• No results found

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Marianum, locatie Lichtenvoorde VMBOB

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Marianum, locatie Lichtenvoorde VMBOB"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING

Marianum, locatie Lichtenvoorde VMBOB

Plaats : Lichtenvoorde

BRIN nummer : 02QN|C2

BRIN nummer : 02QN|02|VMBOB Onderzoeksnummer : 288629

Datum onderzoek : 23 maart 2016

(2)
(3)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 23 maart 2016 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd bij Scholengemeenschap Marianum vestiging Lichtenvoorde. Daarbij is gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs en naar naleving van wet- en regelgeving.

De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 7 en 9 april 2015 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-b van Marianum Lichtenvoorde. Deze zijn beschreven in het

inspectierapport dat is vastgesteld op 15 juni 2015. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd.

Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke

voorschriften.

Op 7 en 9 april 2015 verrichtte de inspectie een onderzoek bij de afdeling vmbo-b van Marianum Lichtenvoorde in het kader van het jaarlijkse steekproefonderzoek voor het Onderwijsverslag.

De inspectie kwam daarbij tot de conclusie dat de kwaliteit van het

onderwijsproces onvoldoende was. De opbrengsten waren wel voldoende. Ten aanzien van de naleving van wettelijke vereisten werden geen tekorten vastgesteld.

Per saldo leidde dit voor de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-b tot het oordeel zwak.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie.

1. INLEIDING

Aanleiding

Toezichthistorie

Onderzoeksopzet

(4)

• Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd waaronder het Schoolplan Marianum 2015/2016 en het Verbeterplan afdeling basisberoepsgerichte leerweg n.a.v. het

inspectiebezoek april 2015.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd.

• Gesprek met leerlingen en leraren.

• Een eindgesprek met de directie na afloop van het schoolbezoek.

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie in het bijzonder aandacht besteed aan de indicatoren die bij het vorige onderzoek als onvoldoende werden beoordeeld.

In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het

vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.

Opbouw rapport

(5)

Een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering zoals wij hebben uitgevoerd, heeft tot doel om te beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs weer van voldoende niveau is en of aan alle afspraken is voldaan die in het toezichtplan zijn

vastgelegd.

Onze conclusie voor de afdeling vmbo-b van Scholengemeenschap Marianum, vestiging Lichtenvoorde is als volgt:

Kwaliteit

De Inspectie van het Onderwijs kent aan de afdeling het basisarrangement toe.

De kwaliteit van het onderwijs is weer voldoende. Dit betekent dat de school niet langer onder intensief toezicht valt.

Naleving

De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd

2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT

(6)

In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit van de onderzochte aspecten zijn gekomen.

Eerst ziet u het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan.

Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe.

Sinds het bezoek van april 2015 heeft de school enkele ingrijpende

vernieuwingsprocessen in werking gezet. Deze vernieuwingsprocessen hebben inmiddels tot merkbare verbeteringen geleid in het pedagogisch en didactisch handelen. Ons overall oordeel ten aanzien van het onderwijsproces is nu positief.

Tegelijkertijd stellen wij vast dat het nodig is de ingezette processen krachtig door te zetten en op enkele onderdelen nog uit te breiden. De ingezette

veranderingen zijn bij nog niet alle docenten al voldoende geautomatiseerd. De borging van de ingezette veranderingen vereist daarom bijzondere aandacht: in de zin dat toegezien wordt op naleving van overeengekomen afspraken door individuele docenten en waar nodig gecorrigeerd wordt.

Verdere versterking van het didactisch handelen achten wij nodig en gewenst op het terrein van afstemming van het didactisch handelen op verschillen tussen leerlingen. Daarnaast kan ook de planmatigheid in extra ondersteuning aan individuele leerlingen beter: zowel door een directere koppeling van inhoud van de ondersteuning aan de geconstateerde ondersteuningsbehoefte en een regelmatig evaluatie van de effecten van de geboden hulp.

Een compliment verdient de school voor de opbrengsten. Deze waren en zijn ruim voldoende.

In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht

3. BEVINDINGEN

3.1. Algemeen Beeld

3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

(7)

3. voldoende

4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score

‘ja’ of ‘nee’.

De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de

kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 4 5

• 1.1 De leerlingen behalen in de onderbouw het

opleidingsniveau dat mag worden verwacht.

1.2.1 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-b.

1.3.1 De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.

1.4.1 Bij de opleiding vmbo-b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.

De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau 1 2 3 4 5

• 2.1 De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau.

De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod

eigen te maken 1 2 3 4

• 4.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.

Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede

vorming 1 2 3 4

• 5.1 Het schoolklimaat bevordert de verwerving van sociale en

maatschappelijke competenties door leerlingen.

5.2 Alle geledingen en de randvoorwaarden binnen de school dragen bij aan het functioneren van de school als een sociale en pedagogische gemeenschap.

5.3 De beleving van het sociale klimaat en de sociale veiligheid liggen op het niveau dat mag worden verwacht.

5.4 De school ondersteunt de leerlingen en de ouders/verzorgers bij de keuzes tijdens de schoolloopbaan.

5.5 De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur.

(8)

Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat

tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4

• 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.

7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg.

7.3 De leerlingen zijn actief betrokken.

7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.

De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen

tussen leerlingen 1 2 3 4

• 8.2 De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen

leerlingen.

8.3 De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen.

De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning

aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) 1 2 3 4

• 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de

leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen.

9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en

ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.

9.3 De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden.

9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit.

De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4

• 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten.

12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.

De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4

• 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces.

13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.

13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.

Nalevingsindicatoren 2013 ja nee

N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de • inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte

(9)

Het kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: het onderwijs, de begeleiding en ondersteuning en de kwaliteitszorg.

Onderwijs

Het onderwijs binnen de afdeling achten wij nu van voldoende kwaliteit.

Bij het onderzoek van april 2015 constateerden wij een belangrijk aantal tekorten. Die hadden betrekking op het doelmatig gebruik van de onderwijstijd, de betrokkenheid van leerlingen, de effectiviteit van de lesopbouw, de feedback en de afstemming van het onderwijs op individuele verschillen. Verder stelden wij vast dat de leraren onvoldoende de verwerving van sociale en

maatschappelijke competenties bevorderden.

Op veel punten is vooruitgang gerealiseerd in een mate die nu het oordeel voldoende rechtvaardigt. Dat geldt nog niet voor de doelmatige opbouw van de les en de afstemming op individuele verschillen.

Veel van de problemen kwamen voort uit wat in het onderzoeksrapport van juni 2015 werd aangeduid als “het niet adequaat reageren op leerlingen met een duidelijk grensoverschrijdend gedrag”. Dit aspect heeft veel aandacht gekregen in de school. Er is gesproken over de grenzen die gesteld moeten worden en de wijze waarop opgetreden dient te worden bij grensoverschrijdingen. Bij het nieuw geïntroduceerde programma van intensieve intervisie is dit een speerpunt. Wij constateren dat het aantal openlijke gevallen van

grensoverschrijdend gedrag is afgenomen en dat waar dat gedrag wordt waargenomen er in de regel duidelijker tegen wordt opgetreden. Tegelijkertijd zien we dat enkele docenten nog aarzelend optreden en het soms aan de moed ontbreekt om afspraken over omgang met specifieke leerlingen in volle omvang na te komen.

Wat het didactisch handelen in engere zin betreft zien we veel vooruitgang in de betrokkenheid van leerlingen en een betere feedback. Ook op het punt van de structurering van de les zien we vooruitgang. Toch blijven op dat laatste punt nog iets te veel leraren achter. Om verschillende redenen laat de doelgerichtheid

Nalevingsindicatoren 2013 ja nee

• N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de

inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO).

N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31).

3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel

(10)

van de lessen van deze docenten te wensen over: soms wordt te weinig

structuur aangeboden door een duidelijke doelformulering aan het begin van de les en/of een afsluiting aan de hand van diezelfde lesdoelen, soms is er

onvoldoende aansluiting van de lesvorm bij de inhoud van de les (doordat lengte van instructie en verwerking niet in onderlinge balans zijn) en een enkele keer sloot de lesvorm onvoldoende aan bij de voorkennis en het niveau van de leerlingen.

In het verlengde van problemen bij de doelmatigheid van de lesopbouw constateren wij bij een ruime meerderheid van de lessen een afwezigheid van een bewuste differentiatie in de les, waarbij in instructie en/of verwerking expliciet en systematisch rekening wordt gehouden met mogelijkheden en behoeften van groepen leerlingen.

Begeleiding en ondersteuning

De begeleiding van leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning is over het geheel genomen voldoende.

Bij het onderzoek van april 2015 vonden we die begeleiding op twee onderdelen onvoldoende: het systematisch in beeld brengen van de vorderingen van de leerlingen én de planmatige uitvoering van de extra ondersteuning. Het eerste punt is nu verholpen, het tweede nog niet, dat wil zeggen niet in voldoende mate.

De school zet inmiddels een groot aantal genormeerde toetsen in om de

vorderingen van alle leerlingen goed in beeld te krijgen. Wij denken dat hiermee aan een belangrijke voorwaarde voor een goede leerlingenzorg is voldaan. Wel verdient de invoering van deze toetsen nog aanvullende ondersteuning op het punt van de analyse van de toetsresultaten en de omzetting daarvan in concrete ondersteuningsmaatregelen.

De planmatigheid van de uitvoering van de zorg schiet ons inziens nog tekort.

Daarvoor zijn twee redenen. Ten eerste hebben wij vastgesteld dat de inventarisatie van de extra ondersteuningsbehoefte zoals is vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief, onvoldoende wordt omgezet in een systematisch ondersteuningsaanbod. Zo missen we bij leerlingen met specifieke problemen op sociaal-emotioneel gebied een aanbod dat juist daarop is gericht. Een tweede probleem vormt een gebrek aan expliciete waardering van de effecten van de geboden steun. Door het achterwege blijven van een dergelijke expliciete evaluatie is niet vast te stellen of tijdig eventueel noodzakelijke aanpassingen in het ondersteuningsaanbod worden doorgevoerd.

Kwaliteitszorg

Wij achten de kwaliteitszorg binnen de school op dit moment van voldoende

(11)

Bij het vorige onderzoek werd op een groot aantal onderdelen de kwaliteitszorg nog als onvoldoende beoordeeld. Er was sprake van een onvoldoende

systematische evaluatie, een tekortschietende doelgerichte verbeteraanpak en een gebrekkige borging van de onderwijskwaliteit.

Op de eerste twee onderdelen kunnen we vaststellen dat een belangrijke omslag heeft plaatsgevonden. De borging behoeft nog wel versterking

Mede naar aanleiding van het inspectieonderzoek van april 2015 heeft de school haar inspanningen op het gebied van de evaluatie van het onderwijsproces sterk geïntensiveerd. Naast de geregelde klassebezoeken van de schoolleiding van alle docenten in het kader van het HRM-beleid is gestart met een omvangrijk

intervisie-programma. Dat programma leidt ertoe dat alle leerkrachten regelmatig door collega’s in de klas worden bezocht en dat lessen uitgebreid worden nabesproken. Verder wordt gewerkt met een video-interactie

programma om beter zicht te krijgen op de kwaliteit van het onderwijs. In de gesprekken hebben wij kunnen vaststellen dat de leiding meer actief optreedt om zwakke plekken in het onderwijs te detecteren en gericht te interveniëren in de richting van individuele docenten.

Desondanks hebben wij in de lesbezoeken moeten vaststellen dat docenten regelmatig afspraken over bij voorbeeld de opbouw van de les en/of over de omgang met individuele leerlingen niet nakomen. De tot nu toe ingezette acties hebben dit kennelijk nog niet kunnen voorkomen. Er is daarom versterkte aandacht nodig voor de borging: onderzocht moet worden hoe het toezicht op naleving van afspraken versterkt kan worden, door een betere detectie en/of een krachtiger correctie van niet-nakomen van gemaakte afspraken.

De wijze waarop gewerkt wordt aan systematische verbetering van het onderwijs achten wij voldoende. De school heeft een dekkend verbeterplan opgesteld naar aanleiding van het vorige inspectiebezoek. Verder is er een schoolplan 2015/2016 opgesteld met per team prioriteiten voor de

vernieuwingsaanpak. Uit de documenten blijkt dat goed wordt nagedacht over de ontwikkelingen die de school in de komende periode moet doormaken. Wel denken we dat op sommige onderdelen de plannen niet altijd voldoende houvast bieden voor wat betreft de beoogde effecten. Daardoor mist een duidelijk referentiekader voor een beoordeling van de gerealiseerde veranderingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 8 november 2011 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op basisschool De Wateringe naar aspecten van de kwaliteit van

tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd.. Conform

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, hebben wij nu een afsluitend onderzoek naar

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 15 december 2016 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op RSG Lingecollege, locatie Teisterbantlaan, afdeling