanbrengen knip

Wanneer in een weg een knip wordt aangebracht betekent dit dat de weg wordt onderbroken door een fysieke afsluiting voor motorvoertuigen. Hierdoor wordt de weg dus als het ware omgezet in twee doodlopende wegen, die elk voor zich berijdbaar zijn maar waar uitsluitend bestemmingsverkeer gebruik van zal maken. Wandelaars, fietsers en ruiters kunnen de weg wel als doorgaande weg gebruiken. Deze maatregel voorkomt sluipverkeer, terwijl de woningen/bedrijven nog wel bereikbaar maar slechts vanuit één richting. Bij het instellen van deze maatregel moet rekening gehouden worden met verdrijvingeffecten. Indien nodig moeten op andere wegen ook maatregelen getroffen worden om te zorgen dat het sluipverkeer

gebruik gaat maken van de hoofdwegen. Daarnaast is het van belang dat de knip fysiek wordt aangebracht op een zodanige manier dat deze bestand is tegen vandalisme.

5.3.5 Eenrichtingsverkeer

Door het instellen van eenrichtingsverkeer kunnen de verkeersintensiteiten worden

teruggebracht. Nadeel van deze maatregel is dat de handhaving op zandwegen een zeer lage prioriteit zal hebben en dat de bereikbaarheid van bestemmingen verminderd wordt vanwege de noodzaak tot omrijden.

5.3.6 Snelheidsremmende maatregelen

Zandwegen zijn vanwege hun erftoegangsfunctie en het ontbreken van oppervlakteverharding bedoeld om met lage snelheid te worden bereden. Er komen kuilen en gaten in voor, in natte tijden kan er sprake zijn van modder en in droge tijden van stof. Dit bepaalt de karakteristiek van zandwegen. Zo zijn ze bedoeld en zo passen zij in hun natuurlijke omgeving. Bij een lage snelheid van het gemotoriseerde verkeer is er minder sprake van onveiligheid, overlast of kans op schade aan voertuigen. De snelheid kan ook laag zijn, omdat de afstanden tussen verharde wegen en bestemmingen aan zandwegen relatief kort zijn.

Het aanbrengen van gangbare snelheidsremmende maatregelen als drempels en plateaus zijn echter geen optie voor zandwegen, vanwege o.a. het ontbreken van verlichting langs zandwegen, het ontbreken van een vaste ondergrond en het uitslijten net voor en na de maatregel. Versmallingen of asverspringingen kunnen in sommige gevallen wel worden toegepast. Het versmallen/verspringen heeft alleen effect als voldoende tegemoet komend verkeer aanwezig is, wat vaak niet het geval is op een zandweg. Een oplossing om de snelheid op zandwegen laag te houden kan ook gezocht worden in aanpassing van het onderhoudsschema. Naarmate een zandweg minder vlak en ruller is zal de snelheid van het verkeer vanzelf afnemen. Daarbij mag het waarborgen van een voortdurende bereikbaarheid van bestemmingen niet uit het oog worden verloren.

5.3.7 Verharden

Het verharden, plaatselijk verharden of halfverharden van zandwegen of wegvakken is een maatregel waardoor het karakter van de zandweg wordt aangetast of zelfs geheel verdwijnt.

Verharden doet afbreuk aan de cultuurhistorische, recreatieve, natuurlijke en landschappelijke waarden van zandwegen. Verharding gaat ten koste van de materialisering van de weg en daarmee van de afleesbaarheid van de geschiedenis van het landschap (cultuurhistorische waarde). Het heeft ook negatieve consequenties voor de landschappelijk, natuurlijke en recreatieve waarde van de weg. In specifieke situaties kan (gedeeltelijke) verharding echter noodzakelijk zijn om de bereikbaarheid te kunnen waarborgen. Uitgangspunt is dat steeds gekozen wordt voor een maatregel die effectief is, maar die de minste gevolgen heeft voor de

(22)

aantasting van het landschap. Zo is het mogelijk een zandweg slechts plaatselijk of semi te verharden.

Voor het verharden van zandwegen is ingevolge van het betreffende bestemmingsplan altijd een aanlegvergunning nodig.

5.4 Stap 4 – Uitvoering en financiering

Onderhoud/beheermaatregelen vinden plaats binnen het bestaand budget. Waar nodig door prioriteitstelling in de te maken keuzen. Omvangrijke reconstructies/maatregelen vallen niet binnen dit budget.

(23)
(24)

6. Beheer en aanlegvergunning

6.1 Beheerplan

De belangrijkste beheersmaatregel is het schaven van de zandweg. Het aantal malen per dat een weg geschaafd wordt is afhankelijk van de categorie. Een zandweg waar woningen en/of bedrijven aan liggen, zal vaker geschaafd worden dan een zandweg die slechts dient ter ontsluiting van landbouwpercelen. In onderstaande tabel is indicatief aangegeven wat het onderhoudsregime per categorie is. Factoren als het weer kunnen het onderhoudsregime beïnvloeden. Daarnaast zullen wegen met relatief hoge verkeersintensiteiten jaarlijks onder profiel worden gebracht.

Bij het onderhoud wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de aanwezige flora en fauna langs en op de zandwegen. Bij voorkeur worden werkzaamheden vermeden in het

broedseizoen.

Onderhoudsregime (indicatief – per jaar) Categorisering

zandwegen halfverharding Zandwegen voornamelijk bedoeld om woningen

te ontsluiten

1 – 2 keer schaven

1 – 2 keer woelen en profileren

Zandwegen, voornamelijk bedoeld om bedrijven te ontsluiten

1 – 2 keer schaven

1 – 2 keer woelen en profileren

Zandwegen voornamelijk bedoeld om recreatieve bestemmingen te ontsluiten

1 keer schaven 1 keer woelen en profileren

Zandwegen die buiten landbouwbestemmingen geen specifieke ontsluitende taak hebben

1 keer per 2 jaar schaven Zandwegen die zijn afgesloten voor het reguliere

gemotoriseerde verkeer (bestemd voor wandelaars, fietsers en ruiters)

1 keer per 2 jaar schaven

6.2 Aanlegvergunning

Zandwegen liggen met name in het buitengebied waar de bestemmingsplannen “Buitengebied Aalten en Buitengebied Dinxperlo” van toepassing zijn. In deze bestemmingsplannen staat beschreven wanneer een vergunning vereist is voor het verharden van een weg (aanbrengen oppervlakte verharding). De Nota Zandwegen zal als toetsingskader dienen bij

vergunningaanvragen. Hiertoe wordt het schema zoals in het stappenplan is weergegeven doorlopen. Als alle stappen doorlopen zijn en de maatregel het verharden van de zandweg is, kan vergunning in het kader van het bestemmingsplan verleend worden. Daarnaast moeten nog wel, indien van toepassing, eventuele ontheffingen/vergunningen in het kader van de natuurbeschermingswet, flora- en faunawet worden aangevraagd.

(25)
(26)

26 Titel Zandwegen in de gemeente Aalten Auteur Jan Markink Beleidsmedewerker Afdeling Werken Datum 28 september 2011

8. Lijst met zandwegen

Kaart NaamBeginEindLengte (m) Functie 1 en 2 1A 8\9 Naamloos Goorstegendijk Zilverbekendijk 1.575 2A 10\11Naamloos Aladnaweg (verlengde Groot Deunkweg) Doodlopend 575 3A 10\11Naamloos Alandnaweg (verlengde Paaldijk) tot begin recreatiepad 475 4A 11 Naamloos Einde verharding (Groot Deunkweg) Grens gemeente Oost Gelre 135 5B 7 Vossenbulteweg Romienendiek Grens gemeente Oude IJsselstreek 400 6B 8 Beunkdijk Romienendiek Lage Wolboomsdijk 140 7B\C 7\8 Lage Wolboomsdijk Goordijk Grens gemeente Oude IJsselstreek 1.770 8B 7\8 Naamloos Romienendiek Goorstegendijk 1.300 9A\B 8\9 Goorstegendijk Prinsendijk Grens gemeente Oude IJsselstreek 1.150 10B\C 10 Fleurtendijk Boterdijk Doodlopend 300X 11B\C 11\12Bullensteeg Einde verharding Straksweg 480X 12B\C 12 Vlasspreideweg Einde halfverharding Tot verharding 500 13C 6 Vossenbulteweg Einde verharding Grens gemeente Oude IJsselstreek 600X 14C 6 Pasdijk Einde verharding Slingebeek 150 15C 6 Pasdijk Evenwijdig aan Slingebeek 150X 16C 6 Leemhorstdijk Seinsdijk Slingebeek 285X 17C\D 7 Naamloos Vossenbulteweg Begin verharding 530 18C 8 Vellegendijk Pasopweg Begin verharding 217 19C 9 Goordijk Goorstegendijk Naamloos 725 20C 10 Gantvoortweg Aladnaweg Begin verharding 350 21B\C 11 NijhofslaantjeNijhofsweg Neethweg 430 22C 11 Naamloos Markerinkdijk Neethweg (Holleweg) 180X 23C 11\12Neethweg Holleweg (Neethweg) Ligterinkweg700

(27)

Titel Zandwegen in de gemeente Aalten Auteur Jan Markink Beleidsmedewerker Afdeling Werken Datum 28 september 2011 Kaart NaamBeginEindLengte (m) Functie 1 en 2 B\C 12 LigterinkwegBullensteeg Tot begin verharding 750 B\C 12 Deunkdijk Bullensteeg Nijhofsweg 590 C 13 Haartelinksdijk BolwerkwegHoeninkdijk 455 B\C 13 Schaarsdijk Vragenderweg Haartelinksdijk 540 B\C 13\14Haartelinksdijk Schaarsdijk Grens gemeente Oost Gelre 490 C 14 Sturrisdijk Hoeninkdijk Schaarsdijk 490 C 14 Sturrisdijk Schaarsdijk Grens gemeente Oost Gelre 485 C 14\15Heidedijk Schaarsdijk Grens gemeente Oost Gelre 500 C 14\15Klumperdijk Heidedijk (begin verharding) 325 D\E 4\5 Naamloos Brassendijk Richting Gendringseweg (doodlopend) 965X D 5 Naamloos Brassendijk Varsseveldsestraatweg 600 D 5\6 Naamloos Varsseveldsestraatweg (einde Halfverharding) Pasdijk 500X D 6 Leemhorstdijk Varsseveldsestraatweg Seinsdijk 570X D\E 6 Tuunterweg Einde verharding Varsseveldsestraatweg 650 D 6\7 Weversborgdijk Varsseveldsestraatweg Begin verharding 530X D\E 7 Barnekampsdijk Varsseveldsestraatweg Begin verharding 200 D 8 Welphofweg Boterdijk Vellegendijk 240 D\E 8\9 Naamloos Aladnaweg Boterdijk 1.400X D\C 9 Engelandsdijk Aladnaweg (einde verharding) Boterdijk 730 D 11 Meinenweg Lichtenvoordsestraatweg Tot begin verharding 510X C\D 11\12Naamloos Meinenweg Markerinkdijk 625X D 11 Haartelinksdijk Buddinkdijk in noordoostelijke richting 210X D 13 Sturrisdijk Bolwerkweg Hoeninkdijk 665X D 13 Oude Scheperweg Heidedijk Kloosterdijk 585X D 13 Naamloos Oude Schepersweg Heidedijk 360 D\E 13 Naamloos Kloosterdijk Oude Schepersweg 150X

(28)

28 Titel Zandwegen in de gemeente Aalten Auteur Jan Markink Beleidsmedewerker Afdeling Werken Datum 28 september 2011 Kaart NaamBeginEindLengte (m) Functie 1 en 2 E 4 Naamloos Gendringseweg Richting Hengeveldweg (doodlopend) 550X D\E 5 Naamloos Hengeveldweg tot naamloos nr 33 255 D\E 5\6 Hengeveldweg Gendringsweg Varsseveldsestraatweg 1.850X E 8 Heuvelweg Varsseveldsestraatweg Kolenbroekweg 400X E 9 Grevinkweg Aladnaweg (begin) halfverharding 430X E 10 Nonhofweg Elshoekweg Romienendiek (Houwersbos) 290 E\F 10 Hazekampweg Elshoekweg Romienendiek 500 E 10 Koningsweg Barloseweg Romienendiek 250 E 10 Naamloos Barloseweg Koningsweg 490 E 10 Nonhofweg Welinkweg Tot begin RAL gedeelte 210 E 10\11 DeventerwegLichtenvoordsestraatweg Barloseweg 525 E 11 Deventerweg Barloseweg Nonhofweg 340 E 10\11 Koningsweg Lichtenvoordsestraatweg Barloseweg 310 E 11 Naamloos Bokkelderweg richting Lichtenvoordsestraatweg 110 E\F 11 Bokkelderweg Ringweg Lichtenvoordsestraatweg 1.425X E 11\12 Pöppinkpad Bijnenweg Hamelandroute 675X E 12 Batenweg Einde verharding Hamelandroute 330X E 12 Giezenbosweg Bijnenweg Hamelandroute 150X E\F 12 Beerninkweg Bredevoortsestraatweg Schulenkampweg 425X E\F 12 Hollenberg Bredevoortsestraatweg Schulenkampweg 400X E 13 Naamloos Kloosterdijk Doodlopend 230 E 14 Pastoorsdijk Kruittorenstraat Stadsbroek370 E 14 Naamloos Leste Stuver Fietspad Slingeplas 350 F 5 Naamloos Veenweg Koopweg 350X E\F 6 Naamloos Navisweg Gendringseweg 450X F 7 Naamloos Zijweg Gendringseweg Doodlopend 250X

(29)

Titel Zandwegen in de gemeente Aalten Auteur Jan Markink Beleidsmedewerker Afdeling Werken Datum 28 september 2011 Kaart NaamBeginEindLengte (m) Functie 1 en 2 F 11\12 Hessenweg Bredevoortsestraatweg Hamelandroute 276X F 12 Oostermanweg Hamelandroute Walfortlaan 450X F 12 Heijinkdijk Eskesweg Walfortlaan 290X F 12\13 Walfortlaan Brug Keizersbeek Eskesweg 625X F 13 Naamloos Stationsweg Richting Keizersbeek 245 F 14 Ganzenpoelendijk Bredevoortsestraatweg Richting grens Winterswijk (doodlopend) 370X F 14 Naamloos Misterstraat Winterswijksestraat 120 F 14 Bekendijk Oranjestraat Leste Stuver 475 G 3 Steengroeveweg Jurdensdijk Grens gemeente Oude IJsselstreek 610 G 3 Jurdensdijk Varsseveldseweg Steengroeveweg 410 G 5 Naamloos Veenweg Keizersbeek (langs bosje H. Luimes) 200 G 5 Naamloos Veenweg Langs Keizersbeek 300 G 5 Teunisbroek Kemperjanshuusweg Richting Keizersbeek 100 G 5 Teunisbroek Kemperjanshuusweg tot begin verharding 150 G 5 Kemperjanshuusweg Teunisbroek richting Derksenkamp 205X G 7 Naamloos Tammelweg Sondernweg1.150 G 7\8 Veldweg Veldweg Kwekerij 550 G 8 Naamloos Zijweg Sondernweg T.p.v. nieuw Schenk 110 G 9 Naamloos Eerste Broekdijk Zomerweg 565 G\H 12 Loohuisweg Einde verharding Parkeerterrein Schepersveld 655 G 12 Heijinkdijk Eskesweg spoorbaan 345 G 13 Spoordijk Stationsweg spoorbaan 660X G 14 Naamloos Buninkdijk (einde halfverharding) spoorbaan 90 H 3 Linderdijk Oldenhofsdijk Begin verharding 230 H\I 3\4 Naamloos CasperstraatDoodlopend (nabij Rutgers) 150X H\I 4\5 Ovinkweg Spekkendijk Gelkinkweg 725

(30)

30 Titel Zandwegen in de gemeente Aalten Auteur Jan Markink Beleidsmedewerker Afdeling Werken Datum 28 september 2011 Kaart NaamBeginEindLengte (m) Functie 1 en 2 H 6 Lurviksteeg Klokkemakersweg (einde halfverharding)Huisstededijk 230X G\H 6 Naamloos Huisstededijk Tammelweg 768 H 9 Naamloos Vierde Broekdijk Dinxperlosestraatweg 70 H\I 9 Velsdijk Wikkerinkweg Dinxperlosestraatweg 300 H\I 10\11 Bodendijk Hamelandroute Kiefteweg 575X H 13 VeenhuiswegHuiskermatedijk (einde verharding) (begin verharding) Bosweg360 G\H 13\14 Kleuverspad Haartseweg tot begin verharding 650 I 5\6 Rengelinkweg Kruisdijk tot begin verharding 480 I\J 11\13 VeenhuiswegSlaadijk Driehonderdmeterweg 810 I 12 VeenhuiswegSlaadijk Kroondijk 80 I 13 Kriegerdijk Einde verharding Driehonderdmeterweg 520X H\I 13 Naamloos Kroondijk Bosweg 938 I 13\14 Boshoeveweg Bosweg zandweg 520 J 2 Sniedersdijk Terborgseweg Lage Heurnseweg 650 J\K 3 Hesselinkweg Hoge Heurnseweg Tot begin halfverharding 350 J 3 BongerdwegBargerdijk Tot begin halfverharding 430 J 3\4 BongerdwegAaltensewegBargerdijk 945 J 3\4 Bargerdijk AaltensewegBongerdweg470 J 10\11 Grensdijk Hamelandroute Kiefteweg 1.250 J 11 Kiefteweg Einde verharding Rijksgrens 100 J 11 VeenhuiswegDriehonderdmeterweg Rijksgrens 150 Totaal 59.849

(31)

Titel Zandwegen in de gemeente Aalten Auteur Jan Markink Beleidsmedewerker Afdeling Werken Datum 28 september 2011

9. Lijst met halfverharde wegen

Kaart NaamBeginEindLengte (m) Functie B 12\13 Vlasspreideweg Lichtenvoordsestraatweg Tot begin zandweg175 C 6 Pasdijk Seinsdijk Tot begin zandweg300 C 6 Naamloos Zijtak Vossenbulteweg tot inrit van huisnummer 6140 C\D 7\8 Pasopweg Einde verharding Beunkdijk 1100 C\D 9 Vellegendijk Pasopweg Vossenbulteweg 620 C 11 Klompsteeg Markerinkdijk Barloseweg 475 D 5 Naamloos Varsseveldsestraatweg Richting Pasdijk tot aan begin zandweg 110 D 8 Vossenbulteweg Vellegendijk Tot begin zandweg350 D/E 8 PakkebierwegVellegendijk Evenwijdig aan Slingebeek 200 D 10 Bruninkweg t Villeken Begin verharding 250 D\E 11 Kommersveldweg Barloseweg Lichtenvoordsestraatweg 1075 D 11\12 Meinenweg Lichtenvoordsestraatweg Begin zandweg 600 D\E 14\15 Gruttersdijk Kloosterdijk Tot begin zandweg1250 E 6 Weerkampsweg Einde verharding (nabij huisnr 2) Tot begin verharding 180 E 8 Groot Heinenweg Vellegendijk Richting Gendringseweg 165 E 8 Kolenbroekweg Heuvelweg Vellegendijk 550 E 9 Heuvelweg Slatdijk Kolenbroekweg 200 E\F 9\10 Grevinkweg Elshoekweg Tot begin zandweg300 F 11 Koningsweg Ringweg Lichtenvoordsestraatweg 250 F 9 Giezenbosweg Bijnenweg Bijnenweg 770 E 12 t Veentje Schulenkampweg Hamelandroute 430 F 8 Groot Heinenweg Akkermateweg Sondernweg540 F 12 Walfortlaan Oostermanweg Tot brug Slingebeek 180

(32)

32 Titel Zandwegen in de gemeente Aalten Auteur Jan Markink Beleidsmedewerker Afdeling Werken Datum 28 september 2011 Kaart NaamBeginEindLengte (m) Functie G 5 Kemperjanshuusweg Veenweg Teunisbroek 270 G 4\5 Dersenkamp Teunismolenweg Kemperjanshuusweg 430 G 14 Naamloos Buninkdijk (bij huisnummer 11) Tot begin zandweg250 H 3 Linderdijk Varsseveldseweg Lage Heurnseweg 220 H 5\6 Teubenweg Abstegerdijk Huisstededijk 320 H 6 Huisstededijk Kruisdijk Teubenweg 215 H 6 Lurvinksteeg Huisstededijk Richting Klokkemakersweg (tot begin zandweg) 230 G 8 Naamloos Zijtak Veldweg tot begin recreatiepad 290 H 9 Dinxperlosestraatweg Vanaf huisnummer 72 Tot huisnummer 74 150 H 10 Rikkertweg Bocholtsestraatweg Doodlopend 320 H 15 Naamloos Lieversdijk Tot huisnummer 33 500 I 3 Stegerdijk Lage Heurnseweg Tot begin zandweg220 I 8 Naamloos Dinxperlosestraatweg Tot Dinxperlosestraatweg 96 130 J 1\2 Demkespad Terborgseweg Beggelderdijk 380 J 2\3 Kalverweidendijk Einde verharding nabij huisnummer 13Tot huisnummer 15 110 J 3 Hesselinkweg Kalverweidendijk Tot begin zandweg380 J 3 BongerdwegHoge Heurnseweg Tot begin zandweg185 J\K 4 Naamloos AaltensewegBoesveldsedijk 140 J\K 5 Hagtweg Zijtak Hagtweg Doodlopend 425 K 1 Rietstapperweg Helmkamp Tot begin verharding 150 TOTAAL 15525

(33)

10. Bronnenlijst

1. Nota zandwegen gemeente Ede

2. Nota Ruimte 2004. Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ 3. Nota Mobiliteit 2004, Ministerie van Verkeer en Waterstaat 4. Belvedere, Ministeries van OCW, VROM, LNV en VenW

5. Plattelands Ontwikkelings Programma 2 2007-2013, Ministeries van LNV, VROM en provincies

6. Streekplan / Structuurvisie Gelderland 2005, Provincie Gelderland 7. Reconstructieplan Achterhoek en Liemers 2005, Provincie Gelderland 8. Steeds op nieuw schitteren – Belvoir2 Cultuurhistorisch beleid 2005 – 2008,

Provincie Gelderland

9. Investeren in het verleden is werken aan de toekomst – Belvoir3 Cultuurhistorisch beleid 2009 – 2012, Provincie Gelderland

10. Wegenwet

11. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Aalten 2010 – 2020, Visiedocument 12. Beleidsnota Recreatie en Toerisme Gemeente Aalten 2009 - 2011-03-01 13. Bestemmingsplan Buitengebied Aalten 2007

14. Bestemmingsplan Buitengebied Dinxperlo 2007

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

....z hierna te noemen: ''gemeente eWofverhuurder''; en tezamen te noemen: partijen; ove-egende dat: huurder van de gemeente gemeentegrond wenst te huren voor het innemen van

Ingeval van uitoefening van gemandateerde bevoegdheden door een collegelid/portefeuillehouder namens burgemeester en wethouders, worden de uitgaande stukken als volgt

Bij het nemen van een ruimtelijk besluit waarbij een weg en een woning of andere geluidsgevoelige bestemmingen betrokken zijn, moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd

Burgemeester en wethouders (het college) kunnen (kan), indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet, ontheffing verlenen van het in artikel

evenementen (bijvoorbeeld horecagelegenheden, paardenconcoursen in maneges, sportwedstrijden in sporthallen) worden niet als een evenement in de zin van de APV aangemerkt als

Gedurende de tijd dat van deze ontheffing gebruik wordt gemaakt is geen sterke drank aanwezig zijn op de plek(ken) waar drank wordt verstrekt.. Evenmin is toegestaan dat sterke

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing verlenen voor het parkeren binnen een blauwe zone zoals bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en

Voldoet een uitweg niet aan de algemene regels van artikel 2.1.5.3 en/of aan de door het college geformuleerde (aanvullende) beleidsregels dan dient voor de aanleg van de uitweg