• No results found

Vraag nr. 148 van 4 april 2003 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 148 van 4 april 2003 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 148 van 4 april 2003

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Historische panden Mechelen – Onderhoud (2) Diverse beschermde monumenten in Mechelen blijken in slechte staat te verkeren.

Zo bevindt het gebouw gelegen in de Ke i z e r s t r a a t 18 zich momenteel in een vergaande staat van ver-v a l . De gever-vel is totaal ver-verwaarloosd, ver-vertoont grote s c h e u r e n , v e r z a k k i n g e n , en is volledig verweerd. Het betreft een diephuis met halsgevel uit 1777, b e-kend onder de naam "Zwart Ve r k e n " . Het werd beschermd bij besluit van 2 mei 1985.

Het gebouw gelegen in de Zakstraat 18-20 bevindt zich eveneens in een vergaande staat van verval. Het betreft het zogenaamde "Hof van Palermo", gebouwd in 1476 door Jan Carondelet, eerste voor-zitter van de Grote Raad van Mechelen. Het pand i s, voorzover zichtbaar, deels ingestort. In elk geval zijn er geen vensters meer in een aantal delen van het pand. Een dringende en drastische ingreep is hier absoluut noodzakelijk. Het pand werd be-schermd bij besluit van 22 december 1943.

Het gebouw in de Augustijnenstraat 1 bevindt zich in een enigszins verwaarloosde staat. Het betreft een diephuis uit de 16d e-1 7d eeeuw met een barok

O.-L .-Vrouwbeeld uit de 18d eeeuw toegeschreven

aan Th . Ve r h a e g e n . Het pand werd beschermd bij besluit van 13 december 1977.

In de Bleekstraat 7 is er eveneens een enigszins verwaarloosd huis. Er is zichtbare verfafschilfering aan ramen en een muurscheur aan een venster. Verder kan er sprake zijn van een algemeen slecht onderhoud van het pand. Het betreft twee breed-huizen uit 1648. Het pand werd beschermd bij be-sluit van 13 december 1977.

Overeenkomstig artikel 11, § 1 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en s t a d s- en dorpsgezichten, gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995, zijn eigenaars en vruchtgebrui-kers van een beschermd monument ertoe gehou-d e n , gehou-door gehou-de nogehou-dige instangehou-dhougehou-dings- en ongehou-der- onder-h o u d s w e r k e n , onder-het in goede staat te beonder-houden en het niet te ontsieren, te beschadigen of te vernie-len.

Hetzelfde decreet legt in de artikels 13 tot 15 een aantal strafbepalingen op voor degenen die verzui-men de voorschriften na te leven met betrekking

tot de instandhouding en het onderhoud van be-schermde onroerende goederen.

Bovendien bepaalt artikel 4 van de wet van 7 au-gustus 1931 op het behoud van monumenten en l a n d s c h a p p e n , gewijzigd bij decreet van 14 juli 1993 d a t , wanneer er voor een beschermd monument gevaar bestaat voor verval of zware beschadiging, zo het in het bezit blijft van zijn eigenaar, de Ko-n i Ko-n g, op aaKo-nvraag of Ko-na advies vaKo-n de Ko Ko-n i Ko-n k l i j k e Commissie voor Monumenten en Landschappen, machtiging kan verlenen tot onteigening ten almenen nutte, hetzij door de staat, hetzij door de ge-meente.

1. Zijn de eigenaars van vermelde gebouwen p r i v é-e i g e n a a r s, een lokaal of regionaal bestuur of een andere overheid ?

Gaat het in het eerste geval om particulieren of om andere privé-eigenaars ? Om welk bestuur of welke overheid gaat het in de andere geval-len ?

2. Welke maatregelen werden er tot op heden in het algemeen genomen door de bevoegde toe-zicht houdende instanties om het verval van die panden tegen te gaan ?

Wat is in voorkomend geval, de stand van zaken?

3. Werd door de bevoegde instanties reeds over-wogen om, in het kader van artikel 13 van het decreet van 3 maart 1976, stappen te onderne-men teneinde de eigenaars ertoe aan te zetten de betrokken panden conform de geldende voorschriften te onderhouden en/of te restaure-ren ?

Zo ja, wat is de stand van zaken ?

Zo niet, waarom is dit nog niet gebeurd ? 4. Werd door de bevoegde instanties reeds

ow o g e n , gezien de soms vergaande staat van ver-val van de panden, conform de bepalingen van artikel 4 van de wet van 7 augustus 1931 stap-pen te ondernemen om ze te onteigenen ten al-gemenen nutte ?

Zo neen, waarom niet ?

(2)

5. Welke maatregelen overweegt de minister op korte termijn teneinde de genoemde panden van de ondergang te redden ?

Antwoord

1. De panden die opgesomd worden, zijn allemaal privé-eigendommen.

2. Er is momenteel nog niets ondernomen door Monumenten en Landschappen om de verwaar-lozing van de opgesomde beschermde panden te stoppen.

3. Er zijn momenteel nog geen juridische maatre-gelen genomen door Monumenten en Land-s c h a p p e n , overeenkomLand-stig artikel 13 van het de-creet van 3 maart 1976, omdat het geen structu-reel verval betreft dat het voortbestaan van het monument zelf in het gedrang brengt.

4. Een onteigening ten algemenen nutte is niet aan de orde, om dezelfde reden als verwoord in punt 3.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het kader van het beleid dat tot voor vijftien jaar algemeen door alle beherende instanties werd gevoerd in verband met de voorkoming van overstromingen en het saneren van

Het initiatief voor het organiseren van de za- kenreis onder leiding van Prins Philip naar Chili werd genomen in consensus door de verschil- lende gewesten en de federale

In antwoord op de vraag om een concreet over- zicht te geven van de initiatieven die genomen zijn voor het stimuleren van initiatieven inzake thuis- zorg voor ouderen en het

Werd door de bevoegde instanties reeds over- wogen om in het kader van artikel 13 van het decreet van 3 maart 1976 stappen te onderne- men teneinde de eigenaar ertoe aan te zetten

Werd door de bevoegde instanties reeds over- wogen om, in het kader van artikel 13 van het decreet van 3 maart 1976, stappen te onderne- men teneinde de eigenaar ertoe aan te zetten

Met de diensten van de stad Mechelen zal worden onderzocht welke maatrege- len hier genomen

Werd er door de bevoegde instanties reeds overwogen om in het kader van artikel 13 van het decreet van 3 maart 1976, stappen te onder- nemen teneinde de eigenaar ertoe aan

Gelet op de beperkte investeringskredieten waarover het Bloso per jaar beschikt en het ge- brek aan informatie over de concrete mogelijk- heden omtrent het dossier van de hippodroom