• No results found

Z uid H olland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Z uid H olland"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VOORBLAD

provincie

Z uid H olland

De raad van de gemeente Albrandswaard Postbus 1000

3160 GA RHOON

Provincie Zuid-Holland

Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070 - 441 66 11 www.zuid-holland.nl

Datum

Zie verzenddatum linksonder

Geachte ontvanger,

GR BAR-organisatie

LSI (j£ K • i\i reg*. nr

-

1

NOV. 2017

f?em.

Hierbij zenden wij u het bijgaande ter informatie.

Provincie Zuid-Holland

Verzonden op 06-11 -2017

(2)

Gedeputeerde Staten

provincie

Z uid H olland

Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp-Rijnmond

Postbus 70014

3000 KS ROTTERDAM

Afdeling Bestuur

Contact

R (Radjali) Mukhlis T 070 -441 82 94 r.mukhlis@pzh.nl

Postadres Provinciehuis

Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl

Datum

Zie verzenddatum linksonder

Ons kenmerk

PZH-2017-614423694 DOS-2017-0003152

Uw kenmerk

Bijlagen

Onderwerp

Begroting 2018 en jaarrekening 2016

Geacht bestuur,

Wij hebben de begroting 2018 en de jaarrekening 2016 van uw gemeenschappelijke regeling ontvangen en beoordeeld. Naar aanleiding van ons onderzoek komen wij tot de volgende opmerkingen.

Toezichtregime begroting 2018: repressief toezicht

Uw begroting en jaarrekening voldoen aan de criteria voor repressief toezicht. Daarom geldt voor uw gemeenschappelijke regeling voor het jaar 2018 het repressieve begrotingstoezicht. Dit houdt in dat u uw begroting direct kunt uitvoeren. Wij hoeven uw begroting en de begrotingswijzigingen niet vooraf goed te keuren. Wij verzoeken u om begrotingswijzigingen binnen twee weken na vaststelling aan ons toe te sturen. De begroting en de jaarrekening hebben wij voor kennisgeving aangenomen.

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag

Resultaat onderzoek

De begroting 2018 en de jaarrekening 2016 zijn structureel en reëel in evenwicht. Zowel de begroting als de jaarrekening zijn binnen de wettelijke termijn ingezonden.

Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het

provindehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen.

De parkeerruimte voor auto's is beperkt.

|g

Weerstandsvermogen

U heeft besloten om geen weerstandsvermogen beschikbaar te houden. Om de risico’s en onvoorziene zaken af te kunnen dekken heeft u in de begroting en de meerjarenraming een structureel bedrag van € 2,9 miljoen opgenomen. Aangezien de geïdentificeerde risico’s net zijn gewaardeerd is het niet inzichtelijk in hoeverre dit structurele bedrag toereikend is om de risico’s af te dekken. Wij adviseren u de risico's die uw organisatie loopt te kwantificeren en af te zetten tegenover de structureel beschikbare weerstandscapaciteit van € 2,9 miljoen en de gemeenten actief te informeren over de inzet van dit risicobudget.

Verzonden op 06-11 -2017 PZH-201 7-614423694 dd. 01-11 -201 7

(3)

Ons kenmerk PZH-2017-614423694 provincie

ZuidHolland

Implementatieprogramma nieuwe inkoop

In de raming van uw begroting en de meerjarenraming heeft u rekening gehouden met de positieve effecten van de nieuwe inkoop. Het niet tijdig realiseren van het geplande

implementatieprogramma zal financiële effecten met zich meebrengen. Wij verzoeken u om de ontwikkelingen rondom het implementatieprogramma nieuwe inkoop nauwgezet te volgen zodat tijdige bijsturing mogelijk is.

Vernieuwing Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

De vernieuwing van het BBV voortvloeiend uit de adviezen van de commissie Depla, heeft in een korte tijd ingrijpende veranderingen veroorzaakt voor provincies, gemeenten en

gemeenschappelijke regelingen. Wij hebben getoetst op de aanwezigheid van de nieuwe BBV onderdelen in uw begroting. Hierbij hebben wij geconstateerd dat de volgende onderdelen nog ontbreken in uw begroting:

een overzicht van baten en lasten per taakveld;

een overzicht van de geraamde kosten van de overhead;

een beoordeling op onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie;

een geprognosticeerde begin- en eindbalans voor het begrotingsjaar;

het EMU-saldo.

Wij adviseren u erop toe te zien dat de wijzigingen in het BBV, voor zover van toepassing, volledig worden verwerkt in de jaarrekening 2018 en de begroting 2019.

Wettelijk kader/toetsingscriteria

Het begrotingstoezicht is gebaseerd op de kaders en criteria genoemd in:

1. de Gemeentewet,

2. de Wet gemeenschappelijke regelingen;

3. de Algemene wet bestuursrecht;

4. het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV);

5. het Gemeenschappelijk financieel toezichtkader ‘kwestie van evenwicht’ van juni 2014;

6. onze begrotingscirculaire van 9 maart 2017, kenmerk PZH-2017-580845487B.

Tot slot

Hebt u vragen over de inhoud van deze brief, of andere vragen over de financiële positie van uw gemeenschappelijke regeling, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden. U kunt hiervoor contact opnemen met uw toezichthouder. Wij verzoeken u in uw correspondentie altijd het DOS-nummer te vermelden (zie gegevens bovenaan deze brief).

2/3 PZH-201 7-614423694 dd. 01-11 -201 7

(4)

Ons kenmerk P2H-2017-614423694

PZumHoLLAND

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen,

Drs. Marije L.E.F. Hoogendoorn-Bruins Slot Hoofd Bureau Bestuurlijke Zaken en Toezicht

Deze brief is digitaal vastgesteld. Hierdoor staat er geen fysieke handtekening in de brief.

Afschrift aan:

De raad van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den Ijssel, Goeree- Overflakee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den Ijssel, Lansingeriand, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne.

3/3 PZH-201 7-614423694 dd. OM 1 -201 7

(5)

p.ovmcK,

hólland

Rapportage Interbestuurlijk Toezicht

Resultaten van het interbestuurlijk toezicht door de provincie op 60 Zuid-Hollandse gemeenten

31 oktober 2017

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

(6)

Inhoud

Samenvatting en conclusie 3

1. Inleiding 4

1.1 Aanleiding 4

1.2 Landelijke evaluatie en dóórontwikkeling IBT 4

1.3 Rapportage IBT over 2016 4

2. Totaalbeeld per toezichtsdomein 5

2.1 Inleiding 5

2.2 Financieel toezicht 5

2.3 Ruimtelijke ordening 7

2.4 Omgevingsrecht 8

2.5 Monumentenzorg 9

2.6 Informatie- en archiefbeheer 10

2.7 Huisvesting vergunninghouders 11

3. Totaalbeeld gemeenten 13

Bijlage 1. Totaalbeeld gemeenten over 2016, inclusief toelichting per gemeente 14

2

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(7)

Samenvatting en conclusie

Opgave

Opgave voor de provincie is om als interbestuurlijk toezichthouder op gemeenten na te gaan of gemeenten hun taken op het ruimtelijk-fysieke domein goed op orde hebben. Van belang daarbij is dat de horizontale verantwoording van het college van burgemeester en wethouders aan de raad en de controle van de raad op het college goed functioneren. Opgave voor 2017 voor gemeenten en provincie was de implementatie van de Bestuursovereenkomst IBT.

Proces

In de periode februari - mei 2017 ontving de provincie de door gemeenten opgestelde

conceptrapportages IBT over 2016 met hun oordeel voor financieel toezicht, ruimtelijke ordening, omgevingsrecht, monumentenzorg, informatie- en archiefbeheer en huisvesting vergunninghouders.

De provincie reageerde daarop met een ambtelijk oordeel. Deze afstemming droeg bij aan een breed gedeeld beeld van de staat waarin de domeinen zich bevinden. Voor enkele gemeenten was er sprake van een afwijkende beoordeling. Van mei tot en met juli 2017 zonden de gemeenten hun IBT- rapportage, als onderdeel van de jaarstukken 2016 aan de raad. Een aantal raden besprak de IBT- rapportage. De meeste raden namen de rapportage voor kennisgeving aan en zonden deze na vaststelling aan de provincie. De provincie stelde op basis van toezichtinformatie en andere signalen deze Rapportage Interbestuurlijk Toezicht op, met het totaalbeeld van de resultaten van het IBT.

Resultaten

De rapportage biedt een totaalbeeld van de prestaties van alle 60 Zuid-Hollandse gemeenten op de indicatoren van de zes toezichtsdomeinen. Voor financieel toezicht geldt dat het beeld van de begroting 2017 beter is dan dat van 2016: het aantal gemeenten met zowel een sluitende begroting als een sluitende meerjarenraming is toegenomen. In totaal scoren 47 gemeenten groen. Hoewel er voor het domein ruimtelijke ordening sprake is van een toename van het aantal oranje gemeenten, is er geen negatieve trend. Meestal betreft het geringe achterstanden van 1 of 2 kleine

bestemmingsplannen, waarvan in 2017 de wettelijke actualiseringstermijn verstrijkt. Ook anticiperen gemeenten op de komst van de Omgevingswet, waarin de actualiseringsplicht vervalt. Voor

omgevingsrecht is sprake van een positieve trend: de meeste gemeenten scoren groen omdat zij beschikken over een vastgestelde verordening Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH).

Verwacht wordt dat de resterende gemeenten eind 2017 ook groen scoren. Alle gemeenten beschikken verder over een deskundige monumentencommissie en scoren groen voor monumentenzorg. Evenals vorig jaar scoren de meeste gemeenten oranje voor informatie- en

archiefbeheer. Hoewel er bij de gemeentebesturen meer bewustwording is van het belang van digitale informatie, is er slechts een lichte verbetering te zien in het digitale informatie- en archiefbeheer. Voor huisvesting vergunninghouders is het aantal oranje gemeenten gestegen. De hoge taakstellingen in 2016 hebben duidelijk hun weerslag.

Conclusie

Voor financieel toezicht en omgevingsrecht is er sprake van een positieve trend. Voor ruimtelijke ordening, monumentenzorg en informatie- en archiefbeheer is er relatief weinig veranderd. Voor huisvesting vergunninghouders is er een forse opgave en is het beeld divers. Positief is verder dat veel gemeenten knelpunten of achterstanden oplosten. Daar waar gemeenten overall slecht scoren (meer dan de helft van de zes domeinen ‘oranje’ of ‘rood’) voert de provincie evenals vorig jaar ambtelijk overleg met de gemeentesecretarissen. Inzet van dit overleg is meer inzicht te krijgen in de problematiek en afspraken te maken over vervolgacties. Zo nodig volgt er bestuurlijk overleg.

3

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(8)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De inwerkingtreding van de Wet revitalisering generiek toezicht (Wet Rgt) op 1 oktober 2012 vernieuwde het interbestuurlijk toezicht (IBT) van provincies op de wettelijke taakbehartiging van gemeenten. Op 20 november 2012 stelden GS van Zuid-Holland de notitie “Het interbestuurlijk toezicht van de provincie Zuid-Holland’’ vast en maakten afspraken over de implementatie van het vernieuwde IBT. De provincie heeft de afspraken over uitgangspunten, informatievoorziening en toezichtregime vastgelegd in een Bestuursovereenkomst IBT, die door alle 60 gemeenten in Zuid- Holland is getekend. De kern van de Zuid-Hollandse aanpak is ‘vertrouwen op en ruimte geven aan zelfsturing van gemeenten’. Van belang is dat gemeenten voldoen aan de volgende randvoorwaarden:

Een professionele horizontale verantwoording van het college van B&W aan de raad;

De informatie over de gemeentelijke taakbehartiging is op orde.

De raad vervult een controlerende rol richting het college.

De provincie vindt het van belang een beeld te hebben van de gemeentelijke taakbehartiging voor die domeinen waarvoor zij interbestuurlijk toezichthouder is. Gemeenten die hun taken goed uitvoeren, krijgen weinig te maken met de provincie als toezichthouder. Omgekeerd geldt dat de provincie extra aandacht geeft aan die gemeenten die hun taakbehartiging niet op orde hebben, om daarmee te zorgen dat de situatie verbetert. Naar aanleiding van het totaalbeeld dat volgde uit de Rapportage IBT over 2015, voerde de provincie in 2017 met 13 gemeenten gesprekken op het niveau van

gemeentesecretarissen en concerncontrollers. Het betrof gemeenten die voor vier of vijf van de in totaal zes domeinen ‘oranje’ of ‘rood’ scoorden. De gesprekken verliepen constructief en leidden tot concrete werkafspraken. Het resultaat van deze 13 gesprekken treft u aan in een aparte bijlage.

1.2 Landelijke evaluatie en dóórontwikkeling IBT

Met de inwerkingtreding van de Wet Rgt is afgesproken om na een periode van vier jaar een eindevaluatie van de wet uit te voeren. In 2015 vond al een tussentijdse evaluatie plaats en in 2017 voerde Pro Facto in opdracht van het ministerie van BZK de landelijke evaluatie van de Wet Rgt uit.

De verwachting is dat de minister van BZK het eindrapport begin 2018 aanbiedt aan de Tweede Kamer en hieraan voorafgaand zijn standpunt bepaalt na consultatie van de koepels van IPO en VNG.

De uitkomst van deze landelijke eindevaluatie geeft richting aan de dóórontwikkeling van het IBT, inclusief de wijze waarop de provincies invulling geven aan hun rol als interbestuurlijk toezichthouder..

Met het oog op de nieuwe IBT-cyclus in 2018 (Rapportage IBT over 2017) is het in het kader van de dóórontwikkeling van het IBT noodzakelijk om nieuwe indicatoren vast te stellen voor de domeinen ruimtelijke ordening en omgevingsrecht. Voor deze domeinen zijn nieuwe indicatoren opgesteld omdat de ‘oude’ indicatoren vanwege wetswijzigingen en/of actuele ontwikkelingen niet meer bruikbaar zijn.

De voorstellen voor nieuwe indicatoren worden voor advies voorgelegd aan de colleges van B&W van alle Zuid-Hollandse gemeenten, alvorens deze vanaf begin 2018 kunnen worden geïmplementeerd.

1.3 Rapportage IBT over 2016

Deze rapportage geeft een totaalbeeld van de beoordeling van de taakuitoefening door alle 60 Zuid- Hollandse gemeenten voor zes toezichtsdomeinen over het jaar 2016. Het betreft een oordeel voor de domeinen financiën, ruimtelijke ordening, omgevingsrecht, monumentenzorg, informatie- en

archiefbeheer en huisvesting vergunninghouders. Op basis van het totaalbeeld volgt een voorstel voor vervolgacties.

4

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(9)

2. Totaalbeeld per toezichtsdomein

2.1 Inleiding

Dit hoofdstuk geeft per domein inzicht in de naleving door de gemeenten van het door GS

vastgestelde toezichtkader. Daarna volgt per domein een toelichting op het totaalbeeld over 2016 en de ontwikkeling ten opzichte van 2015. Ten slotte volgen bestuurlijke aandachtspunten en de per domein te ondernemen acties.

2.2 Financieel toezicht

Kader

De IBT-rapportage voor het onderdeel Financieel toezicht spitst zich toe op twee criteria:

1. Het structurele en reële evenwicht in de jaarbegroting (2017)

2. Het structurele en reële evenwicht in het laatste jaar van de meerjarenbegroting (2018-2020)

Deze twee criteria worden met één indicator gemeten en er worden drie kleuren gebruikt om hierover te rapporteren:

Groen: het begrotingsjaar én het laatste jaar in de meerjarenraming zijn in evenwicht;

Oranje: óf het begrotingsjaar óf het laatste jaar in de meerjarenraming is niet in evenwicht;

Rood: het begrotingsjaar én het laatste jaar in de meerjarenraming zijn niet in evenwicht.

Beeld over 2016

Het aantal gemeenten met zowel een sluitende begroting als een sluitende meerjarenraming is toegenomen. Het aantal gemeenten met een sluitende begroting is enigszins afgenomen. Het aantal gemeenten dat een tekort heeft op de begroting maar een sluitende meerjarenraming is daarmee gestegen van 8 naar 11 gemeenten. Er is één gemeente die een niet-sluitende jaarbegroting heeft en waarbij het herstel in het meerjarenperspectief uitblijft. Deze gemeente, de gemeente Voorschoten, is daarom onder preventief financieel toezicht gesteld voor het jaar 2017.

Nog steeds is het in enige mate onzeker hoe de financiële positie van gemeenten zich zal

ontwikkelen. Hoewel er sprake is van een aantrekkende economie en daarmee een aantrekkende woningmarkt blijft aandacht voor risicovolle grondexploitaties gewenst. Veel gemeenten ervaren en/of voorspellen grote nadelen op de uitvoering van drie decentralisaties in het sociaal domein. Daarnaast laat de ontwikkeling rondom het nieuwe verdeelmodel voorde BUIG-gelden (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) een negatief beeld zien voor in het bijzonder Zuid-Hollandse gemeenten.

Samenvattend beeld

Situatie

Aantal gemeenten 2016 2017 Aantal gemeenten waarvan zowel de begroting als de meerjarenbegroting

geen tekorten vertoont

36 44

Aantal gemeenten waarvan de begroting sluitend is maar de meerjarenraming in 1 of 2 jaar tekorten vertoont

12 3

Aantal gemeenten waarvan de begroting sluitend is maar alle jaren uit de meerjarenraming tekorten vertonen

4 1

Aantal gemeenten waarvan de begroting niet sluitend is maar de meerjarenbegroting geen tekorten vertoont

3 8

5

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(10)

Aantal gemeenten waarvan de begroting niet sluitend is maar de meerjarenraming in 1 of 2 jaar tekorten vertoont

5 3

Aantal gemeenten waar zowel de begroting als alle jaren van de meerjarenraming tekorten vertonen

0 1

Aantal gemeenten waarvan het onderzoek van de begroting 2017 ten tijde van deze rapportage nog niet was afgerond (vanwege herindelingen)

0 0

60 60

Trends en ontwikkelingen ten opzichte van 2015

Het beeld van de begrotingen 2017 is beter dan dat van de begrotingen 2016. Gemeenten zijn gedurende het begrotingsproces 2016 (dus bij opstellen begroting 2017) in staat om tekorten in de begroting verder te reduceren. Het aantal gemeenten waarvan het begrotingsjaar sluitend is, is met 4 afgenomen, maar dat wordt in 3 gevallen in de meerjarenraming goedgemaakt. Dit is 1 gemeente niet gelukt. Deze gemeente valt daardoor onder preventief toezicht.

Bestuurlijke aandachtspunten

De komende jaren moet blijken in hoeverre gemeenten in staat zijn de kosten van de decentralisaties in het sociaal domein binnen hun begroting te dekken. Mogelijk leidt de uitvoering van deze taken tot niet gedekte lastenstijgingen.

De wet- en regelgeving rondom precarioheffing op ondergrondse kabels en leidingen is aangepast.

Gemeenten krijgen tot en met 2021 de tijd om dit af te bouwen, waarna vanaf 2022 deze heffing niet meer mogelijk is. Voor veel gemeenten heeft dit aanzienlijke consequenties. Het jaar 2022 valt nog niet binnen de meerjarenraming bij de begroting 2018. Toch adviseren wij gemeenten om - in navolging van ons eerdere advies om de afhankelijkheid van precario af te bouwen - nu al maatregelen te nemen door bijvoorbeeld een jaarlijks stijgende reservedotatie te doen.

Op 1 juli 2015 is de Omgevingswet door de Tweede Kamer vastgesteld, maar deze zal naar verwachting pas op 1 januari 2021 in werking treden. Volgens het ministerie is het uitstellen van de inwerkingtreding noodzakelijk vanwege ‘de complexiteit van de ministeriële regelingen en de vier Aanvullingswetten’, maar heeft het vooralsnog geen gevolgen voor de uiteindelijke datum van de transitie in 2029. De Omgevingswet leidt tot een omvangrijke stelselherziening van het

omgevingsrecht, waarbij tientallen wetten en AMvB ’s in één wet en vier AMvB ’s worden

ondergebracht. De impact van de Omgevingswet wordt door gemeenten als groot ingeschat. Het vraagt meer aandacht voor de ontwikkeling van bestuurlijke visies en plannen, werkprocessen veranderen en de organisatie moet daarop aangepast worden. Van medewerkers worden andere kwaliteiten gevraagd en er zijn aanpassingen nodig in de informatievoorziening. De invoering heeft zodoende belangrijke financiële consequenties voor gemeenten.

Te ondernemen acties

Vanuit de procesvoering rondom financieel toezicht wordt, waar nodig, overleg gevoerd met gemeenten. Afhankelijk van het onderwerp en de zwaarte wordt daarbij gekozen voor ambtelijk dan wel bestuurlijk overleg. Toekomstige ontwikkelingen worden goed in de gaten gehouden om zodoende tijdig met gemeenten te overleggen hoe ze hiermee moeten omgaan..

6

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(11)

2.3 Ruimtelijke ordening

Kader

In 2015 zijn nieuwe criteria voor het aandachtsgebied ‘ruimtelijke ordening’ vastgesteld, waarbij er voor is gekozen om de uit de Wet ruimtelijke ordening voor gemeenten voortvloeiende verplichtingen inzake bestemmingsplannen en structuurvisies centraal te stellen. Dit betekent dat gemeenten wordt gevraagd of zij voor het gehele grondgebied bestemmingsplannen hebben vastgesteld, of deze plannen actueel zijn, dat wil zeggen minder dan tien jaar oud, en of de gemeente voor het gehele grondgebied over één of meer ruimtelijke structuurvisies beschikt. Indien één van deze vragen negatief wordt beantwoord, volgt de score oranje. Twee of meer keer ‘nee’ levert rood op.

Beeld over 2016

In 2016 scoorden de meeste gemeenten groen (32 gemeenten), waren er 27 oranje en scoorde 1 gemeente rood.

Trends en ontwikkelingen ten opzichte van 2015

Het aantal gemeenten dat groen scoort is ten opzichte van 2015 met zeven gedaald, terwijl het aantal gemeenten met een oranje score met negen is toegenomen. Van de drie gemeenten die in 2015 nog rood scoorden resteert nog één gemeente met de score rood.

Bestuurlijke aandachtspunten

De verschuivingen tussen groen (minder) en oranje (meer) betekenen niet dat sprake is van een inhoudelijk negatieve trend. Nadere beschouwing van de oranje scores laat zien dat bij een substantieel deel van deze gemeenten sprake is van 1 of 2 plannen, waarvan in 2017 de wettelijke actualiseringstermijn verstrijkt. Vaak gaat het daarbij om plannen die slechts betrekking hebben op één perceel of een zeer klein plangebied. Een deel van de gemeenten heeft overigens al een

actualisering van de betreffende plannen in procedure gebracht en verwacht die procedure in 2017 af te kunnen ronden. Verder geeft een aantal gemeenten aan dat men voorrang geeft aan het inzetten van de beschikbare ambtelijke capaciteit voor de invoering van de Omgevingswet en geen prioriteit meer geeft aan plannen die alleen qua datum verouderd zijn. Daarmee loopt men vooruit op het feit dat de huidige actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen op korte termijn zal vervallen. Een wetsvoorstel daartoe is in een vergevorderd stadium, heeft ruime steun in de Tweede Kamer en zal naar verwachting nog dit jaar van kracht worden.

Positief is de ontwikkeling bij de drie gemeenten die in 2015 rood scoorden. Twee daarvan laten over 2016 een oranje score zien met zicht op groen. Ook de resterende rode gemeente heeft een forse inhaalslag gemaakt, maar blijft vooralsnog rood omdat nog sprake is van enkele witte vlekken in het grondgebied waarvoor geen bestemmingsplan aanwezig is.

Motie 688: ontbreken bestemmingsplannen (witte vlekkenl

De aanwezigheid van witte vlekken is tevens van belang omdat Provinciale Staten op 14 december 2016 unaniem een motie hebben aangenomen waarin Gedeputeerde Staten is verzocht in overleg te treden met gemeenten waar nog witte vlekken aanwezig zijn en over de stand van zaken te

rapporteren bij de eerstvolgende IBT-rapportage. Aanleiding voor die motie was met name de constatering dat het ontbreken van een bestemmingsplan een rechtsonzekere situatie voor burgers met zich meebrengt en witte vlekken ook beleidsmatig problematisch zijn, omdat ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen niet kunnen worden tegengegaan. Naar aanleiding van de motie heeft op basis van de informatie uit de rapportage van 2015 en eigen provinciale kennis nader overleg

plaatsgevonden met de twee gemeenten waar zich nog witte vlekken voordeden. Voor één gemeente heeft dat ertoe geleid dat voor het betreffende gebied een bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is

7

PZH-2017-614676833 dd. 31 -10-2017

(12)

gelegd. In de andere gemeente is mede naar aanleiding van bestuurlijk overleg ook voor (een deel van) de witte vlekken een voorbereidingsbesluit genomen en zijn plannen als ontwerp in procedure gebracht. Voor een beperkt aantal kleine locaties is daar echter nog geen sprake van een plan of voorbereidingsbescherming. De gemeente acht dat minder nodig omdat men zelf eigenaar is van de locaties, zodat ruimtelijke ontwikkelingen die de gemeente niet wenst kunnen worden tegengegaan.

Vanuit een oogpunt van rechtszekerheid voor derden en risicobeheersing zou echter ook in die gevallen een vorm van ruimtelijke bescherming aan de orde moeten zijn.

Te ondernemen acties

Hiervoor is al aangegeven dat er voor de provincie geen aanleiding is om actie te ondernemen tegen de gemeenten die nu nog oranje scoren. Daarbij moet mede bedacht worden dat het gegeven dat een plan ouder dan 10 jaar is lang niet altijd inhoudelijk problematisch is. Vooruitlopend op de

Omgevingswet wordt mede daarom de huidige actualiseringsplicht afgeschaft. Wel blijft vanuit een oogpunt van rechtsbescherming en risicobeheersing de aanwezigheid van witte vlekken ongewenst.

Bij de (enige) gemeente waar dat nog aan de orde is zal dat punt in het kader van het reguliere periodieke overleg opnieuw ambtelijk onder de aandacht worden gebracht, zo nodig gevolgd door een bestuurlijke actie.

2.4 Omgevingsrecht

Kader

Voor omgevingsrecht is een indicator van toepassing die aansluit op de op 14 april 2016 in werking getreden Wet vergunningverlening, toezicht en handhaving (wet VTH). In deze wet is de vernieuwing van het stelsel van VTH vastgelegd. De wet VTH is de verankering van de afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten om de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht beter te organiseren. De VNG en het IPO hebben in 2015 een modelverordening opgesteld over de kwaliteit voor de uitvoering van VTH-taken. De verordening gaat over alle Wabo- taken. Gemeenteraden en Provinciale Staten leggen in een eigen verordening de kwaliteitsdoelen vast. De verordening VTH is van kracht vanaf de inwerkingtreding van de wet VTH op 14 april 2016.

Gelet op het voorgaande is gemeenten gevraagd of zij een verordening VTH hebben vastgesteld. Een gemeente scoort groen als het antwoord bevestigend is; oranje als dat niet het geval is, maar de gemeente al wel een verordening in voorbereiding heeft en ‘rood’ als dat nog niet zo is.

Beeld over 2015 en beeld op 1 juli 2017

Alle 60 gemeenten geven invulling aan hun wettelijke opdracht om een verordening VTH op te stellen.

Waren eind 2015 vrijwel alle gemeenten nog bezig met de voorbereiding; het huidige beeld is dat 47 gemeenten beschikken over een door de raad vastgestelde verordening. Zij scoren daarmee groen;

13 gemeenten scoren oranje, omdat zij de verordening in voorbereiding hebben. Verwachting is dat ook zij eind 2017 beschikken over een vastgestelde verordening.

Jaar Aantal gemeenten ‘groen’ Aantal gemeenten ‘oranje’ Aantal gemeenten ‘rood’

2015 1 58 1

1 juli 2017 47 13 0

Bestuurlijke aandachtspunten

Omdat de wet VTH in 2016 van kracht is geworden en alle gemeenten naar verwachting eind 2017 een verordening VTH hebben vastgesteld, is de huidige indicator niet meer bruikbaar. Bij deze rapportage IBT is een voorstel voor een nieuwe indicator voor omgevingsrecht gevoegd.

8

PZH-2017-614676833 dd. 31 -10-2017

(13)

Te ondernemen acties

Na de vaststelling van deze rapportage IBT door GS zal de provincie de gemeenten informeren over de beoogde nieuwe indicator voor het domein omgevingsrecht en deze benutten in het kader van de IBT-cyclus in 2018.

2.5 Monumentenzorg

Kader

In 2015 is de indicator voor Monumentenzorg als nieuwe betekenisvolle indicator toegevoegd aan de IBT-indicatoren. Centrale vraag daarbij is of gemeenten beschikken over een deskundige

adviescommissie met betrekking tot de (rijks)monumenten. Dit is een verplichting die volgt uit de Monumentenwet en die ook gehandhaafd blijft in de nieuwe Omgevingswet. Als de gemeente over een commissie beschikt en deze is deskundig, dan is de score groen. Heeft de gemeente een commissie, maar is de samenstelling niet deskundig, dan is de score oranje. Als de gemeente geen adviescommissie heeft, dan is de score rood. Deskundig is gedefinieerd als deskundig op het gebied van de monumentenzorg betreffende bouwhistorische en bouwkundige opleiding en kennis, tenminste op het gebied van cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratie en landschap/stedenbouw.

Bij deze deskundigheid gaat het ook om deskundigheid op het gebied van de (brand)veiligheid.

Beeld over 2016

Alle gemeenten waren van oordeel dat zij een adviescommissie hebben die adviseert over uit te voeren werken aan rijksmonumenten op grond van de Monumentenwet en waarvan de samenstelling deskundig is. Zij gaven zich daarmee de score groen. Net als in 2016 is vervolgens nagegaan in hoeverre dit oordeel juist is in relatie tot signalen rond de gang van zaken bij restauraties van

specifieke monumenten en signalen van burgers in de betreffende gemeente. Op grond van dergelijke signalen kan er twijfel zijn over het oordeel groen dat de betrokken gemeente geeft. Heeft deze gemeente wel een Monumentencommissie en is deze om advies gevraagd en bij de melding betrokken? De provincie heeft al die gemeenten, waar sprake was van signalen, hierover nader bevraagd. De uitkomst was dat er net als in 2015 een Monumentencommissie was, deze bij de gemelde zaken betrokken was, deskundig was en het gemeentebestuur had geadviseerd. Het provinciale oordeel over deze gemeenten is daarmee ook groen.

Daarnaast zijn gegevens over de deskundigheid van de Monumentencommissies en de taakbehartiging van de Monumentenzorg door gemeenten verkregen uit informatie van het Erfgoedhuis (Provinciaal Steunpunt Monumentenzorg en Archeologie, PSMA), Dorp Stad en Land (DSL), de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de Erfgoedinspectie. Afhankelijk van de door gemeenten in hun IBT-rapportage opgenomen toelichting, is deze deskundigheid nader onderzocht. Van de 60 Zuid-Hollandse gemeenten laten zich er 48 voor de deskundigheid van hun Monumentencommissie bijstaan door Dorp, Stad en Land (DSL) in Rotterdam. DSL levert

deskundigen die zitting nemen in de lokale adviescommissies. Ook kunnen individuele plannen via deze lokale adviescommissies worden voorgelegd aan de Centrale Adviescommissie van DSL, waarin aanvullende specifieke deskundigheid aanwezig is. Een vraag van burgers in hoeverre gemeenten gebruik maken van de deskundigheid in deze Centrale Adviescommissie van DSL, kon voor 2016 bevredigend worden beantwoord.

Bestuurlijke aandachtspunten

Het inwerkingtreden van de Erfgoedwet per 1 juli 2016 en van de Omgevingswet in de periode tot 1 januari 2021 vraagt van gemeenten dat zij hun monumenten- en erfgoedbeleid actualiseren en zo nodig hun monumentencommissie aanpassen.

9

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(14)

Te ondernemen acties

Er zijn geen aanvullende acties noodzakelijk.

2.6 Informatie- en archiefbeheer Beeld over 2016

De in 2017 door de gemeenten opgestelde IBT-rapportages en de daarbij behorende archiefverslagen over het jaar 2016 tonen aan dat de Zuid-Hollandse gemeenten hun papieren informatiebeheer over het algemeen goed op orde hebben, de lokale regelgeving actueel houden en geschikte

archiefruimten en -bewaarplaatsen bezitten. Voor veel gemeenten ligt de opgave in de verbetering van hun digitale informatiebeheer en de bewaking van de inhoudelijke kwaliteit en duurzaamheid van informatie. Bestuurlijk is er steeds meer bewustwording van het belang van digitale informatie. Zo zijn onderwerpen als informatiebeveiliging (datalekken), openbaarheid, Open Overheid, transparantie en gegevensbescherming trending, maar in de praktijk vertaalt zich dit nog onvoldoende in extra

aandacht voor informatie- en archiefbeheer. De provincie constateert weliswaar een lichte verbetering in het digitale informatie- en archiefbeheer, maar ziet dat gemeenten nog te weinig doen aan

bijvoorbeeld het beheer van informatie binnen de belangrijkste bedrijfsapplicaties en het toezien op informatiebeheer door de verbonden partijen waaraan zij deelnemen.

In 2016 voldoen 9 gemeenten aan de gestelde wettelijke eisen, zijn er twee niet in control (‘rood’) en scoren er 49 (ruim 80 %) oranje, omdat zij hun informatie- en archiefbeheer op bepaalde aspecten niet op orde hebben. Ten opzichte van het oordeel over 2015 zijn er nauwelijks veranderingen te

constateren. Slechts twee gemeenten verbeterden zich van oranje naar groen, terwijl er ook een gemeente terugviel van groen naar oranje en één zelfs rood werd. In beide laatste gevallen vormde de inhoud van het eigen archiefverslag aanleiding voor het college om het oordeel naar beneden bij te stellen en maatregelen ter verbetering aan te kondigen.

Het is verheugend te constateren dat in 2017 meer gemeenten het archiefverslag over 2016 in het college van B&W behandelen en hierop acteren door verbeterplannen op te stellen. Helaas komen de archiefverslagen en de door B&W aangekondigde verbetermaatregelen vervolgens nauwelijks aan de orde in de gemeenteraad. De raad wordt zodoende wel schriftelijk geïnformeerd, maar ziet er niet actief op toe dat het college van B&W haar zorgplicht voor het gemeentelijke archief- en

informatiebeheer in voldoende mate uitvoert.

Bestuurlijke aandachtspunten

De gemeenten schrijven in hun rapportages over 2016 - net als in de daaraan voorafgaande jaren - dat zij verbeterplannen voorbereiden of uitvoeren om het (digitale) informatiebeheer op orde te brengen, maar leggen hier achteraf in de archiefverslagen en IBT-rapportages nauwelijks rekenschap over af aan de raad. Daar waar gemeenten in de afgelopen jaren nalieten hun archiefverslag (tijdig) in te sturen, geen actie ondernamen of niet aangaven welke maatregelen waren uitgevoerd, trad de provinciaal toezichthouder met de gemeente en haar archiefinspecteur in contact om op het belang van de verantwoording te wijzen. In een aantal gevallen leidde dat tot actie van de kant van de gemeente, maar vertaalde het zich niet in een betere schriftelijke verantwoording naar de raad.

Te ondernemen acties

De provincie zal er op blijven toezien dat alle colleges van B&W verantwoording afleggen over het informatie- en archiefbeheer in de vorm van een verslag of rapportage, deze bestuurlijk worden behandeld in de raad en tijdig aan de provincie worden gestuurd. Indien verbeterplannen worden aangekondigd zal de provincie gemeenten verzoeken de raad en de provincie in het daarop volgende jaar over de resultaten en/of de voortgang te informeren, opdat de raad kan beoordelen of er sprake is 10

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(15)

van verbeteringen. Op het moment dat de interne toezichthouders (de gemeentearchivaris) het signaal afgeven dat er geen of te weinig actie wordt ondernomen of de provinciaal toezichthouder dit zelf constateert, treedt de provincie in contact met de gemeente. Dat kan in de vorm van

verificatiegesprekken, waarin gemeente en provincie met elkaar op ambtelijk niveau de IBT- rapportage en het archiefverslag bespreken, zaken verduidelijken en de provincie kan wijzen op de noodzaak van verbeteringen en het afleggen van verantwoording. In alle gevallen zal de provincie met alle gemeenten die rood of oranje kleuren contact opnemen om te informeren naar de genomen verbeteracties.

2.7 Huisvesting vergunninghouders Kader

Alle Zuid-Hollandse gemeenten krijgen halfjaarlijks van het rijk een wettelijke taakstelling over het aantal in het komende half jaarte huisvesten vergunninghouders. Het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) dient ervoor te zorgen dat de gemeenten voldoende vergunninghouders toebedeeld krijgen om in hun taakstelling te voorzien. Dit gebeurt door de regievoerder van het COA die vergunninghouders aan een gemeente koppelt. De gemeente moet de aan de gemeente gekoppelde vergunninghouder vervolgens binnen 12 weken huisvesten. Het kader voor het toezicht op de wettelijke taak van gemeenten om vergunninghouders te huisvesten is vastgelegd in het op 25 september 2012 door GS vastgestelde ‘aanvullend beleidskader voor de huisvesting van vergunninghouders’. Dit kader beschrijft de wijze waarop de provincie zijn toezichthoudende taak met behulp van de

interventieladder uitoefent.

In het kader van het interbestuurlijk toezicht wordt hierbij gewerkt met de volgende kleurendefinitie: Als uw gemeente in een halfjaar uw taakstelling heeft gerealiseerd, is de kleur ‘groen’.

Als uw gemeente in de fase “signaleren” of “informatie opvragen en valideren” van de

interventieladder zit, is de kleur ‘oranje’. Als uw gemeente in een hogere fase van de bestuurlijke interventieladder is geplaatst ("afspraken maken over acties en termijnen’’, “vooraankondiging juridische interventie, waarschuwing, besluit tot indeplaatsstelling” of "sanctie”), is de kleur ‘rood’.

Beeld over 2016

De omvang van de taakstelling varieert per provincie en per jaar. De Zuid-Hollandse gemeenten nemen ruim 21 procent van de landelijke taakstelling voor hun rekening. Vanaf 2013 tot 1 januari 2017 steeg de landelijke taakstelling om daarna te dalen als gevolg van de verminderde instroom van asielzoekers. In onderstaande tabel is de taakstelling voor de jaren 2015 - 2017 weergegeven.

2015-1 2015-11 2016-1 2016-11 2017-1 2017-11 Taakstelling Nederland 14.000 14.900 20.000 23.000 13.000 10.000 Taakstelling Zuid-Holland 2.973 3.161 4.258 4.900 2.768 2.121 Achterstand voorgaande

halfjaar 523 1.028 344 838 1.360 53

Totale opgave Zuid-Holland 3.496 4.189 4.602 5.738 4.128 2.174

De ontwikkeling van de taakstelling en de achterstand is van belang bij de duiding van het beeld over het verantwoordingsjaar 2016: de gemeenten hebben in 2016 een steeds groter aantal

vergunninghouders moeten huisvesten. Dat is uiteindelijk niet gelukt want de achterstand liep op: op 1 januari 2016 was de achterstand 344 vergunninghouders, op 1 juli 2016 838 vergunninghouders en op

1 januari 2017 1.360. Voor een deel is het oplopen van de achterstand te verklaren door de

samenstelling van de groep vergunninghouders: in 2016 zijn er veel alleenstaanden en alleengaanden

11

PZH-2017-614676833 dd. 31 -10-2017

(16)

(mensen die na vergunningverlening gezinshereniging aanvragen) naar Nederland gekomen. Het huisvesten van deze groep kostte tijd, mede omdat de Nederlandse woningvoorraad over het algemeen bestaat uit eengezinswoningen. Een andere verklaring voor de achterstand is het gebrek van koppelingen door het COA. Als we kijken naar de ontwikkeling van het aantal gemeenten op de bestuurlijke interventieladder dan blijkt dat gemeenten het moeilijk hebben met het realiseren van de hoge taakstelling. Dit is goed te zien in onderstaande tabel, waarin ook de kleurendefinitie van het IBT is weergegeven.

Interventieladder 01-01-2016 01-07-2016 01-01-2017

Aantal gemeenten 60 60 60

Taakstelling gerealiseerd 32 26 20

Signaleren 18 24 25

Informatie opvragen en valideren 10 10 15

Afspraken maken 0 0 0

Duidelijk is dat minder gemeenten groen en meer gemeenten oranje scoren. Het aantal gemeenten dat op 31 december 2016 groen scoort neemt aften opzichte van het aantal dat op 1 januari 2016 nog groen scoorde (van 32 naar 20). Het aantal gemeenten dat oranje scoort op 31 december 2016 neemt juist toe ten opzichte van 1 januari 2016; van 28 naar 40.

Een rode score heeft (gelukkig) nog geen enkele gemeente. Zoals al gemeld heeft het COA in 2016 te weinig vergunninghouders kunnen koppelen. Als gemeenten daardoor de taakstelling niet hebben gehaald, zijn ze op de interventieladder niet gestegen. Het valt deze gemeenten niet aan te rekenen dat zij buiten hun schuld om niet kunnen voldoen aan de taakstelling.

Trends en ontwikkelingen ten opzichte van 2016: het huidige beeld

Op het niveau van de provincie gaat het huisvesten van vergunninghouders in 2017 goed. Op 1 juli 2017 zijn er 4.075 vergunninghouders gehuisvest van de 4.128 vergunninghouders, die in het eerste halfjaar van 2017 gehuisvest moeten worden. Dit betekent dat op het niveau van de provincie de opgave om de taakstelling te realiseren en de achterstand in te lopen nagenoeg geheel is gerealiseerd.

Bestuurlijke aandachtspunten

Hoewel het huidige beeld laat zien dat het op het niveau van de provincie goed gaat, is het beeld op het niveau van de gemeenten divers. Er zijn gemeenten die hun opgave per 1 juli 2017 hebben gerealiseerd, maar er zijn er ook die nog steeds moeite hebben om voldoende vergunninghouders te huisvesten. De provincie zal juist deze gemeenten, zeker de gemeenten die al langere tijd op de interventieladder staan of een grote achterstand hebben, op hun verantwoordelijkheden aanspreken.

Te ondernemen acties

In de ambtelijke en bestuurlijke contacten met de gemeenten vraagt de provincie voortdurend aandacht voor voldoende inzet om de taakstelling te realiseren. De provincie en het COA blijven monitoren of het COA voldoende vergunninghouders koppelt. In de afgelopen periode heeft dit monitoren al geleid tot een aanpassing van het aantal aan de regio Zeeland/Zuid-Holland verbonden AZC’s, waardoor er meer vergunninghouders zijn die aan de gemeenten in deze regio gekoppeld kunnen worden.

12

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(17)

3.Totaalbeeld gemeenten

In bijlage 1 is het totaalbeeld voor alle 60 gemeenten opgenomen, waarbij voor elke gemeente met een kleur is aangegeven welke beoordeling de provincie toekent aan het betreffende domein.

Wanneer gemeenten oranje of rood scoren en/of er afwijkingen zijn ten opzichte van het zelfoordeel van gemeenten, volgt een toelichting.

Een vergelijking van het totaalbeeld over 2016 met dat over 2015 maakt duidelijk dat er voor de domeinen financieel toezicht en omgevingsrecht sprake is van een positieve trend. Voor de domeinen ruimtelijke ordening, monumentenzorg en informatie- en archiefbeheer is er ten opzichte van 2015 relatief weinig verandering te constateren, want er is geen duidelijk negatieve noch positieve trend.

Voor huisvesting vergunninghouders is het aantal ‘oranje' gemeenten gestegen. Het actuele beeld is dat er gemeenten zijn die het huisvestingsproces goed op orde hebben en hun taakstelling per 1 juli 2017 halen. Er zijn er echter ook die moeite hebben om voldoende vergunninghouders te huisvesten.

Veel gemeenten losten voor meerdere domeinen knelpunten op of werkten gericht aan oplossingen.

Dat resulteert in 9 gemeenten die over de gehele linie - meer dan de helft van de zes domeinen oranje of rood - slecht scoren. Vorig jaar waren dat er echter nog 14. De provincie zal op basis van dit oranje/rode totaalbeeld in overleg treden met de gemeentesecretarissen en concerncontrollers van deze 9 gemeenten om meer inzicht te krijgen in de problematiek en afspraken te maken over de noodzakelijke vervolgacties. Zo nodig volgt bestuurlijk overleg.

13

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(18)

Bijlage 1. Totaalbeeld gemeenten over 2016, inclusief toelichting per gemeente

14

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(19)

Toelichting per gemeente

Per gemeente is een toelichting gegeven op bovenstaande tabel, waar het de 'oranje’ of ‘rood’

gekleurde domeinen betreft. Ook is er een toelichting als het oordeel van provincie en gemeente van elkaar afwijken. De toezichtinformatie heeft betrekking op het jaar 2016. Voor het domein

omgevingsrecht betreft het de stand van zaken aan het eind van de maand juni 2017.

Alblasserdam

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje'. De gemeente heeft veel verbeteringen doorgevoerd, maar moet voor de realisatie van een volledig digitale informatiehuishouding nog zorgen voor de

implementatie van een kwaliteitssysteem, een volledig ordeningsplan en een klant-, zaak- en archiefsysteem dat voldoet aan alle wettelijke vereisten.

Albrandswaard

Financiën: is ‘oranje’ omdat de gemeente een begroting heeft die niet structureel en reëel in evenwicht is. Het evenwicht ontstaat in de meerjarenraming;

Ruimtelijke ordening: is ‘oranje’, omdat één bestemmingsplan nog niet actueel is;

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. De gemeente geeft aan dat de situatie moet worden verbeterd en verwijst naar de in 2017 gehouden archiefinspectie, waarvan de rapportage op 1 augustus door de gemeentearchivaris is aangeboden aan het college. De provincie verzoekt de gemeente dit rapport met de bestuurlijke reactie daarop toe te sturen;

Fluisvestinq vergunninghouders: is ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 januari 2014 achter.

De achterstand per 31 december 2016 is 40 vergunninghouders en is groter dan een jaar geleden toen de achterstand 25 was. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke inventieladder in de fase ‘‘informatie opvragen en valideren” (geen verandering ten opzichte van de vorige IBT rapportage).

Alphen aan den Rijn

Ruimtelijke ordening: is ' oranje’ omdat nog niet alle bestemmingsplannen actueel zijn;

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje'. De gemeente heeft de ambitie volledig digitaal te gaan werken, maar had eind 2015 verschillende aspecten van het archief- en informatiebeheer nog niet op orde. Het verslag over het archief- en informatiebeheer over 2016 wordt in het najaar van 2017 bestuurlijk behandeld en daarna gedeeld met de provincie. Op basis van dit verslag volgt het definitieve provinciale oordeel.

Barend recht

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. De gemeente geeft aan dat de situatie verbetering behoeft en verwijst naar de in 2017 gehouden archiefinspectie, waarvan de rapportage op 1 augustus door de gemeentearchivaris is aangeboden aan het college. De provincie verzoekt de gemeente dit rapport met de bestuurlijke reactie daarop toe te sturen;

Huisvesting vergunninghouders: is 'oranje’. De gemeente loopt sinds 1 juli 2015 achter. De

achterstand per 31 december 2016 is 35 vergunninghouders en is groter dan een jaar geleden toen de achterstand 14 vergunninghouders was. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke inventieladder in de fase “informatie opvragen en valideren”.

15

PZH-2017-614676833 dd. 31 -10-2017

(20)

Binnenmaas

Huisvesting vergunninghouders: is met ingang van dit jaar ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 juli 2016 achter. De achterstand per 31 december 2016 is 25 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente een voorsprong van 5. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de

bestuurlijke inventieladder in de fase “signaleren".

Bodegraven-Reeuwijk

Ruimtelijke ordening: is ' oranje’ omdat nog niet alle bestemmingsplannen actueel zijn;

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. Op basis van het archiefverslag moet de gemeente werk maken van onder meer het inventariseren van analoge archieven en schonen van digitale bestanden.

De implementatie van een gemeentebreed in te zetten zaaksysteem vraagt verder om digitalisering van bedrijfsprocessen, reductie van zaaktypen, invoering van een metadatamodel, de digitale handtekening en een kwaliteitssysteem archiefbeheer. Het college heeft in september 2017 opdracht gegeven deze acties uit te laten voeren;

Huisvesting vergunninghouders: is met ingang van dit jaar ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 juli 2016 achter. De achterstand per 31 december 2016 is 1 vergunninghouder. Een jaar geleden had de gemeente een voorsprong van 5. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke inventieladder in de fase “signaleren”. Gezien de fase op de interventieladder geeft de gemeente zichzelf voor dit domein ten onrechte de kleur “groen”; dit moet volgens de kleurendefinitie “oranje” zijn als de gemeente in de fase “signaleren” is geplaatst. Verder gebruikt de gemeente niet de cijfers uit de COA-administratie als het gaat om de achterstand per 1 juli 2016 en per 31 december 2017 en de in het tweede halfjaar gehuisveste vergunninghouders.

Brielle

Financiën: is 'oranje’ omdat het de gemeente niet gelukt is een structureel sluitende begroting te presenteren. Volgens de meerjarenraming is de begroting pas in 2020 weer structureel in evenwicht;

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. De informatiehuishouding voldoet op een aantal onderdelen niet, door onder meer het ontbreken van een kwaliteitssysteem archief- en informatiebeheer, een vastgesteld metadataschema en functionele eisen voor digitale archiefbescheiden. Deze

verbeterpunten worden meegenomen in de voorbereiding van de voorgenomen ambtelijke fusie tussen Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne en de nieuwe werkorganisatie Voorne. De tijdige overbrenging van archieven naar de archiefbewaarplaats wordt in 2017 opgepakt, evenals het juist instellen van de klimaatbeheersing in de archiefruimte;

Huisvesting vergunninghouders: is met ingang van dit jaar ‘oranje'. De gemeente loopt sinds 1 juli 2016 achter. De achterstand per 31 december 2016 is 17 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente een voorsprong van 13. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke inventieladder in de fase “signaleren”.

Capelle aan den IJssel

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. De gemeente geeft aan dat het stappen moet zetten om het digitaal informatiebeheer organisatiebreed beter in te bedden. Uit de in 2016/2017 gehouden inspectie is naar voren gekomen dat beheer en inrichting van diverse bedrijfskritische applicaties niet voldoen.

De provincie onderschrijft deze conclusies. Zie ook gemeente Krimpen aan den IJssel;

Huisvesting vergunninghouders: is met ingang van dit jaar ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 juli 2016 achter. De achterstand per 31 december 2016 is 36 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente op basis van huurcontracten precies de taakstelling gerealiseerd. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke inventieladder in de fase “informatie opvragen en

valideren”.

16

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

(21)

Cromstrijen

Huisvesting vergunninghouders: is met ingang van dit jaar ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 juli 2016 achter. De achterstand per 31 december 2016 is 17 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente een voorsprong van 2. Sinds 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke inventieladder in de fase “informatie opvragen en valideren", nadat de gemeente per 1 juli 2016 in de fase “signaleren” van de bestuurlijke inventieladder was geplaatst.

Delft

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje. De inspectie uit 2015 maakte duidelijk dat de gemeente voor het domein archief- en informatiebeheer niet volledig voldeed. Eind 2016 stemde de raad in met een verbeterplan voor het archief- en informatiebeheer, waarmee deels al in dat jaar was gestart. De gemeente informeert de raad en de provincie nog in 2017 over de voortgang van de uitvoering van dit plan;

Huisvesting vergunninghouders: is met ingang van dit jaar ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 juli 2016 achter. De achterstand per 31 december 2016 is 24 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente op basis van huurcontracten precies de taakstelling gerealiseerd. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke inventieladder in de fase “signaleren”.

Den Haag

Ruimtelijke ordening: is ‘oranje’ omdat twee bestemmingsplannen nog niet actueel zijn;

Informatie- en archiefbeheer; is ‘oranje’. De gemeente oordeelt zelf dat het niet voldoet en verwijst naar het Verslag Kritische Prestatie Indicatoren gemeentelijke Archiefketen 2016. Hieruit blijkt dat archief- en informatiebeheer op diverse aspecten niet voldoet. Zo zijn lokale regelingen niet actueel, ontbreken een kwaliteitssysteem archiefbeheer, een geordend overzicht van archief- en

informatiebestanden en een metadataschema. In de toelichting op het verslag worden verbeteringen voorgesteld, maar het college van B&W geeft niet aan welke maatregelen het gaat nemen om de situatie daadwerkelijk te verbeteren. De provincie verneemt graag welke acties de gemeente gaat uitvoeren omdat het in 2016 ook al stappen had aangekondigd, maar onbekend is of die zijn uitgevoerd;

Huisvesting vergunninghouders: is 'oranje’. De gemeente loopt sinds 1 juli 2014 achter.

De achterstand per 31 december 2016 is 246 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente een achterstand van 164. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke

inventieladder in de fase “informatie opvragen en valideren” (ten opzichte van de fase “signaleren” in de vorige IBT rapportage).

Dordrecht

Ruimtelijke ordening: is ‘oranje’ omdat één bestemmingsplan nog niet actueel is.

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. De gemeente geeft aan dat de benodigde beleidskaders zijn opgesteld en het fysieke archiefbeheer en het beleid rondom archivering nagenoeg op orde zijn, maar het digitale archiefbeheer nog niet. Ook loopt er een regionaal project om het digitaal archiveren op orde te brengen en is de implementatie van een nieuw digitaal archiefsysteem, als onderdeel van het klant-, zaak- en archiefsysteem gestart. Het archiefverslag van de archivaris bevat nog diverse, andere aanbevelingen, maar onbekend is of en hoe het college deze gaat opvolgen. De provincie wil dit graag vernemen.

Giessenlanden

Ruimtelijke ordening: is ‘oranje' omdat één bestemmingsplan nog niet actueel is;

Informatie- en archiefbeheer: Is 'oranje’. De gemeente heeft aandacht voor een goed informatiebeheer en voert gewenste en verplichte verbeteringen uit. Diverse onderdelen van het informatiebeheer zijn

17

PZH-2017-614676833 dd. 31 -10-2017

(22)

op orde, maar sommigen verdienen de aandacht waaronder het digitale informatiebeheer en specifiek de formele inrichting ervan en de realisatie van een kwaliteitszorgsysteem. Met een verbeterplan wordt sinds 2016 gewerkt. De voorbereidingen voor de geplande samenwerking met de gemeente Molenwaard zullen ook voor dit domein bijzondere aandacht vragen.

Goeree-Overflakkee

Financiën: is ‘oranje’ omdat de begroting niet structureel in evenwicht is. Het structureel evenwicht wordt in de meerjarenraming wel hersteld;

Ruimtelijke ordening: is ‘oranje' omdat één bestemmingsplan nog niet actueel is;

Qmgevinqsrecht: is ‘oranje, omdat de gemeente nog niet beschikt over een door de raad vastgestelde verordening;

Informatie- en archiefbeheer: is ‘rood’, omdat het beheer van digitale archiefbescheiden niet op orde is, een kwaliteitssysteem ontbreekt en er achterstanden zijn in het toegankelijk maken van analoge archieven en in de digitale dossiervorming. Het grootste knelpunt betreft de digitale archivering in het Zaaksysteem van Decos/Join. Het MT besloot in 2016 tot een projectmatige aanpak voor de

verwerking van de achterstanden en zal dat in 2017 evalueren. De provincie vraagt de gemeente naar de aanpak van de overige tekortkomingen en zal daartoe ambtelijk overleg starten;

Huisvesting vergunninghouders: is ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 januari 2014 achter.

De achterstand per 31 december 2016 is 71 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente een achterstand van 2. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke

inventieladder in de fase “informatie opvragen en valideren” (ten opzichte van de fase “signaleren” in de vorige IBT rapportage).

Gorinchem

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. De gemeente oordeelt dat dit domein nog niet voldoet en het een nulmeting en een rekenkameronderzoek naar de archieffunctie heeft laten uitvoeren. De

uitkomsten van beide onderzoeken vormt belangrijke input voor het archiefverslag over 2016 dat in het najaar van 2017 bestuurlijk wordt behandeld en vervolgens gedeeld met de provincie. Op basis van dit verslag zal de provincie haar definitieve oordeel geven.

Gouda

Informatie- en archiefbeheer: de ‘oranje’ score volgt uit het verslag ‘archief kpi’s Gouda 2016’. Zo blijkt de gemeente nog geen toetsbaar kwaliteitssysteem te hebben, zijn authenticiteit, context,

toegankelijkheid en duurzaamheid van digitale archieven onvoldoende geborgd en voldoen niet alle archiefruimten aan de wettelijke eisen. De provincie verneemt graag welke concrete maatregelen het college gaat nemen;

Huisvesting vergunninghouders: is ‘oranje’. De gemeente loopt sinds 1 januari 2014 achter.

De achterstand per 31 december 2016 is 15 vergunninghouders. Een jaar geleden had de gemeente een achterstand van 1. Op 31 december 2016 bevindt de gemeente zich op de bestuurlijke

inventieladder in de fase “informatie opvragen en valideren” (ten opzichte van de fase “signaleren” in de vorige IBT rapportage).

Hardinxveld-Giessendam

Informatie- en archiefbeheer: is ‘oranje’. Uit de IBT-rapportage van het college van B&W en het inspectieverslag van de gemeentearchivaris blijkt het archief- en informatiebeheer nog niet te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Mede in verband met de uitplaatsing van de werkzaamheden op het terrein van archief- en informatiebeheer naar het Servicecentrum Drechtsteden (SCD) is het

doorvoeren van verbeteringen noodzakelijk. De gemeente laat achterstanden in de archivering wegwerken en stemt de archiefordening af met het SCD, maar moet andere maatregelen nog

18

PZH-2017-614676833 dd. 31-10-2017

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hebt u vragen over de inhoud van deze brief, of andere vragen over de financiële positie van uw gemeenschappelijke regeling, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Wij

Wij adviseren u erop toe te zien dat de wijzigingen in het BBV, voor zover van toepassing, volledig worden verwerkt in de jaarrekening 2018 en de begroting 2019.

De vastgestelde jaarrekening en het jaarverslag zijn binnen de wettelijke termijn ingezonden De jaarrekening sluit met een positief resultaat van € 319.000 dat voor € 325.000

Wij hebben vernomen dat inmiddels voor alle onderdelen nieuwe beheerplannen zijn vastgesteld en dat de financiële consequenties zullen worden verwerkt in de 18 tussenrapportage

De vernieuwing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), voortvloeiend uit de adviezen van de commissie Depla, heeft in een korte tijd ingrijpende

De vernieuwing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), voortvloeiend uit de adviezen van de commissie Depla, heeft in een korte tijd

heeft de VNG bij het kabinet gepleit voor een transformatiefonds bovenop het macrobudget voor een periode van vier jaar om gemeenten met een tekort meer tijd te geven om

De clusterge- middelden op de opgenomen indicatoren liggen voor deze cluster iets onder het Vlaamse gemid- delde, met een globale werkzaamheidsgraad van 70,7%, een