• No results found

DE POSITIE VAN DE V.V.D. IN HET POLITIEKE KRACHTENVELD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE POSITIE VAN DE V.V.D. IN HET POLITIEKE KRACHTENVELD "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 15 februari 1958 - No. 480

en DEMOCIATIE

Stem11ten bij volmacht

(Zie pag. 5)

DE POSITIE VAN DE V.V.D. IN HET POLITIEKE KRACHTENVELD

Eenheid tegeJIOrt'er tweespalt en ~~Jerdeeldheid

De vorige week hebben wij de gunstige positie, waarin de V.V.D. zich naar onc gevoelen thans bevindt, van ef,n positief

s~andpunt belicht.

Wij baseerden ons immers op een duidelijke feitelijke situatie in de partij zelf: de grote activiteit, welke zich zowel op het "hoogste niveau" als in de meer plaatselijke partij-re- glonen in toenemende mate doet gelden.

Zij is een uiting van de gezonde levenskracht va11 een partij, die geloof heeft in haar roeping en (1ie, na een krachtige versterking bij een reeks van na-oorlogse verkiezingen, temidden van het politieke krijgsrumoer van 1956 haar vaandel èn haar mankracht ongeschokt wist te behouden.

In een samenleving, waari.n een tot het uiterste doorgevoerd dirigisme zijn greep op de rm•csa heeft versterkt, durft zij haar onver- zwakt geloof in de kracht van de vrije per- soonlijkheid met overtuiging uit te dragen.

E11 niet zonder succes, gelijk de redactie van dit weekblad zowel als de verzorgers van

onz'~ 14-daagse omroepmim;ten tot hun ge- noer;·c1 kunnen ervaren.

!11

l je.c positie ener partij in het politieke fJ krachtenveld wordt echter niet alleen bepaald door haar eigen positieve geladenheid, maar ook en in weinig mindere mate door de innerlijke sterkte of zwakte van haar politieke tegenspelers.

En ook te dien aanzien is er, van liberaal standpunt gezien, geen reden voor veront- rusting.

Zel:er, wij weten het: de Partij van de Ar- beid is nog altijd een massapartij, waarop ve- len zuiver automatisch hun stem uitbrengen.

De K.V.P. heeft nog altijd de directe of indi- recte steun van de r.-k. geestelijkheid en de

protestants~christelijke partijen drijven nog steeds voor een niet te onderschatten deel op de steun en de invloed van een aantal ortho- doxe predikanten.

En alle drie deze groepen hebben een "ach- terban" in een "eigen" vakbond.

Dat ziet er voor ons ogenschijnlijk dus nogal kw<tad uit, maar het i[:, in be1anr,r·ijke mate, ffiC('r sch\in dan wezc:l.

* * *

D0 Partij vau de A:·lx:i.d is als een vulkaan, die reeds enige jaren haar onderaards gerommel deed horen, maar thans tot een eer- ste, nog beperkte uitbarsting is gekomen, wel-

MEVROUW FORTANIER-DE wrr

,Tuist voor het ter perse gaan van ons blad bereikte ons de mededeling, dat het zo gewaardeerde lid van onze Tweerde-Kamerfractie, mevrouw A. Fortanier- . d_e ~it he~ voorn~men heeft, in verband met par- tlculiere omstandigheden ontslag als lid van de Kamer te nemen. Aan dit voornemen heeft zij in-

mi.~dels waarschijnlijk wel reeds gevolg gegeven.

WlJ hopen aan de grote verdiensten van mevrouw Fortanier en aan dit verlies voor onze Kamerfrac- tie in ons volgend nummer een beschouwing te wijden.

...

ke door velen als een waarschuwing voor nieu- we en grotere explosies wordt beschouwd.

De levensgevaarlijke "Derde Weg"-theorie, door de leiding der P.v.d.A. gelukkig nog altijd krachtig afgewezen, vreten niettemin voort aan het lichaam van deze partij, evenals het daarmede rechtstreeks samenhangende verzet tegen de steun aan onze defensie op de socia- listische aanhangers meer invloed heeft dan tot nu toe naar buiten kon blijken.

Dat geldt dan voor die opposanten, die de partij no~ trouw bleven. Maar een aantal heeft zich, in c~c onlangs opgerichte "Pacifistisch Socialidischc Partij", reeds afgesplitst, welk nieuw partijtj::: nog morele versterking heeft gekregen door de toetreding van een man als het oud-lid van de Eerste Kamer voor de P.v.d.A., prof. Donkersloot.

* "' ...

De kwestie Nieuw-Guinea is nu bovendien als een tijdbom in de socialistische ge- lederen komen werken en heeft tot een open- lijlr conflict geleid tussen de Tweede- en Eer- ste-Kamerfractie van deze partij.

De mislukking van de Regeringspolitiek op het economisch-sociale-financiële vlak en de toeneming van de werkloosheid hebben bij vele aanhangers het geloof in de plan-politiek ge- schokt.

Het beeld van een Kabinet onder socialisti- sche leiding, dat zich tegenover de meerder- heid van de volksvertegenwoordiging, waarop het zou moeten steunen, slechts staande kan houden door als een soort repeterende breuk de portefeuille-kwestie te stellen, kan de door de onderlinge geschillen ontstane gespannen sfeer slechts versterken.

Bij de protestants~christelijken is de situatie zeker niet gunstiger. Eerder het tegendeel, want bij hen is zelfs een reeds sedert lang naar bt!iten tredende achteruitgang zichtbaar, zich voor ieder manifesterend in een dalend zetel- tal in de Kamers.

"' * •

Wïj schreven het reeds na het bekend worden van de uitslag van 1956: Het politiek en maatschappelijk "klimaat" is voor f!,c; confessionele partijen in het na-oorlogse Nederland bepaald ongunstig.

Het krampachtig vasthouden aan verouder- rle te};·cnstellingen moge de onvermijdelijke ontwikkc!ing wel kunnen vertragen, tegen- houden kan het deze niet.

Het opdelen van gans het maatschappelUk leven in een aantal zuilen wordt door steeds meerderen als van tegennatuurlijke orde ge- voeld.

Talrijke jongeren van orthodoxen huize, eenmaal opgenomen in de moderne maatschap- pij en zelf een gezin gevormd hebbend, behoe- ven waarlijk hun geloof niet te verliezen om zich nog in de sfeer van geestelijke afzonde- ring, noch in het Nederlandse zuilenstelsel meer thuis te voelen.

Uit deze "geliberaliseerde" groep heeft, naar onze overtuiging, de V.V.D. een deel van haar stijgende kiezersaanhang vooral in de grote steden en forensengemeenten, te danken,

waardoor de partij in 1956 waarschijnlijk in- cidenteel geleden gering verlies aan de P.v.d.A.

ruimschoots zag gecompenseerd.

Deze geliberaliseerde groep, grotendeels ook lezers van de grote liberale dagbladen, bestaat uit jonge intellectuelen, beoefenaren van vrije beroepen of middenstanders, en kantoorbe- dienden, op wie de Partij van de Arbeid geen aantrekkingskracht uitoefent.

• * *

1;\/ifaar er is meer. In de Anti-rev. partij V' ..11 zelf rommelt het ook organisatorisch zwaar. Brochures als die van ds. Hommes en drs. Puchinger zijn symptomen van de onbe- haaglijkheid in deze kring.

Dat de fractieleider in de Tweede Kamer, rlr. Buins Slot. als hoofdredacteur van .,Trouw'' over principiële zaken in een hoofdartikel- strijd geraakte met minister Zijlstra, is niet minder symptomatisch.

De christelijk-historischen, die hun eigen parlementaire stootkracht bij voortduring ver- zwakken of zelfs geheel neutraliseren, door in de Kamers bij bijna alle belangrijke zaken in twee of zelfs wel in drie groepen uiteen te val- len, hebben diepgaande tweespalt over de vraag van het al dan niet samengaan (nu of in de naaste toekomst) van anti-revolutionai- ren en christelijk-historischen.

En de K.V.P.? Zij vormt een hoofdstuk apart. Er zal nog wel gelegenheid zijn, haar eens afzonderlijk te bezien. Dat zij ook maar enigermate een politieke eenheid vormt, ge- looft in ieder geval vrijwel niemand.

De K.V.P. volgt in de Kamers een politiek van de grote mond, maar van de kleine daad.

Een politiek van: "hou-me-vast-of-ik-bega- een-ongeluk".

Zij is als de slak, die haar kop wel eens naar voren steekt, maar deze schielijk weer terug- trekt achter het beschermende schild, zodra enig gevaar dreigt.

Menige liberaal voelende katholiek heeft dan ook individueel daaruit zijn conclusie reeds getrokken en voelt zich politiek meer verwant aan de V.V.D. dan aan de K.V.P.

* * *

Zo staat onze V.V.D. tegenover een in zich- zelf verdeeld en in vele opzichten te- leurgesteld en gedeprimeerd kamp van tegen- standers.

Bewaren w ij hiertegenover onze doelbe- wuste kalmte, ons verstand èn onze eenheid, dan kunnen wij de toekomst met vertrouwen

tegemoet zien. A. W. A.

Mevrouw H. A. van Riei-Smeenge overleden

BU het ter perse gaan van deze editie bewiktP ons de droeve mededeling, dat te Assen is over- leden mevrouw H. A. van Riel-Smeenge.

WU hopen in ons volgend nummer nader aan- dacht te besteden aan bet rijke leven, dat mev1·.

Van Riel in zo ruime matt> in dienst van de liberale zaak heeft gesteld.

(2)

Flitsen van Het Binnenhof (I) stel, maar niettemin houdt hij vast aau verdere bestedingsbeperkende maatre- gelen.

Eerste Kamer aanvaardde belastin9wetten • Onze fractie stem- de teCJen aRe wetsontwerpen· Verdere bestedingsbeperking past niet bii huidige economische toestand· Voorgestelde maatregelen gevolg van compromis van half iaar geleden • KVP ging door de knieën • Regeringsbeleid kriigt steeds sterker socialistische allure .. Naar beheersing van de kapitaalmarkt • Ondergrondse struc- tuurwiiziging.

Mijn conclusie en die van mijn fractie, aldus de heer De Wilde, kan, het geheel overziende, niet anders dan afwijzend zijn ten aanzien van verder gaande be- stedingsbeperkende maatregelen.

• •

Alvorens de belastingvoorstellen ge- detailleerd te bezien, maakte onze geestverwant er in het kader van de 3.1"

gemene financiële beschouwingen op attent, dat het regeringsbeleid een steeds sterkere socialistische allure begint te vertonen, Het is onbegrijpelijk, dat de niet-socialisten ten behoeve van de par- ticuliere bouw geen verhoging van de premie hebben geëist.

De Eerste Kamer heeft vorige week de belastingontwerpen aangenomen, die de Tweede Kamer op 2 en 3 januari heeft behandeld. De verlenging van <le schorsing van de investeringsaftrek is aangenomen met 46 tegen 9 stemmen,

De tegenstemmers waren de zeven leden van onze fractie, alsmede de heren Koops (KVP) en Reijers (CH). De ver- hoging van de vermogellsbelasting ,is aanvaard met 46 tegen 11 stemmen. 'l e- g en stemden VVD en CH.

De vcrhoging van de omzetbelasting op televisietoestellen, personenauto's en motorrijwielen en de banden daarvan, is zonder hoofdelijke stemming aangeno- men met de aantekening, dat alle leden van de VVD-fractie, alsmede de commu- nisten en de KVP'er Koops geacht wil- den worden te hebben tegen gestemd.

De KVP-fractic heeft zich bij mond,~

van de heer Van Campen nog erg druk gemaakt voor de herleving van de in- vesteringsaftrek, maar tevoren had onze mr De Wilde al voorspeld, dat de KVP door de knieën zou gaan. En dat ge- b<'urde prompt nadat minister Hofst.ra h('t "onannvaarclba8r" had uitgesproke7l

Voor een juiste beoordeling van de eventuele noodzaak van de' voor- ge,;telde belastingverzwaringen achtte onze geestverwant mr De Wilde het no- dig, dat men het te verwachten econo- mische klimaat in zijn beschouwingen betrekt. Daarbij maakte hij er op at- tent, dat wij thans een beter inzicht hebben in de waarschijnlijke ontwikke- ling in 1958 dan midden 1957 toen de rijksbegroting wPrd opgesteld. Er heb- ben zich inmiddels hclangrijk.e wijzigin- gen voltrokken.

Wij zijn echter bevreesd, aldus onze woordvoerder, dat de voorg·cstclde maat- regelen het gevolg zijn van een campro- nlis van meer dan een half jaar geleJen in het kabinet en dergelijke compronus- sen -- wij hebben het aan het J:H"stunr.s- beleid gezien - hebben een onaantast- baarheid, waartPgen geen redcnc:::-ing, ook al is die nog zo juist, op kan.

Wij menen, dat de begroting een poli- tiek compromissoir karakter heeft al- leen reeds op grond van het merkwaax- dige feit, dat nu, in een sedert midden vorig jaar belangrijk gewijzigde econo- mische situatie, een kastekort van 107 miljoen een aantal belastingmaatre- gelen zou moeten rechtvaardigen.

Van de totale uitgaven van ruim 8 Mil-

jard, maken ongeveer 100 miljoen 114 procent uit. Men zou de situatie dm:

kunnen vergelijken met een gezin. dat van een jaarinkomen van f 4.000.- n!~t

en van een jaarinkomen van .f 4.050,- wèl zou kunnen bestaan. WannePr men bedenkt, dat een begroting de maximale verwachting behoort aan te geven, zou die ruimte van 1%. procent reeds in dc begroting zelf bC'horen te zitten.

...

Sedert midden 1957 is de werkloosheid sterk gestegen. De overspanning op de arbeidsmarkt, die noopte tot de hl)- stedingsbeperking, is dus opgeheven.

Op de handelsbalans zien wij over de periode van mei tot en met oktober 1957 een geleidelijke verbetering van het del•- kingspercentage van 68,9 tot 84,1.

De goud- en deviezenreserves bedroe- gen eind december 1957 weer bijna 4 mil- jard, nl. 3939 miljoen. Wij waren in no- vember 1956 onder dit bedrag gekomEn, waarna wij teruggevallen zijn tot net boven de 3 miljard, nl. 3130 miljoen.

Op de geldmarkt is een belangrijke ontspanning ingetreden. Kortgeleden werd het wisseldisconto met een half procent teuggebacht. De hoge kasgelà- leningen van de gemeenten behoren tot

het verleden.

Op de kapitaalmarkt is pas na de '-'C'C-

ste dagen van januari van dit jaar een duidelijke verbetering te bespeuren. Een ontspanning manifesteert zich altijd het eerst op de arbeidsmarkt en het laa',st op de kapitaalmarkt.

Niemand kan dit herstel van het even- wicht ontkennen. Wanneer de heer Ver- meer in Paraat schrijft, dat ons volk er maar Weinig van merkt, dat wij het diep- tepunt gepasseerd zijn, zou je welwillend kunnen opmerken, dat het een op het ander slaat als een tang op een varken.

Ook de minister van Financiën erk.:mt in zijn memorie van antwoord het het·-

Mr. DE WILDE jniste voorspelling

In de miljoenen-nota signaleert minis- ter Hofstra als een nieuwe structurele factor in Nederland sedert de oorlog, een toegenomen kapitaalsbehoefte, die zelfs tot een kapitaalschaarste heeft ge- leid.

Als dit een structuurverschijnsel is, betekent dit, dat hiertegen maatregelen moeten worden genomen? Welke maat- regelen, vroeg de heer De Wilde zich af. Een kapitaalmarktbeheersing? B'j een structureel tekort aan kapitaal past immers volgens socialistische visie be- stedingsdwang en het verlenen van prio- riteiten.

Vorige week heeft de minister-presi- dent gezegd, dat hij een zekere centrale beoordeling van de prioriteit nodig acht. Wanneer dr Drees dat zegt, ~;al dat wel de mening zijn v&.n het kabinet,

• •

De constatering, dat er een structu- reel kapitaaltekort is, is een nieuw geluid van socialistische zijde. In de ver-

H. G·ERRITZEN

HERENMODE

Lamt tmn Meerdervoort 280a- Gevers Deynootpl., 9 Den Haag

~

A1•row ShirttJ à f 119~7 .S

verkrijgbaar in 3 1nouwlengtes

---·

DEZE BURGER

heeft met evenveel belangsteUing als de leden van de Tweede Kamer kennis genomen van de mooie, glanzend, ronde cijfers, geproduceerd door Staatssecretaris Van der Beugel, toen deze een opsomming gaf van de salarissen door allerlei hoge Europese heren getoucheerd. En deze burger is, gelooft hij, de eni.ge Europeaan, die daarvan niet de minste beroering rondom het middenrif heeft ondergaan.

Hij moet toegeven dat het mooie inkomsten zijn en dat ik geen spoor van medelijden met de heren zou hebben, wanneer deze salarissen ver- minderd werden of aan de normale belastingheffingen wierden onder- worpen, maar ik heb het gevoel dat die heren dan wel minder zouden worden. omdat de gemeenschap daar nauwelijks mee zou worden gebaat.· Het zou, dunkt mij, in het astronomische heelal der belasting- cijfers, een druppel op een 1·oodgloeiende plaat zijn. .

Als er tóch om andennans feestelijke inkomste geknarsetand moet worden, dan zou ik wel eens het akelige geluid willen vernemen dat er zou opgaan wanneer de inkomens der in Nederland hoogst-aange- slagenen openbaar zouden worden gemaakt en wanneer men dus ver- nemen kon wie wàt verdienen. Men zou dan voor wonderlijke cijfer- feiten komen te staan en volop de gelegenheid hebben uit te roepen:

"nou, als d i e meneer en d i e meneer en die andere meneer een zó groot inkomen hebben. dan is dat van al die euromannen nog niet eens zó gek hoog." -

Neen, ik zou er geen tranen om laten wanneer al die euro-salarissen verminderd werden of wanneer die gelukzalige heren net als ik en U en wij allen tezamen, belasting zouden moeten betalen, maar aan de andere kant ben ik er niet kapot van en zelfs niet verontwaardigd over, dat zij hebben wat zij hebben.

Ik zou liever zien dat men zijn verontwaardiging reserveerde voor de geringheid van de lagere inkomens in stede van deze te spenderen aan de hoogheid van de hoogste.

Want ik vind die laagste veel indrukwekkender dan de hoogste en ik vind het veel beschamender dat zo talloos velen aan de rand van de nooddruft leven, dan dat zo weinigen het er zo goed van nemen kunnen.

In de verontwaardiging om de allerhoogste inkomens gevoel ik de aanwezigheid van elementen van hypocrisie. In het gebrek aan veront- wam·diging om de lage1·e en laagste: een ferm stuk ongevoeligheid.

Dit is, ten deze, het minderheidsstandpunt van

15 FEBRlJARI :1951 - PAG. 2

gadering van de veremgmg voor Bel&~•

tingwetenschap betoogde de heer H. J.

Hofstra op 27 november 1954, dat er geen sprake was van een structureel kapl- taalstekort. Ook de heer Roemers( het socialistische lid der Tweede Kamer) achtte het onjuist te concluderen, dat de Nederlandse economie werd gekenmerkt door een structurele kapitaalschaarste.

Zijn deze heren dan zo onweten- schappelijk geweest of is hetgeen men thans zegt geen wetell6chap of weten wij er helemaal niets van.

De zaak Is veel simpeler, antwoordde de heer De Wilde op deze vragen. Toen de heren zeiden, dat er geen structurele kapitaalschaarste in Nederland bestond - wij leefden in 1954 - ging het om een verlaging van de belastingtarieven;

thans, in 1958, is echter de inzet <1·., be- heersing van de kapitaalmarkt.

Men moet oppassen wanneer men be- grippen als structurele kapitaalschaarste hanteert, want dit houdt een structurele overheidspolitiek in die met deze factor rekening houdt, en structuurpolitiek kan bovendien, wanneer het om de maat- schappelijke vormgeving gaat, nooit uit- sluitend structuurpolitiek zijn. Dat heeft de heer Hofstra in 1954 ook gezegd.

Men moet zich afvragen of ook de niet-socialistische ministers nu binnen- kort hoera gaan roepen voor een be- heerste kapitaalmarkt.

onaanvaardbaa1·

Mochten zij daartoe lust hebben, dan zij hun aandacht gevestigd op het volgende. Volgens prof, Poethuma steeg het nationale inkomen in de periode 1951-1956 met 47 procent. In dezelfde tijd steeg het overheidBaandeel in de net- to nationale uitgaven met 58 r•rocent.

Een belangrijk verschil.

Prof. Postbuma vestigt er tevens de aandacht op, dat het evenwicht tussen directe belastingen en kostprijsverho- gende belastingen (omzetbelasting e.d.) steeds verder is verstoord. Terwijl de op- brengst uit belasting op inkomen en vermogen over genoemde periode met 47 procent steeg (evenals het nationale inkomen), stegen de totale belastingop- brengsten, door het achterblijven van de procentuele stijging van de kostprijs- verhogende belastingen, slechts met 34 procent.

Terecht constateerde prof. Po.sthuma, dat hierdoor de overheid haar aanvan- kelijke financieringsoverschotten in de latere jaren heeft zien omslaan in te- korten en daardoor in toenemende ma- te de grote concurrent is geworden V3.ll het bedrijfsleven op de kapitaalmarkt.

* * *

Hiermee zijn wij weer op het uit·

gangspunt terug. Het is nu de vraag:

is het tekort op de kapitaalmarkt een structureel tekort wanneer de overheid enerzijds het peil van haar uitgaven op·

voert en anderzijds het peil van haar in- komen laat dalen en dan voor de daar- door ontstane •tekorten dekking gaat (Vervolg op pag. 3)

(3)

t'aUIUIID - -Dea.t.ftll

Onze belangen in Indonesië (I)

Hoezeer de ontwikkeling van de ge·

beurlenissen in Indonesië in onze kring met intense belangstelling wordt ge- volgd, blijkt wel uit de brieven, die wij de laatste weken bij voortduring van lezers hierover ontvangen.

Wij hebben, naast onze eigen beschou- wingen en commentaren, gaarne onze rubriek "Men schrijft ons" daarvoor opengesteld.

Dat willen wij voorlopig gaarne blij- ven doen, maar zien ons toch genood- zaakt, vooral de uitvoerige brieven zo- veel mogelijk samen te vatten.

Wij laten hier (ten dele dus samen- vattend) weer enkele volgen.

Ons lid de heer E. L. Ie Roux, te 's-Gravenhage, reageert op hetgeen de heer S. in deze rubriek in ons blad van 1 februari schreef.

Diens uiteenzetting van de grondrech- ten in het voormalige Nederlands-Indië, kan hij, als gewezen Bestuursambtenaar, niet delen. De heer le Roux schrijft, dat deze uiteenzetting hem schrijnt.

De grond was niet het eigendom van de autochtone bevolking, vermits de Do- meinverklaring bepaalde, dat alle grond.

waarop niet erfelijk individueel bezits- recht (dit is het eigenlijke specifieke recht van de Indonesiër), noch een an- dere titel rustte, domein was en is van het Land (in Nederland zegt men: Staat).

Tot deze Domeingronden behoren de woeste gronden, welke in "grote Erf- pacht" werden uitgegeven, in tegenstel- ling tot de "kleine Erfpacht", welke verleend kon worden aan klein-landbou- wers (meestal Europeanen en enige Ja- panners) tot een maximum van 25 Baoe's

(1 Baoe is 0,7 ha.), in uitzonderlijke ge- vallen te brengen op een maximum van 50 Baoe's.

De grote cultures van thee, koffie, kina werden gedreven in "grote Erf-

<Vervolg van pag. 2)

zoeken op de kapitaalmarkt? Men zou ook hier kunen spreken van een struc- tuurpolitiek van de overheid.

Dit is echter een structuurpolitiek, die ondergronds werkt. De regering benut de omstandigheid om structuurwijzigingen die zij nastreeft, maar anders misschien niet zo gemakkelijk zou hebben kunnen verwezenlijken, door te drukken. Ik kan de niet-socialistische partijen die meere- get'en, aldus mr. De Wilde, niet voldoen- de waarschuwen tegen deze structuur- veranderingen, die veelal hun wortel vin- den in het financiële vlak en die in hun gevolgen tot weer nieuwe consequenties schijnen te voeren.

Ik zie zeer wel in, dat de kapitaal- markt als gevolg van de voorfinancie- ring en in het bijzonder door de sterk toegenomen kortlopende gemeenteschuld nog heel wat vraag zal moeten verwer- ken, waartegenover een geringer aanbod staat.

De consoludatie van deze korte schuld zal echter geleidelijk moeten geschieden.

Zij zal langer duren naarmate het be- drijfsleven behoefte aan kapitaal heeft.

Het is echter totaal onjuist de investe- ringen van het bedrijfsleven af te rem- men om zo snel mogelijk of zo goedkoop mogelijk de kortlopende gemeenteschuld te consolideren. Wij moeten hierbij be- denken, dat het bedrijfsleven toch al angst heeft voor de conjuncturele voor- uitzichten. Over dit gevoel moeten wij been, terwille van onze toekomstige

werkgelegenheid.

• •

De voorgestelde belastingmaatregelen hebben alle drie tenslotte een af- remming van de bedrijvigheid tot ge•

volg. Onze fractie acht deze afremming thans onjuist en reeds daarom kon zij haar stem aan de voorstellen niet ge- ven.

Wat de verhoging van de omzetbelas- ting op een aantal goederen betreft, merkte de heer De Wilde op, dat al die direct gerichte belastingmaatregelen zo discriminerend werken. En bij de keu·

ze welke maatregelen wel en welke niet moeten worden getroffen, spelen sub- jectieve overwegingen een te belang- rijke rol. Juister zou het zijn bij de noodzaak tot afremming van · de con- sumptie, de omzetbelasting over de ge- hele lijn een kleine verhoging te doen

ondergaan. V. v. D.

pacht", met een tijdsduur van 75 jaar en deze termiJn kon wor<len verlengd bij besluit van de Directeur van B.B., vroe- ger bij Gouvernementsbesluit.

Het adatrecht speelt alleen een rol bij transacties en geschillen in de vermo- gensrechtelijke sfeer tussen Indonesiërs, niet echter tussen een Indonesiër en een niet-Indonesiër, want dan gold Over- heirlsrecht (o.a. Burgerlijke Rechtsvor- dering>.

De souvereiniteit van Nederland over Nieuw-Guinea lijkt hem in het stuk van inzender S. ongelukkig omschreven, om net te zeggen miskend. Nieuw-Guinea behoort van circa 1824 tot Nederlands- Indië; het wet'd echter in 1949 uitdruk- kelijk niet aan Indonesië overgedragen.

De Nederlandse souvereiniteit daarover lijkt hem dan ook onaanvechtbaar.

Onze belangen in Indonesië (11)

Een andere Haagse geestverwant, de heer J. van den Thoorn, betuigt daaren- tegen juist zijn adhesie met hetgeen de heer S. in deze rubriek schreef.

Vele andere publikaties over Indonesië, zo merkt hij op, zijn helaas uitermate onzakelijk. mj is het volkomen eens met de heer S., dat het onverstandig is ge- weest van de Nederlandse Regering om op het strijdpunt Nieuw-Guinea in te gaan en dat minister Luns zeer zeker niet de geschikte man is om met Indo- nesië te onderhandelen. De vraag is het z.i. echter, of het zover zal komen.

Hij gelooft niet, dat de R.I.S. weer wordt hersteld; dat is een te grote stap terug in de na de oorlog door Nederland aangegeven richting. De buitengewesten zullen. echter ongetwijfeld meer invloed krijgen als prima krachten als Moh. Rat- ta, prof Sumitro en de juist afgezette president van de Bank Indonesia: Sjari- fuddin Prawiranegara, een nieuwe rege- ring vormen.

Ongetwijfeld, zo meent hij, is er onder een dergelijke regering plaats voor het Westerse bedrijtsleven, zelfs voor het Nederlandse. Dat de Nederlandse maat- schappijen geen dominerende positie zul- len kunnen heroveren, acht hij echter duidelijk.

Of onze bedrijven die - tegen die tijd - vermoedelijk vrijwel de gehele Ne- derlandse staf hebben teruggetrokken, het zullen aandurven terug te keren, acht hij eveneens zeer de vraag. Weliswaar hebben de Nederlandse zaken de meeste lokale kennis, doch in een eventuele nieuwe wending in de Indonesische po- litiek (in het bijzonder op Java altijd mogelijk) zijn ongetwijfeld de Nederlan- ders weer het eerst de dupe.

Bovendien kan de nu snel doorgevoer- de lndonesianisatie niet meer ongedaan gemaakt worden. Onze briefschrijver meent derhalve, dat wij het beste ons verlies van zaken kunnen nemen. Slechts over de schadevergoeding zal overleg mogelijk zijn.

Hij eindigt zijn brief aldus: "De Partij van de Arbeid kan trots zijn op haar flinke "koloniale" politiek. Geen enkele andere regering zou kans hebben gezien, in zo korte tijd zoveel stroppen te halen!"

Onze belangen in Indonesië ( 111)

Ook de heer J. Ph. Korthals Altes, te Amsterdam, las met veel interesse het stuk van de heer s. in deze rubriek en hetgeen deze schreef over "Onze belan- gen in Indonesië", "Soekarno-Hatta" en

"Nieuw-Guinea''.

De rustige en objectieve wijze, waarop de heer S. - aLdus onze geachte Am- sterdamse briefschrijver - kans ziet het probleem te benaderen, doet duidelijk uitkomen, dat hier een ter zake kundige aan het woord is.

De heer Korthals Altes vraagt zich af, waarom deze woorden ook niet eens in de volksvertegenwoordiging worden geboord. Het heeft hem, naar hij schrijft, in ieder geval teleurgesteld, dat ook de liberale partij het standpunt der Rege- ring kritiekloos heeft aanv·aard. In het bijzonder de in de laatste alinea (van het stuk van de heer S.) samengevatte conclusie, dat voor overleg ook aan deze zijde een andere regering nodig is, zou men toch in liberale kringen van harte moeten onderschrijven.

Uedactionele aantekening·:

Dat onze fractie het standpunt der Regering kritiekloos heeft aanvaard, kan men, zeker na de speech van de heer Korthals in de Tweede Kamer bij Buitenlandse Zaken, naar biHijk- heid toch bepaald n i e t volhouden.

Men kan dat zelf nalezen o.a. in de Handelingen van de Tweede Kamer, pag. 638 en 639. Zo sprak de heer Kort- hals de hoop uit, dat de onenigheid bij ,,hen, die in de Staten-Generaal de Regering na staan" (de P.v.d.A.) niet zou leiden tot een slap en schadelijk beleid. Ten aanzien van de Zuid- Molukken stelde hij vast, dat in de Verenigde Naties daarvoor geen enkele belangstelling had bestaan, doch hij verzuimde niet, daaraan toe te voegen:

.,al moet worden gezegd, dat de Rege- ring ook nagelaten heeft, die in de nodige mate in te ·roepen en zelfs af- gewezen heeft". En: "wij hebben meer- malen gepoogd, de Regering tot activi- teit te brengen, maar het is ons niet gelukt".

Het sluiten van het Indonesische consulaat te Parimarbo kon de heer Korthals anderzijds evenmin waar- deren. Hij achtte dat niet "onze stijl".

Dat wij gaarne een ander Kabinet zouden zien, is werkelijk bekend ge- noeg. Weken- en maandenlang zijn er in de afgelopen twee jaar discussies in de pers geweest naar aanleiding van uitlatingen in en buiten de Kamer van onze fractie- en partijvoorzitter, prof.

Oud, die zich richtten tegen dit Kabi- net en mogelijke andere oplossingen suggereerden. -

Iets anders echter is, of men, wan- neer het land in een "buitenlands"

conflict is geraakt, op dat ogenblik die eis (welke bovendien toch niet in- gewilligd wordt) weder moet stellen.

Daarover deken wij toch anders. En niet alleen wij, maar de gehele Kamer, met uitzondering van de communisten.

Zij waren de enigen, die óók bij dit debat "een andere Regering" eisten.

Op dit ogenblik en in deze aange- legenheid moeten wij, nu de Regering

de N ede1·landse belangen in een ernstig conflict naar buiten tracht te verdedi- gen, zo het even kan achter haar staan.

Uiteraa1·d neemt dit overigens niets weg van onze bezwaren tegen de Ka- binetspolitiek op vele andere punten.

Of minister Luns de meest geschikte man zou zijn om toekomstige "onder.- handelingen" of "besprekingen" in deze aangelegenheid te voeren, kun- nen wij hier moeilijk beoordelen. Zo- ver is het trouwens nog niet.

Hier willen wij nog eens aanhalen hetgeen de heer Korthals op dit punt woordelijk in de Tweede Kamer zei (4 februari):

"Wat onze fractie betreft wil ik wel zeggen, dat spreken met Indonesië eerst zin zal hebben wanneer men weet, dat men "zinvol" spreken kan en wanneer daar mensen aan het bewind zijn, die afspraken willen en kunnen houden.

Onder "zinvol" versta ik mede, dat in Indonesië de fatsoenlijke opvatting zich zal hebben baangebroken, dat men iets goed te maken heeft.

"Ik weet wel, dat niet alles goed te maken is. Het aangedane persoonlijke leed kan niet goedgemaakt worden, maar met betrekking tot de economi- sche belangen kan nog w e l wat wor- den goedgemaakt. Roof dient men op een of andere wijze goed te maken".

Het problèem Indonesië

Een uitvoerig stuk zond ons de heer E. Smedes, te Haarlem, daarbij opmer- kend, dat wanneer men als historicus gewend is, door te dringen achter de schijn van historische processen en te kijken naar de structuur en het patroon van de gebeurtenissen, men verbaasd staat over het "blijven hangen aan de oppervlakte der dingen". Velen zijn verwoed pro-Guinea en anderen heftig anti. Hem persoonlijk gaat het erom, de vraag te beantwoorden: hoe zit dat pro•

bleem nu eigenlijk in elkaar?

Aan zijn betoog ontlenen wij, dat In- donesië alleen een staatkundige betekenis heeft gekregen, doordat de Nederlanders er zich vestigden om handel te drijven.

Maar het heeft nog drie eeuwen geduurd voordat Nederlands Oost-Indië een Wes- ters bestuurde staat werd.

15 FEBRUARI 1951 PAG. I

Om een vergelijking te bezigen: De Nederlanders hebben om het vat Indone- sië plus Nieuw-Guinea een hoepel ge•

legd, waardoor de vele eilanden een ge- heel vormden. Nu is na de tweede we- reldoorlog deze hoepel doorgekapt, met het gevolg, dat het vat in duigen moet vallen.

En hier begint nu z.i. het fataal gebrek aan staatsmansinzicht van Soekarno en de andere nationalisten, n.l., dat zij aan•

namen, dat het vat zou blijven staan nu de Nederlandse hoepel kapot gemaakt is.

De Nederlanders hebben hun naar bes- te weten de raad gegeven: maak er een federale staat van; een staat, waarvan de onderdelen een vrij grote zeggenschap hebben.

Soekarno c.s. hebben dit verdrag ge•

tekend, maar nauwelijks was de inkt droog of zij verscheurden het, daarmede aan de wereld kond doende: onze hand•

tekening is niets waard.

Hij werd president van de centraal ge- regeerde Indonesische republiek, voelde zich opvolger van de Gouverneur-Gene- raal en vestigde zich in diens paleis te Buitenzorg, menende, dat hij de staat Nederlands Oost-Indië kon voortzetten.

Deze mensen leven echter in een schijnwereld en zijn staatkundig blind, omdat er in werkelijkheid geen Indone·

sisch volk bestaat. Nu werkt in de ge- schiedenis altijd de wet der traagheid en daardoor kon het schijnen, dat alles op de oude voet kon worden voortgezet. Bo- vendien joeg de Koreaanse oorlog de prijzen der Indonesische grondstoffen op en er was dus schijnbaar geen vuiltje aan de lucht.

Nadien zakten de prijzen echter en nu werd het Nederlandse spreekwoord: ,,Le- ge kisten maken twisten" tot werkelijk- heid.

De heer Smedes geeft dan een brede schets van de ontwikkeling der tegen- stellingen (corruptie, e.d.) en de zelfstan•

digheidsbewegingen op Sumatra, Borneo, Celebes, enz.

De tijd van de radja's, su\tans, Soesoe- hoenans, komt weer terug: de kolonels op Sumatra zijn de moderne sultans, even- zo de kolonel Ventje op Noord-Celebes.

Deze ontwikkeling spreekt vanzelf, om- dat deze verschillende eilandbewoners nog lang niet rijp zijn voor een democra•

tische regeringsvorm. Soekarno ziet dat wel in en meent nu dictatoraal te kun- nen regeren, maar hier grijpt hij er weer totaal naast, want in dictatoriaal gere·

geerde landen (men zie Zuid-Amerika) is de man, die het leger op zijn hand heeft, de baas. Vandaar ook, dat StaJin en nu Chroetsjef elke commandant, die populair gaat worden, van zijn comman- do ontheft.

De hoofdvraag is nu, hoelang stafchef Nasution op Java nog trouw zal blijven en het met de afscheiding der eilanden zal lopen. De Nederlandse hoepel is ver- broken en nu wil Soekarno een Javaanse hoepel smeden om het vat, dat bezig is in duigen te vallen.

De kolonels op Sumatra, zo verwacht onze briefschrijver, zullen er ook daar- om niet over denken, zich weer onder het Javaanse juk te begeven, omdat ook de economische situatie geheel veran- derd is.

Nieuw-Guinea

Aan het slot komt de heer Smedes dan te schrijven over Nieuw-Guinea.

De Nederlanders zouden Nieuw-Guinea nu moeten uitleveren aan een centrale Indonesische regering, die al bezig is in elkaar te zakken en die al blij mag zijn, wanneer er op Java geen officieren zijn, die zelf naar de sultansmacht streven.

Dat zou, zo vervolgt hij, de reinste non- sens zijn en de doodsteek voor de ont•

wikkeling voor dit achterlijke land, waarvan de bewoners zelfs niet eens geo•

grafisch tot de Indonesiërs behoren.

De verdrijving der Nederlanders, zo concludeert hij, is voor hen en voor ons tragisch, maar deze zou best, wat de Engelsen noemen, een "blessing in dis•

guise" kunnen zijn. Dat wil zeggen, dat deze ramp later zal blijken een zege!l te zijn, want we kunnen binnen vijf jaar moorddadige en bloedige tonelen ver- wachten: oorlog van Java met de ande•

re eilanden en vooral burgeroorlog op Java zelf, want waar honger gaat heer- sen, worden de geesten rijp voor opstand.

En wapens zijn er genoeg.

Als Soekarno een man van formaat was geweest, zou deze ontwikkeling niet plaats hebben gevonden, maar nu hij al•

leen maar een ijdele volksmenner is, die o zo graag "in het nieuws" wil zijn, is zijn ondergang en die van de centrale regering nog slechts een kwestie van tijd.

Het Indonesische blad is van de Ne- derlandse boom gevallen en dwarrelt nu omlaag, totdat het weer een nieuw even•

wicht gevonden beeft, namelijk op de Australische grond.

En dit proces, aldus de heer Smedes.

kan niemand tegenhouden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In January 2020 Sehar Iqbal from Utrecht University successful- ly defended her PhD thesis with the title Numerical Methods for Nonlinear Elliptic Boundary Value Problems

Veel complexe netwerken bevatten hubs, dit zijn knopen die signifi- cant meer buren hebben dan de andere knopen in het netwerk.. Een typisch voorbeeld zijn

And in the city, on some street, the two buildings, the current and the nesting number have been equipped with a master elevator allow- ing us to reach any floor with a click.

Anna’s dissertation starts from a social problem (cancer) that calls for social change and analyzes what actions people and organiza- tions take (social movements, campaigns) to

Synchronization in the two-community noisy Kuramoto model The second project Janusz worked on concerned oscillators inter­!. acting with each other, the interaction is represented by

Hier- mee is de titel van Smits proefschrift verklaard: haar proefschrift bestaat uit drie artikelen in het vakgebied Several Complex Varia- bles, het deel van de complexe analyse

Het eerste algoritme gebruikt een filter dat geoptimaliseerd is voor de specifieke opgenomen data door een lineair systeem op te lossen dat lijkt op het systeem van

In een van de hoofdstukken in het eerste deel van zijn proef- schrift beschrijft Onderwater een nieuw wiskundig model dat nauwkeurig inzicht biedt in de doorvoersnelheid van