• No results found

Vraag nr. 121 van 8 februari 2002 van de heer JOS BEX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 121 van 8 februari 2002 van de heer JOS BEX"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 121 van 8 februari 2002 van de heer JOS BEX

Rattenbestrijding – Bruine rat

De rattenbestrijding werd overgenomen door de administratie Milieu-, N a t u u r-, L a n d- en Wa t e r b e-heer (Aminal). De aandacht van Aminal ging hier-bij voornamelijk uit naar de bestrijding van de muskusrat.

Intussen blijkt dat de bruine rat oprukt en zich vooral in stand houdt met voedselresten bestemd voor katten en duiven die door particulieren her en der uitgestrooid worden. Volgens andere bronnen verhoogt de toename van composthopen de leef-kansen van de bruine rat en versterkt hun steeds grotere weerstand tegen de gangbare bestrijdings-middelen de soort.

Deskundigen pleiten dan ook voor een volgehou-den en gecoördineerde aanpak van het probleem. 1. Wat zijn de resultaten van de A m i n a l-b e s t r i

j-dingsploegen ?

2. Is er een waargenomen toename van de bruine rat ?

3. Is het wenselijk om landelijk een gecoördineer-de actie op te zetten ?

4. In hoeverre is een slecht opgebouwde compost-hoop oorzaak van de aangroei van de ratten-populatie ?

5. Is een nadrukkelijkere communicatie via com-postmeesters en gemeentebesturen hier niet aangewezen ?

6. Zijn er alternatieven voor chemische bestrij-dingsmiddelen ?

7. Worden gemeenten en provincies aangemaand om niet te besparen op bestrijding van onge-dierte ?

In sommige steden, zoals Sint-Niklaas en Berin-gen zou al sprake zijn van een echte plaag. 8. Wat is het gevaar voor de volksgezondheid ?

Van ratten wordt immers gezegd dat ze overdra-gers zijn van ook voor de mens gevaarlijke aan-doeningen.

Antwoord

1. In tegenstelling tot de muskusrat wordt de brui-ne rat in hoofdzaak bestreden door het uitzet-ten van rodenticiden.

Om zo zorgvuldig mogelijk met deze producten om te gaan, heeft het A m i n a l - b e s t r i j d i n g s t e a m een eigen techniek ontwikkeld waarbij het pro-duct in een afgeschermde buis ter beschikking van de bruine rat gesteld wordt. Ve r p u l v e r e n van het product onder invloed van regen of de consumptie ervan door bijvoorbeeld vogels of waterwild, worden zo praktisch uitgesloten. In 2001 werden door Aminal langs de waterlo-pen ongeveer 40.000 gifblokken in deze afge-schermde buizen uitgelegd. De verminderde op-name van gif langs de waterlopen in beheer bij het Vlaams Gewest tijdens de tweede helft van 2 0 0 1 , is een aanwijzing dat de bruineratpopula-tie daar beduidend kleiner werd.

2. Op en in de onmiddellijke omgeving van de wa-terlopen is er geen waargenomen toename van de bruine rat.

Er wordt evenwel een voortdurend nieuwe in-stroom van bruine ratten vastgesteld.

3. De afdeling Water van Aminal ontwikkelt nu al initiatieven om de Vlaamse provincies aan te zetten om hun verantwoordelijkheid inzake rat-tenbestrijding beter op te nemen. Ook de Ve r-eniging van Vlaamse Steden en Gemeenten is bij dit initiatief betrokken.

Alleen een gecoördineerde aanpak, waarin elke verantwoordelijke voor de bestrijding (dit is elk openbaar bestuur en eigenaar en beheerder op zijn domein) zijn aandeel correct invult, kan tot een globale reductie van de bruinerattenpopula-tie leiden. Ik heb de afdeling Water opdracht ge-geven om, in overleg met de lokale besturen, deze noodzakelijke gecoördineerde acties voor te bereiden.

4. Slecht opgebouwde composthopen zijn slechts één van de vele aantrekkingspunten voor brui-ne ratten.

(2)

5. De communicatie over het bruinerattenpro-bleem mag zich zeker niet beperken tot com-postmeesters.

Een belangrijk biotoop van de bruine rat of ri-oolrat wordt gevormd door de gemeentelijke of bovengemeentelijke rioleringsstelsels. Een zorg-vuldige controle op de aanwezigheid van de bruine rat is voornamelijk in de wat oudere rio-leringen dringend noodzakelijk.

Vaak worden ook haarden van bruine ratten vastgesteld in de nabijheid van afvalcontainers en in de nabijheid van stallingen en kippenhok-k e n , waar de bereikippenhok-kbaarheid van voedsel nage-noeg onbeperkt is.

6. Geen enkel land en geen enkele grootstad waar het probleem zich voordoet, is er tot nu toe, o n-danks de inzet van chemische middelen, in ge-slaagd de bruine rat volledig te verdringen. Vo o r de bruine rat blijkt de uitroeiingsdoelstelling niet haalbaar. Een blind en mateloos gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zou sneller tot milieuproblemen kunnen leiden dan dat hierdoor het rattenprobleem kan worden opge-lost.

Er zijn momenteel echter geen haalbare alter-natieven voor een chemische bestrijding be-schikbaar om op korte tijd een ware "ratten-plaag" te onderdrukken. Op plaatsen waar zeer grote aantallen ratten voorkomen, wordt het wegvangen van al deze dieren immers onhaal-b a a r. Anderzijds onhaal-blijkt, vooral in het stedelijk m i l i e u , een geïntegreerde bestrijding, w a a r b i j door sanitaire en/of bouwtechnische maatrege-len het leefmilieu van de bruine rat wordt beïn-v l o e d , op langere termijn beïn-veel efficiënter. E e n constante opvolging van de aanwezige populatie en het snel ingrijpen op die plaatsen waar ratten worden gesignaleerd, kunnen daarbij de ontwik-keling van dergelijke hoge concentraties voor-komen.

Ik zal de onderzoekers bij het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer opdracht geven meer aandacht te verlenen aan het ontwikkelen van mogelijke alternatieven voor de chemische be-strijding van de bruine rat.

7. Via het overleg inzake rattenbestrijding dat mijn diensten houden met de Vlaamse provin-cies en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten worden provincies en gemeenten uitdrukkelijk aangezet hun

verantwoordelijk-heid inzake de bestrijding van de bruine rat op te nemen.

8. Vooreerst moet worden opgemerkt dat we rat-vrije woningen als een verworvenheid binnen onze levensstandaard beschouwen. Het voorko-men van ratten in de woning wordt veelal als erg stresserend en bedreigend beschouwd, z e l f s indien dit niet gepaard gaat met noemenswaar-dige materiële schade of een noemenswaardig gezondheidsrisico.

Door het nauwe contact van de leefwereld van de bruine rat met die van de mens kunnen deze dieren een belangrijke rol spelen in de over-dracht van ziektes. Dit valt niet te negeren. Mede door de kosmopolitische spreiding van deze soort zijn er dan ook een aanzienlijk aantal aandoeningen waarin de bruine rat een belang-rijke rol speelt, of onder bepaalde omstandighe-den een potentiële rol kan vervullen. Dit geldt echter niet alleen voor de bruine rat, ook ande-re knaagdiersoorten als de huismuis of de zwar-te rat (maar ook onze geliefde huisdieren, d e kat en de hond) delen deze kwalijke reputatie. Ook zij kunnen overdrager zijn van levensbe-dreigende infecties.

Wanneer we naar de situatie in Vlaanderen kij-k e n , blijft de bruine rat niet onbesprokij-ken. Z o wordt ze onder andere aangewezen als reser-voirdier van Leptospira interrogans serovar ic-t e r o h a e m o r r h a g i a e, veroorzaker van de ziekic-te van We i l . In hoeverre kan een intensieve bestrij-ding van de bruine rat langs de waterlopen ech-ter het voorkomen van Leptospirose verhinde-ren (10-15 infecties per jaar in België)? Zijn sensibilisatiecampagnes en het dragen van een goede werkkledij hier misschien geen effectie-vere middelen?

(3)

infecties door teken te worden overgedragen op de mens.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van zowel de ecologische als de econo- mische gegevens uit deze vergelijkende studie heeft de intercommunale Igean als bouwheer beslist om te kiezen voor de techniek van

De onteigeningswetgeving is een federale bevoegd- h e i d , zodat de lagere overheden zoals het V l a a m s Gewest en de lokale overheden onderworpen zijn aan

Niets doet vermoeden dat de beslissingen inza- ke toegelaten afwijkingen op het verbod op n a c h t- en zondagstages voor het secundair on- derwijs niet vóór de start van

De regularisatie van de gesco's uit de conventie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt geen voorwerp uit van de eerste fase van de re- gularisatie die met ingang van 1

Het inkomensverlies van deze bedrijven zal in grote mate bepaald worden door de inhoud en de goedkeuring van het derogatiebesluit, dat zal worden gekoppeld aan de afbakening van

Voor primaire II en secundaire wegen wordt de doorgangsgemeenten gevraagd om te participeren als rechtstreeks betrokken p a r t i j , vermits de vraag tot heraanleg van deze

Volgens mijn informatie staat de heraanleg van de N70 tussen het trameindpunt in Melsbroek (Stenen Kruis) en de rotonde aan het kasteel Ter Vesten in Beveren op

Op 30 januari 2001 werd inderdaad aan de heer Frank Va n d e n b r o u c k e, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, een brief gericht waarin uitvoerig werd uiteengezet