• No results found

2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(Zie figuur). Licht is een e

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(Zie figuur). Licht is een e"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2.1 Wat is licht?

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(Zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden van e.m.-golven zijn radar en röntgenstraling.

Binas tabel 19A en 19B.

Met frequentie (f) wordt bedoeld: het aantal trillingen per seconde.

De eenheid van frequentie is hertz (Hz).

De golflengte  (labda) bepaalt de kleur van het licht. (BINAS tabel 19A).

formule f

c

 : golflengte (m)

c : lichtsnelheid (m.s-1) f : frequentie (Hz)

2.2 Fotonen

Licht is gekwantiseerd. Licht bestaat uit fotonen. Je mag een foton opvatten als een soort golfpakketje.

De golflengte λ van het foton is te berekenen met

f

c

. (c:lichtsnelheid)

(2)

2.3 Wat is een spectrum?

Licht bestaat vaak uit een mengsel van kleuren (dus van verschillende golflengten).

Bij een spectrum worden de verschillende kleuren naast elkaar geprojecteerd.

Hoe maak je een spectrum?

Er zijn twee manieren om een spectrum te maken.

1. Met een prisma:

verschillende golflengten hebben ook een

verschillende

brekingsindex. De stralen komen dus met een verschillende hoek uit het prisma.

2. Met een tralie:

Als licht op een CD-tje valt zie je een spectrum. Het CD-tje werkt als een tralie. Een tralie bestaat uit een glaasje met zeer veel evenwijdige krasjes (bijv 600 per mm). Het licht dat op het tralie valt gaat door de openingen tussen de krasjes. Daar vindt buiging plaats.

De gebogen lichtstralen interfereren.

Interferentie is: het versterken en verzwakken van de golven. In bepaalde richtingen wordt rood versterkt, in andere violet, enz.

2.4 Het continu spectrum

Fotonen wordt uitgezonden door gloeiende voorwerpen. (gloeidraad, gloeiende koolstofdeeltjes in een kaarsvlam). Er ontstaat “wit”licht als de temperatuur hoog genoeg is. Als van dit licht een spectrum wordt gemaakt zie je alle kleuren continu in elkaar overlopen. Continu betekent: doorlopend, zonder onderbrekingen.

(3)

Kwikdamp

ca 600V 2.5 De gasontladingslamp.

In een gasontladingslamp (zie figuur hieronder) bevindt zich een gas (bijvoorbeeld Neon) of een damp (bijv natrium of kwik). Door de lamp stromen elektronen van de min-elektrode naar de

plus-elektrode.

De elektronen bewegen steeds sneller. Als ze tegen een gas- of

dampatoom botsen kan dit atoom in een aangeslagen toestand komen.

Atomen in aangeslagen toestanden zijn zeer labiel.

Na zeer korte tijd valt het atoom terug in de grondtoestand. Hierbij wordt een foton uitgezonden.

2.6 Het emissiespectrum (lijnenspectrum)

Een emissiespectrum ontstaat als we atomen van een gas of damp blootstellen aan botsingen van elektronen.

Fotonen worden uitgezonden door atomen die terug vallen van een aangeslagen toestand (plaatje links) naar de grondtoestand (plaatje rechts).

Een atoom in de grondtoestand heeft minder energie dan een atoom in een

aangeslagen toestand. Het energieoverschot komt vrij in de vorm van em-straling: een foton. Een atoom heeft diverse aangeslagen toestanden. Ieder met een zeer bepaalde energie. En de energie bepaalt de kleur .Vandaar dat het spectrum van een

gasontladingslamp uit enkele gekleurde strepen bestaat.

kern

kern

foton

(4)

Ieder gekleurde streep komt overeen met een energieovergang.

2.7 Het absorptiespectrum

Een absorptiespectrum ontstaat als licht van een gloeilamp (met een continu spectrum) door een absorberende stof gaat. De stof absorbeert bepaalde kleuren (golflengten) van het licht. Op die plaatsen ontstaat in het spectrum een zwarte streep.

Hierbij is het volgende belangrijk.

Atomen absorberen alleen de fotonen met de juiste energie. Dat wil zeggen fotonen die ze zelf zouden uitzenden als ze vanuit een aangeslagen toestand terugvallen in de grondtoestand. Absorptie speelt dus een belangrijke rol bij het herkennen van stoffen (kwalitatief).Ook kwantitatief is absorptie belangrijk (AAS)

Hieronder zie je een schema hoe je een absorptiespectrum kan maken.

2.8 Hoe komt een atoom in een aangeslagen toestand?

Er zijn drie manieren om een atoom in een aangeslagen toestand te krijgen.

1. Door het atoom verwarmen (bijvoorbeeld in een gasvlam)

2. Door het atoom te laten botsen met elektronen (in een gasontladingsbuis) 3. Door het atoom licht te laten absorberen.

In alle gevallen valt het atoom terug in de grondtoestand en zendt een foton uit.

(5)

2.9De elektronvolt (eV).

De energie eenheid joule (J) is niet erg geschikt voor de atomaire schaal.

De energie van een foton kan bij voorbeeld 4,12.10-19J zijn.

Daarom is de elektronvolt (eV) ingevoerd.

definitie:

1 eV = 1,60.10

-19

J

De energie van foton uit het voorbeeld is 2,58 eV

(6)

1.0

De zon staat (gemiddeld) 1,5.1011 m van ons af. Hoe lang is zonlicht onderweg voordat het de aarde bereikt?

1.1

De golflengte van blauw licht in vacuüm is 490 nm.

Bereken de frequentie.

1.2

Licht met een frequentie van 3,8.1014 Hz kunnen we nog zien.

a. Bereken de golflengte

a. Kunnen we licht met een iets hogere frequentie ook zien?

2.3

Zijn de onderstaande stellingen waar?

I. Bij interferentie worden golven altijd versterkt. waar/ niet waar II. Een prisma werkt met buiging van licht. waar/ niet waar III. In een prisma wordt blauw sterker gebroken dan rood waar/ niet waar

4.1

Noem een lichtbron waarvan het spectrum continu is

4.2

Is het spectrum van de zon continu? Geef toelichting.

5.1

Hoe komt het dat een natriumlamp een andere kleur licht geeft als hij net is ingeschakeld?

6.4

Hiernaast zie je een gedeelte van een energieschema van een atoom.

Hoeveel spectraallijnen verwacht je in het spectrum?.

E3

E2 E1

(7)

6.5

Niet alle spectraallijnen hebben dezelfde helderheid. Leg uit waardoor dat wordt veroorzaakt.

8.1

Licht met golflengte tussen de 370nm en 800nm kunnen wij zien.

Bereken tussen welke energiegrenzen (in eV) zichtbare fotonen zich bevinden.

(8)

2.10 De energie van een foton.

De energie van een foton is te berekenen met:

f h Efoton

Hierin is:

Efoton de energie van het foton in J

h de constante van Planck :6,63.10-34 Js (BINAS tabel 7) f de frequentie van het foton

De golflengte λ van het foton is te berekenen met

f

c

. (c:lichtsnelheid) De energie van fotonen is ook af te lezen uit energieschema’s van atomen.

Oefeningen . 1.

Een atoom gaat van energietoestand n=3 naar n=2.

Bereken het bijbehorende energieverschil in eV en in J.

Bereken de bijbehorende frequentie. Is dit foton zichtbaar?

2.

Hoe ziet een absorptie spectrum eruit?

a. Een continu spectrum met daarin zwarte lijnen.

b. Een paar gekleurde lijnen maar verdere helemaal zwart.

c. Alle kleuren van de regenboog gaan vloeiend in elkaar over.

d. Geheel zwart met één gekleurde streep.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De stroom in de kring neemt dan af, lampje 10 krijgt minder stroom en zal minder fel branden. Eindexamen natuurkunde 1

Zie figuur 2, waarin de eerste vijftien toetsen met de bijbehorende volgnummers zijn getekend.. Hoe verder een toets naar rechts zit, hoe groter de frequentie van de

Licht je werkwijze toe en rond je antwoorden af op twee

Naast de grondtoon gaat het lipje (zeker bij hard blazen) ook trillen in de eerste boventoon.. Figuur 4 staat ook op

Wanneer de springstok rechtop staat en niet wordt belast, bevindt de zuiger zich onder in de cilinder zoals in figuur 11.. figuur 10 figuur 11

Ik eindig met mijn visie op onderzoek, waarin ik de verantwoordelijkheid voor het studeren vooral bij de student leg, onder het motto ‘Studeren moet je zelf doen’..2. Zie

Gestimuleerde emissie vindt plaats als een atoom in de aangeslagen toestand is en er een geschikt foton aan komt vliegen.. Met geschikt wordt bedoeld: een foton dat het atoom zelf uit

a De formule leid je af met de formules voor de debrogliegolflengte; de formule voor de impuls en de formule voor de toename van de kinetische energie in een elektrische veld.. c