• No results found

Vraag nr. 207 van 1 juli 1996 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 207 van 1 juli 1996 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 207 van 1 juli 1996

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Ruilverkavelingen – Kanalisering en verdroging Onlangs bleek uit een reportage op een regionale tele-visiezender dat er zich in de streek van Kasterlee een probleem van verdroging voordoet. Een en ander zou het gevolg zijn van de rechttrekking van de Kleine Nete naar aanleiding van de ruilverkaveling, waardoor het water te snel wordt afgevoerd. Thans wordt voorgesteld om de bochten in de Nete te herstellen.

Klopt het dat de ruilverkavelingen mede oorzaak zijn van de verdroging die zich op talrijke plaatsen voor-doet ?

Worden er in dat geval maatregelen genomen om de rechttrekking van waterlopen ongedaan te maken ? Wordt er bij de ruilverkavelingen die nog lopen reke-ning gehouden met de negatieve effecten van een rechttrekking van waterlopen ?

Antwoord

De nieuwsuitzending van de regionale televisiezender handelde over de vallei van de Kleine Nete in Kaster-lee, stroomafwaarts van de baan Turnhout-Geel. In het kader van het beleid dat tot voor vijftien jaar algemeen door alle beherende instanties werd gevoerd in verband met de voorkoming van overstromingen en het saneren van waterziek gronden, werden vanaf het jaar 1950 werken uitgevoerd aan de Kleine Nete. Zo werd in de jaren 1950-1960 de Kleine Nete door de toenmalige Nationale Maatschapij voor de Kleine Landeigendom rechtgetrokken, verbreed en ingedijkt in het kader van de ontginning van het Zeggegebied langs de linkeroever.

In de periode 1960-1970 werden op de rechteroever van de Kleine Nete ruilverkavelingswerken uitgevoerd. Tracé-aanpassingen zijn toen enkel uitgevoerd op de zijlopen met het oog op het verbeteren van de perceels-vormen. Ten behoeve van de peilbeheersing en de watervoorziening van de aangrenzende weiden en gronden werden meerdere stuwen gebouwd op deze waterlopen.

Door de geregeld voorkomende hoge waterstanden in de Kleine Nete in perioden van grote neerslag en/of hevige kruidgroei in de bedding, waren er geregeld overstromingen in het betrokken landbouwgebied. Om deze overstromingen te voorkomen, werd in 1975 het tracé van de Kleine Nete tussen Herentals en Lichtaart door de toenmalige Landelijke Waterdienst gekalib-reerd en aangepast.

De algemene beleidsvisie, ook voor de werken in het kader van de landinrichting en de ruilverkaveling, is sedert de laatste vijftien jaar echter sterk gewijzigd. Zo werden onder meer de principes van de milieutechni-sche natuurbouw in een vademecum neergeschreven. Dit vademecum wordt thans meer en meer toegepast. Een dergelijke toepassing is ook terug te vinden in de verschillende projecten tot herwaardering die werden

uitgewerkt en die, waar mogelijk, zullen worden verwe-zenlijkt.

Het is echter niet juist dat enkel waterbeheersingwer-ken – al of niet in het kader van de ruilverkaveling – aanleiding geven tot de verschijnselen die onder het begrip "verdroging" worden samengevat. In het Thema 9 van het MINA-plan 2 worden bijvoorbeeld volgende oorzaken vermeld, ik citeer :

"Veel menselijke activiteiten en ingrepen, die reeds eeuwen aan de gang zijn, hebben het kwalitatief even-wicht van het waterhuishoudkundige systeem stelsel-matig veranderd en verdroging veroorzaakt :

– verminderde voeding door verstedelijking ;

– grond- en oppervlaktewaterwinning voor de land-bouw, industrie en drinkwatervoorziening ;

– snellere evacuatie van neerslag op landbouwgron-den (aanleg van sloten en draineringen) :

– snellere aanvoer van oppervlaktewater door uitbrei-ding van de verharde oppervlakte, aanleg van riole-ring en aanleg van draineriole-ringen ;

– snellere afvoer van oppervlaktewater door waterbe-heersingswerken die daarop zijn gericht ;

– infrastructuurwerken, ophogingen en ontgrondin-gen."

In dit thema wordt op het probleem van de verdroging dieper ingegaan, wordt gewezen op het belang van het integraal waterbeheer, van het rationeel watergebruik, van het kwantitatief evenwicht in de waterhuishoud-kundige systemen, van de natuurlijke structuur van waterlopen en van de nodige onderbouwing van het beleid. De nodige actiepunten om de oplossing van het probleem te ondersteunen worden ook aangegeven. Indien het MINA-plan 2 wordt goedgekeurd, zullen deze actiepunten worden uitgevoerd.

Buiten de algemene aspecten die tot "verdroging" kun-nen leiden, moet men echter ook rekening houden met de gevolgen van neerslagtekorten. Zo zijn de uitzon-derlijk lage waterpeilen tijdens het voorbije jaar een gevolg van een gemiddeld gecumuleerd neerslagtekort van 350 l/m2 voor de periode juli 1995 – juni 1996. Dit is

het tweede grootste tekort sinds het begin van de waar-nemingen van het KMI in 1833. In het ruilverkavelings-gebied te Kasterlee hebben de destijds geplaatste stu-wen bij dergelijke uitzonderlijke lange droogteperiodes geen effect meer, aangezien meerdere waterlopen bovenlopen zijn met een beperkt stroomgebied ; deze waterlopen staan thans grotendeels droog.

Bij de nog lopende ruilverkavelingen worden de water-beheersingswerken gericht op een optimale bediening van de aanwezige functies : voorkoming van de schade aan personen en materiële goederen door eventuele overstromingen, peilbeheersing uit oogpunt van een passende watervoorziening voor de akkerbouw, het vee en de natuur, beperking van de stroomsnelheid ter voorkoming van erosie, verbetering van de waterge-bonden ecologische infrastructuur ter bevordering van de fauna en de flora in de daartoe bestemde zones, aan-leggen van kleinschalige waterzuiveringseenheden in afgelegen gebieden ter verbetering van waterkwaliteit, enzovoort.

(2)

Tracé-wijzigingen worden slechts uitgevoerd voor zover zij onontbeerlijk zijn voor de realisatie van bovenvermelde doelstellingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kind en Gezin, het Vlaams Fonds voor Sociale Integra- tie van Personen met een Handicap en Bloso adverte- ren niet in

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Studie toepassing taalwetgeving Brussel – MIVB Uit het verslag van de gedachtenwisseling die op 29 februari laatstleden plaatsvond over

Artikel 6 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalre- geling in het onderwijs stelt dat in de gemeenten opge- somd in artikel 3, het kleuter- en lager onderwijs aan de kinderen

De Vlaamse overheidsinstellingen die onder mijn bevoegdheid ressorteren en die hierna worden ge- noemd, hebben mij uitdrukkelijk verklaard nog nooit te hebben geadverteerd

Het koninklijk besluit van 30 november 1966 houdende toepassing van artikel 7, lid 2, 2° van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs, bepaalt dat het

De Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel (VDBH) heeft in 1995 deelgenomen aan heel wat zen- dingen van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH). Kan

Daar de bedrijven zich geruime tijd op voorhand kun- nen inschrijven voor de spreekdagen, gebeurt het ook soms dat een consultatie overbodig wordt omdat er intussen al

Uit het Jaarverslag 1995 van de Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel (VDBH) verneem ik dat dit initiatief werd afgeblazen "omdat de nieuwe toezichthoudende