• No results found

Stageverslag Grip krijgen op het taalleerproces

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Grip krijgen op het taalleerproces"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Grip krijgen op het taalleerproces

Verkenning van de rol van taalangst in taalleren

Stageverslag

Alies Post

Rijksuniversiteit Groningen

(2)

Verkenning van de rol van taalangst in taalleren Rijksuniversiteit Groningen, 28-04-2017 Stageverslag MA Applied Linguistics Alies Post S2250977 Jacques Perkstraat 85 9721 NB, Groningen 06 14112924

Stagebegeleider: dr. H.I. Hacquebord Oude Kijk in „t Jatstraat 26

9712 EK, Groningen. 050-3635814

Stagebegeleider Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie: drs. S.J. Visser Harmonie Gebouw, Oude Kijk in „t Jatstraat 26, kamer 1315.0345

9712 EK, Groningen 050-3635271

(3)

Voorwoord

Heel enthousiast ben ik begonnen aan de Master Applied Linguistics, met als insteek hard werken om ervoor te zorgen dat ik een mooie c.v. opbouw door te doen wat ik echt interessant vind. Na het eerste drukke semester is er binnen de opleiding de keuze om in het tweede semester een stage te doen in combinatie met de scriptie. In eerste instantie kon ik geen goede stage vinden en heb ik mij gefocust op mijn scriptie, met daarnaast een vak van 10 ects. Tot ik een mailtje kreeg van Saskia Visser; (projectleider bij de wetenschapswinkel) zij vroeg of er nog studenten geïnteresseerd waren in het extra begeleiden van Syrische

vluchtelingen bij het leren van het Nederlands. Een prachtige kans om ervaring op te doen in de praktijk, in het onderwijs, in het onderzoeksveld en ook sluit dit project perfect aan bij de geleerde theorie van de Master Applied Linguistics. Ik heb vrij snel een mail teruggestuurd en zo ben ik (samen met twee medestudenten) in januari begonnen met de praktische

voorbereiding van dit project: contracten tekenen, overleggen, doelen concreet maken en het ontmoetten van de Syrische studenten.

Mijn enthousiasme voor deze stage heeft vooral te maken met de veelzijdigheid van dit project: de onderdelen van de Master die ik erg interessant vind kan ik allemaal ontwikkelen tijdens deze stage, zoals het verder ontdekken van het onderwerp taalangst en een kijkje nemen in hetonderwijs. Ook doe ik nieuwe contacten op en verbreed ik mijn gezichtsveld door over bepaalde drempels te stappen. Daarnaast wordt er verlangd dat ik zelf meedenk over de invulling van de stage en over de inhoud van de bijeenkomsten met de Syrische studenten. Dit betekent dat er relatieve vrijheid is wat betreft de invulling van de stage en er het betekent dus ook dat er een bepeaalde mate van zelfstandigheid verwacht wordt. Zelf vind ik dit een prettig gegeven; het betekent dat ik de ruimte krijg om te bedenken wat ik nu belangrijk vind, maar ook in mijn toekomstige baan. Kortom, een mooie kans om te ontdekken wat ik wil en wat er allemaal mogelijk is nadat ik afgestudeerd ben!

(4)

1 Inleiding ... 5

2 Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie ... 8

3 Stagewerkzaamheden ... 9

4. Evaluatie ... 16

5. Conclusie ... 22

6. Literatuur ... 23

Appendixes ... 24

Appendix A overzicht van de werkzaamheden ... 24

Appendix B Data en onderwerpen bijeenkomsten ... 25

Appendix C Knowledge Mobilisation Plan ... 26

Appendix D Grafiek taalangst tussen individuen ... 32

(5)

5 1. Inleiding

Vanaf februari 2017 tot juni 2017 heb ik stagegelopen bij de Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie van de Rijksuniversiteit in Groningen, faculteit Letteren. De Wetenschapswinkel verricht wetenschappelijk onderzoek in opdracht van non-profit organisaties (Rug, 2017). Er is veel vraag naar wetenschappelijk onderzoek op het gebied van letterendisciplines, maar vaak is er geen budget om daadwerkelijk onderzoek te doen. De wetenschapswinkel kan dit wel en schakelt vaak studenten in om het onderzoek uit te voeren. Op die manier hebben alle partijen voordeel van de samenwerking en worden bepaalde vraagstukken verder onderzocht die op een andere manier misschien niet onderzocht hadden kunnen worden.

De werkzaamheden die ik in dit halfjaar verricht heb bestonden uit het extra begeleiden (samen met twee medestudenten) van hoogopgeleide Syrische vluchtelingen die het Nederlands graag goed willen leren, zodat zij in de toekomst aan de slag kunnen in het werkveld waar ze in hun eigen lang hard voor gestudeerd hebben. Daarnaast heb ik voor de wetenschapswinkel een Knowledge Mobilisation Plan opgesteld om de vraag te kunnen beantwoorden die in het verlengde van mijn scriptieonderwerp lag: hoe kunnen studenten grip krijgen op hun eigen taalleerproces wat betreft taalangst? Het Talencentrum van de RUG had ook belangstelling naar dit vraagstuk en daarom zijn de uitkomsten van het onderzoek naar taalangst en het leerproces uitgewisseld met Talencentrum.

Mijn doel van deze stage was om kennis te maken met het werkveld waarvoor ik gestudeerd heb. Ik vind het belangrijk om enige kennis en ervaring te hebben over hoe een organisatie te werk gaat zodat ik in een toekomstige baan sneller mijn weg kan vinden. Voorafgaand aan de stage heb ik persoonlijke doelen opgesteld en tijdens de stage heb ik om de twee weken een bijeenkomst gehad met Saskia Visser om te praten over de voortgang van

(6)

het Knowledge Mobilisation Plan, over de bijeenkomsten met de studenten en om weer een nieuw leerdoel op te stellen. Alle leerdoelen staan hieronder omschreven.

Leerdoelen opgesteld voorafgaand aan de stage:

1) Aan het eind van deze stageperiode wil ik nieuwe motivatie hebben om verder te komen in mijn vakgebied en dit wil ik bereiken door mij volledig in te zetten voor deze stage door diep in de materie op te gaan.

2) Aan het eind van deze stageperiode wil ik over de drempel „(mijzelf) presteneren‟ gestapt zijn en dit wil ik bereiken door mij goed voor te bereiden op activiteiten die ik spannend vind en zorgen dat ik niet achterloop met werkzaamheden.

Leerdoelen opgesteld tijdens stage:

3) De komende twee weken wil ik mijn tijd beter kunnen indelen zodat ik een beter overzicht krijg van de activiteiten die ik nog moet doen en dit wil ik bereiken door een adequate planning te maken.

4) De komende twee weken wil ik tijdens de bijeenkomsten met de Syrische studenten minder chaotisch in mijn hoofd zijn wanneer ik de bijeenkomst leid en dit wil ik bereiken door voorafgaand aan de bijeenkomst mij beter voor te bereiden door te noteren en te oefenen wat ik wil bespreken.

5) De komende twee weken wil ik duidelijker in kaart hebben wat de studenten de volgende bijeenkomst willen leren en bespreken en dit wil ik bereiken door aan het eind van de bijeenkomst concreet te vragen aan de studenten wat ze graag willen leren en welke onderwerpen ze interessant vinden.

De leerdoelen zoals beschreven op de vorige pagina heb ik in mijn opinie grotendeels gehaald. Ik heb geleerd hoe ik erachter kan komen wat de studenten hun vraag is met betrekking tot de onderwerpen die zij willen leren en hoe ik ervoor kan zorgen dat ik minder

(7)

7 chaotisch in mijn hoofd ben tijdens bijeenkomsten. Ook ben ik erg gemotiveerd gebleven tijdens de stage en ben ik enthousiaster geworden over mijn werkveld in de toekomst. Toch ervaar ik nog steeds punten die ik kan verbeteren met oog op de toekomt, zoals het maken van een adequate planning/houden aan die planning en ook voor een groep staan is nog steeds een grote uitdaging voor mij. Ook al heb ik die twee doelen niet per se behaald, ik heb wel vooruitgang geboekt en ben bewust geworden van aspecten waar ik minder goed in ben en waar ik meer aan kan werken.

(8)

2. Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie

Een belangrijk onderdeel van de universiteit Groningen is de wetenschapswinkel. Elke faculteit heeft zijn eigen wetenschapswinkel(s) met elk zijn eigen disciplines. In totaal zijn er vijf wetenschapswinkels, namelijk Bètawetenschappen, economie en bedijfskunde, onderwijs, geneeskunde en gezondheidszorg en talen, cultuur en communicatie. De algemene focusgebieden van de wetenschapswinkels zijn „energy‟, „healty ageing‟ en „sustainable society‟ (Rug, 2017). Zo heeft de faculteit Letteren de wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie die zich vooral richt op de „sustainable society‟. De wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie bemiddelt dan in vragen van non-profit organisaties op het gebied van letterendisciplines omdat er veel vraag is naar onderzoek in dat gebied, maar voor sommige non-profit organisaties is het budget ontoereikend om onderzoek uit te voeren naar relevante maatschappelijke vragen. De wetenschapswinkel kan deze onderzoeken wel uitvoeren en vraagt daar geen geld voor, maar beide partijen hebben voordeel van de samenwerking. Zo worden veel projecten en onderzoeken gedaan door studenten die bijvoorbeeld stagelopen bij de wetenschapswinkel, of een scriptie schrijven voor de wetenschapswinkel. Studenten maken hierdoor kennis met het onderzoeksveld en met de arbeidsmarkt. Aan het eind van de samenwerking publiceert de wetenschapswinkel samen met de student en de opdrachtgever de resultaten aan het publiek. Er is bijvoorbeeld al onderzoek gedaan naar een methode voor vreemdetalenonderwijs, kennis over meertaligheid onder Pabo-studenten en in het huidige project waar ik ook aan meerwerk, wordt onderzoek gedaan naar hoe buitenlandse studenten grip kunnen krijgen op hun eigen (Nederlandse) taalleerproces.

(9)

9 3. Stagewerkzaamheden

Om tot een goede stage te kunnen komen is het plan bedacht dat de stage werd opgesplitst in vier delen om aan de uren te kunnen komen (280 uren) en om er een leerzaam project van te kunnen maken. Deel 1 bestond uit het voorbereiden van de stage, zoals overleg en het opstellen van stagecontracten (15 uren). Deel 2 bestond uit de bijeenkomsten en de voorbereiding daarvan (110 uren) deel 3 bestond uit een stageonderzoek (75 uren) en deel 4 uit het communiceren van de uitkomsten van het stageonderzoek naar het talencentrum en naar de Syrische studenten (80 uren). Deze onderdeleen overlappen elkaar, het is niet zo dat deze achterelkaar plaatsvonden. De vier delen worden hieronder gedetailleerd besproken en in appendix A staat een overzicht van deze onderdelen met het aantal uren die besteed zijn aan deze stage.

Voorbereiding

In februari 2017 ben ik begonnen met de stage bij de wetenschapswinkel. Het eerste deel van februari bestond grotendeels uit het plannen van de werkzaamheden die horen bij de stage, het opstellen van contracten (stagecontracten) en het maken van afspraken met de mensen die betrokken waren bij deze stage. Met de stagebegeleiders hebben we stagecontacten opgesteld, overlegd over de invulling van het stageonderzoek, over de inhoud van het stageverslag en over de praktische zaken die komen kijken bij het verzorgen van bijeenkomsten voor de Syrische studenten, zoals het huren van zalen. Ook moest ik over de inhoud van de bijeenkomsten overleggen met mijn twee studiegenoten waarmee ik de Syrische studenten begeleid heb. Ook hebben wij in februari de Syrische studenten ontmoet voor een kennismaking en om te overleggen over de vraag die zijn aan ons hadden. Deze ontmoetingen en afspraken werden grotendeels geregeld door onze stagebegeleiding, Saskia

(10)

Visser. In deze voorbereidende periode is overlegd dat de stage uit meerdere werkzaamheden bestaat.

Nederlandse bijeenkomsten

Samen met mijn medestudenten heb ik Nederlandstalige bijeenkomsten verzorgd voor Syrische hoogopgeleide vluchtelingen. In totaal waren er zeven studenten die extra hulp wilden bij het leren van de Nederlandse taal en daarvan waren er zes met een medische achtergrond en één student met een Master in kunstgeschiedenis. De studenten zijn allemaal ongeveer een jaar in Nederland en hebben al relatief veel kennis van het Nederlands. Er zijn wel verschillen tussen de studenten: twee van de zeven studenten hun Nederlands taalniveau wordt geschat op niveau C1 en de andere studenten worden geschat op niveau B1-B2 van het Europees Referentiekader.

De bijeenkomsten zijn gestart op 27 februari 2017 en werden tien weken lang georganiseerd. De studenten werden aanvankelijk ingedeeld in twee groepen op basis van het niveau van hun Nederlands. De eerste drie weken werd er daarom op donderdagmiddag een bijeenkomst verzorgd voor de studenten met niveau B1-B2 en op vrijdag voor de studenten met niveau C1. Elke bijeenkomst duurde twee uren. Omdat er in de groep van vrijdag maar twee studenten zaten was het soms lastig bijeenkomsten te verzorgen wanneer een student afzegde voor de vrijdagmiddag. Er werd vaak afgezegd en daarom is voor de rest van de weken besloten dat de studenten van de vrijdag bij de groep van donderdag konden komen.

In de weken van de bijeenkomsten heb wij met zijn drieën elke maandag een lesplan voorbereid. Dit duurde meestal twee uren, maar liep soms uit naar drie uren. Samen hebben wij relevante onderwerpen bedacht en authentiek lesmateriaal opgezocht en voor elke week een powerpoint presentatie gemaakt en handouts. Om te voorkomen dat we tijdens de lessen allemaal tegelijk aan het woord zouden zijn hebben we besloten dat er gerouleerd werd met

(11)

11 betrekking tot het leiden van een bijeenkomst. Zo heb ik drie keer een bijeenkomst geleid. Concreet betekende dit dat ik de bijeenkomst zou inleiden, uitleg zou geven bij opdrachten en de les ging evalureren samen met de studenten en de bijeenkomst zou afsluiten.

Elke week werd er een nieuw onderwerp besproken tijdens de bijeenkomsten en om die informatie over te brengen en te delen met de studenten hebben wij gebruik gemaakt van de Communicative Approach en dit hebben wij geleerd tijdens onze studie. Dit houdt in dat de nadruk werd gelegd op spreken en luisteren in plaats van op grammatica. Er werd geen gebruik gemaakt van lesboeken, alleen van authentieke input zoals filmpjes, powerpoints, (kranten)artikelen, handouts, discussies en presentaties. Dit was ook de vraag van de studenten. De studenten wilden graag meer Nederlands spreken met Nederlanders omdat zij in het dagelijks leven niet veel gesprekken voerden met moedertaalsprekers van het Nederlands. De onderwerpen die tijdens de bijeenkomsten werden besproken staan in appendix B.

In de laatste weken hebben wij toch een aantal grammaticale aspecten van het Nederlands behandeld, omdat een aantal studenten bijna aan het staatsexamen toe waren en om extra hulp vroegen bij het leren van grammaticale aspecten van het Nederlands. Wij hebben geprobeerd dit zoveel mogelijk over te brengen met behulp van de communicative approach, door het eerste deel van de les grammatica uit te leggen met een filmpje of een artikel en het tweede deel een spreekopdracht te doen met de nadruk op de pas behandelde grammatica. Daarnaast hebben wij in week zes en zeven twee onderwerpen die al eerder behandeld waren verder uitgediept omdat de studenten aangaven deze onderwerpen interessant en nuttig te vinden. Deze herhaling was ook nuttig om nieuw geleerde woorden nogmaals te herhalen zodat deze woorden langer blijven hangen. Na elke bijeenkomst zijn de powerpoints met informatie doorgestuurd naar de studenten zodat ze de informatie nog een keer door konden lezen.

(12)

Stageonderzoek

Onderdeel van de wetenschapswinkel is het doen van onderzoek naar relevante vragen vanuit de maatschappij. Dit betekende dat naast het organiseren van de bijeenkomsten met de Syrische studenten ik ook een stageonderzoek uitgevoerd heb. Het onderwerp van mijn onderzoek was taalangst en concreter spreekangst. Ik heb voor dit onderwerp gekozen om mij te kunnen verdiepen in het onderwerp taalangst omdat ik vanuit mijn studie erg geïnteresseerd ben geraakt in “individual differences” en hoe die het leren van een taal positief of negatief kunnen beïnvloeden. Taalangst blijkt een grote rol te spelen in taalleren en ik ben van mening dat het leren van een taal veel soepeler en sneller verloopt wanneer er geen of weinig taalangst aanwezig is in een individu. Het thema taalangst heeft lichte overlap met mijn scriptie die ook in het teken staat van taalangst en de invloed op het vocabulair. Voor mijn scriptie heb ik de studenten als participanten gebruikt. Zij hebben wekelijks een anxiety questionnaire ingevuld om hun mate van taalangst elke week te kunnen bepalen.

Het doel van het stageonderzoek was om een Knowledge Mobilisation Plan te maken. Dit is een plan waarin ik vast heb gesteld welke informatie nuttig is voor de praktijk van studenten die een vreemde taal willen leren en hoe deze informatie het beste overgebracht kan worden om de groep te activeren hiermee aan de slag te kunnen gaan. De kernvraag die ik wilde beantwoorden was: hoe kun je het beste omgaan met taalangst om optimaal een taal te kunnen leren? Van februari tot eind juni ben ik hiermee bezig geweest en heb ik een aantal fasen doorlopen om het mobilisaton plan op te kunnen stellen. De verschillende fasen staan hierna beschreven en het Knowledge Mobilisation Plan is te vinden in Appendix C.

(13)

13 1. Literatuuronderzoek naar taalangst (wat is taalangst en hoe kan taalangst overwonnen

worden).

2. Onderzoeken hoe er in de praktijk met taalangst om wordt gegaan (observatie bij Nederlandse taallessen van Humanitas en Talencentrum).

3. Onderzoeken wat er al gedaan wordt om taalangst te verminderen (forums, europees referentiekader, websites over taalleren).

4. Kernboodschap opstellen in heldere en eenvoudige taal die de kernvraag beantwoord. Deze boodschap is opgesteld uit alle informatie die ik in fase 1, 2 en 3 heb verzameld. De kernboodschap luidt als volgt:

Voor studenten geldt: probeer zoveel mogelijk te praten met native speakers waarbij je je comfortabel en veilig voelt de taal te spreken. Voor docenten geldt: creëer een veilige en vriendschappelijke omgeving tijdens de lessen.

5. Vaststellen van geschikte middelen om te informeren en te activeren. 6. Regelen van presentaties en publicaties (zie „communicatie‟ hieronder).

Communicatie

Fase 6 van het Knowledge Mobilisation Plan was het regelen van presentaties en publicaties omtrent het onderwerp taalangst. Het doel hiervan was om de kernboodschap te verspreiden aan studenten én docenten die het gevoel hebben niet te weten hoe ze met taalangst om kunnen gaan. Deze informatie is verspreid aan de Syrische studenten in de vorm van een terugkomdag en de informatie met de kernboodschap komt op de website van het talencentrum te staan.

De terugkomdag was gepland op 15 juni 2017. Deze dag stond in het teken van het evalueren van de bijeenkomsten en het meegeven van informatie over taalangst. Daarnaast wilden wij de Studenten ook iets persoonlijks meegeven in de vorm van tips en tops en een

(14)

klein presentje. Eerst heb ik een korte presentatie gegeven over wat taalangst is en hoe taalangst taalleren kan beïnvloeden. In aanvulling hierop zijn de resultaten van drie anxiety questionnaires geanalyseerd en in een grafiek geplaatst om aan de studenten te laten zien hoe individuen verschillen in hun mate van taalangst. De grafiek wees uit dat de studenten in de eerste weken van de bijeenkomsten een relatief hoge mate van taalangst hadden maar dat taalangst verminderde naarmate de weken verstreken. Dit kan betekenen dat de studenten de lessen als comfortabel hebben ervaren, hun taalangst nam af. De grafiek staat in appendix D en is ook te vinden in het knowdlege mobilisation plan in appendix C. Wij hebben de studenten ook gevraagd om feedback op de inhoud van de bijeenkomsten te geven door te vragen wat ze van de lessen vonden en of er nog verbeterpunten voor ons waren. De studenten benoemden dat ze de lessen erg leerzaam hebben gevonden en één student benoemde zelfs dat hij de lessen ervaren had als een hele goede inburgeringscurus. Toch hadden de studenten het fijn hadden gevonden om meer individuele presentaties te houden tijdens de bijeenkomsten. Deze feedback was erg nuttig; het betekent dat ik in de toekomst mijzelf op dit punt kan verbeteren mocht ik nog een keer lessen voorbereiden. De presentatie heb ik afgelsoten met de kernboodschap uit het knowledge mobilisation plan. Aan het eind van de terugkomdag hebben wij de studenten een klein cadeautje meegegeven als dank voor hun medewerking. Zij hebben een klein boekje meegekregen over de geschiedenis van Nederland met daartussen een foto van ons allen. Op de achterkant van de foto stond de naam van de student met daaronder tips en tops: sterke punten en verbeterpunten voor het Nederlands.

Het talenentrum van de universiteit is momenteel bezig om hun website te verbeteren en online meer nadruk te leggen op het optimaal leren van een vreemde taal. Jeroen van Engen van het talencentrum heeft daarom ons ook benaderd om de bevindingen van onze bijeenkomsten met nadruk op taalangst en de deelonderwerpen van mijn twee medestudenten te delen op de website van talencentrum. Concreet betekent dit dat ik een stukje heb mogen

(15)

15 schrijven over taalangst waarin de kernboodschap van het knowledge mobilisation plan helder wordt verwoord. Het artikel bestaat uit een korte inleiding over taalangst en daarna volgen tips voor studenten en docenten hoe deze doelgroep grip kan krijgen op taalangst.

Nevenactiviteiten

Naast onze werkzaamheden bij de wetenschapswinkel zijn wij ook benaderd om mee te doen aan een dag die in het teken stond van wetenschapswinkels. Deze uitwisseling werd gehouden op maandag 19 juni. Studenten van universiteiten uit Duitsland die ook een project hebben gedaan voor een wetenschapswinkel zijn in Groningen gekomen om hun bevindingen te delen en te vragen naar tips van wetenschapswinkels uit Groningen. Samen met mijn twee medestudenten hebben wij een korte presentatie gehouden over onze werkzaamheden bij de wetenschapswinkel. Na alle presentaties werd er gediscussieerd over de verschillende onderwerpen. Een aantal mensen was erg geïnteresseerd in ons project en daaruit voort vloeide automatisch een discussie over de migratieproblematiek in Duitsland en Nederland die erg leerzaam was, omdat wij zo een kijkje konden nemen in de migratieproblematiek in Duitsland. Het was een erg leerzame middag, omdat er veel verscheidene onderwerpen werden gedeeld, besproken en bediscussieerd.

Naast het schrijven van een artikel over taalangst voor de website van het talencentrum ben ik ook benaderd door Jeroen van Engen om lesplannen te maken voor een Europese website die online het leren van een vreemde taal (o.a. het Nederlans) aanbiedt (http://seagull-tandem.eu/). Er zijn nog geen lesplannen gemaakt voor het Nederlands dus ik zal de eerste zijn (samen met een medestudent) die Nederlandse lesplannen maakt voor deze website. De lesplannen zullen in juli worden gemaakt, maar er wordt begin juli nog overlegd over de opzet van deze lesplannen, omdat het belangrijk is dat ik goed begeleid wordt in dit project aangezien het de eerste keer is dat ik online lesplannen maak voor het Nederlands. Beide nevenactiviteiten (uitwisselingsdag en lesplannen maken) zijn misschien niet helemaal

(16)

onderdeel van de stage, maar zijn wel een mooie kans om mij verder te kunnen ontwikkelen in mijn werkveld.

4. Evaluatie

In dit hoofdstuk worden de leerdoelen besproken en de mate waarin ik deze leerdoelen heb behaald. Daarnaast worden postitieve punten en verbeterpunten besproken evenals de competenties die ik nodig had om deze stage goed af te kunnen ronden.

Leerdoel 1 (opgesteld voorafgaand aan de stage)

“Aan het eind van deze stageperiode wil ik nieuwe motivatie hebben om verder te komen in mijn vakgebied en dit wil ik bereiken door mij volledig in te zetten voor deze stage door diep in de materie op te gaan.”

In mijn opinie heb ik leerdoel 1 behaald, omdat het mij is gelukt mijn enthousiasme en motivatie voor deze stage te behouden en omdat ik mij nu zelfverzekerd voel over mijn werk in de toekomst. Om dit doel te bereiken heb ik een bepaalde mate van vasthoudenheid, doorzettingsvermogen en energie nodig gehad. Op de momenten dat de werkdruk steeg ben ik niet gestopt met doorwerken onder het mom van „dit gaat niet meer lukken‟, maar ben ik vol enthousiasme doorgegaan. Het resultaat hiervan was dat ik een bepaalde boost kreeg, omdat bleek dat ik de werkdruk wel aan kon. Ik zie hierdoor de toekomst positief tegemoet wat betreft het vinden van een geschikte baan.

Leerdoel 2 (opgesteld voorafgaand aan de stage)

“Aan het eind van deze stageperiode wil ik over de drempel „(mijzelf) presteneren‟ gestapt zijn en dit wil ik bereiken door mij goed voor te bereiden op activiteiten die ik spannend vind en zorgen dat ik niet achterloop met werkzaamheden” Leerdoel 2 heb ik in grote mate behaald, maar toch zie ik nog een aantal verbeterpunten

(17)

17 hierin. Over het algemeen vind ik het moeilijk om mijzelf te presenteren voor een groep, of de leiding te nemen. Toch was het voor deze stage belangrijk om dit wel te kunnen. Ik heb geprobeerd er voor te zorgen dat ik niet achterop zou lopen met werkzaamheden, om het overzicht te kunnen bewaren en daarmee ook overzicht in mijn hoofd te kunnen creëren waardoor het makkelijker werd de focus te leggen op presentaties. Daarnaast heb ik ook lef en durf nodig gehad om ervoor te zorgen dat ik mijzelf niet zou laten leiden door angst. Toch blijf het geven van presentaties een spannende uitdaging voor mij, omdat het op peil houden van mijn energieniveau ook een uitdaging bleek te zijn en omdat ik soms moe was, was het lastiger uit mijn comfort zone te stappen. Tijdens de bijeenkomsten merkte ik daardoor dat ik soms wat chaotisch in mijn hoofd was en hier heb ik ook een nieuw leerdoel van gemaakt (zie leerdoel 4). Het is dus erg belangrijk voor mij om mijn energielevel hoog te houden.

Leerdoel 3 (opgesteld tijdens de stage)

“De komende twee weken wil ik mijn tijd beter kunnen indelen zodat ik een beter overzicht krijg van de activiteiten die ik nog moet doen en dit wil ik bereiken door een adequate planning te maken en mij te houden aan die planning”.

Leerdoel 3 heb ik naar mijn mening grotendeels behaald, maar ook hier zie ik ruimte voor verbeterpunten. Tijdens de stage steeg de werkdruk behoorlijk: er waren veel afspraken en de voorbereiding van de bijeenkomsten kostte af en toe meer tijd dan ik had verwacht en daarom wilde ik graag een planning maken om zo de tijd beter in te kunnen delen. Een planning maken bleek voor mij niet een lastige opgave, maar het was een uitdaging om mij ook daadwerkelijk aan de planning te houden. Competenties als organisatorisch kwaliteiten of discipline voor het houden aan een planning heb ik dan ook minder goed ontwikkeld tijdens

(18)

deze stage. Toch heeft het maken van een planning wel een rustgevende werkende gehad en het zorgde ervoor dat de planning niet meer in het hoofd zat en dat creëerde ruimte en overzicht.

Leerdoel 4 (opgesteld tijdens stage)

“De komende twee weken wil ik tijdens de bijeenkomsten met de Syrische studenten minder chaotisch in mijn hoofd zijn wanneer ik de bijeenkomst leid en dit wil ik bereiken door voorafgaand aan de bijeenkomst mij beter voor te bereiden door te noteren en te oefenen wat ik wil bespreken”.

Leerdoel 4 heb ik in mijn opinie goed behaald. Zoals ik bij leerdoel 2 benoemd heb is het voor mij een uitdaging om voor een groep te staan. Op dagen dat mijn energielevel niet heel hoog is heb ik meer moeite uit mijn comfort zone te stappen. Ik had zelf het idee dat ik hierdoor tijdens de bijeenkomsten wat chaotischer overkwam. Volgens mijn medestudenten was dit niet het geval, maar toch vond ik het prettig om zeker van mezelf te zijn dat de informatie die ik wilde overbrengen overzichtelijk verteld werd. Wanneer ik een les moest leiden heb ik daarom de avond van tevoren geoefend om helder te krijgen wat ik wilde overbrengen aan de studenten. Dit heeft mij goed geholpen en naar mijn idee was ik de volgende bijeenkomsten minder chaotisch in mijn hoofd. Hiervoor had ik wel focus nodig en dat is mij ook gelukt.

Leerdoel 5 (opgesteld tijdens de stage)

“De komende twee weken wil ik duidelijker in kaart hebben wat de studenten de volgende bijeenkomst willen leren en bespreken en dit wil ik bereiken door aan het eind van de bijeenkomst concreet te vragen aan de studenten wat ze graag willen leren en welke onderwerpen ze interessant vinden”.

(19)

19 Leerdoel 5 heb ik ook behaald. De studenten zijn over het algemeen gewend dat zij binnen het klaslokaal niet veel initiatief hoeven te nemen, dat doet een docent en zij luisteren. Dit werd ons verteld door een werknemer van Humanitas Groningen die de studenten ook begeleidt bij het leren van de Nederlandse taal. Mijn medestudenten en ik bepaalden hierdoor de eerste weken de onderwerpen die we zouden bespreken en na elke les werd er geëvalueerd wat de studenten van de bijeenkomst vonden. Om een beter zicht te kunnen krijgen op wat de studenten graag wilden weten en willen leren heb ik voor mezelf een leerdoel opgesteld. De studenten waren allemaal hard aan het studeren voor het staatsexamen en daarom wilde ik helder hebben op welke punten zij extra hulp wilden, omdat er weinig inititiatief vanuit hen kwam en ik graag wilde weten of de onderwerpen wel aansloten bij hun verwachting van de bijeenkomsten. Ik voelde mij hierin een beetje onzeker, omdat het voor mij de eerste keer was dat ik Nederlanse taalhulp heb gegeven. Ik heb daarom een stap genomen buiten mijn comfort-zone en na elke les heel duidelijk gevraagd welke onderwerpen ze graag wilden bespreken en hieruit kwam naar voren dat ze graag meer wilden weten over o.a. het onderwijssysteem, maar ook over grammaticale aspecten van het Nederlands, zoals samenstellingen. Met het oog op het staatsexamen wilde ik dit graag bespreken, ook al paste dit niet helemaal bij de Communicative Approach. Toch hebben we de laatste weken nog grammaticale aspecten behandeld tijdens de bijeenkomsten. Om deze stap te kunnen zetten heb ik durf moeten tonen en ook leiding moeten nemen en omdat ik deze competenties heb ontwikkeld en laten zien, heb ik meer zelfvertrouwen gekregen.

Algemene ervaring

Over het algemeen ben ik erg tevreden over mijn eigen vooruitgang en over de inhoud van de stage. Ik ben erg gegroeid in dit half jaar wat betreft kennis en persoonlijke ontwikkeling, omdat ik continu mezelf heb uitgedaagd om gemotiveerd te blijven en uit mijn comfort-zone

(20)

te stappen. Vooral de bijeenkomsten met de Syrische studenten waren een enorme uitdaging voor mij. Ik merkte dat er ontzettend veel dingen waren waarop ik me niet op voorbereid had, omdat dit de eerste keer was dat ik dit soort bijeenkomsten georganiseerd heb. Ik merkte bijvoorbeeld dat het belangrijk was om de leiding te nemen tijdens een bijeenkomst omdat de studenten vrij afwachtend waren. Leiderschap ontwikkelen is dan ook zeker een competentie die ik graag beter wil gaan ontwikkelen. Daarnaast kwamen er bepaalde vragen (taalgerichte vragen en algemene vragen) over het Nederlands die ik niet snel kon beantwoorden, omdat ik zelf het antwoord ook niet exact wist en daar was ik dus in eerste instantie niet op voorbereid. Het was dan ook prettig dat mijn medestudenten ook aanwezig waren tijdens de bijeenkomst die ik leidde omdat wij samen het antwoord altijd wel wisten te vinden. Ook merkte ik dat het maken van lesplannen veel oog voor detail vergde om zo goed mogelijk informatie over te kunnen brengen. Het plannen en organiseren van de bijeenkomsten met betrekking tot de huur van zalen, het inleiden van de bijeenkomsten en het beantwoorden van mails en vragen heeft veel tijd gekost waarvan ik had verwacht dat het minder tijd zou kosten. Ook was het een uitdaging om aan de vraag van de studenten te kunnen voldoen: sommige studenten wilden af en toe meer focussen op extra hulp bij het leren van grammatica terwijl andere studenten meer communicatieve opdrachten wilden doen. Om toch te kunnen voldoen aan beide vragen moest ik soms snel beslissingen nemen tijdens een les en daarvoor moest ik besluitvaardig zijn. Deze competentie heb ik dan ook verder ontwikkeld tijdens deze stage. Een mooie bijkomstigheid van de bijeenkomsten was dat ik zelf ook nieuwe kennis heb opgedaan over de Nederlandse samenleving, omdat ik mij moest verdiepen in onderwerpen zoals de politiek en het Nederlandse zorgstelsel.

Het stageonderzoek verliep spoedig, met name omdat Saskia Visser veel overzicht heeft kunnen bieden door een planning te maken wanneer we opdrachten in moesten leveren en een overzicht te geven van de fasen naar aanloop van het Knowledge Mobilistion Plan. Ook heb

(21)

21 ik mij heel erg moeten verdiepen in het onderwerp taalangst en daardoor bezit ik nu veel kennis over deze „extralinguistische factor‟. Ik ben nieuwschierig ingesteld en vind het leuk om nieuwe kennis op te doen en dit onderzoek heeft daar zeker aan bijgedragen.

Samenwerking en begeleiding

Een belangrijke factor die tijdens deze stage volop aanwezig was, was de samenwerking tussen meerdere partijen. Er waren veel afspraken gepland met onder andere het talencentrum, Humanitas en de stagebegeleiding. De samenwerking tussen mij en mijn twee medestudenten is over het algemeen soepel verlopen, omdat we dezelfde ideeën hadden over de invulling van de bijeenkomsten en als er een meningsverschil was, werd dit altijd vriendelijk en accuraat opgelost. Er was veel wederzijds respect naar elkaar en tijdens de bijeenkomsten werd er niet doorelkaar heen gepraat, maar werd de „leiding‟ van de bijeenkomst in haar waarde gelaten. Buiten de bijeenkomsten om hadden we af en toe een meningsverschil over de verdeling en naleving van de taken, maar nadat we elkaar feedback hebben gegeven zijn we het daar ook over eens geworden. Ook de samenwerking met de Syrische studenten verliep prettig: we wilden voorkomen dat er een docent-student relatie opgebouwd werd, dus de bijeenkomsten werden zittend aan een tafel gehouden zodat er een gelijkwaardige relatie tussen ons en de studenten opgebouwd werd.

De samenwerking met de begeleiding van de wetenschapswinkel, Saskia Visser, is ook goed verlopen. Eens in de twee weken hadden wij een afspraak met haar over de voortgang van de stage en die verliep altijd overzichtelijk. Saskia Visser heeft elke keer persoonlijk hoe gevraagd hoe het ging met ons en met de bijeenkomsten en hielp ons eraan herinneren wat we nog moesten inleveren en hoe we het beste een Knowledge Mobilisation Plan konden maken. Ze gebruikte vaak concrete voorbeelden uit de praktijk om informatie op ons over te brengen en luisterde altijd goed naar vragen die wij hadden. Halverwege de stage ging mijn

(22)

vooruitgang met betrekking tot het inleveren van opdrachten iets minder snel en daar werd dan op een rustige manier over gecomunniceerd. Saskia Visser heeft veel structuur en overzicht aan kunnen brengen in onze planningen en dat heb ik als erg prettig en rustgevend

ervaren. Aan het begin van de stage hebben wij ook

een afspraak gehad met Hilde Hacquebord om te praten over de eisen die werden gesteld aan een Masterstage, waar een stageverslag aan moest voldoen en waar we op moesten letten tijdens de bijeenkomsten. Halverwege de stage hebben wij mailcontact gehad over onze voortgang en hieruit bleek dat er veel vertrouwen in ons en in Saskia was.

De samenwerking met het talencentrum verliep in eerste instantie niet helemaal voorspoedig. De ideeën van ons over de inhoud van de opdracht bij talencentrum kwam niet altijd overeen met de ideeën van talencentrum. Na een aantal afspraken is er toch een consensus bereikt en zijn beide partijen tevreden over invulling van de opdracht. Natuurlijk is een meningsverschil ook niet erg en het was prettig dat dit meningsverschil opgelost kon worden door goed en vriendelijk met elkaar te communiceren. Ook de observaties bij Humanitas en Talencentrum verliepen goed. Een uur lang mochten wij meekijken bij een Nederlandse les en bij binnenkomst werden wij vriendelijk onthaald door veel interesse te tonen in ons. Deze lessen heb ik als zeer interessant ervaren omdat ik hierdoor een goed beeld heb gekregen van hoe een les opgebouwd kan worden en hoe het contact tussen docent-student kan verlopen.

5. Conclusie

Deze stage heeft in hoge mate bijgedragen aan mijn persoonlijke ontwikkeling en aan de ontwikkeling van mijn loopbaan. Ik heb geleerd welke competenties ik al heb ontwikkeld en welke ik beter kan ontwikkelen met oog op de toekomst. Plannen en presenteren blijven voor mij een uitdaging en daarom wil ik competenties als organiseren en durf verder ontwikkelen om in de toekomst hier nog beter in te kunnen worden. Ook wil ik graag ontdekken hoe ik

(23)

23 mijn leiderschapskwaliteiten kan verbeteren. Belangrijk voor mij is ook om voldoende rust en overzicht te creëren in mijn werk en ik moet ervoor waken dat mijn energielevel op peil blijft. Op deze manier presteer ik het namelijk het best. Ik kan concluderen dat ik nieuwe inzichten heb verkegen in de mogelijkheiden die er zijn na mijn studie en dat heeft mij meer motivatie en vertrouwen gegeven om op zoek te gaan naar een vervolgstudie of een baan die goed bij mij past. Daarnaast heb ik ontzettend veel kennis opgedaan over taalangst, over het organiseren van afspraken en het maken van lesplannen. Als laatste wil ik benoemen dat ik veel geleerd heb over de Syrische cultuur en hoe positief ik deze studenten heb ervaren en dat vind ik erg belangrijk gezien de (negatieve) omstandigheden die er tegenwoordig heersen rondom de migratieproblematiek en politiek.

6. Literatuur

Rijksuniversiteit Groningen, Language Culture and Communication, 26 april 2017, geraadpleegd op 23 mei 2017, op http://www.rug.nl/society-business/science-shops/taal-cultuur-en-communicatie/.

(24)

Appendix A Overzicht van de werkzaamheden

Onderdeel aantal uren

Voorbereiding - Afspraken in aanloop stage project 15 Bijeenkomsten - Bijeenkomsten - Zelf bijeenkomsten geleid - gezamenlijke voorbereiding bijeenkomsten - Individuele voorbereiding bijeenkomsten 28 6 30 45 Stageonderzoek (individueel) - Voorbereiding knowledge mobilisation plan - Stageverslag - Knowledge mobilisation plan 46 35 35 Communicatie - Artikel schrijven

talencentrum - Gezamenlijke voorbereiding terugkomdag - Individuele voorbereiding terugkomdag - Terugkomdag 15-06-2017 - Voorbereiding dag v.d. wetenschapswinkel - Dag v.d. wetenschapswinkel 18-06-2017 - Mailverkeer - Gezamenlijke afspraken (stagebegeleiding en talencentrum) 10 5 2 2 1 2,5 10 20 Totaal aantal uren 286,5

(25)

25 Appendix B Data en onderwerpen bijeenkomsten

Week 1 23 en 24 februari 2017

14.00 tot 16.00 uur

Kennismaking, bespreken inhoud van bijeenkomsten

Week 2 2 en 3 maart 2017

14.00 tot 16.00

Nederlands zorgstelsel (geleid door mij)

Week 3 9 en 10 maart 2017 14.00 tot 16.00 uur Algemene politiek in Nederland Week 4 16 maart 2017 14.00 tot 16.00 uur Taalkunde (tweetaligheid en moedertaal) Week 5 23 maart 2017 14.00 tot 16.00

Kunst en de Gouden Eeuw (geleid door mij)

Week 6 30 maart 2017 14.00 tot 16.00 uur Verdiepend en herhalend: zorgverzekering en grammatica (zinsopbouw) Week 7 06 april 2017 14.00 tot 16.00 uur Verdiepend en herhalend: politiek in Nederland (politieke partijen) Week 8 13 april 2017 14.00 tot 16.00 Nederlands onderwijssyteem (geleid door mij)

Week 9 20 april 2017 14.00 tot 16.00 Samenstellingen in het Nederlands Week 10 04 mei 2017 14.00 tot 16.00

Meest gemaakte fouten in het Nederlands + 3 op reis/ Rotterdam + afsluiting Terugkomdag 16 juni 2017 14.00 tot 16.00 Evaluatie bijeenkomsten + presentatie taalangst

(26)

Appendix C Knowledge Mobilisation Plan

Grip krijgen op taalangst

Alies Post – juni 2017

Achtergrond

Tegelijk met de toenemende emigratie, globalisering en dus het „kleiner worden van de wereld‟, neemt de behoefte om elkaars taal te kunnen spreken ook toe. Basisscholen en middelbare scholen worden tweetalig of drietalig en ook universiteiten gaan steeds meer internationale samenwerkingen aan. Communicatie is een belangrijk aspect van de hedendaagse samenleving en contacten met andere talen zijn dan ook bereikbaar zonder veel moeite hoeven te doen.

Hoewel het niet moeilijk is om in aanraking te komen met vreemde talen, hebben sommige mensen wel moeite met contact leggen of gesprekken voeren. Een taal goed kunnen leren vergt veel tijd en mensen die de vreemde taal nog niet helemaal beheersen kunnen een angst ontwikkelen om een vreemde taal te spreken. Dit geldt ook voor mensen die een vreemde taal al wel goed beheersen. Deze angst kan ontstaan in de klas, tijdens het leren van een taal, maar angst kan ook buiten het klaslokaal ontstaan in alledaagse situtaties. Niet iedereen heeft hier last van; taalangst wordt dan ook beïnvloed door een wijd spectrum aan individuele verschillen die bestaan tussen individuen die een taal leren, zoals het niveau van motivatie om een taal te beheersen en de houding tegenover een vreemde taal.

Taalangst kan het proces van taalleren ernstig beïnvloeden en belemmert vooral het leerproces van een taal. Door angst verstijven mensen en dan is het lastig om informatie goed op te kunnen nemen. Angst zorgt ook voor onzekerheid; taalleerders schatten zichzelf lager in wat betreft hun vaardigheden. Een lage mate van taalangst is cruciaal om een taal goed te kunnen ontwikkelen, ook op het gebied van spreken en communiceren.

Doelgroep

Dit knowledge mobilisation plan focust zich op buitenlandse (Syrische) studenten die het Nederlands willen leren en het gevoel hebben dat ze angstig zijn wanneer ze de Nederlandse taal moeten gebruiken en spreken. Voor deze studenten is het belangrijk dat ze inzicht krijgen in hun leerproces en hoe ze taalangst zoveel mogelijk kunnen reduceren om

(27)

27 optimaal een taal te kunnen leren en spreken. Het is belangrijk deze informatie te kunnen verspreiden zodat ook studenten met een andere achtergrond die een vreemde taal leren grip kunnen krijgen op hun taalangst en het gevoel kunnen krijgen dat ze er niet alleen voor staan. Hierin is ook een belangrijke rol weggelegd voor docenten: wat kunnen docenten doen om taalangst in de klas te verminderen?

Doel

Het doel van dit project is om kennis over te brengen rondom het thema taalangst, om tips mee te geven hoe studenten meer grip kunnen krijgen op taalangst en een taal optimaal kunnen leren. In dit plan focussen we op Syrische studenten van de universiteit die graag het Nederlands willen beheersen, maar het gevoel hebben dat ze angstig zijn om te communiceren in de taal. Ook is de informatie uit dit plan nuttig voor studenten met een andere achtergrond die een vreemde taal leren. Daarnaast is het ook belangrijk om docenten bewust te maken van taalangst in de klas en wat zij kunnen doen om taalangst te verminderen en bespreekbaar te maken. Het is belangrijk angst bespreekbaar te maken en het taboe rondom angst weg te nemen.

Kern

Taalangst belemmert het proces van taalleren vaak op een negatieve manier, maar studenten én docenten kunnen grip krijgen op taalangst binnen het klaslokaal. Het is belangrijk grip te krijgen op taalangst om een taal goed te kunnen leren omdat angstige studenten minder snel en minder goed een taal leren in vergelijking met niet-angstige studenten. Daarnaast is over het algemeen het doel van studenten een taal zo goed mogelijk te kunnen beheersen en te spreken binnen een relatief korte tijd, maar wanneer er sprake is van taalangst wordt dit proces bemoeilijkt en vertraagd. Angst kan er ook voor zorgen dat de student na het leerproces de taal niet meer durft te gebruiken en dus de taal niet verder zal ontwikkelen of gebruiken.

De belangrijkste boodschap voor studenten en docenten om grip te krijgen op taalangst is het creëren van een vriendschappelijke omgeving wanneer een vreemde taal wordt gesproken. Voor studenten geldt: probeer zoveel mogelijk met (bevriende) native speakers de taal te spreken waarbij je je comfortabel voelt.Voor docenten geldt: creëer een veilige en vriendschappelijke omgeving tijdens de lessen. Angstige leerlingen voelen zich veiliger in

(28)

een vriendelijke en open omgeving wat ervoor kan zorgen dat taalangst verminderd en de taal goed ontwikkeld wordt.

Onderzoek

Uit literatuuronderzoek blijk dat veel studenten last hebben van taalangst en dat uit zich in allerlei verschillende manieren, maar binnen het klaslokaal wordt er weinig aandacht besteed aan dit onderwerp. Uit onderzoeken blijkt dat studenten vooral bang zijn dat ze de inhoud van de lessen niet kunnen volgen en de docent niet begrijpen. Ook zijn ze angstig voor autoritaire docenten en om in het middelpunt van belangstelling komen te staan. Het gevolg van taalangst is dat studenten minder goed scoren op toetsen, langer erover doen een taal te leren omdat ze informatie minder snel opnemen en eerder verzuimen naar de les te gaan. Daarnaast communiceren angstige studenten minder in de vreemde taal waardoor het langer duurt voor ze de taal onder de knie hebben met betrekking tot communicatie.

De praktijk wijst uit dat docenten een strak schema moeten volgen in de les om binnen de lestijd alle informatie over te brengen met betrekking tot de lesstof. Hierdoor ontstaat er vaak een haastig gevoel en is er weinig ruimte voor persoonlijke aandacht. Studenten krijgen hierdoor niet veel ruimte om hun angst bespreekbaar te maken met de groep en docenten zullen meer bezig zijn met de lesstof dan met persoonlijke ontwikkeling van de studenten. Uit de context blijkt dat er weinig informatie over taalangst beschikbaar is op bijvoorbeeld websites die zich bezig houden met het onderwijs en taalleren. Er zijn een aantal forums beschikbaar die het onderwerp bespreekbaar maken, maar eigenlijk zou het ideaalbeeld moeten zijn dat taalangst ook volop bespreekbaar is op professionele websites die de focus hebben op het leren van een vreemde taal. Omdat er weinig informatie beschikbaar is over taaltangst, is het belangrijk informatie zoals de kernboodschap omtrent taalangst te verspreiden onder studenten, docenten en sociale media.

Communicatiemiddelen

Om studenten en docent bewust te laten maken van taalangst en hoe zij hierin zelf actie kunnen ondernemen, zijn er drie manieren ontwikkeld om de informatie uit de kernboodschap te verspreiden. Alle drie staan hieronder beschreven.

(29)

29

1 2 3 4 5 6 7 8 9

niveau taalangst

weken

Taalangstniveaus tussen individuen

1. Presentatie over taalangst

Een aantal studenten van het talencentrum hebben extra gehulp gekregen bij het leren van de Nederlandse taal vooral op het gebied van communiceren. De laatste bijeenkomst (een „terugkomdag‟) met deze studenten zal bestaan uit het overbrengen van informatie over taalangst in de vorm van een presentatie. Het eerste deel van de presentatie zal bestaan uit het uitleggen van het construct taalangst en na deze uitleg zal een grafiek (zie grafiek 1) worden getoond waarop te zien is hoe drie individuen kunnen verschillen in hun mate van taalangst, om duidelijk te maken dat iedereen er op een andere manier last van kan hebben en dat levels van taalangst per week kunnen fluctueren. Er is dus geen reden tot zorg wanneer een student zich een week angstig voelt. De week daarop kan een student zich opeens weer minder angstig voelen. Daarnaast hebben alle drie de taalleerders uit de grafiek een bepaalde mate van taalangst; ook de studenten waarvan de verwachting was dat ze geen taalangst zouden hebben. Dit is belangrijk om te laten zien, om studenten te kunnen laten zien dat taalangst vaker voorkomt dan studenten misschien denken. Met andere woorden: je staat er niet alleen voor en je bent niet de enige met taalangst.

De presentatie zal eindigen met het overbrengen van de kernboodschap: probeer zoveel mogelijk met (bevriende) native speakers de taal te spreken waarbij je je comfortabel voelt.

(30)

2. Tips en tops

Tijdens de laatste bijeenkomst (terugkomdag) met de studenten van het talencentrum krijgen de studenten tips en tops mee over hoe ze hun taalleren kunnen verbeteren. Studenten die angstig zijn krijgen persoonlijke tips op papier mee hoe ze hun communicatie kunnen verbeteren, zoals bijvoorbeeld langzamer spreken waardoor er ruimte ontstaat na te denken over de inhoud van het gesprek. Deze tips zullen persoonlijk aan de studenten meegegeven worden, zodat ze in anonimiteit hun eigen tips door kunnen lezen. In de tops worden de sterke punten van de studenten omschreven zodat zij het gevoel krijgen dat ze goed bezig zijn en zich daarin dus verder kunnen ontwikkelen. Tops kunnen ervoor zorgen dat taalangst vermindert, omdat ze positieve feedback meekrijgen en daardoor ook meer zelfvertrouwen kunnen krijgen.

3. Artikel talencentrum

Op de website van Talencentrum komt een artikel te staan voor studenten en docenten die meer willen weten over taalangst. Dit artikel zal bestaan uit een inleiding met een uitleg over taalangst en er worden tips benoemd hoe taalangst verminderd kan worden, hoe studenten en docenten om kunnen gaan met taalangst binnen het klaslokaal maar ook buiten het klaslokaal. Dit artikel zal uit ongeveer 100 tot 200 woorden bestaan. Er wordt dus niet een lang artikel geschreven, omdat er voorkomen moet worden dat studenten en docenten afhaken doordat het artikel te lang is om te lezen. Op een website willen mensen snel informatie kunnen lezen. Ook is een kort artikel beter om duidelijk en krachtig informatie over te kunnen brengen. Er is in één oogopslag te zien wat studenten en docenten kunnen doen aan taalangst met behulp van de opgestelde kernboodschap.

Artikel

Taalangst kan een grote negatieve invloed hebben op het leren van een vreemde taal. Heb jij het gevoel dat je angstig ben een vreemde taal te spreken binnen of buiten het klaslokaal en wil je weten hoe je hier grip op kunt krijgen? Wil je als docent taalangst in het klaslokaal verminderen? De belangrijkste kernboodschap hierin voor student én docent is dat het belangrijk is om een vriendelijke omgeving te creëren wanneer de vreemde taal gesproken moeten worden en waarin angstig zijn geen probleem is. Onderstaande tips kunnen helpen deze omgeving te creëren en zelf actie te ondernemen om taalangst te verminderen.

(31)

31 Tips voor studenten:

1. Praat met medestudenten die zich ook angstig voelen.

2. Praat zoveel mogelijk met (bevriende) moedertaalsprekers van de taal die jij leert waarbij je je comfortabel voelt. Hierdoor leer je de taal snel en is het niet erg om een foutje te maken.

3. Ontspanningsoefeningen helpen fysieke angstsymptomen te verminderen. Tips voor docenten:

1. Praat met je studenten over taalangst, dit haalt de taboe op taalangst weg.

2. Maak gebruik van groepswerk: studenten praten liever in kleine groepjes dan voor een grote groep waarin ze in het middelpunt van belangstelling staan.

3. Zorg voor een prettige sfeer waarin samenwerking, humor, oogcontact en vriendelijke gebaren voorop staan.

Planning Onderzoek Data Literatuur 14-03 2017 t/m 31-03 2017 Context 31-03 2017 t/m 11-04-2017 Praktijk 11-04 2016 t/m 25-04-2017 Communicatie Presentatie 15-05-2017 Tips en tops 15-05-2017

(32)

Appendix D Grafiek taalangst tussen individuen (presentatie terugkomdag)

1 2 3 4 5 6 7 8 9

niveau taalangst

weken

(33)

33 Appendix E stagecontract

(34)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Goedkeuring en uitvoering van de op 7 juli 2020 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen de rege- ring van de Franse Republiek, de regering van het Koninkrijk België,

Zet een organisa- tie vooral in op ontmoetingsactiviteiten voor ouderen, dan kan zij na verloop van tijd laten zien dat ze ook inderdaad 75+’ers heeft bereikt, dat de deelnemers

• De rechterharthelft is veel zwaarder belast terwijl deze het minst gespierd is van de twee harthelften. • De dubbele hartpomp is een enkele

het is voor mij niet goed om deze vluchtelingen te zien, want deze mensen zijn niet cultureel, zij die hierheen komen naar Europa.. In syrië hebben wij bijvoorbeeld

Tegenwoordig zullen er vrijwel geen ‘echte’ traditionele tentoonstellingen meer te zien zijn in Nederland, maar wanneer een tentoonstelling vooral lijkt te gaan over de objecten

In het kader van hoor- en wederhoor zijn de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen én het

Gezien alle ontwikkelingen die spelen en aandachtspunten die moeten worden opgepakt (zie hoofdstuk 2 in de notitie), wordt voorgesteld om in te stemmen met het

Zekere complete ken- nis en perfecte beslissingen kunnen we wel vergeten (Wetter- sten, 2006). Daarvoor zijn de moerassituaties waar we grip op willen krijgen te complex en is