• No results found

Op 4 oktober 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Op 4 oktober 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer 1565/Villeroy & Boch - Ucosan I. MELDING

1. Op 4 oktober 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Villeroy & Boch AG voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Ucosan Holding B.V.. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 193 van 7 oktober 1999.

II. PARTIJEN

2. Villeroy & Boch AG (hierna: V&B) is een naamloze vennootschap naar Duits recht en is een beursgenoteerde onderneming. V&B staat aan het hoofd van de als Villeroy & Boch bekendstaande groep ondernemingen. V&B is actief op het gebied van de productie en verhandeling van tegels, producten voor badkamers en sanitaire ruimtes, alsmede services en andere

tafelproducten.

3. Ucosan Holding B.V. (hierna: Ucosan) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. V&B houdt reeds 50% van de aandelen in Ucosan. De overige aandelen worden voornamelijk gehouden door Wientjes Beheer B.V..

Ucosan is de moederonderneming van Bowic B.V. en Ucosan B.V.. De Ucosan-groep is actief op het gebied van de productie en verhandeling van acryl badkuipen en douchecabines.

III. DE GEMELDE OPERATIE

4. De gemelde operatie houdt volgens de overgelegde concept-overeenkomst van 1 oktober 1999 in dat V&B de resterende 50% van de geplaatste

aandelen in Ucosan zal overnemen.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat V&B uitsluitende zeggenschap zal verkrijgen in Ucosan.

6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn V&B en Ucosan.

7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

(2)

V. BEOORDELING Relevante markten

8. Partijen gaan ervan uit dat badkuipen en douchecabines binnen de productgroep badkamermeubelen een afzonderlijke markt vormen ten opzichte van andere badkamermeubelen zoals bijvoorbeeld keramische producten, te weten wastafels, toiletten en dergelijke. In onderhavige zaak kan in het midden blijven of er sprake is van een markt voor

badkamermeubelen dan wel van een afzonderlijke markt voor badkuipen en douchecabines (zie punten 10 en 11).

9. Volgens partijen is de geografische markt nationaal gelet op uiteenlopende consumenten-preferenties ten aanzien van kenmerken zoals maatvoering, vorm en kleur in de verschillende landen. Als gevolg daarvan is er per lidstaat een specifieke aanbodstructuur. In onderhavige zaak kan in het midden blijven of de markt voor badkamermeubelen dan wel badkuipen en douchecabines nationaal of groter is (zie punten 10 en 11).

B. Gevolgen van de concentratie

10. Badkuipen en douchecabines van het merk V&B worden in Nederland reeds nu uitsluitend door Ucosan voor eigen rekening verhandeld. Indien wordt uitgegaan van een afzonderlijke nationale markt voor badkuipen en

douchecabines is er geen sprake van overlappende activiteiten.

11. In alle overige gevallen, te weten een nationale markt voor

badkamermeubelen dan wel en ruimere geografische markt voor badkuipen en douchecabines dan wel voor badkamermeubelen, is het gezamenlijke

marktaandeel van partijen ruim beneden de 10%.

VI. CONCLUSIE

12. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

13. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de

Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 20-10-1999

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit voor deze:

(3)

w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 28 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Op 4 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Op 15 augustus 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van

Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van

Op 8 februari 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van

Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie niet binnen de werkingssfeer valt