• No results found

Minder bureaucratie betekent bij politie meer discriminatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Minder bureaucratie betekent bij politie meer discriminatie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Minder bureaucratie betekent bij politie meer discriminatie

Çankaya, Sinan; Mutsaers, P.

Published in:

NRC Handelsblad

Publication date:

2015

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Çankaya, S., & Mutsaers, P. (2015). Minder bureaucratie betekent bij politie meer discriminatie. NRC

Handelsblad, 18-19.

http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2015/juli/13/minder-bureaucratie-betekent-bij-politie-meer-disc-1514609

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners

and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research.

• You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately

and investigate your claim.

(2)

gezocht in het hoofd van de agent en niet in het be-leid, waaronder discriminatoire werkopdrachten, de verruiming van handhavingswetgeving, zoals de Wet ID of organisatiekenmerken. Door het pro-bleem te psychologiseren en te individualiseren, zuivert het instituut zich van blaam.

Een derde belangrijke trend is de verschuiving van straf- naar risicomentaliteit: van concrete indivi-duele normovertreders naar risicovolle groepen die preventief moeten worden gecontroleerd en die steeds vaker cultureel worden gedefinieerd. Deze ontwikkeling heeft een cruciale overeenkomst met het integratiedenken: in beide gevallen ligt het pro-bleem bij de etnische minderheidsgroep, waarmee elk (vermeend) lid van die groep potentieel gevaar-lijk en burgerschapsonwaardig is.

De opkomst van een risicomentaliteit loopt paral-lel aan een grootschalige reorganisatie, een vierde contextfactor. De agent heeft te maken met ontbu-reaucratisering die protocollen en regelgeving weg-snijdt, terwijl die juist houvast kunnen bieden voor straatagenten. Straatagenten hebben behoefte aan duidelijke instructies. Zelfsturing is niet voor elke publieke instantie geschikt; zeker niet wanneer deze wordt gekenmerkt door een geweldsmonopolie.

Wij hebben veel agenten leren kennen die op hu-mane en professionele wijze omgaan met alle men-sen. Maar we laten ons niet verleiden door de psy-chologisering zoals hier beschreven. De hiërarchie van positief en negatief gewaardeerde burgers vindt zijn oorsprong in een bredere politiek-maatschappe-lijke context; de politieorganisatie speelt een struc-turele rol in het uitsluiten van mannelijke migran-ten, uit voornamelijk de lagere klassen, die niet bij het gedroomde Nederland mogen horen.

Er is behoefte aan een sociologische inbeelding waarbij individuele besluiten en voorkeuren van ge-zagsdragers weer worden begrepen als collectieve, publieke kwesties. Er is behoefte aan robuuste, bu-reaucratische interventies vanuit de Nationale Poli-tie en het bestuur: direcPoli-tief, verticaal en in lijn met de wet om politiediscriminatie tegen te gaan. Ook is behoefte aan een duidelijke afbakening van politie-taken en een scheiding van persoon en ambt. De verantwoordelijkheid van politiediscriminatie kan niet worden gedeponeerd bij de straatagent. Daar is het onderwerp te complex voor.

Minder bureaucratie

betekent bij politie

meer discriminatie

Na de rellen in de Schilderswijk is er behoefte aan duidelijke instructies

en regels voor agenten, schrijven Sinan Çankaya en Paul Mutsaers.

Onze

conclusie: er

is sprake van

struc turele

di sc riminatie

binnen en

door de

Ne derlandse

politie

Sinan Çankaya en Paul Mutsaers zijn

beiden cultureel antropoloog en als postdoc verbon-den aan resp. de VU Amsterdam en Tilburg University.

Dode in Schilderswijk

Onderzoekers over politiediscriminatie

‘M

ijn doembeeld is Ferguson”, schreef korpschef Bouman in een interne blog. De rellen in de Haagse Schilderswijk mo-gen dan ook niet verbazen, er waren voldoende signalen over een verstoorde relatie tussen de politie en mi-grantenjongeren. Jarenlang hebben wij onderzoek verricht naar de politieorganisatie. Onze conclusie: er is sprake van structurele discriminatie binnen en door de Nederlandse politie.

In de reacties op de zaak Mitch Henriquez beroept men zich veelal op het volgende argument: omdat het alledaagse politiewerk zo ingewikkeld is, moe-ten agenmoe-ten wel overgaan tot vereenvoudigingen in een alsmaar complexere wereld. Dit kan leiden tot discriminatie. Wij gaan mee met deze redenatie, maar willen deze in een bredere context plaatsen.

Ten eerste ontwikkelt politiediscriminatie zich in een migrantvijandig kader van beleid, wetgeving en politiek. Journalisten, wetenschappers en politici komen steeds meer tegemoet aan de roep om re-pressie door in ferme taal zondebokken te creëren van migranten. Deze socio-politieke druk op agen-ten maakt hun werk inderdaad complexer. Ook heerst het sentiment dat de overheid de controle in bepaalde wijken heeft verloren. De staat wil zich re-vancheren door de straat te heroverwinnen, omdat die zogezegd gekaapt wordt door snotneuzen, over-lastgevers en ‘achterlijke gladiolen’ die het gezag niet aanvaarden. Mannelijke migranten worden voortdurend afgeschilderd als een bedreiging voor de Nederlandse cultuur, orde en veiligheid. In ‘wit-te ’ en vermogende wijken is reeds de aanwezigheid van ‘z warte’ lichamen een normovertreding.

Vanwege deze bredere context kan politiediscri-minatie niet worden gereduceerd tot de individuele besluiten van straatagenten. Toch is dat juist de be-leidsreactie van de politieorganisatie. In persoonlij-ke ontwikpersoonlij-kelingsplannen en bewustwordingstraningen wordt agenten geleerd hun eigen ‘authentic i-te i t ’ i-te ontdekken en om niet i-te discrimineren. Door deze psychologisering ontwikkelen ze particuliere ideeën over fundamentele vragen van het alledaagse politiewerk, zoals: wat is rechtvaardig en hoe ben ik effectief als agent? Wanneer deze personificatie leidt

tot discriminatie wordt het vraagstuk logischerwijs ILL

US TRA TIE R UBEN OPPENHEIMER

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er waren al tweetalige scholen in het voortgezet onderwijs, met merendeels Engels als andere taal, en nu komen er dus tweetalige basisscholen waarin niet alleen in het Nederlands,

‘Het lande l i jk geb ied is voor iedereen ’ l i jkt goede toekomstperspect ieven te b ieden voor recreat ie , maar in het SGR2 wordt de recreat iesector nog tevee l gez ien a

Vorige week zaterdag schoot een blanke politieman de ongewapende zwarte jongen Michael Brown dood. Ferguson, een voorstad

Daarnaast kwam tijdens de interviews naar voren dat er irritatiepunten zijn rondom het uren verantwoordingsysteem BVCM en dat veel uitvoerende agenten zich niet

Aan het begin van deze scriptie zijn een viertal deelvragen opgesteld die als leidraad hebben gediend voor het onderzoek. De eerste drie deelvragen hebben een theoretisch

samenzwenng. L.: Het is belangrijk in te zien dat mensen niet van nature individuen zijn. H et individu zoals wij dat kennen is een produkt van het individualisme

Vooroordelen kunnen vervelende gevolgen hebben wanneer mensen ernaar handelen of niet openstaan voor een persoon, omdat hun mening al vaststaat.. Dat maakt vooroordelen

HET SCHAKELPUNT LANDELIJKE WERKGEVERS HEEFT MET ALBERT HEIJN EEN CONVENANT OPGESTELD VOOR