Vraag nr. 406
van 18 september 1997
van mevrouw GERDA RASKIN
VDAB-gegevens – Mededeling aan RVA
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) beschikt over een aan-tal vertouwelijke gegevens die eigen zijn aan de werking van deze dienst, die erop gericht is werklo-zen en mensen in risicoberoepen te begeleiden naar een volwaardige job. Uit recente verklaringen blijkt de V DAB gegevens te bezorgen aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA ) , g e g e-vens die nadien gebruikt worden om werklozen te schorsen.
1. Op basis van welke regelgeving gebeurt deze gegevensoverdracht ?
2. Strookt dit met de fundamentele opdracht van de VDAB, die beoogt een vertrouwensrelatie op te bouwen met de werkzoekenden ?
3. Is deze gegevensoverdracht in overeenstem-ming met de wet op de privacy, en dus ook met de bepaling die stipuleert dat gegevensopslag moet dienen voor welbepaalde doelstellingen, wat impliceert dat deze gegevensoverdracht en het gebruik ervan om werklozen eventueel te schorsen ook tot de doelstellingen van deze gegevensopslag moeten behoren ?
Antwoord
1. Het protocol van 22 december 1988 tot regeling van de betrekkingen tussen de instellingen ont-staan uit de herstructurering van de RVA, voor-ziet in de oprichting van een college van leidend ambtenaren, dat als opdracht heeft het totstand-brengen en verzekeren van de goede werking van de procedures voor informatie-uitwisseling bij dit protocol.
Zo is de V DAB ertoe gehouden de objectief vastgestelde gevallen van onbeschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, gedeeltelijk of volledig, alsook de objectief vastgestelde weigeringen voor beroepsopleiding mee te delen. Ook het samenwerkingsakkoord in verband met het begeleidingsplan voorziet in een uitwisseling van gegevens betreffende weigering van werk, o p l e i d i n g, onbeschikbaarheid voor de arbeids-markt.
De ambtenaren van de RVA dienen de nodige maatregelen te nemen om de vertrouwelijke aard van de persoonlijke sociale gegevens waar-van zij kennis zouden krijgen te waarborgen en ervoor te zorgen dat zij alleen die gegevens gebruiken welke nodig zijn voor de uitvoering van hun toezichtsopdracht.
2. De vertrouwensrelatie die door de V DA B wordt opgebouwd met de werkzoekenden past in een systeem van rechten en plichten zoals omschreven in het Charter van de Werkzoeken-de.
De werkzoekende wordt duidelijk in kennis gesteld van het feit dat zijn medewerking vereist wordt, en bij verzuim kan aanleiding geven tot transmissie van gegevens aan de RVA.
Binnen de perken van deze afspraken is het perfect mogelijk een vertrouwensrelatie op te bouwen.
3. In het decreet van 31 maart 1993 met betrek-king tot de vaststelling van het Charter van de Werkzoekende wordt bepaald in artikel 9 : "Iedere werkzoekende heeft recht op bescher-ming van de privacy." De V DAB zal dit recht waarborgen. Hij waakt er inzonderheid over dat de gegevens die behoren tot de persoonlijke levenssfeer van de werkzoekende niet aan der-den worder-den meegedeeld.
Het tweede lid van artikel 10 stipuleert evenwel ook : "De werkzoekende verbindt er zich toe in te gaan op de geboden tewerkstellings- en vor-mingskansen in functie van zijn/haar bekwaam-heden." De werkzoekende heeft dus rechten en plichten.
De transmissie van gegevens gaat alleen over objectief vastgestelde gevallen van onbeschik-baarheid, werkweigering, weigering opleiding te volgen. Subjectieve gegevens of zaken die tot de privé-sfeer behoren, worden door de V DA B niet geregistreerd en dus ook niet doorgegeven. Artikel 5 van de privacywet van 8 december 1992 bepaalt dat persoonsgegevens niet mogen worden gebruikt voor doeleinden die onver-enigbaar zijn met de doeleinden van de betrok-ken verwerking. Zo mag de V DAB op grond van deze beperking in principe geen persoons-gegevens van geregistreerde werkzoekende meedelen aan derde personen of aan andere d i e n s t e n , behoudens wettelijke uitzonderingen (vb. RVA, gerechtelijke procedures).
Uit het bovenstaande blijkt evenwel ook dat "transmissie aan de RVA" niet onverenigbaar is met die doeleinden.
