Vraag nr. 78
van 21 december 2000
van de heer ROLAND VAN GOETHEM Windturbines – Investerings- en energiekosten Uit diverse persberichten blijkt dat er plannen be-staan om Vlaanderen van een tamelijk indrukwek-kend windmolenpark te voorzien, met een totaal van 1.630 stuks. Deze windmolens zouden een pro-ductiecapaciteit van 1.522.620 MWh (megawatt-uur) moeten halen.
1. Worden bouw, onderhoud en uitbating van deze windmolens toevertrouwd aan de traditionele e n e r g i e p r o d u c e n t e n , of wordt er gedacht aan nieuwe intercommunales, bestaande intercom-munales of een andere vorm van ad hoc maat-schappijen ?
2. Wat is de kostprijs van een windmolen van 600 kW (kilowatt) en de kostprijs van een windmo-len van 1.500 kW ?
3. Wat is de respectieve afschrijvingstermijn voor die windmolens ?
4. Wat is de reële levensduur van dergelijke wind-molens ?
5. Hoeveel bedraagt de reële kostprijs van de op-gewekte kWh (kilowattuur), rekening houdende met alle kostprijsbepalende elementen ?
6. Wat is het verschil tussen de kostprijs van de k Wh opgewekt met windenergie en de kostprijs van de kWh opgewekt door een klassieke cen-trale en een kerncencen-trale ?
7. Wordt de prijs van de kWh opgewekt met wind-energie voor de kleine verbruiker lager, h o g e r, of blijft hij ongewijzigd ?
Deze verschillen dienen natuurlijk rekening te houden met de toekomstige liberalisering van de energiemarkt.
Antwoord
1. Het elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000 wil een sterke impuls geven aan de productie van mi-lieuvriendelijke "groene stroom" in V l a a n d e-ren.
Tegen 2004 moet 3 % van de elektriciteitsleve-ringen in Vlaanderen uit dergelijke groene
stroom bestaan. Deze verplichting wordt inge-voerd op het niveau van de elektriciteitsleve-r a n c i e elektriciteitsleve-r s, die zelf moeten zoelektriciteitsleve-rgen dat eelektriciteitsleve-r, op stelektriciteitsleve-raf- straf-fe van zware boetes, genoeg groene stroom aan de Vlaamse eindafnemers wordt bezorgd. D e controlemechanismen die in het decreet werden i n g e b o u w d , zijn zo opgevat dat het aan de markt zelf wordt overgelaten waar en met welke technologie welk type groene stroom zal worden opgewekt.
De elektriciteitsleveranciers kunnen dus ofwel zelf investeren in de bouw, het onderhoud en de exploitatie van groenestroominstallaties, o f w e l kunnen de groenestroomcertificaten komen van andere initiatiefnemers. Mits het verkrijgen van de benodigde bouw- en milieuvergunningen, kunnen zowel privé-personen, v e n n o o t s c h a p p e n als coöperatieven windturbines plaatsen.
2. Het samenvattend eindrapport van het Wi n d-plan V l a a n d e r e n , dat werd uitgevoerd door de VUB en V Z W ODE V l a a n d e r e n , met steun van het Vlaams Gewest, vermeldt als totale investe-ringskosten de som van de kostprijzen van re-spectievelijk de turbine, de fundering, de oprich-ting en het transport en ten slotte de netaanslui-ting (geraamd op 10 % van machine- en funde-r i n g s k o s t e n ) . Deze investefunde-ringskosten wefunde-rden omgerekend naar kostprijs per vierkante meter r o t o r o p p e r v l a k . Voor een windturbine met een vermogen van 600 kW bedraagt dit 16.500 f r. / m2, voor 1.500 kW 19.000 fr. / m2. (VUB : V r i j e
Universiteit Brussel ; ODE : Organisatie voor Duurzame Energie – red.)
Voor een turbine van 600 kW met een wiek-lengte van 24 meter komt men aldus tot totale investeringskosten van ± 30 miljoen frank . Vo o r een turbine van 1.500 kW met een wieklengte van 35 meter bedragen de totale investerings-kosten ± 70 miljoen frank.
3. De simulatieberekeningen bij het Wi n d p l a n Vlaanderen veronderstellen een afschrijvings-termijn van maximum vijftien jaar.
4. Bij het ontwerpen van windturbines wordt gere-kend met een levensduur van minstens twintig j a a r. In werkelijkheid kan de levensduur langer z i j n . Momenteel bestaan daar geen concrete ge-gevens over, omdat het hier een zeer jonge sec-tor betreft.
ener-giedichtheid (hoeveelheid energie die per vier-kante meter rotoroppervlak kan worden ge-haald op een bepaalde site) wordt daarbij als basis gebruikt.
Daarnaast heeft men de investeringskosten (16.500 fr. / m2tot 19.000 fr. / m2r o t o r o p p e r v l a k ) ,
de onderhoudskosten (2 % per jaar van de ini-tiële investering voor de eerste 10 jaar en stij-gend met 10 % vanaf het elfde jaar) en diversen zoals opstelrechten en verzekeringen (500.000 f r./jr voor een 600 kW en 1.000.000 fr./jr voor een 1.500 kW).
Op basis van deze gegevens, een levensduur van twintig jaar van een turbine en een intrestvoet van 6 %, werd een kostprijs berekend voor de geleverde energie, en dit voor het volledige g r o n d g e b i e d . Hierbij werd geen rekening ge-houden met eventuele investeringssubsidies (bron : samenvattend eindrapport van het Windplan Vlaanderen).
Afhankelijk van de locatie varieert de kostprijs van 1,82 fr. / k Wh voor gebieden met een speci-fieke energiedichtheid van 1.200 kWh / m2/jr tot
3,60 fr/kWh voor gebieden met een specifieke energiedichtheid van 600 kWh/m2/jr.
6. Een vergelijking van de productiekosten ( b r a n d s t o f f e n , i n v e s t e r i n g e n , o p e r a t i e s, e n z . ) van elektriciteit uit vier verschillende technolo-gieën levert volgende resultaten op, zonder re-kening te houden met externe kosten.
Technologie
STEG 1,31
Kernenergie Tussen 1,18 en 1,67 – afhankelijk van type en levensduur van de re-actor
Steenkool Tussen 1,37 en 1,67 – afhankelijk van de technologie
Windenergie Variërend tussen 1,81 – 2,62 en 3,14 – afhankelijk van de locatie, respectievelijk aan de kust, in de polders en in het binnenland
Bron : Commissie Ampère, Rapport oktober 2000, Execu-tive Summary
(STEG : stoom- en gasturbine ; C o m m i s s i e Ampère : Commissie voor de Analyse van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en de Re-evaluatie van de Energievectoren – red.)
7. De Vlaamse regering verwacht dat de injectie van elektriciteit uit windenergie in het distribu-tienet een neerwaartse druk op de vrijemarktta-rieven van groene stroom zal uitoefenen. H e t elektriciteitsdecreet bepaalt immers dat een verbruiker van groene stroom, ongeacht of dit nu een kleine of grote verbruiker is, o n m i d d e l-lijk vrij zal zijn om zijn groenestroomleveran-cier te kiezen. Hij zal dus op zoek kunnen gaan naar de groenestroomleveranciers met de laag-ste tarieven.