• No results found

Beleidsregels uitwegvergunningen 2008 - Verkeer en vervoer - Verordeningen en beleidsstukken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beleidsregels uitwegvergunningen 2008 - Verkeer en vervoer - Verordeningen en beleidsstukken"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beleidsregels uitwegvergunningen Gemeente Aalten 2008.

1. Algemeen

Op basis van Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is voor het maken, gebruiken of veranderen van een uitrit (hierna te noemen uitweg) op een weg waarvan de gemeente wegbeheerder is geen vergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders mits deze uitweg voldoet aan een aantal in artikel 2.1.5.3 opgesomde algemene regels. Daarnaast is in dat artikel het college de

bevoegdheid toegekend (aanvullende) beleidsregels te stellen.

Voldoet een uitweg niet aan de algemene regels van artikel 2.1.5.3 en/of aan de door het college geformuleerde (aanvullende) beleidsregels dan dient voor de aanleg van de uitweg een vergunning bij het college aangevraagd te worden.

De uitweg kan aangelegd worden door de gemeente Aalten of door een iso-gecertificeerd aannemersbedrijf in de Grond-, Weg- en Waterbouwkunde.

2. Wettelijke Basis

De wettelijke basis voor de vergunningverlening is artikel 2.1.5.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Dit artikel luidt als volgt:

Artikel 2.1.5.3 Maken of veranderen van een uitweg

1. Het is verboden zonder vergunning van het college een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg op zodanige wijze, dat door het maken dan wel veranderen van de uitweg:

a. gevaar of hinder ontstaat of dreigt te ontstaan voor het wegverkeer ter plaatse;

b. het gebruik van een bestaande openbare parkeerplaats onmogelijk wordt gemaakt of dreigt te worden gemaakt;

c. de infrastructuur in de gemeente wordt geschaad of dreigt te worden geschaad dan wel ingrijpend dient te worden gewijzigd.

2. Het college kan de onder lid 1 a, b en c opgenomen criteria nader uitwerken en/of aanvullende voorwaarden stellen waaraan een vergunningvrije uitweg dient te voldoen.

3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat.

3. Reikwijdte beleidsregels.

Het aanleggen van een uitweg is vergunningvrij als deze niet in strijd is met de algemene regels opgesomd in artikel 2.1.5.3 lid 1. Het college heeft behoefte deze algemene regels conform artikel 2.1.5.3 lid 2 nader uit te werken.

Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle uitwegen die uitkomen op wegen die in eigendom of beheer zijn van de gemeente Aalten.

Naast de algemene regels van artikel 2.1.5.3 lid 1 zijn ook de beleidsregels van belang voor het al dan niet kwalificeren van een uitweg als vergunningvrij. Tevens dienen de beleidsregels dan wel de daarmee gediende belangen, als toetsingskader voor het al dan niet verlenen van een

uitwegvergunning.

Het college kan een vergunningaanvraag op basis van die beleidsregels weigeren tenzij dit wegens bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen (4:84 Awb) .

Ook bevatten de beleidsregels voorwaarden betreffende de kwaliteit van de uitvoering (gebruikte materialen) minimale afstand tot kruisingen van wegen enz.

(2)

4. Beleidsregels A. Algemeen.

Bij verschil van mening tussen de gemeente en degene die een uitweg wenst aan te leggen of te veranderen (verder te noemen “de particulier”) over het al dan niet vergunningplichtig zijn van een uitweg beslist het college.

Het college beslist over het al dan niet verlenen van een uitwegvergunning met inachtneming van de belangen die in artikel 2.1.5.3 lid 1 worden omschreven.

B. Artikel 2.1.5.3. lid 1 onder a.

Van gevaar of hinder voor het wegverkeer ter plaatse als bedoeld in artikel 2.1.5.3. lid 1 onder a is in ieder geval sprake als de uitweg is gesitueerd:

1. Op of nabij een kruising of splitsing van wegen binnen 10 meter van het snijpunt van rijbaankanten, inclusief de lange zijde van een T-kruising.

2. Op de plaats van op de aanliggende weg aangebrachte opstelstroken dan wel voorsorteervakken.

3. Binnen een afstand van 50 meter van verkeerslichten aan dezelfde weg.

4. Zodanig dat bij het uitrijden van de uitweg er onvoldoende zicht is op het overige verkeer waardoor er onoverzichtelijke en/of onveilige verkeerssituaties kunnen ontstaan.

5. Op een plaats waarbij de bestuurder van een personenauto op enig punt van de uitweg niet of nauwelijks zicht heeft of kan hebben op de doorgaande weg, op trottoir, of op fiets- en/of voetpad.

6. Op een plaats waar de uitweg op een fiets- en/of voetgangerspad uitkomt en dat pad moet worden bereden om de openbare weg te bereiken.

7. Op een plaats van een voor de openbare verlichting aanwezige lichtmast en die lichtmast wegens de verlichtingseisen en/of houtopstandstructuren niet te verplaatsen is.

C. Artikel 2.1.5.3 lid 1 onder b.

Van het onmogelijk maken van het gebruik van een openbare parkeerplaats als bedoeld in artikel 2.1.5.3 lid 1 onder b. is in ieder geval sprake als de uitweg vanaf de weg enkel bereikbaar is via een openbare parkeerplaats.

D. Artikel 2.1.5.3. lid 1 onder c.

Onder het schaden of ingrijpend wijzigen van infrastructuur als bedoeld in artikel 2.1.5.3. lid 1 onder c wordt in ieder geval verstaan het verplaatsen van straatkolken, straatlantaarns, straatmeubilair en kasten centrale antenne, het vellen of verplaatsen van bomen en het doorkruisen van openbare groenstroken.

E. Aanleg in opdracht van particulier door de gemeente of een aannemer.

1. Alle kosten voortvloeiende uit de realisatie en het onderhoud van de uitweg komen ten laste van de particulier.

2. De particulier kan de civieltechnische werkzaamheden noodzakelijk ten behoeve van de uitweg op gemeentegrond naar eigen keuze laten uitvoeren door de gemeente Aalten of een ISO-gecertificeerd aannemersbedrijf in de Grond-, Weg- en Waterbouwkunde.

3. Bij uitvoering van de werkzaamheden door een aannemer blijft de particulier verantwoordelijk voor de deugdelijke uitvoering van de uitweg (fundering, bestrating etc. van de uitweg en de afwerking van de uitweg op het aanliggende gemeentelijk groen, inclusief het in voorkomende gevallen inzaaien van een aansluitend grasveld).

4. Bij aanleg van de uitweg door een aannemer dienen de werkzaamheden te voldoen aan de CROW-publicatie 96b., getiteld ‘Maatregelen bij werk in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom.

5. De aanvang van werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de uitweg inhoudende het wijzigen van gemeentelijke eigendommen zoals lichtmasten, verkeersborden, straatmeubilair en beplanting wordt door de aannemer of de particulier minimaal één werkdag daarvoor gemeld bij de afdeling Werken van de gemeente Aalten.

6. Bij ontgravingen moet de particulier c.q. de aannemer zich op voorhand vergewissen van de ligging van eventuele kabels en leidingen.

(3)

F. Kwaliteitseisen.

Bij verbreding van een uitweg worden dezelfde materialen gebruikt als in de bestaande uitweg.

Bij een nieuwe uitweg worden soort en kwaliteit materialen gebruikt die gelijk of vergelijkbaar zijn met de soort en kwaliteit materialen die het meest voorkomen in de nabijgelegen

uitwegen.

G. Aansprakelijkheid.

Bij aanleg van een uitweg door een aannemer vrijwaart de particulier de gemeente voor aansprakelijkheid als gevolg van schade aan personen of goederen ontstaan tijdens de door die aannemer uitgevoerde werkzaamheden en, na voltooiing van de werkzaamheden, schade aan personen of goederen die het gevolg is van aantoonbaar gebrekkige uitvoering van de uitweg.

I. Controle en handhaving.

Oneffenheden door het onjuist aanstraten van openbare bestrating aan de nieuwe uitweg alsmede andere aantoonbare gebrekkigheden in de uitvoering dienen door de aannemer op eerste aanzegging door de gemeente aan de particulier dan wel de aannemer te worden hersteld.

Toelichting op bovenstaande beleidsregels A. Algemeen.

Er kan een verschil van mening ontstaan tussen de gemeente en degene die een uitweg wenst aan te leggen of te veranderen over het al dan niet vergunningplichtig zijn van een uitweg. In dergelijke gevallen wordt beslist door het college of voor een uitweg een vergunning aangevraagd moet worden of dat de uitweg zonder vergunning aangelegd kan worden.

Het college beslist over het verlenen of weigeren van een uitwegvergunning met inachtneming van de belangen die in artikel 2.1.5.3 lid 1 van deze beleidsregels worden omschreven.

B. Artikel 2.1.5.3. lid 1 onder a.

Hierbij worden verkeersituaties aangegeven waarbij een uitweg minder gewenst kan zijn en de verkeerssituatie aanleiding kan zijn de vergunning te weigeren of de aanleg van een

vergunningvrije uitweg niet toe te staan.

C. Artikel 2.1.5.3 lid 1 onder b.

Als een uitweg aangelegd wordt en deze is alleen bereikbaar via een openbare parkeerplaats dan wordt het gebruik van deze parkeerplaats als zodanig onmogelijk.

D. Artikel 2.1.5.3. lid 1 onder c.

Onder het schaden of ingrijpend wijzigen van infrastructuur wordt in ieder geval verstaan het verplaatsen van straatkolken, straatlantaarns, straatmeubilair en kasten centrale antenne, het vellen of verplaatsen van bomen en het doorkruisen van openbare groenstroken.

Wanneer een ingrijpende wijziging van de infrastructuur moet plaatsvinden voor het

aanleggen van een inrit moet hiervoor een vergunning aangevraagd worden. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan het college van burgemeester deze vergunning verlenen of weigeren.

E. Aanleg in opdracht van particulier door de gemeente of een aannemer.

Alle kosten voortvloeiende uit de realisatie en het onderhoud van de uitweg komen ten laste van de particulier.

Om het gemeentegoed te bewaken wordt er alleen door kundige mensen op het gebied van de Weg- en Waterbouwkunde in gemeentegrond gewerkt of door werknemers van de gemeente Aalten.

(4)

De gemeente treedt niet op als bemiddelaar tussen aannemer en particulier. De particulier is opdrachtgever en als zodanig verantwoordelijk voor een deugdelijke uitvoering. Denk hierbij b.v.. aan de fundering, bestrating etc. van de uitweg en de afwerking van de uitweg op het aanliggende gemeentelijk groen, inclusief het in voorkomende gevallen inzaaien van een aansluitend grasveld.

In verband met de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte moeten de werkzaamheden volgens de voorschriften voor wegafzettingen voldoen aan de CROW publicatie 96b., getiteld ‘Maatregelen bij werk in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom.

De aanvang van werkzaamheden voor van de aanleg van de uitweg, waarbij het wijzigen van gemeentelijke eigendommen zoals lichtmasten, verkeersborden, straatmeubilair en beplanting aan de orde is, moet door de aannemer of de particulier minimaal één werkdag daarvoor gemeld worden bij de afdeling Werken van de gemeente Aalten.

Bij ontgravingen moet de particulier c.q. de aannemer voorafgaand aan de aanleg de ligging van eventuele kabels en leidingen nagaan.

F. Kwaliteitseisen.

Om te voorkomen dat het straatbeeld rommelig wordt door het gebruik van verschillende bestratingsmaterialen worden dezelfde materialen voorgeschreven.

G. Aansprakelijkheid.

Denk aan ondeugdelijke afzetting tijdens werkzaamheden, het beschadigen van kabels of leidingen tijdens de werkzaamheden of, na voltooiing van de uitweg, het ontstaan van schade als gevolg van onregelmatig straatwerk.

I. Controle en handhaving.

Indien de gemeente Aalten klachten heeft over de bestrating en/of groenvoorzieningen van de gewijzigde/gerealiseerde uitweg moet de aannemer van de particulier dit naar genoegdoening van de gemeente te herstellen na de eerste aanzegging door de gemeente aan de particulier of aan de aannemer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Eind 2014 zijn diverse verordeningen en beleidsregels ter uitvoering van de Participatiewet ingevoerd.. Op grond van de ervaringen tot nu toe kunnen verbeteringen in dat beleid worden

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing verlenen voor het parkeren binnen een blauwe zone zoals bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en

De gemeente Aalten kent een groot aantal (zand)wegen die van oorsprong eeuwen zijn en al dan niet in samenhang met hun omgeving een belangrijke cultuurhistorische waarde

Het op te leveren gemeentelijk verkeer- en vervoersplan zal de overkoepelende beleidsnota vormen op het gebied van verkeer en vervoer in de gemeente Aalten voor de periode 2010 –

Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf kan uitsluitend worden toegestaan indien ontheffing

WWB of kosten van uitkering als bedoeld in de artikelen 25 en 26 IOAW en in de artikelen 25 en 26 IOAZ worden teruggevorderd, dan wel die verplicht is tot betaling van

Eind 2014 zijn diverse verordeningen en beleidsregels ter uitvoering van de Participatiewet ingevoerda. Op grond van de ervaringen tot nu toe kunnen verbeteringen in dat beleid worden

• het onvoldoende nakomen van verplichtingen als bedoeld in de artikelen 9, eerste lid, of 55 van de Participatiewet, voor zover het gaat om een belanghebbende jonger dan 27