• No results found

Bedrijfsterreinen tussen droom en daad

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bedrijfsterreinen tussen droom en daad "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1: Opdrachtbeschrijving

Bedrijfsterreinen tussen droom en daad

Op weg naar meer duurzame bedrijfsterreinen

Vragensteller/non-profit partner: Milieufederatie Flevoland Uitvoering: WetenschapswinkelsRuG in partnership met Arcadis Contactpersonen:

Milieufederatie Flevoland: Jan Kastje (tel: 0320 253505 mail : jan@mff.milieu.net) Arcadis: Erik Arkesteijn (tel: 023 5668570 mail e.g.arkesteijn@arcadis.nl)

Wetenschapswinkel voor Economie

Coördinator drs. Frans. J. Sijtsma Postbus 800

9700 AV Groningen Fax: (050) 363 3720 Tel: (050) 363 3754 Email:wewi@eco.rug.nl Internet: www.eco.rug.nl/wewi

Groningen, 9 januari 2002

Drs. Frans J. Sijtsma (i.s.m. Jan Kastje en Erik Arkesteijn) Wetenschapswinkels RuG

Inleiding

Het organiseren van bedrijven op bedrijfsterreinen is een complex proces. Het duurzamer maken van bedrijfsterreinen maakt deze complexiteit nog groter. Met duurzamer maken wordt hier bedoeld het meer aandacht geven aan milieu en

maatschappelijke belangen bij de bedrijfsvoering er vanuitgaande dat dit op de langere termijn economisch voordelen heeft voor de onderneming (people, planet, profit model). Een bedrijf kan maatregelen nemen duurzamer te produceren op individueel niveau, maar het kan deze maatregelen ook nemen als deel van een groep bedrijven.

Op zo ‘n moment kunnen dan extra zaken gerealiseerd worden. Duurzaamheid is een veelzijdig begrip. Vanuit verschillende disciplines, probleemvelden en actoren krijgt het begrip verschillende betekenissen. Zo willen de meeste gemeenten op

beleidsniveau duurzame bedrijfsterreinen. Als het terrein er eenmaal ligt is het

gemeentelijke grondbedrijf echter vaak gericht op het zo snel mogelijk vol krijgen van de terreinen. Evenzo ondersteunen de meeste bedrijven op beleidsniveau het streven naar meer duurzaamheid. Bij een concrete verplaatsing zijn lage kosten van snel te realiseren alternatieven echter vaak dominant.

In dit onderzoeksproject draait het om duurzaamheid van bedrijfsterreinen. Centraal staat de spanning tussen droom en daad. De spanning tussen de ideeën die actoren hebben over hoe het

Overleg en besluitvorming

Concrete maatregelen Realisatie / beheer

Planning Andere actoren

bedrijven overheden

(2)

84

Arcadis Milieufederatie Flevoland idealiter zou moeten, en hun feitelijk gedrag in een concrete keuzesituatie. Vanuit het inzicht in deze spanning wordt toegewerkt naar het identificeren van instrumenten en processen die rondom de feitelijke keuzesituaties een grotere duurzaamheid kunnen bereiken. Deze instrumenten worden gebruikt op verschillende niveaus en momenten in tijd. Zo zijn er verschillende actoren (overheden, bedrijven, en eventueel andere belangengroepen zoals omwonenden). Deze actoren hebben de intentie, vinden elkaar en komen op bepaalde momenten tot besluiten. Deze besluiten leiden vervolgens tot het realiseren van een

bedrijfsterrein waar bepaalde (gezamenlijke) maatregelen tot een duurzamer karakter leiden.

Als laatste moet het terrein beheerd worden op zodanige wijze dat het duurzame karakter gecontinueerd en versterkt wordt. Voor het voortraject, de realisering en het beheer zijn communicatie en overlegstructuren nodig. (Zie schets op vorige bladzijde).

Vraagstelling

De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt:

Welke parkmanagement-instrumenten zijn nuttig om bij het organiseren van bedrijven op bedrijfsterreinen meer duurzaamheid te bereiken (droom en daad dichter bij elkaar te brengen)?

Opzet onderzoek

Het onderzoek bestaat uit twee delen: een theoretisch gedeelte en een empirisch gedeelte. Het empirische gedeelte wordt uitgevoerd in de vorm van twee cases. Eén t.b.v. een nieuw (Flevopoort te Lelystad) en één t.b.v. een bestaand bedrijventerrein (Waarderpolder in Haarlem). In beide cases zoomen de studenten in op specifieke (nog nader te bepalen) aandachtspunten.

Het probleem wordt vanuit verschillende disciplines en actoren geanalyseerd. Door de combinatie van perspectieven wordt getracht meerwaarde, dat is meer inzicht, te krijgen. In elke discipline wordt ongeveer dezelfde globale lijn gevolgd, die wel voor elke discipline anders wordt ingevuld. De algemene lijn wordt hieronder in de tekst uiteengezet. In de tabel staan enkele steekwoorden voor de invulling per discipline.

I Eerst worden de theoretische noties uit de relevante vakliteratuur over duurzaamheid in beeld gebracht.

II Vervolgens komen bedrijfsterreinen en duurzaamheid in beeld. Wat is de beste insteek of wat zijn de beste aangrijpingspunten vanuit de verschillende disciplines om meer duurzaamheid te bereiken?

III Met het derde deel begint het meer empirische deel van het onderzoek. Iedere discipline zoekt concrete actoren die keuzes maken bij het organiseren van

bedrijfsterreinen. Deze actoren worden geraadpleegd, persoonlijk of schriftelijk over hun dromen en daden en de opties die zij zien om beide dichter bij elkaar te brengen

IV Op basis van de vorige stappen worden instrumenten geïdentificeerd die nuttig lijken om de keuzeprocessen tot meer duurzaamheid te laten leiden. Deze instrumenten worden op kleine schaal, in een zo concreet mogelijke keuzesituatie, getest.

V Er wordt een individuele en een gezamenlijke eindrapportage gemaakt. De resultaten worden in onderlinge afstemming gepresenteerd/naar buiten gebracht.

(3)

I

Duurzaamheids- noties

II Insteek

III

Actoren

IV

Instrumente n

Milieukunde/

Technische bedrijfskunde

Ecologie, Carrying capacity, Strong sustainability

Technische processen

Ontwerpers van terreinen, Onwerpers van bedrijfsprocessen, Architecten

Betere scan van en overleg over technische opties?

Economie/

Bedrijfskunde

Continuïteit bedrijfsvoering, Corporate Social Responsibility

Concurrentie- positie/

Marktligging

Directeuren bedrijf, Wethouders EZ

Subsidies op groene gebouwen?

Meer afstemming tussen bedrijven op één terrein

Ruimtelijke

Wetenschappe n/

Economie

Afweging van belangen, Leefbaarheid

Inpassing, combinatie van functies, Ruimtelijke kwaliteit

Ministerie VROM Provincie, Gemeente(RO)

Geïntegreerde of open planvorming

Sociale

wetenschappen /

Psychologie

Quality of life, Beslissingsprocessen

Werk- omgeving, Mens en werk

Werknemers, Arbo

Enquêtering personeel, Employee satisfaction

V Rapportage en presnetatie

Organisatie

Het onderzoek wordt uitgevoerd als een multidisciplinaire afstudeerkring. In een

afstudeerkring werken studenten individueel aan hun scriptie rondom een gezamenlijk thema.

Elke student heeft een eigen vakdocent die hem of haar begeleidt. Daarnaast worden ze als groep door de coördinatoren van de wetenschapswinkel begeleid.

Er zijn regelmatig bijeenkomsten waarop tussenresultaten worden gepresenteerd en becommentarieerd. Begeleidend docenten en de Milieufederatie Flevoland en Arcadis participeren in (een deel) van deze bijeenkomsten. De Milieufederatie kan worden gezien als probleemeigenaar. Arcadis begeleidt de studenten met name voor de proceskant van het onderzoek, wat kan worden gezien als een training/begeleiding in het verrichten van professioneel opdrachtonderzoek.

De start van het onderzoek is februari 2001. De doorlooptijd van het hele onderzoeksproject bedraagt een half jaar. Iedere student heeft hierbinnen een eigen planning.

(4)

86

Arcadis Milieufederatie Flevoland

Bijlage 2: Thema’s samenwerking

Bron:

Stuurgroep Boegbeeld duurzame bedrijventerreinen (1998) (zie literatuurlijst Hoofdstuk 5)

• www.duurzamebedrijventerreinen.nl

In de laatste kolom krijgen de genoemde thema’s een plaats in de verdeling van van Leeuwen et al.: S= sybioses, U=utility sharing, I = (geografische) inrichting

Uitwisseling van energie, grondstoffen en water

Benutting van restwarmte / restkoude tussen bedrijven onderling

Benutting van reststoffen of afgekeurde producten als grond- en hulpstof

Benutting van reststoffen als brandstof tussen bedrijven onderling

Onderlinge benutting van verpakkingsmaterialen

Hergebruik van afvalwater als proceswater tussen bedrijven onderling

S

S

S

S

S Gezamenlijk gebruik van utilities en bedrijfsfuncties

Gezamenlijk gebruik van energiebronnen (bv. stoom)

Gezamenlijk gebruik van afvalwaterzuivering

Gezamenlijk gebruik van installaties voor perslucht

Gezamenlijk gebruik van een (vracht-) autowasplaats

Gezamenlijk gebruik van een onderhoudswerkplaats

Gezamenlijk gebruik van een opslagplaats

U U U U U U Combineren van het vervoer van goederen en personen

Combineren van vrachten

Gezamenlijk busvervoer van personeel (van-deur-tot-deur)

Gezamenlijke coördinatie carpoolers

Gezamenlijke deelauto's, deelfietsen en deeltaxi's

Collectieve pakketdiensten

U U U U U Stromen

Collectieve inzameling en afvoer van afvalstoffen

Gezamenlijk afvalcontract

Gezamenlijk afvaldepot / milieupark

Gezamenlijke lokale verwerking (bv. Lokale vergistingsinstallatie)

Preventieteams en –kringen

U U U

U Inrichting

van het terrein

Intensivering van het gebruik van de ruimte

"Verzamelen" van bedrijven (bedrijvenverzamelgebouwen)

Meerlagig bouwen van bedrijfspanden

Gezamenlijke parkeervoorziening voor auto's

Gezamenlijke opslag van materialen

I

I

U

U

(5)

Nutsvoorzieningen met hoog rendement

Toepassen van Warmte Kracht Koppeling (WKK)

Toepassen van zonne- en windenergie

Industriewater uit oppervlaktewater en regenwater

Industriewater uit het effluent van een rioolwaterzuivering

Gescheiden riolering (voor hergebruik en lozing)

Collectieve koude/warmteopslag in de bodem

S U U S S U Multimodaal transport en hoogwaardig openbaar vervoer

Openbare terminals met een spoor-, water- of buisaansluiting

Ruimtelijke concentratie van vervoerders en bedrijven met omvangrijke en frequente goederenstromen

Transferia (overstapplaatsen) en vrije busbanen

I I

I Bedrijfsgerichte commerciële voorzieningen

Collectief groenbeheer

Collectief onderhoud van gebouwen en installaties

Collectieve beveiliging

Vergader- en opleidingsfaciliteiten en flexibele kantoren

Kinderopvang, winkelcentra, sport- en recreatiefaciliteiten

Hotel / restaurant en benzinestations

Gezamenlijk gebruik internet t.b.v. informatievoorziening/- uitwisseling

U U U I I I

U

Sommige samenwerkingsthema’s zijn aangegeven met een ‘ruit’ in plaats van een

‘punt’, dit om aan te geven dat het hier in mindere mate om een

samenwerkingsverband gaat. In veel gevallen een duurzaamheidsinitiatief dat net zo

goed buiten de gevestigde bedrijven om kan ontstaan.

(6)

88

Arcadis Milieufederatie Flevoland

Bijlage 3: definiëring terreintyperingen door IBIS.

Terreintype

Het gaat hier om het terreintype zoals die onderscheiden is het project Ruimte voor Regio’s van de ministeries van EZ en VROM’. Hierbij worden vijf typen

bedrijventerreinen onderscheiden:

Zware industrieterreinen: terreinen waar vestiging van alle soorten bedrijvigheid

is toegestaan (incl. milieuhinderlijke bedrijven). Het gaat hier om terreinen waar minimaal bedrijvigheid in hindercategorie 5 is toegestaan.

Voor het overgrote deel gaat het om zwaar milieuhinderlijke industrie. Dit geldt echter in minder sterke mate voor de gemeenten die over natte terreinen beschikken (met name

Amsterdam, Rotterdam, Delfzijl en Terneuzen). In een enkele situatie kan het hier ook gaan om ‘modale industrie’.

Met name bedrijven met minder milieuvriendelijke activiteiten zullen vestiging op deze terreinen overwegen. Zeker indien afnemers of toeleveranciers (bijvoorbeeld recyclingbedrijven) zich hier al op bevinden.

Zeehaventerreinen: terreinen met een laad- /loskade langs diep vaarwater

toegankelijk voor grote zeeschepen. De zeehaventerreinen in met name

Amsterdam, Rotterdam, Delfzijl en Terneuzen kennen veel zware industrie maar worden wel tot de categorie zeehaventerreinen gerekend.

Gemengde terreinen: terreinen met een hindercategorie 1, 2, 3 of 4, bestemd voor

reguliere bedrijvigheid en niet behorend tot de terreinen die zijn

getypeerd als hoogwaardig bedrijvenpark of distributiepark.

Deze terreinen kennen een gevarieerd aanbod aan bedrijvigheid voornamelijk bestaande uit licht moderne industrie en overige (‘modale’) industrie. In een enkele situatie kan men nog (wat) zwaar milieuhinderlijke industrie of een (klein) aantal transport- en distributiebedrijven aantreffen. Kenmerkend voor deze terreinen is de aanwezigheid van bedrijven uit de voedings- en genotmiddelenindustrie,

textielindustrie, kledingindustrie, schoen- en lederwarenindustrie, hout- en meubelindustrie,

papier- en papierwarenindustrie, bouwmaterialen-, aardewerk- en glasindustrie, metaalproductenindustrie, machine-industrie, elektrotechnische industrie,

transportmiddelenindustrie, instrumenten- en optische industrie, de bouwnijverheid en bouwinstallatiebedrijven. In mindere mate kan ook gedacht worden aan

groothandelsbedrijven en luchthavengebonden transport- en distributiebedrijven.

Hoogwaardige terreinen: terreinen die specifiek zijn bestemd voor bedrijven met

hoogwaardige (produktie- en of R&D-) activiteiten. Kenmerkend voor deze terreinen is de aanwezigheid van bedrijven uit de elektrotechnische industrie, instrumenten- en optische industrie en overige hoogwaardige industrieën zoals

muziekmiddelenindustrie en fotolaboratoria. Ook moet gedacht worden aan bedrijven uit de IT-industrie die zich specifiek richten op onderzoek en/of produktie van

ITmiddelen.

In enkele situaties kan er ook bedrijvigheid uit de voedingsmiddelenindustrie,

kledingindustrie, schoen- en lederwarenindustrie, hout- en meubelindustrie, papier- en

(7)

papierwarenindustrie, bouwmaterialen-, aardewerk- en glasindustrie,

metaalproduktenindustrie, machine-industrie, transportmiddelenindustrie, de bouwnijverheid en bouwinstallatiebedrijven aangetroffen worden. Deze industrie mag echter niet beeldbepalend voor het terrein zijn.

Distributieparken: terreinen die specifiek zijn bestemd voor transport-, distributie-

en groothandelsbedrijven. Denk aan bedrijven die activiteiten ontplooien op het vlak van de spoorwegen, het wegvervoer en de binnenvaart. Hieronder vallen ook veem- en pakhuisbedrijven, expediteurs, cargadoors, bevrachters en andere tussenpersonen en reisbureaus waarbij het hier echter alleen gaat om die delen van de reisbureaus die de administratieve taken vervullen. Het gaat dus niet om de

zogenaamde ‘frontoffices’ van de reisbureaus waar men een reis boekt.

(8)

90

Arcadis Milieufederatie Flevoland

Bijlage 4: Vragenlijst

De vragen in deze vragenlijst hebben een exploratief karakter, ze hebben als doel om een ruw beeld te krijgen van de factoren die ten grondslag liggen aan succesvolle samenwerkingsverbanden op een bedrijventerrein. Een duidelijk beeld van de situatie is belangrijker dan het volledig beantwoorden van de vragen. De vragen hebben als functie aan te geven welke onderwerpen belangrijk zijn voor het onderzoek.

Open vragen

1. Wat voor soorten samenwerking vinden er plaats op dit bedrijventerrein met betrekking tot uitwisselingen van stromen (water, energie en materialen)?

2. Hoe zijn deze samenwerkingsverbanden tot stand gekomen en wat waren destijds de belangrijkste drijfveren?

3. Wat zijn de voordelen van deze samenwerkingsverbanden?

Op economisch gebied?

Op ecologisch gebied?

Op maatschappelijk gebied?

4. Wat zijn de offers die voor deze samenwerkingsverbanden zijn gebracht?

Qua investeringen

Qua afhankelijkheid/ risico

Qua extra behoefte aan afstemming

5. Hoe reageert men op deze nadelen in termen van de organisatie van het samenwerkingsverband?

6. Over een aantal onderwerpen moet men (deel-)beslissingen nemen omtrent de organisatie van een samenwerkingsverband. Bijvoorbeeld:

termijn v/h contract

vrijheden binnen het contract

juridische constructie

mate van communicatie (formeel/informeel)

financiële constructie

bestuurlijke rechten/plichten

Kunt u meer van dit soort onderwerpen noemen?

7. Zou u per samenwerkingsverband kunnen aangeven welke beslissing men heeft genomen ten aanzien van de in vraag 6 genoemde onderwerpen?

8. Welke factoren beïnvloeden deze beslissingen?

9. Wat ziet u als belangrijkste hindernissen die toekomstige succesvolle

uitwisselings-samenwerkingen (water, energie en materialen) in de weg kunnen staan?

Gesloten vragen

1. Is er sprake van een bedrijf op het terrein met een voortrekkersfunctie voor wat betreft samenwerkingsverbanden?

2. Komt het initiatief voor symbiotische samenwerkingsverbanden van de bedrijven zelf, een overheidsinstantie het terreinbeheer of een andere partij?

3. Is er sprake van overheidsstimulering ten aanzien van het gehele terrein of ten aanzien van een specifiek samenwerkingsverband?

(bijvoorbeeld: certificering keten/product of bedrijventerrein)

4. Hanteert men op het terrein een algemeen (gestructureerd) plan om mogelijkheden

van samenwerking optimaal te benutten?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Rode Leger is het bewapende deel van het Sowjet-volk, vrij van elke vorm van chauvinisme, vrij van haat tegen andere volkeren, en bereid om met volledige

Het reageert ook met zuurstof en halogenen op dezelfde manier als styreen, maar juist door de extra zijketen, worden sommige chemische en stoffen die gevormd zijn veel complexer..

Het product van dit onderzoek ‘kwalitatieve inzichtelijkheid creëren in de verschillende manieren van reageren door organisaties, in de Metaal- en Elektrotechnische industrie, op de

Typologisch vertoont deze kapel een duidelijke afwijking van het klassieke grondplan van rechthoekig zaaltje annex rechtgesloten koor, welk type courant voorkomt

0'66 moet haar doelstellingen echter ook traeh ten te verwezenlijken in een politiek bestel dat doorspekt is met regenteske, de burgers onmondig houdende en po- litieke

• mogelijke procesroute(s): een opeenvolging van op industriele schale uitvoerbare.

The child services referred to by McKerrowi and Mulaudziii (2010:70) in the 2010 South African Health Review are the implementation of the Integrated Management of Childhood

[r]