Vraag nr. 121 van 4 juli 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Export Vlaanderen – Exportmanagers
Het Brussels Gewest werkt sedert enige tijd ook met exportmanagers. Naar het voorbeeld van de Franse stad Montpellier, is het de bedoeling dat zo'n exportmanager het exportbeleid van een be-drijvengroep uit een bepaalde sector coördineert. Een dergelijke bedrijvengroep bestaat weliswaar uit bedrijven uit dezelfde sector, maar het gamma van producten is complementair.
De bedoeling is een strategie uit te stippelen waar-mee de bedrijven de buitenlandse markten kunnen benaderen om op termijn een netwerk van contac-ten in het buicontac-tenland op te bouwen.
Dit lijkt mij een beetje het midden te houden tus-sen de opdrachten van de Vlaamse exportbegelei-d e r s, respectievelijk Vlaams economische vertegen-woordigers.
1. Is de minister op de hoogte van deze werkwijze ? 2. Klopt het dat die toch wat verschilt van de
ma-nier van werken bij Export Vlaanderen ?
3. Werd reeds onderzocht of het niet interessant is om dezelfde werkwijze, eventueel voor een aatal specifieke sectoren, ook voor Export V l a a n-deren toe te passen ?
Antwoord
1. De defederalisering van de buitenlandse handel heeft tot gevolg dat elk gewest zijn eigen strate-gie met betrekking tot de exportbevordering b e p a a l t . Export Vlaanderen werkt hiertoe in overleg met de economische actoren een strate-gie uit waarbij de KMO's optimaal worden ge-holpen om voet te krijgen op de buitenlandse markten.
De evolutie in deze aangelegenheid wordt door Export Vlaanderen op continue basis gevolgd. 2. In het verleden zijn er reeds heel wat
initiatie-ven gelanceerd om een methodologie te ontwik-kelen die daarop een antwoord geeft.
Zo heeft in een ver verleden de GOM V l a a m s-Brabant reeds een aantal prospectiekantoren ( B e c o c h i n , B e x a s e a , B e x i r, Grebma) opgezet
die aan een groepering van bedrijven niet-c o n-currentieel de kans bood om zich in een bepaal-de markt te introduceren (doorgaans markten). Dergelijk initiatief werd vanuit federaal oog-punt ondersteund.
Ook Export Vlaanderen heeft reeds diverse technieken ontwikkeld om bedrijven naar clus-tervorming te bewegen, met inbegrip van finan-cieel steunen van initiatieven die daarop betrek-king hadden. Deze financiële steun werd trou-wens ook toegekend voor het in dienst nemen van een exportmanager. Omwille van de Euro-pese regelgeving moest daar een punt achter gezet worden.
3. De ervaring opgedaan in deze context bracht aan het licht dat bedrijven, veeleer dan aan fi-nanciële steun, baat hebben bij een goede ver-trekbasis om zich op het vlak van export te or-ganiseren.
Om deze reden werd o. a . het project "Export-begeleiding" in het leven geroepen, met als drievoudige doelstelling :
a) de KMO's te helpen bij het opzetten van een basisorganisatie die hen zonder al te veel moeilijkheden naar export doet evolueren ; b) de nodige technieken te ontwikkelen om de
stap te zetten naar export ;
c) hen te helpen bij het overwinnen van obsta-kels die te maken hebben met specifieke markten.
Hiertoe heeft Export Vlaanderen tevens een wetenschappelijk instrument ontwikkeld, n l .d e " E x p o r t m e t e r " , die de pijnpunten terzake kan b l o o t l e g g e n , zodat de nodige maatregelen kun-nen worden genomen.
Ex-port Vlaanderen ook een belangrijke subsidie ter beschikking heeft gesteld.
De Vlaamse regering heeft Export V l a a n d e r e n ook de mogelijkheid gegeven om bedrijven-groepen financieel te steunen. Er is wel voor ge-opteerd dat deze bedrijvengroepen een struc-tuur zouden opzetten met een permanent ka-rakter (bv. door de oprichting van een vereni-ging zonder winstoogmerk, waarvan de betrok-ken ondernemingen lid zijn).