Vraag nr. 220 van 4 juli 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Molenbeek Puurs – Waterbeheersing
Op 16 januari antwoordde toenmalig minister Ste-vaert op mijn vraag om uitleg aan toenmalig minis-ter Dua aangaande het overstromingsgevaar van de Molenbeek in de gemeente Puurs onder meer dat in de toekomst de voorstellen tot oplossing zoals die uit de modelleringsstudies komen, v e r d e r op het terrein zouden worden geïmplementeerd. Er was sprake van een overleg met de provincie V l a a m s-Brabant (Handelingen C 102 van 16 janu-ari 2003, blz. 58 -60).
Thans verneem ik uit persberichten dat de gemeen-te Londerzeel beslist heeft om een aantal werken aan te vatten waarbij binnendijken zouden worden aangelegd en/of verstevigd. Het is mij niet bekend of dit enige impact heeft op de situatie stroomaf-waarts de Molenbeek, meer bepaald in Puurs. H e t gemeentebestuur van Puurs was overigens niet op de hoogte van de ingrepen waartoe in Londerzeel werd beslist.
Dit wijst erop dat de coördinatie terzake ofwel ge-brekkig is, ofwel niet-bestaande.
Is de Vlaamse overheid nog op enigerlei wijze be-trokken bij deze aangelegenheid ?
NB Deze vraag werd gesteld aan de ministers Sannen (vraag nr. 220) en Bossuyt (vraag nr. 363).
Antwoord
Begin 2003 werd – in het kader van overkoepe-lend overleg met onder meer de provinciegouver-n e u r, de afdeliprovinciegouver-ng Wa t e r, de proviprovinciegouver-ncies eprovinciegouver-n de be-trokken gemeenten – nader ingegaan op de moge-lijke oplossingen voor de optredende overstromin-gen in de vallei van de Grote Molenbeek. Op deze vergadering werd onder meer beslist om versneld over te gaan tot het opstellen van een computer-model voor de bovenstroomse gebieden. In op-dracht van de afdeling Water is het studiebureau Talboom momenteel met deze studie bezig.
Na deze eerste vergadering werden de noodzakelij-ke ingrepen in het bovenstroomse gedeelte van het bekken opnieuw besproken op 12 maart 2003, i n een vergadering die door mijn kabinetsmedewer-kers werd belegd en voorgezeten en waarop de
provincie V l a a m s-B r a b a n t , de afdeling Land, de af-deling Wa t e r, de VLM en de gemeenten Londer-zeel, Merchtem en Meise aanwezig waren.
Op deze vergadering werd een aantal praktische afspraken gemaakt rond de concrete realisatie van het wachtbekken in Londerzeel. De gemeente Londerzeel vond het opportuun om lokaal reeds een aantal maatregelen te nemen, die – eveneens lokaal – voor een verbetering van de bestaande toestand kunnen zorgen. Op de vergadering van 12 maart werd door de gemeente Londerzeel een voorstel ter tafel gelegd waarbij zij gewag maakten van het aanbrengen van dijkjes langs een aantal straten die de vallei kruisen (Robroekstraat, f i e t s-pad Schommelweg, . . . ) , zodat de stroomopwaarts van de dijkjes gelegen terreinen met een minimum aan ingrepen konden benut worden als buffer. Dit oplossingvoorstel werd meer in detail toege-licht aan mijn administratie (afdeling Water) en aan de provincie V l a a m s-Brabant op 23 juni 2003. Voor de Grote Molenbeek zijn in eerste instantie werken gepland aan de Robroekstraat waarbij een bufferdijk wordt aangelegd over een lengte van on-geveer 700 meter, en eveneens aan de Schommel-weg waar het bestaande fietspad hoger zal worden h e r a a n g e l e g d . Daarnaast is er, wat de Kleine Mo-lenbeek betreft, de aanleg van een aantal dijkjes gepland stroomopwaarts van de Malderse Steen-w e g, teneinde het Steen-water ook hier langer op te hou-den.
De verschillende projecten beogen het water lo-kaal in Londerzeel op te houden. De ingrepen zijn kleinschalig en zullen veeleer positieve effecten h e b b e n , aangezien door water langer op te houden de stroomafwaartse gebieden en meer bepaald Puurs langer van wateroverlast zullen gevrijwaard kunnen worden.