Vraag nr. 226 van 10 februari 2004
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Verbindingsweg Tongeren – Stand van zaken De concrete invulling van het mobiliteitsplan To n-geren hangt voor een groot stuk samen met de voorgestelde verbindingsweg tussen de Maastrich-tersteenweg en de Luikersteenweg.
Hiervoor werd een basisstudie uitgevoerd, die vol-gens vroegere antwoorden van de minister nu klaar moet zijn.
1. Welke verschillende aspecten werden in deze studie onderzocht ?
2. Wat zijn de resultaten van elk van de onderde-len ?
3. Kan men een definitieve conclusie trekken uit deze gegevens ? Zo ja, welke ?
Zo neen, zijn er nog bijkomende studies nodig ? 4. Wat zijn de timing en de kostenraming voor het
verdere verloop van dit dossier ?
5. Wat werd tot nu toe uitgegeven aan studies voor deze eventuele ring/insteekweg/verbin-dingsweg door de Vlaamse overheid ?
Antwoord
De verbindingsweg tussen de Maastrichtersteen-weg en de LuikersteenMaastrichtersteen-weg in Tongeren wordt be-handeld in de streefbeeldstudie. Deze studie on-derzoekt het ontwerp van de weg, zijn aansluitin-gen en zijn inpassing in de omgeving en de natuur. De totale streefbeeldstudie omvat het wegvak Maastrichtersteenweg N79 van het station tot de a u t o s n e l w e g, de verbindingsweg, de N20 en de Wa l-len.
De eerste fase van het streefbeeld, het ontwerp-s t r e e f b e e l d , werd reedontwerp-s conform verklaard. Nu iontwerp-s men bezig aan de tweede en laatste fase.
Voor de verbindingsweg in het bijzonder zijn het tracé en het dwarsprofiel, evenals de aansluitingen, bepaald.
Vooraleer de laatste fase van de streefbeeldstudie afgerond kan worden, moet een bijkomende studie
een uitsluitsel geven over de natuurimpact. D e z e extra studie werd opgelegd door de administratie M i l i e u - , N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Aminal) van mijn collega-minister van Milieu, Jef Tavernier. Ze werd door mijn administratie Wegen en Ve r-keer (AWV) aanbesteed en inmiddels aangevat en zal in het najaar 2004 worden afgerond. Deze stu-die bestudeert de natuurimpact van de verbin-dingsweg en de benodigde maatregelen om de im-pact op de natuur te beperken/compenseren. Z i j moet uitsluitsel geven over de tracékeuze door het VEN-gebied (Vlaams Economisch Netwerk – r e d .) in de nabijheid van de Blaarstraat. Va n a f begin mei is de inventarisatie van de fauna en flora pas mogelijk. Er zijn nog geen resultaten van deze studie.
Uit de natuurimpactstudie kunnen twee conclusies volgen : ofwel kan het tracé van de weg behouden blijven zoals in het gewestplan bepaald (en ook in het ontwerpstreefbeeld), ofwel kan het tracé van de weg niet behouden blijven wegens het verlies van natuurwaarde. In dat laatste geval moet een tr-acéverschuiving gebeuren, waarbij het tracé van het gewestplan wordt verlaten. In dat laatste geval moeten ook een MER en een PRUP worden opgemaakt (MER : milieueffectrapport ; P RUP : p r ov i n -ciaal ruimtelijk uitvoeringsplan – red.).